InleidingDe context waarbinnen dit boek te begrijpen is en gelezen moet wordenI Dit boek gaat uit van een bepaalde context en van bepaalde veronderstellingen bij de lezer. We leven in een klassenmaatschappij die een heel grote en onverzoenlijke tegenstelling kent. Alle andere tegenstellingen tussen mensen en volkeren, zoals de man/vrouwverhoudingen, de consument/producent/vervuiler-verhoudingen, de homo/hetero-verhoudingen, de verhoudingen tussen verschillende religies en de verhoudingen tussen verschillende nationaliteiten, zijn in principe te overbruggen. Voor de tegenstelling tussen de werkende klasse en de bezittende klasse geldt dat niet. Deze klassentegenstelling, de hoofdtegenstelling, zet alle andere tegenstellingen tussen mensen in de schaduw. Immers, de bezittende klasse zal nooit haar bezit of de opbrengst van haar bezit afstaan aan de arbeiders die die rijkdom voortbrengen. De verliezende partij in deze dagelijkse strijd om de opbrengst of de meerwaarde, verliest ook echt zijn macht en het bezit van de productiemiddelen en/of aandelen. Het is dus niet niks, waar het om gaat in (deze) strijd tussen twee klassen. Het gaat in deze strijd en in deze koude oorlog dus niet om regeringen en staten, maar overal ter wereld om de bezittende klasse tegenover de werkende klasse. II Er zijn in de wereld als het ware twee grote experimenten gaande: het kapitalisme en het socialisme, A en B. Het ene, A, is een maatschappijvorm van een groot aantal landen, waarbij alles feitelijk op zijn beloop wordt gelaten, die als vrij natuurlijk overkomt en waarbij het recht van de sterkste als een natuurverschijnsel wordt gezien: het kapitalisme. Het andere experiment, B, is gaande in andere delen van de wereld waar na lang beraad is besloten een poging te ondernemen om met alle mogelijke technische en wetenschappelijke kennis, een tegenkracht te vormen tegen die van de anarchie (van het kapitaal) en de natuurkrachten (de vrije markt): het socialisme. Daarnaast zijn er twee kleinere experimenten gaande. In Zweden (A’), waar sociaaldemocraten verwoede pogingen doen om neutraal te blijven, niet deel te nemen aan oorlogen en van alle ellende van het kapitalisme nog iets te maken. En anderzijds China (B’), dat verwoede pogingen doet bepaalde positieve dingen van het ‘vrije’ ondernemingsgewijze productiesysteem van het Westen te incorporeren. Dit boek gaat op deze zaken niet echt in, maar analyseert de gebeurtenissen in de Koude Oorlog wel vanuit deze experimenten waar wij allen, 6 tot 7 miljard wereldburgers, dagelijks bij betrokken zijn. De uitkomst van deze vier wetenschappelijke experimenten bepaalt onze toekomst: eeuwigdurend oorlog en crisis óf een redelijk niveau van welvaart en vrede voor iedereen. III Er zijn momenteel in Nederland niet zozeer twee tegenover elkaar staande klassen – ‘de bourgeoisie’ en ‘het proletariaat’ – die onverzoenlijk zijn, maar drie ‘klassen’ die al 400 jaar met elkaar in schijnbaar evenwicht zijn: • de klasse die niet hoeft te werken: de bourgeoisie, de ‘bezittende’ klasse, c.q. de aandeelhoudersklasse; • de werkende klasse, inclusief een deel van de kleine zelfstandigen en de (kleine) middenstand; • de middenklasse, mensen die naast hun werk ook vaak nog arbeidsloos inkomen hebben uit bijvoorbeeld aandelen, inclusief een ander deel van de kleine zelfstandigen en de middenstand. De middenklasse is in Nederland al 400 jaar de speelbal van de bezittende klasse. Terwijl de werkende klasse, de arbeidersklasse, feitelijk degenen zijn die uitgebuit worden. De middenklasse wordt ook uitgebuit, maar op een andere manier, meer vrijwillig. De aanval van de bourgeoisie – de leugens en de misleiding waarvan in dit boek sprake is – is voornamelijk op de middenklasse en de met haar verbonden intellectuelen gericht. Daaruit blijkt dat de werkende klasse zowel als de middenklasse (steeds) de gevangenen van het systeem zijn. De middenklasse heeft zelfs meer te verliezen dan de arbeidersklasse. Daarom weet het kapitalisme zich in Nederland zo goed te handhaven. De middenklasse zit met gouden draden aan het systeem vast. Ze zullen hun privileges niet snel opgeven. De wereld kan wat hen betreft in elkaar storten, dan nog zullen zij en de echte bourgeoisie hun belangen en hun positie niet opgeven. De Koude Oorlog maakt dat Nederland één van de trouwste bondgenoten van de kliek in het Pentagon (de restanten van de kliek van generaal Gehlen) is, die deze koude en hete oorlogen – tegen de communisten – voert. IV De bezittende klasse, de kapitalistenklasse, de aandeelhoudersklasse, en dus ook delen van de middenklasse staan in het kapitalistische systeem al een kleine 500 jaar onverzoenlijk tegenover de werkende klasse.1 Eerst in de Venetiaanse tijd, toen in de Hollandse tijd, toen in de Britse tijd en nu in de tijd van de Verenigde Staten van Amerika, de USA. De oorlogen, ook de koude oorlogen, zijn een essentieel onderdeel voor de kapitalistenklasse om de macht niet af te hoeven staan en om de macht regelmatig te bevestigen.2 V De inkomsten van Nederland bedragen circa 253 miljard euro per jaar. De inkomsten van de 100.000 rijkste Nederlanders bedragen ongeveer evenveel. Hieraan is te zien dat niet ‘Nederland’ rijk is, maar de bezittende klasse in Nederland is rijk! De bezittende klasse, de klasse van het ‘private kapitaal’, is namelijk gigantisch rijk, de schatkist eigenlijk niet. De regeringen van Nederland vertikken het al tientallen jaren om de schatkist met die rijkdom – van de rijkste klasse – te vullen. De militaire uitgaven van de USA in Irak en Afghanistan belopen tientallen honderden miljarden dollars per jaar.1 De uitgaven voor Libië en Syrië zijn dan niet meegerekend. In dat licht moet de waanzin van de Koude Oorlog en de angst voor het communisme gezien worden. De militaire uitgaven dienen immers om het gemeenschappelijke imperialistisch-kapitalistische systeem van Nederland en de met Nederland bevriende landen, te bestendigen. De belangen waar het in de Koude Oorlog om gaat zijn voor de kapitalisten heel reëel en een mogelijk verlies van de Koude Oorlog is voor deze klasse dan ook enorm. Daarom dwingt de bezittende klasse elke regering in een kapitalistisch land zoals het onze een superleger op poten te zetten en dat af en toe daadwerkelijk in te zetten. VI De staatsschuld van de Verenigde Staten van Amerika was anno 2016 19.000 miljard dollar. Dit bedrag is onvoorstelbaar hoog en tevens volslagen onvoorstelbaar of het wel allemaal ‘gedekt’ is. Rond 1989 dacht niemand dat de Sovjet-Unie ‘op zijn knieën zou gaan liggen’ en ‘zich gewonnen zou geven’. Velen – ik ook – dachten juist dat de Verenigde Staten ieder moment de last van de Koude Oorlog te veel zou zijn. Velen dachten serieus aan het ‘naderende failliet’ van de USA. Sommigen telden al de dagen tot de financiële instorting daar zou zijn. In zijn 60 jaar lange poging de Sovjet-Unie op de knieën te krijgen en de Sovjetburgers te misleiden zou de polsstok van de USA te kort en de sloot te breed zijn’. Het voeren van een Koude Oorlog was leven boven zijn stand. De Koude Oorlog werd echter op het nippertje gewonnen en de winnaar nam alles: the winner takes it all. Duidelijk is wel dat de burger in West-Europa en de USA deze oorlog nu met terugwerkende kracht aan het betalen is. Want het was wel degelijk een brug te ver voor het kapitalistische systeem. De kwestie is en blijft: komt het kapitalistische systeem erbovenop en komen wij, de bevolking, erbovenop? VII Ik ging er in 2005 al van uit – en heb daar toen al vaak over gepubliceerd – dat er een grote economische crisis in Nederland en in West- Europa zou komen. Groter dan alle crises in de periode 1975-2000 bij elkaar. De huizenmarkt zal in elkaar storten en is intussen deels al ingestort.4 Inmiddels is dat in 2007 ook daadwerkelijk gebeurd. Ook zou er deflatie komen. Een echte economische crisis, enigszins vergelijkbaar met de economische malaise in Japan van de afgelopen jaren en Argentinië van 15 jaar geleden, toen de hele middenklasse binnen twee weken al haar spaargeld zag verdampen. In een dergelijk tijdsgewricht zullen de leugens waarop alles de afgelopen 30 tot 60 jaar gebaseerd was, waarschijnlijk breed bekend worden. Wat gaat de bevolking dan doen? Kiest men dan een sterke leider (om de schade te minimaliseren) of een populist of kiest men een weg richting socialisme? Enschede, eerste versie 2006, geüpdatet in 2007 en 2008. Laatste versie 2017. Noten
1. Het feodale tijdperk verdween 500 jaar geleden langzamerhand. In sommige delen
van de wereld bestaat het echter nog. In de feodale tijd was grond ‘het kapitaal’.
Nu is ‘kapitaal’ het kapitaal. Boeren en pachters betaalden toen zogenoemde
‘grondrente’ aan de bezittende klasse. Dit in tegenstelling tot het begrip ‘rente’,
die de kapitaal bezittende klasse nu opstrijkt over haar kapitaal. De feodale tijd
werd in Europa feitelijk afgesloten door de Franse Revolutie en daarna door de
Nederlandse en de Bataafse Revolutie.
|