MULTIMEDIALE LEERMIDDELEN --- LOS TEKSTFRAGMENT

De MacTHESIS filosofie

Ideeen, Kenmerken en Doelstelling


Rik Min

In eerste instantie als apart kadertje gepubliceerd in: MultiMedia Computing, 4e jaargang, nov. 1992 p. 19-23.

De MacTHESIS filosofie is elders diverse malen beschreven. (Zie ook elders; uitgebreider.) Oorspronkelijk is de MacTHESIS filosofie ontstaan door jarenlang onderzoek naar de ultieme vorm van en voor een goed werkend simulatieprogramma. Door dit ontwerpgericht onderzoek - gericht op de optimalisering van interactieve leeromgevingen - en de komst van window-computers (de Mac 512) kwamen Min, Reimerink en Van Schaick Zillesen op het spoor van goede en handige, naast en over elkaar liggende windows en papieren materialen, zoals instructie naast kale simulatoren. Ook het simulatie-gedeelte daarin bleek alleen maar goed te scoren bij leerlingen en docenten als alles van de grond af goed bleek te zijn doordacht. MS-DOS-computers bleken waardeloos te zijn voor de meeste vormen van courseware of COO. Ook voor simulaties.
In het kort kent deze ontwerp-filosofie de volgende belangrijke aspecten en komen haar aanbevelingen op het volgende neer:

Losse pagina's

Ga uit van de oorspronkelijke "desktop-filosofie" van Apple Macintosh: geef een serie naast of over elkaar gelegde windows op een beeldscherm fundamenteel dezelfde rol als een serie losse papieren of een meer compleet, makkelijk in te bladeren, werkboek op een bureau. Computersimulatieprogramma's ontworpen volgens deze filosofie hebben over het algemeen minimaal twee, en maximaal vier of vijf pagina's, die naast en over elkaar op een beeldscherm kunnen worden gelegd. Het uiterlijk van dit type software kan het beste met de term 'multi-windowing leeromgeving' worden aangeduid.

Sterke visualisatie

Visualiseer het onderliggende wiskundige model van het gesimuleerde proces. Een goede visualisatie van het onderliggende model of proces maakt meer duidelijk dan welke instructiemethode dan ook. U kunt zelf kiezen uit een geheel abstracte vorm van visualisatie (blokschema of formule) maar ook een heel erg concrete vorm van visualisatie (bijvoorbeeld een foto, computeranimatie of video beelden). Kijk goed naar de doelgroep, daar hangt het sterk van af.

Geen toetsenbord

Een programma dient zonder toetsenbord bediend te kunnen worden. Dat kan door gebruikt te maken van moderne 'acceptatietechnieken'; in dit geval door veel gebruik te maken van 'input-animatie-technieken'.

Input-animatie technieken

Gebruik moderne acceptatietechnieken. Een toetsenbord hoeft bij dit type instrumentaties meestal niet. De muis heeft vele functies van het toetsenbord overgenomen. Maak gebruik van "scroll-bars", "duimwiel- schakelaars" of andere "input-animatie-technieken". (Zie ook elders.)

Muisgestuurd

Het programma is volledig interactief en in principe volledig muisgestuurd. De simulatie kan ook - door welk event dan ook - op elk (gewenst) moment worden onderbroken voor een interventie. MacTHESIS software wordt om die reden dan ook gerekend tot de zogenoemde "event-driven programmatuur".

Animatieobjecten gebruiken (model-driven)

Computersimulatieprogramma's kunnen uitstekend worden uitgerust met bepaalde animatieobjecten, die onder invloed van veranderingen in het model bewegen of veranderen ("model-driven, interactieve animatie"). Dit soort animatie, als visuele feedback-vorm, mag geen versiering worden, maar moet wel functioneel blijven. Animatieobjecten kunnen variëren van zeer realistisch (plaatjes, foto's, e.d.) tot heel eenvoudig (bijvoorbeeld een bewegend streepje op een schaalverdeling). (Zie ook elders.)

Instructiemateriaal & Coaching

Gebruik voor de doelgroep geschikt coachingsmateriaal: de ene doelgroep kan niet zonder papieren begeleidingsmateriaal de andere gebruikt een simulatie die gestuurd wordt door CBT-instructiemateriaal en weer een andere doelgroep is het meest gebaat bij "parallelle instructie aanbiedings-methodes". Recentelijk heeft deze methode geleid tot een theorie aangaande enkele essentiële instructiekenmerken bij goed functionerende simulatie-leeromgevingen: de "parallelle instructie" theorie. Deze theorie, afgekort de "PI theorie", is gepubliceerd in een internationaal wetenschappelijk tijdschrift.

Het instructie-deel is feitelijk een gewone, traditionele COO-les, of, zoals het in de Angelsaksische literatuur wordt genoemd: "CBT materials". Hier wordt in dit verband dikwijls gesproken van "coaching materials". De coaching van de leerling in een open leeromgeving, zoals bij simulatie, is doorslaggevend voor het succes van een dergelijk leerpakket.

Sommige onderwijsmensen en trainers uit opleidingsinstituten willen om diverse redenen één medium en één integrale aanpak. Zij willen de rol van het papieren begeleidingsmateriaal bij bepaalde toepassingen minimaliseren. Men beseft ook wel dat het papieren instructie-materiaal dat bij de simulaties wordt gebruikt vooralsnog niet weg te denken is.

Voor hen die computersimulaties gebruiken in een practicumcontext blijft de beproefde manier van coachen via werkbladen, werkboeken en casusbeschrijvingen nog steeds recht overeind staan. (Zie elders.)

Messages

Maak gebruik van de mogelijkheid van "messages". Naast tekst-messages kunnen, indien nodig, ook "video-messages" (video-fragmenten) worden gebruikt. Deze messages kunnen door een variabele of een combinatie van variabelen en/of model-parameters worden beïnvloed en voor de lerende vaak heel effectief als een soort tekstuele of visuele feedback fungeren. Gesproken tekst kan als message ook heel functioneel zijn bij een simulatie. Al deze vormen van feedback zijn de eerste stap op weg naar intelligente computersimulatieprogramma's ("ICS-programma's"). (Zie elders.)

Desk-top Video

Probeer als het mogelijk is grafische weergavevormen, zoals de "groeiende grafiek-methode" te vervangen door het afspelen van bijpassende video fragmenten, bijvoorbeeld in een extra window, waardoor er wat wij noemen 'interactieve, model-driven-desktop video' ontstaat. Deze vorm van (desk top) video-gebruik noemen we 'video-messages'. Het is een vorm van feedback; feedback die het leren opgang weet te houden. (Zie elders.)

Toetsen

Een simulatie-leeromgeving is pas compleet als er ook getoetst wordt. De hypotheses dienen ingetypt te kunnen worden en vragen dienen beantwoord te kunnen worden. Dergelijke toetsen zijn natuurlijk meestal 'inzichts-toetsen'.

Invulmogelijkheid

Bij de simulatie-leeromgeving hoort de mogelijkheid te zijn om iets in te typen. Sommigen noemen dat een scratch pad. In goede simulatie-omgevingen of in goede instructies zit dit standaard. Bij instructies die geschreven zijn in HyperCard is dat geen enkele probleem. De resultaten kunnen in een gewone file worden geschreven. (Zie elders.)