Aan: dr. ir. J.C. Boudri,
vakgroep geschiedenis, WMW
Copie: prof. H.F. Cohen (WMW) en UT Nieuws, tav. D. Schluter
Betreft: interview UT-nieuws
Enschede, 31 dec. 1994

Metafysica

Geachte heer Boudri,

In UT Nieuws dd. 8 dec 1994 las ik over uw promotie-onderzoek aangaande mechanica en metafysica.

Waarom schrijf ik u? De rede is simpel. De hedendaagse mens lijkt steeds maar terug te willen komen van datgene wat onze generatie in de zestiger jaren op de vuilnisbelt der geschiedenis heeft willen laten belanden. Naar ik dacht is de metafysica in die tijd toch wel definitief afgekloven en afgedankt. Nu komt dit onderwerp bij de vakgroep Geschiedenis van de faculteit WMW en uw onderzoek weer om de hoek kijken. U stelt: "de metafysische dimensie heeft (in de fysica) een richtinggevende rol gespeeld". Ik zou willen stellen een remmende rol. Toen men het metafysisch denken van zich af schudde kwam de fysica pas goed op gang.

Ik vind dit soort onderzoek anno 1994 vreselijk overbodig en vooral in relatie tot onze technische universiteit, welk bolwerk ik zo gaarne een symbool voor vooruitgang en het opheffen van achterlijkheid wil laten zijn. Ik vind het zoeken naar en in de metafysica net zo erg en vergelijkbaar als toendertijd (rond 1985) prof. van den Kroonenberg met zijn perpetuum mobile-verhaal begon.

Ik kan best leven met het idee dat er nog eens iemand een college over metafysica en haar geschiedenis geeft, maar niet zodanig dat studenten en wetenschappers de metafysica weer serieus als onderwerp van studie gaan nemen. Zij heeft in de geschiedenis een bepaalde - zeg maar dominante - rol gespeeld en een bepaalde impact gehad. Oké. Maar ze heeft als filosofische beschouwingswijze afgedaan. Er bleek niet veel mee te verklaren te zijn. De echte wetenschap en de echte wetenschappers gingen gelukkig gewoon door. Hele generaties van toen zijn wel door universiteiten en hoogleraren verpest en op achterstand gezet door de ideeen uit de metafysica (door voornamelijk gelovige en christelijke docenten).

De metafysica is en blijft volgens velen een anti-dialectische wereldbeschouwing. De metafysica is een van iedere wetenschappelijke grondslag verstoken scholastische speculatie over de ware, bovenzinnellijke aard van het zijn (F. Engels). De metafysica is ook een vorm van subjectief idealisme (in de marxistische zin van het woord). De zwakte van de moderne idealistische filosofie (metafysica, existensialisme, het new age denken, etc.) blijkt uit het feit dat ze zich in strijd bevindt met de ontwikkeling van de wetenschap en de maatschappelijke vooruitgang. Kenmerk van de metafysica is haar eenzijdige, bekrompen en starre opvattingen van de wereld en haar nijging om afzonderlijke kanten van de verschijnselen te overdrijven en niet "in het totaal der dingen" te plaatsen. De metafysica ziet wel de stabiliteit en vastigheid van iets maar niet de verandering en ontwikkeling daarvan: zoals de dialectiek dat probeert te zien. Denk aan de oerknal-theorie: geliefd onder gelovigen. Bijv. door de paus en Hawkins. De (materialistische) dialectiek als wereldbeschouwing en filosofie - die communisten gebruiken - ziet die verandering en ontwikkeling in dingen wel.

Het is naar mijn stellige overtuiging onmogelijk om zuiver objectief en zuiver wetenschappelijk bezig te zijn als men gelooft dat er ergens een hogere bedoeling achter het leven en de mens zit. Men kan er wel naar zoeken. Hypotheses vormen is prima, maar maar men mag geen dingen - die nog niet bewezen zijn - als wetenschappelijke waarheden verkondigen. Geloof is geen wetenschap. De wetten van de fysica zullen een rationele oorzaak hebben. Die kennen we nog niet allemaal. Maar er is geen rede om te "geloven" dat dat met iets "hogers" te maken heeft; niet in de fysica, niet in de biologie en feitelijk nergens binnen de wetenschap.

Vanwege uw opmerking, in het betreffende stuk, in de laatste alinea: "mijn persoonlijke opvatting is dat aan de moderne fysica impliciet de metafysica ten grondslag ligt", kan ik niet anders concluderen dat u zelf een gelovig man bent. Dat u op de een of andere manier in iets hogers (zoiets als een God) geloofd. Iedereen mag wat mij betreft gelovig zijn, maar naar mijn stellige overtuiging komt men dan steeds in de verleiding om - bij dat wat men niet meer snapt - er een God of een hogere bedoeling achter te zoeken. Men kan en/of wil immers niet "tot het gaatje" door-redeneren en doorzoeken tot de waarheid gevonden is. Men houdt bewust of onbewust te snel op met het verder zoeken naar causaliteiten.

Graag uw reactie.

Hoogachtend,

Rik Min, electrotechnisch ingenieur

Ingesloten: enkele eerdere (open) brieven over dit onderwerp