EVALUATIE VAN CD-I PRODUKTEN

Een formatieve evaluatie van twee opvallende CD-i produkten

Door Willeke Feenstra, Mischa Germeraad en Annelies Jansen
Studenten Toegepaste communicatie wetenschappen (TCW)

Enschede, 20 maart 1997.

1. Inleiding

Hoewel de CD-i een behoorlijk lage drempel heeft, is het schijfje (nog) geen doorslaand succes. Hier zijn verschillende oorzaken voor te bedenken, die te onderscheiden zijn in externe en interne factoren. Met externe factoren worden oorzaken uit de omgeving van de CD-i bedoeld die het interactieve schijfje van succes afhouden. De relatief hoge prijs van de CD-i, de concurrentie met andere multimedia produkten en het gebrek aan kennis over de CD-i bij het publiek zijn zulke externe factoren. Bij interne factoren gaat het om kenmerken van de CD-i zelf die er de oorzaak van zijn dat de CD-i nog weinig succes is. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld de kwaliteit van het CD-i programma.

In het onderzoek dat in dit rapport wordt beschreven analyseren wij zo'n interne factor, namelijk de gebruikersinterface en alle factoren die hierop invloed hebben. Dit gebeurt aan de hand van een formatieve evaluatie van twee opvallende CD-i produkten.

In het onderzoeksverslag behandelen we achtereenvolgens de onderwerpen: wat is een CD-i, de doelgroepen en doelstellingen van de twee CD-i's, het doel van de formatieve evaluatie , de evaluatiemethode, de voorbereiding, de uitvoering van de evaluatie en de resultaten. Tot slot wordt er aan de hand van de resultaten een overzicht gegeven van revisie-aanbevelingen. Door opvolging van deze aanbevelingen kan de kwaliteit van de CD-i programma's verbeterd worden.

Dit rapport is overigens niet alleen nuttig voor het verbeteren van de twee geëvalueerde CD-i's. Ook voor het ontwikkelen van nieuwe CD-i programma's kunnen ideeën opgedaan worden uit dit verslag.

2. Wat is CD-i en de ontwikkeling tot nu toe

CD-i (Compact Disc-interactive) is een interactieve CD. Het bevat een combinatie van beeld, geluid en informatie. De CD-i is oorspronkelijk bedoeld als consumentenprodukt, maar de laatste tijd dringt het ook steeds meer tot de professionele markt door. De CD-i is voor een groot aantal toepassingen inzetbaar. Bijvoorbeeld voor amusement, entertainment en (semi)professionele applicaties.

De CD-i kan worden afgespeeld op een CD-i-speler. Met behulp van een eenvoudig bedieningsinstrument, meestal een afstandsbediening met enkele knoppen en een kleine joystick, kan de gebruiker het CD-i programma bedienen.

Ondanks dat de acceptatie van de CD-i anderhalf keer zo snel gaat als destijds bij de audio-CD, valt de afzet van de CD-i tot nu toe behoorlijk tegen. Ongeveer twee procent van de huishoudens in Nederland heeft een CD-i speler. Als oorzaak wordt wel aangevoerd de (kunstmatig hoog gehouden) prijs van de CD-i schijfjes en CD-i spelers. Andere oorzaken die wel worden genoemd zijn het kennisgebrek bij het grote publiek omtrent de CD-i en de concurrentie met andere interactieve systemen en technieken. On-line systemen als het World Wide Web worden door technische ontwikkelingen steeds een grotere concurrent voor de CD-i.

Een andere concurrent van de CD-i is de CD-ROM (Compact Disc- Read Only Memory). Zowel bij de CD-i als bij de CD-ROM staat interactiviteit centraal. Er zijn echter ook belangrijke verschillen tussen de twee schijfjes. De CD-ROM richt zich op de computermarkt en niet zoals de CD-i op de "huiskamermarkt". Een ander verschil met de CD-i is dat een CD-ROM (net als bijvoorbeeld een floppy-disk) alleen data bevat. Er is dus, naast afspeelapparatuur, een programma nodig dat de data kan inlezen en verwerken. Bij een CD-i staat dit programma al op het schijfje zelf.

Gezien de concurrentie en de steeds verbeterende technieken is het nog maar de vraag of de CD-i in zijn huidige vorm zal blijven bestaan. De functies van de CD-i worden bijvoorbeeld al opgenomen in de opvolger van de CD, de digitale video disc (VVD). De soort CD-i in de vorm die we nu kennen heeft dan waarschijnlijk z'n langste tijd gehad.

3. De te evalueren CD-i's

In het onderzoek worden twee opvallende CD-i produkten met elkaar vergeleken. CD-i's zijn duidelijk communicatieprodukten.

De CD-i's die in het onderzoek worden onderzocht zijn "Ontdek het (on)bekende Nederland" van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond (ANWB)/ Nederlands Bureau voor Toerisme (NBT) en "De Gouden Brief 1993 op CD-i" van het Direct Marketing Instituut Nederland (DMIN)/ Case Interactive. Beide CD-i's zijn door de opdrachtgever uitgekozen. De doelstelling en de doelgroep van beide CD-i's worden hieronder besproken.

De ANWB/ NBT CD-i is een "digitale reisgids" die de gebruiker in staat stelt bekende en minder bekende plaatsen in Nederland te ontdekken. Met behulp van de CD-i kan de gebruiker een "geslaagd dagje uit voorbereiden naar meer dan honderd bezienswaardigheden".

De doelstelling van de ANWB/ NBT CD-i is waarschijnlijk het interesseren en het informeren van de gebruiker, al dan niet op een vermakende wijze. De interesserende functie van de CD-i blijkt vooral uit de praktische informatie die wordt geleverd (adressen, telefoonnummers, openingstijden). De informerende functie blijkt vooral uit de achtergrondinformatie die bij de verschillende bezienswaardigheden en plaatsen wordt gegeven. De makers hebben van de mogelijkheden van de CD-i gebruik gemaakt om vermakende (interactieve) spel- en leerelementen in het programma in te bouwen. Zo kan je bijvoorbeeld al wijzend en klikkend een schip door een sluis loodsen en een polder met molens maken.

De doelgroep van de CD-i kunnen in principe alle Nederlanders zijn die geïnteresseerd zijn in informatie over attracties en bezienswaardigheden. Maar ook buitenlanders die bekend zijn met de Nederlandse taal behoren waarschijnlijk ook (gezien de deelname van het NBT aan de CD-i) tot de doelgroep. Het is niet nodig dat in de doelgroep alleen CD-i speler-bezitters zitten. De CD-i is namelijk ook heel geschikt om op andere plaatsen dan in de huiskamer te bekijken (bv. de bibliotheek, postkantoor, bij een bezienswaardigheid).

De DMIN/ Case Interactive CD-i is een compilatie van bureaus, opdrachtgevers, campagnes, juryleden en prijswinnaars die meededen of betrokken waren bij verkiezingen van De Gouden Brief 1993.

De doelstelling van deze CD-i is waarschijnlijk het informeren van belangstellenden over de verschillende ingezonden Direct Mail (DM)-campagnes van de Gouden Brief 1993. De Gouden Brief is een jaarlijkse verkiezing van de beste Direct Mail campagnes. Enkele subdoelstellingen van de CD-i zouden kunnen zijn het aanmoedigen van creatieve en doordachte DM-campagnes en het vergroten van de naambekendheid van DMIN en Case Interactive (beide zeer prominent aanwezig in het begin filmpje van de CD-i).

De doelgroep van de CD-i zijn waarschijnlijk media, marketing en reclamebureaus of andere bureaus en bedrijven die op een of andere manier met direct marketing te maken hebben. Gezien bovenstaande subdoelstellingen kunnen ook klanten en/of relaties van Case Interactive en DMIN tot de doelgroep behoren.

4. Doel van de formatieve evaluatie

In dit rapport wordt een formatieve evaluatie uitgevoerd op twee CD-i produkten. Het doel van de formatieve evaluatie is de volgende: tot een gefundeerd en gedegen (wetenschappelijk) oordeel komen over de gebruikersinterface van twee opvallende CD-i produkten.

Uit dit doel kunnen twee functies van de formatieve evaluatie worden afgeleid. De belangrijkste functie is het analyseren van mogelijke problemen of onvolkomenheden die de gebruikersinterface negatief beïnvloeden. Het gaat dan om probleemopsporing.

Een tweede functie is het toetsen van de kwaliteit van de gebruikersinterface van de CD-i's. Er zal worden nagegaan of de beoogde effecten zijn bereikt.

Na de formatieve evaluatie kunnen er aan de hand van de opgespoorde problemen suggesties voor revisies gedaan worden en kan er een uitspraak gedaan worden over de kwaliteit van de gebruikersinterface. Het eindprodukt zal een gedegen oordeel zijn over de gebruikersinterface van de CD-i's en zal aanbevelingen bevatten voor de verbetering van de gebruikersinterface van de beide CD-i's.

5. Evaluatiemethode

De indeling in produkt-, expert-, en doelgroepgerichte methoden is afkomstig van Schriver (1989). Het criterium hierbij is de bron van informatie. De gangbare opvatting in de literatuur is dat bij doelgroepgerichte evaluatiemethoden in het algemeen de validiteit superieur is. Als de randvoorwaarden het toelaten, verdient de doelgroepgerichte methode de voorkeur. Hieronder zullen de randvoorwaarden genoemd worden en vervolgens zal er een evaluatiemethode gekozen worden.

5.1 De randvoorwaarden

De randvoorwaarden voor de formatieve evaluatie van de twee CD-i produkten zijn de volgende:

5.2 De keuze van de evaluatiemethode

Uit de randvoorwaarden kan worden opgemaakt dat de doelgroepgerichte en de expertgerichte methode niet geschikt zijn voor de formatieve evaluatie van de twee CD-i produkten. In het onderzoek zal gebruik gemaakt worden van de produktgerichte evaluatiemethode. Bij produktgerichte methoden worden geen hulp van derden ingeschakeld. Het gaat hierbij in de praktijk om het toetsen van een produkt aan de hand van een heuristiek.

Voor de produktgerichte methode zijn twee concrete evaluatiemethodes vastgesteld (De Jong & Schellens, 1995). Dit zijn de leesbaarheidsformules en de checklists. De keuze valt op de checklist omdat deze methode de gehele CD-i-inhoud evalueert, terwijl de leesbaarheidsformules een steekproef uit de CD-i-inhoud neemt. Aangezien de gebruikersinterface betrekking heeft op een groot aantal aspecten is het van belang dat de gehele CD-i geëvalueerd wordt.

Een checklist is een kwalitatieve evaluatiemethode die bestaat uit een lijst met aandachtspunten waarmee een produkt gecontroleerd wordt. De evaluator wordt gedwongen om het produkt op een aantal deelaspecten te onderzoeken. Hieronder komen verschillende eisen aan de orde waaraan de checklist moet voldoen:

1. Geschiktheid

De checklist sluit aan bij de functie en doelstelling van de formatieve evaluatie van de twee CD-i- produkten. Een checklist is een zuivere probleemopsporingsmethode. Met behulp van de checklist

kan over alle voorwaarden en aandachtspunten een uitspraak worden gedaan. Op indirecte wijze (via het aantal geconstateerde problemen en de ernst van die problemen) kan een voorzichtige indicatie worden gekregen over de kwaliteit en effecten van de CD-i's.

2. Betrouwbaarheid:

Er wordt niet gebruik gemaakt van een steekproef. Er zijn drie beoordelaars die allen dezelfde checklist gebruiken. De beoordelaarsbetrouwbaarheid zal daarom problematisch zijn. Hoewel er

in elke checklist aandachtspunten zijn waarover weinig meningsverschillen kunnen bestaan, zijn er natuurlijk ook punten waar minder overeenstemming over bestaat tussen de beoordelaars. Deze betrouwbaarheid kan worden verhoogd door de aandachtspunten op de checklist precies en concreet te formuleren.

De test-hertestbetrouwbaarheid houdt in dat twee parallelle evaluaties tot dezelfde resultaten leiden.

Het belang van deze betrouwbaarheid mag iets lager ingeschat worden bij kwalitatieve methoden. De betrouwbaarheidseis heeft bij kwalitatieve methoden vooral betrekking op de volledigheid van de resultaten. Een lage betrouwbaarheid wil zeggen dat niet alle problemen boven water zijn gekomen.

Ook deze betrouwbaarheid kan worden verhoogd door de aandachtspunten op de checklist gedetailleerd en concreet te formuleren. Daarnaast dienen de taken helder omlijnd te zijn en de

criteria eenduidig.

3. Validiteit:

Validiteit van de formatieve evaluatie houdt in dat de evaluatie-resultaten een zo goed mogelijke weergave zijn van hetgeen de onderzoeker wil meten. De validiteit van checklists is afhankelijk van verschillende factoren, o.a.:

- de mate waarin de aandachtspunten zijn onderbouwd door literatuur of onderzoeksresultaten

- de mate waarin de beoordelaar(s) zich kunnen inleven in de doelgroep

Het is dus belangrijk om de aandachtspunten van de checklist grotendeels te baseren op literatuuronderzoek. Ook moet er rekening gehouden worden dat de leden van de doelgroep variëren in intelligentieniveau.

6. Voorbereiding van de evaluatie

De checklist die in dit onderzoek wordt gebruikt is grotendeels samengesteld aan de hand van de literatuurstudie van Ten Broeke (Ten Broeke, 1992). In zijn studie geeft Ten Broeke richtlijnen voor de gebruikersinterface. Deze richtlijnen zijn vervolgens omgezet in aandachtspunten waaraan beide CD-i's moeten voldoen indien ze goed willen scoren op de gebruikersinterface. Daarnaast zijn er nog toepasselijke aandachtspunten uit andere literatuur toegevoegd. Vervolgens zijn deze punten onderverdeeld in samenhangende onderdelen om de checklist overzichtelijk te houden. Uiteindelijk is er voor elk onderdeel een bipolaire schaal gemaakt (-2, -1, 0, 1, 2) waarop een score kan worden aangegeven. De checklist is te vinden in bijlage 1.

Er is in het onderzoek geen gebruik gemaakt van een standaard checklist voor de evaluatie van de CD-i's aangezien deze, voor zover bekend, nog niet bestaan. Dit komt waarschijnlijk omdat CD-i een vrij nieuw medium is. Er bestaan wel checklists voor gebruiksinterfaces in het algemeen. Voor zover de aandachtspunten van deze standaard checklists toepasselijk waren, zijn deze (deels) overgenomen.

7. Uitvoering van de evaluatie

De evaluatie van de CD-i's gebeurde in vier (onderbroken) sessies. In de eerste sessie werden de twee CD-i's globaal bekeken en werden de eerste indrukken en problemen genoteerd. Hierbij werd de checklist nog niet gebruikt. In de tweede sessie evalueerde elke beoordelaar individueel de CD-i van DMIN/ Case Interactive. Aan de hand van de checklist werden de aandachtspunten systematisch langs gegaan. Hierbij maakte elke beoordelaar aantekeningen. Vervolgens vond er aan de hand van die aantekeningen overleg plaats om tot een oordeel te komen. De derde sessie verliep hetzelfde, maar dan voor de CD-i van de ANWB/ NBT. Hierna werd het verslag gemaakt en werd bij twijfelgevallen, vergeten onderdelen of onduidelijkheden de CD-i nog eens geraadpleegd. De laatste sessie bestond daarom ook uit het specifiek kijken naar bepaalde onderdelen.

De evaluatie werd gedaan door de drie schrijvers van dit rapport. Alle drie de onderzoekers hadden vrijwel geen ervaring met de CD-i. Dit komt de validiteit van de resultaten ten goede, omdat de problemen voor beginnende gebruikers niet over het hoofd worden gezien Beide CD-i's werden afgespeeld op een standaard CD-i-speler (Philips) en een normaal televisietoestel van gemiddelde grootte.

8. Resultaten van de evaluatie

8.1 Evaluatie `Ontdek het (on)bekende Nederland' van de ANWB

1. Gebruikersgemak

Uitleg/hulp: De CD-i begint met een scherm waarop de kaart van Nederland te zien is. Dit eerste scherm is het hoofdmenu van de CD-i. Aan de zijkant vind je in totaal negen iconen, waar je uit kunt kiezen. Hierbij is geen een uitleg- of hulpfunctie aanwezig. Deze vind je pas als je eerst op het icoon `extra', want dan maken de vier onderste iconen plaats voor vier nieuwe onderwerpen. Er komt dan ook een ? functie tevoorschijn. Als je hierop klikt vind je uitleg over de manier waarop je deze CD-i kunt bedienen.

Het is niet handig dat je pas via een kleine omweg de hulpfunctie kunt bereiken. Veel mensen zullen meteen beginnen te `spelen' met de CD-i en waarschijnlijk gewoon op een willekeurig icoon klikken, die hun wel interessant lijkt. Het ligt niet voor de hand om te denken dat achter het icoon `extra' de hulptoets zou kunnen zitten.

Feedback op foute handelingen: Onder een foute handeling zou je bij deze CD-i kunnen verstaan dat de gebruiker een verkeerde keuze heeft gemaakt. Het is natuurlijk onmogelijk om hierop feedback te krijgen, want de CD-i weet niet wanneer de gebruiker een niet bedoelde keuze maakt. Bovendien is het vrij simpel om direct weer terug te keren naar het voorgaande scherm. Dus in dit opzicht is het niet nodig (en onmogelijk) om feedback te krijgen.

Met quizzen wordt er wel feedback gegeven als je een fout antwoord kiest. Je hoort dan het geluid van een `plons water'. Als je in één keer het goede antwoord weet, krijg je als respons gejuich te horen. Een negatief punt van de quizzen is dat de gebruiker na elke vraag weer automatisch op het voorafgaande menu komt en dus weer het icoon met quiz aan moet klikken voor de volgende vraag. Het gevaar is dat sommige gebruikers zullen denken dat er maar één vraag is.

Terugkoppeling: Er moeten mogelijkheden zijn om acties eenvoudig terug te draaien. Als de gebruiker voor een bepaald onderwerp kiest en er wordt een filmpje gestart, dan kan hij door simpelweg nog een keer te `klikken' het filmpje stoppen en teruggaan naar het laatste scherm. Dit terug kunnen draaien van acties moedigt de gebruiker tevens aan tot het onderzoeken van opties waarmee hij nog niet bekend is.

Systeemresponsetijd: De reacties van het programma op de opdrachten van de gebruiker is snel. De gebruiker ondervindt geen irritatie tijdens het doorlopen van het programma. Bovendien zijn de filmpjes simpelweg te onderbreken als ze te lang duren.

Het gebruikersgemak van deze CD-i is groot. Het enige grote kritiekpunt dat wordt gevonden is dat de hulpfunctie pas via een omweg tevoorschijn komt. En er is enige onduidelijkheid over de lengte van de quizzen. De gebruikers kunnen weinig `foute' handelingen doen, dus veel feedback en terugkoppeling is er niet nodig. Een 1 op de beoordelingsschaal.

2. Navigatie

`Actieve' gebieden: Het hoofdmenu van de CD-I is het allereerste scherm wat de gebruiker te zien krijgt. De cursor is een geel pijltje en met de afstandsbediening kan deze over het scherm worden bewogen. Op het scherm bevinden zich enkele `actieve' gebieden die zich voordoen in de vorm van iconen of tekst. Indien de cursor zich beweegt over zo'n actief gebied, zal de gebruiker ze kunnen herkennen doordat ze veranderen (bordjes klappen uit, tekst licht op etc.).

Iconen: Er komen veel iconen voor op de CD-i. Alle iconen zijn uitbeeldingen van het onderwerp wat tevoorschijn zal komen als het icoon in werking wordt gesteld. Een bordje met een schilderij erop vertelt bijvoorbeeld meer over kunst en cultuur en een bordje met een oog erop betekent dat de gebruiker op die plaats verder kan kijken. Dit maakt de CD-i behalve heel aantrekkelijk, ook de structuur is makkelijker te begrijpen voor de gebruiker. De gebruiker kan zich `voorstellen' waar hij zich bevindt in het programma.

Bovendien worden de iconen ook nog eens verduidelijkt door teksten. Als de cursor boven een icoon komt, verschijnt er een grijze balk met daarin tekst die uitlegt wat er achter te zien zal zijn.

Metaforen en visuele aanknopingspunten: Er wordt veel visueel weergegeven op de CD-i. Een belangrijk metafoor is de kaart van Nederland op het hoofdmenu (atlaskaart). Wanneer de gebruiker een categorie selecteert, verschijnen er verschillende onderwerpen op de kaart, die meteen de plaats waar ze liggen weergeven . Als de gebruiker dan beslist op deelgebied te gaan zoeken, dan verschijnt er van dat betreffende gebied ook een geografische kaart. Doordat het conceptuele model gebaseerd is op een metafoor uit de dagelijkse belevingswereld van de gebruiker, zal de gebruiker er weinig geestelijke inspanning voor nodig hebben om het model te gebruiken. Metafoorgebruik is namelijk een manier om gebruikers te helpen een geschikt mentaal model van het systeem te vormen (Booth, 1989). Door het gebruik van metaforen wordt er een brug gelegd tussen de nieuwe informatie en de bestaande kennisstructuren. Hoewel het doel van de CD-i niet is om de gebruikers `iets' te leren, maakt de metafoor het erg overzichtelijk. Het is handig wanneer de gebruiker zich alleen maar wil informeren over de attracties, musea e.d. in z'n eigen regio. Als de plaatsen niet visueel zouden zijn weergegeven, is het mogelijk dat een aantal mensen eerst op zoeken in de atlas waar de betreffende plaats ongeveer ligt.

Hiërarchische opbouw: De structuur van de CD-i ziet er als volgt uit:


Figuur 1: Structuur `ontdek het onbekende Nederland'

Er is bij deze CD-i geen diepe hiërarchie aanwezig. De gebruiker zit nooit meer dan twee schermen van het hoofdmenu vandaan. En er is altijd de mogelijkheid om een scherm terug te gaan.

Op elk punt in een programma moeten de gebruikers kunnen bepalen waar ze zich bevinden, hoe zij daar zijn gekomen en waar zij vanaf dat punt naar toe kunnen (Brown en Cunningham, 1989).

In deze CD-i weet de gebruiker niet op welke plaatsen hij al is geweest. Dit heeft als resultaat dat filmpjes meer dan één keer worden bekeken, omdat de gebruiker vergeten is dat hij hier al is geweest. Dit laatste hoeft niet als heel negatief te worden beoordeeld, omdat er de mogelijkheid is om filmpjes of gesproken informatie af te breken en terug te gaan naar het vorige scherm.

Doordat de structuur niet zo diep is , is het makkelijk voor de gebruikers om te bepalen waar ze zijn. Bij de onderwerpen historie, het bekende Nederland, kunst & cultuur en het onbekende Nederland blijft het hoofdmenu staan. Het gekozen onderwerp wordt omlijnd, zodat de gebruiker weet waar hij zich bevindt.

Het gebruik van de landkaart van Nederland als metafoor is een groot pluspunt voor de beoordeling van de navigatie. Ook de uit plaatjes bestaande iconen zijn positief voor het zoeken naar informatie van de gebruiker. En omdat de structuur van de CD-i niet diep is, is de kans om te verdwalen klein. Het enige minpunt is dat de gebruiker niet kan zien op welke plaatsen hij al geweest is. De beoordeling wordt een 1 op de schaal.

3. Hoeveelheid/ snelheid van gegevensverwerking

De snelheid van de beeldwisseling is over het algemeen goed. Op sommige plekken is de beeldwisseling wat langzaam, bijvoorbeeld als er muziek of dialecten ten gehore worden gebracht. Echt een nadeel is dit niet omdat je hierbij vooral op het auditieve bent gericht en minder op het visuele.

Als er meer informatie is dan op het scherm past, dan wordt er gewacht op een opdracht van de gebruiker voor het volgende scherm (bladzijde vooruit-knop). Dit is, gezien de verschillende lees-snelheden van mensen, zeer positief. Ook het spreek tempo is goed.

Als de gebruiker iets mist van de gesproken informatie of van de beelden kan de gebruiker het filmpje/ diashow altijd afbreken om het opnieuw (van voor af aan) te laten beginnen. Dit is het voordeel van interactieve video. Het is niet mogelijk om alleen de gesproken informatie, of een gedeelte daarvan, terug te luisteren. Omdat het bij deze CD-i veelal korte filmpjes/ diashows betreft is het ontbreken van dit punt niet echt een probleem. Het is wel een nadeel dat voor het opnieuw starten van sommige filmpjes/ diashows, de gebruiker eerst terug moet gaan naar het menu (een eerder scherm).

De snelheid en de hoeveelheid van de gegevens die de gebruiker moet verwerken is over het algemeen goed. De gebruiker kan voor een groot deel dit zelf bepalen. De bediening voor het opnieuw beluisteren/bekijken van onderdelen kan beter. Een beoordeling van 1 op de schaal.

4. Kleur gebruik

Het kleur gebruik is over het algemeen functioneel, overzichtelijk en consistent. De combinatie van kleuren levert over het algemeen geen problemen op. Bij de iconen zijn de plaatjes soms moeilijk te onderscheiden, maar dit ligt meer aan de grootte van de iconen (zie "iconen").

De kleurcodering is duidelijk. Er is weliswaar geen legenda opgenomen, maar er zijn algemeen bekende kleuren gekozen. Voor landkaarten en plattegronden worden kleuren gebruikt zoals je die op de meeste kaarten en plattegronden ziet. Overig kleur gebruik is zoveel mogelijk op de werkelijkheid afgestemd. (lucht=blauw, strand=geel enz.)

Er is geen rekening gehouden met kleurenblinden. Meteen al een van de eerste schermen (de kaart van Nederland) bevat al voor kleurenblinden moeilijk te onderscheiden kleuren. Het is overigens maar de vraag in hoeverre hiermee rekening gehouden kan worden. De CD-i gebruikt in de meeste kaarten kleuren die min of meer ingeburgerd zijn (bv. bij een landkaart rood=stad, blauw=water enz.). Afwijking van deze algemeen gebruikte kleuren zou verwarring opleveren.

Het kleur gebruik is vrolijk en consistent. Veel plaatjes, zoveel mogelijk waarheidsgetrouw ingekleurd. En er wordt veel gebruik gemaakt van ingeburgerd kleur gebruik. Het kleur gebruik krijgt dan ook een 2 op de schaal.

5. Presentatie van informatie

Het taalgebruik is over het algemeen eenvoudig, correct en over het algemeen consistent. De benamingen zijn meestal wel consistent, maar worden soms wel anders geformuleerd. Bijvoorbeeld bij het icoon op de kaart dat wordt omschreven als "Hoorn", hoort het fragment "Gouden Eeuw" en bij het icoon dat wordt omschreven als "Zilvervloot" hoort het fragment "Piet Hein". Het soms anders formuleren van de benamingen kan enige verwarring opleveren.

Het gesproken taalgebruik is het ABN. Soms worden er wel woorden of zinnen gebruikt die misschien qua moeilijkheid net iets anders gekozen hadden kunnen worden. Enkele voorbeelden hiervan zijn "Het platteland heeft zijn eigen vegetatie ...." en ".... maakt Nederland ook geschikt voor bedrijven van een lucratieve koopvaardij ...". Ook is het maar de vraag of iedereen (nog) weet wat met impressionistische sfeer of socialistisch gedachtengoed bedoeld wordt. Gelukkig komen zulke bedenkelijke zinnen of woorden niet vaak voor en anders is de betekenis vaak wel uit de context te halen.

De informatie is duidelijk ingedeeld in afgeronde gehelen.

De informatie wordt in het algemeen goed gepresenteerd. De gebruiker kan wel wat problemen ondervinden doordat er soms moeilijke woorden gebruikt worden en doordat benamingen niet altijd consistent zijn. Een 1 op de beoordelingsschaal.

6. Menu's

De beslisstructuur wordt door de volgorde van de menu's opgelegd. Als het aantal menu's te groot wordt en als de menu's te diep hiërarchisch getrapt zijn, bestaat het gevaar dat de gebruiker verdwaalt. De CD-i heeft geen diepe hiërarchische structuur.

Het maximaal aantal opties binnen een menu is zeven (met een afwijking van twee). Op het hoofdscherm zijn aan de rechterkant van het scherm de iconen geplaatst waar de gebruiker een keuze uit kan maken. Dit zijn in totaal negen keuze-items. De makers hebben zich dus gehouden aan het maximum aantal menu's. Dit maximum heeft te maken met de capaciteit van het korte termijn geheugen, die in het algemeen op zeven informatie-eenheden wordt geschat. De mentale belasting van de gebruiker wordt binnen deze grens minimaal gehouden.

Het menu moet binnen een programma telkens in hetzelfde functionele gebied gepresenteerd worden (Van Montfoort, 1988). Het menu staat meestal aan de rechterkant. Alleen enkele submenu's staan soms op een andere plaats. Bijvoorbeeld bij de register en de praktische informatie, omdat het daar praktischer is dat het hele scherm gebruikt wordt om de keuzen op te maken.

De opties zijn kort en grammaticaal correct. De opties bestaan uit iconen die plaatjes voorstellen. Er worden dus allemaal verschillende kleuren gebruikt. De gebruiker kan altijd terug keren naar het vorige menu.

De volgorde van de opties zijn niet helemaal logisch opgesteld. De hulpoptie kan de gebruiker pas vinden als hij op de extra-optie heeft geklikt. Ook is dan pas de einde-optie te vinden. Het is wel logisch dat de impressie van Nederland links bovenaan in het menu staat, een goed begin. De volgorde van de andere keuzen is niet relevant.

De CD-i houdt zich aan het maximale aantal opties binnen een menu. Ook wordt het menu grotendeels binnen het functionele gebied gepresenteerd. Een minpunt is dat de einde-knop en de hulpknop alleen te vinden is via de extraknop. Een 1 op de beoordelingsschaal.

7. Iconen

De iconen zijn grafisch niet altijd even duidelijk. De iconen van het bedieningspaneel zijn (overigens deels afhankelijk van de grootte van je televisiescherm) nogal klein. Een positief punt is dat de iconen groter worden zodra de cursor op het icoon geplaatst wordt. Maar dan nog is het icoon vrij klein.

Ook de betekenis van de iconen is niet altijd duidelijk. De iconen worden wel altijd uitgelegd door middel van één of enkele steekwoorden, maar zelfs dan blijft het soms de vraag wat er met bepaalde iconen wordt bedoeld. Bijvoorbeeld op de kaart van Amsterdam kan een icoon worden geselecteerd waarop poppetjes staan getekend. Het bijschrift hierbij is Joodse geschiedenis. De relatie tussen het icoon en de betekenis is hier moeilijk te vinden. Hetzelfde geldt voor een bloem voor het Vondelpark (waarom geen boom?).

De semantische betekenis van de iconen is ook niet altijd duidelijk. Het hierboven genoemde icoon van poppetjes op de kaart van Amsterdam wordt ook gebruikt voor het Rembrandtplein. Hetzelfde icoon wordt dus voor (twee) verschillende betekenissen gebruikt. Joodse geschiedenis en Rembrandtplein (uitgaanscentrum).

De iconen kunnen over het algemeen wel goed onderscheiden worden. Er zijn vrijwel geen iconen die heel erg op elkaar lijken.

Een pluspunt is dat als de cursor boven een icoon komt, er in een grijs balkje tekst verschijnt. Hier staat op wat er achter het icoon te vinden is. Daarentegen komt die tekst niet altijd overeen met waar het filmpje of diashow mee begint. Ook zijn de betekenissen van de iconen niet altijd even duidelijk. Daarom een 0 op de beoordelingsschaal.

8. Uiterlijk/ media-integratie

De grafische vormgeving is goed. Het gebruik van veel kleuren maakt de CD-i tot een vrolijk geheel. Het niet onnodig op nemen van details in de landkaarten en plattegronden houdt de CD-i overzichtelijk.

De gebruikte media zijn zeer afwisselend. Het opnemen van muziekfragmenten, (speel-) film fragmenten, dialecten-voorbeelden, quizitems en kompaspanorama's zorgen voor een boeiende combinatie van beeld, geluid en tekst.

Gezien de goede grafische vormgeving en de goede afwisseling van de gebruikte media is het produkt in z'n geheel aantrekkelijk voor de gebruiker.

De CD-i maakt veel gebruik van de interactieve mogelijkheden. Hierdoor wordt het uiterlijk ook positief beïnvloed. De beoordeling op de schaal is dan ook een 2.

9. Scherm indeling

De schermindeling is op de hele CD-i zeer consistent. Grote hoeveelheden tekst worden netjes opgedeeld, desnoods in meerdere pagina's. Ook de presentatie van de tekst is op alle schermen gelijk. De lettertypen zijn goed leesbaar en waar dat nodig is, hebben de makers de achtergrond wat donkerder gemaakt (er wordt namelijk over het algemeen een wit lettertype gebruikt).

Plaatjes zijn meestal vrijwel beeldvullend en worden in een rustig tempo van beeld verwisseld, om niet de aandacht van de gesproken tekst af te lijden. Bij schriftelijke tekst worden er geen plaatjes verwisseld tenzij er naar een volgende pagina tekst wordt gegaan.

De schermen zijn in hun geheel overzichtelijk.

De schermindeling is consistent en overzichtelijk. Ook de teksten hebben een goede indeling en zijn goed leesbaar. Een 2 op de beoordelingsschaal.

10. Functionaliteit

De doelstelling van de CD-i was (kortweg) het informeren en interesseren van een brede doelgroep voor bezienswaardigheden in Nederland. Dit is wel gelukt. De CD-i heeft veel gebruik gemaakt van de interactieve mogelijkheden en voor elke gebruiker is er wel een onderwerp wat hem interesseert. De vele filmpjes en video's maken er een flitsend geheel van.

De CD-i is dankzij de interactieve elementen een geslaagd en interessant produkt. Er wordt voldoende praktische informatie geven. Een 2 op de beoordelingsschaal.

8.2 Evaluatie `De Gouden Brief' van DMIN/ Case Interactive

1. Gebruikersgemak

Aan het begin van het programma is geen uitleg aanwezig over de werking van het programma. Wel wordt er in de introductie een overzicht gegeven van de informatie die de CD-i bevat. Deze introductie is behoorlijk druk. Door luide achtergrond muziek en flitsende beelden (zorgen voor afleiding) is het moeilijk concentreren op wat er gezegd wordt. Dit is jammer omdat de gebruiker in verband met de navigatie er juist baat bij heeft om te weten welke informatie beschikbaar is. Een van de problemen die namelijk bij de navigatie optreed is dat de gebruiker niet weet welke informatie beschikbaar is.

Wanneer de gebruiker met de cursor op een bepaalde optie gaat staan, verandert deze van kleur. De gebruiker weet zo dat hij zich in een actief gebied bevindt en dat hij met een druk op een knop om een actie kan vragen. Telkens als je iets aanklikt hoor je ook een klikkend geluid. De gebruiker weet hierdoor dat het systeem reageert. Nu is het soms zo dat als je klikt op de volgende tekens < > (om heen en terug te bladeren als een menu uit meerdere opties bestaat dan op een scherm past) je wel een klikkend geluid hoort maar er niets gebeurd, omdat er geen pagina's meer zijn. In zulke gevallen zou het beter zijn om een geluidje te laten horen dat er op duidt dat die handeling op dat moment niet toegestaan is (feedback op foute handeling).

De systeemresponsetijd is binnen de toegestane tijden.

Bij het gebruikersgemak zijn er geen grote problemen te ontdekken. Er zijn enkele onderdelen die iets beter uitgevoerd hadden kunnen worden, zoals de iets te flitsende inleiding en het blader systeem. Het gebruikersgemak krijgt op de schaal een 0.

2. Navigatie

Voor de navigatie zijn 3 dingen van belang namelijk dat de gebruikers weten, hoe de informatie georganiseerd is, hoe ze de informatie kunnen vinden die ze zoeken en welke informatie beschikbaar is (Elm and Woods, 1985). Doordat de CD-i niet uitputtend veel onderwerpen behandelt, kan de gebruiker al na korte tijd een behoorlijke indruk krijgen van deze drie dingen.

Bij deze CD-i is sprake van een hiërarchische structuur. Zo'n hiërarchische structuur kan voor de gebruiker overzichtelijker gemaakt worden door aan het begin van het programma een grafische presentatie, een soort plattegrond te geven (van Montfoort, 1988) Bij deze CD-i wordt de gebruiker niet voorzien van een grafisch overzicht van de structuur van het programma. Het zou misschien handig zijn om een structuur zoals in figuur 2 in het programma op te nemen.

De gebruiker heeft ook niet de mogelijkheid om te zien welke onderdelen hij reeds bezocht heeft en in welke volgorde hij dit gedaan heeft.

De gebruiker kan niet op elk moment bepalen waar hij zich precies bevindt. Wanneer de gebruiker zich namelijk in het laagste niveau van het onderdeel prijswinnaars bevindt kan hij ook op dit niveau van categorie naar categorie verspringen. Alleen bestaat de kans dat de gebruiker verdwaalt.

Wanneer de gebruiker op het laagste niveau van de deelnemende bureaus zit, kampt hij met hetzelfde probleem. De gebruiker kan hier namelijk tussen de campagnes van de verschillende bureaus heen en weer springen. Met het gevolg dat hij niet meer weet welk bureau welke campagnes heeft gemaakt.

De gebruiker kan wel altijd terug naar het hoofdmenu maar hij kan niet altijd terug naar de vorige pagina.

Er wordt geen gebruik gemaakt van metaforen om de navigatie te vergemakkelijken

Op het navigatie systeem van het programma is het een en ander aan te merken. De gebruiker kan makkelijk verdwalen. Het niet opnemen van metaforen en plaatsaanduidingen is een groot gemis. De navigatie van deze CD-i wordt beoordeeld met een -1.


Figuur 2: Structuur van de Gouden Brief 1993

3. Hoeveelheid/snelheid gegevens verwerking

Wanneer je via de onderdelen opdrachtgevers, deelnemende bureaus en prijswinnaars uiteindelijk bij een filmpje komt over de gevoerde campagne dan krijg je eerst informatie over 4 onderwerpen (doelgroep, doelstelling, media en resultaat). Ongeacht de hoeveelheid tekst die er achter deze onderwerpen staat blijft deze informatie 10 seconden staan ( m.u.v. radiospotjes). Dit leidt er toe dat de gebruiker soms niet genoeg tijd heeft om alle informatie te lezen en soms al lang klaar is met lezen voordat er van beeld gewisseld wordt. Wanneer de gebruiker voor de categorie “direct response advertising radio” heeft gekozen is er sprake van een ander probleem. Tijdens de informatie over doelgroep, doelstelling etc., wordt dan een radiospotje afgedraaid waardoor de gebruiker tegelijkertijd moet lezen en luisteren. De geschreven tekst verdwijnt ook tegelijkertijd met het aflopen van het radiospotje. Het zou beter zijn als de gebruiker zelf kan regelen wanneer het volgende scherm getoond wordt.

Het tempo van de gesproken informatie is goed. Wanneer de gebruiker iets mist van de gesproken informatie kan hij de informatie afbreken en opnieuw beluisteren.

De snelheid van de gegevensverwerking wordt nog voor een groot deel door het CD-i programma zelf bepaald. Het is jammer dat de gebruiker hier zelf geen invloed op kan hebben. Toch zijn de gekozen gemiddelden voor de beeldwisseling en het spreek tempo redelijk gekozen. De score op de schaal is daarom een 0.

4. Kleur gebruik

Wanneer de gebruiker via de opdrachtgevers of deelnemende bureaus bij het laagste niveau komt en voor een campagne moet kiezen dan is de kleurcodering van de opties in het menu niet duidelijk. Sommige opties zijn namelijk bruin gekleurd in plaats van wit. De betekenis hiervan moet de gebruiker zelf achterhalen, namelijk dat er met de bruine campagnes een prijs gewonnen is.

De tekstkleur/achtergrondkleur combinaties die gebruikt worden zijn zwarte letters op wit en witte letters op bruin. Deze combinaties zijn beide niet terug te vinden in tabel 2 (checklist) waarin aanbevolen combinaties staan.

Het kleur gebruik op de CD-i kan op sommige punten verbeterd worden. Echt grote blunders zijn er niet gemaakt. Het kleur gebruik wordt beoordeeld met een 0.

5. Presentatie van informatie

Het geschreven taalgebruik is vrij eenvoudig gehouden en de benamingen door het systeem zijn consistent. Wel worden zowel in de gesproken als in de geschreven informatie een hoop vaktermen en afkortingen gebruikt. Maar we nemen aan dat de doelgroep (media, marketing en reclamebureaus) bekend is met deze termen. Alle informatie is duidelijk ingedeeld in afgeronde gehelen.

De presentatie van de informatie is duidelijk en correct. De informatie wordt gepresenteerd in afgeronde gehelen en het taalgebruik is eenvoudig en consistent. De afkortingen en vaktermen hoeven, gezien de doelgroep geen probleem te zijn. De beoordeling wordt een 1 op de schaal.

6. Menu's

Scheidsman (1987) stel dat als de menu's te diep hiërarchisch getrapt zijn de gebruiker in de menustructuur verdwaalt. Met hiërarchisch getrapt wordt bedoeld dat een menukeuze wordt gevolgd door een submenu waaruit opnieuw een keuze gemaakt moet worden. Die keuze leidt weer tot een submenu etc.

Wanneer je kijkt naar figuur 2 zie je dat dit bij deze CD-i ook in lichte mate het geval is. De gebruiker maakt b.v. eerst de keuze opdrachtgevers uit de 5 opties van het hoofdmenu. Vervolgens moet hij een optie kiezen uit 10 categorieën. Daarna moet de gebruiker kiezen of hij deze categorie op consumentgericht of bedrijfgericht wil zien en vervolgens kan hij kiezen uit een aantal campagnes. Wanneer de gebruiker dan het uiteindelijke filmpje over de campagne bekijkt zou het zo kunnen zijn dat de gebruiker niet meer weet wat hij nou precies aan het bekijken is.

Wat wel een zeer goed punt is, is dat de gebruiker altijd terug kan gaan naar het hoofdmenu dus als de gebruiker verdwaalt, kan hij altijd opnieuw beginnen. De menu's volgen elkaar zo op dat eerst algemene keuzen gemaakt moeten worden en daarna specifieke.

De gebruiker kan niet altijd terug naar het vorige menu en daarmee zijn laatste keuze terugdraaien. Wanneer hij zich bijvoorbeeld in consumentengericht of bedrijvengericht bevindt kan hij zijn laatste keuze niet ongedaan maken.

Bij de meeste menu's zijn de opties op alfabetische volgorde gezet. (een andere groepering is ook niet logisch) Een nadeel dat de gebruiker kan ondervinden is dat er soms een keuze moet worden gemaakt uit een grote hoeveelheid opties. Er zijn bijvoorbeeld 86 deelnemende bureaus, die op alfabetische volorde staan verspreid over een aantal schermen. Als de gebruiker voor een bureau wil kiezen dat begint met de letter m, moet hij eerst met de <> iconen door veel schermen bladeren. Het zou misschien handig zijn om een alfabet-menu op het scherm te zetten zodat de gebruiker de beginletter van het door hem gezochte bureau aan kan klikken.

Het gebruikte menu systeem kent enkele onvolkomenheden. Door te diepgetrapte menu's loopt de gebruiker de kans om te verdwalen. Wel heeft de gebruiker altijd de mogelijkheid terug te keren naar het hoofdmenu. Soms moet er te veel gebladerd worden tussen opties binnen een menu waardoor het snel activeren van een bepaalde optie belemmerd wordt. Beoordeling -1 op de schaal.

7. Iconen

Er wordt gebruik gemaakt van verschillende iconen. De iconen < > kunnen voor verwarring zorgen. Als je deze iconen voor het eerst gebruikt zou je kunnen denken dat je hiermee een scherm terug (waar je vandaan kwam) of vooruit gaat. Maar na een keer uitproberen, wordt het duidelijk je met deze iconen kunt bladeren als er meer opties zijn binnen een menu dan dat er op een scherm past.

De iconen die zijn gebruikt leveren niet veel problemen op. Een 1 op de schaal.

8. Uiterlijk/media integratie

De grafische vormgeving van de CD-i is zeer eenvoudig gehouden, waardoor de CD-i wel overzichtelijk is maar qua uiterlijk niet zo heel aantrekkelijk is. Maar gezien de doelstelling namelijk het informeren van belangstellenden (mensen die in die marketing, reclame branche zitten.) zou je kunnen zeggen dat dit ook niet noodzakelijk is.

Tijdens het vertonen van de geschreven informatie wordt er een muziekje ten gehore gebracht. Ter afwisseling worden er in de onderscheiden categorieën verschillende muziek gebruikt.

De vormgeving is over het algemeen eenvoudig maar goed. Voor de afwisseling in beeld, geluid en media geldt hetzelfde. Door de eenvoud wordt de CD-i wel wat minder aantrekkelijk. De score voor het uiterlijk en de media integratie is daarom een 1.

9. Schermindeling

De schermindeling is consistent gehouden. Terug naar hoofdmenu , < >, etc. staan altijd onderaan het scherm en altijd op dezelfde plek. Ook de geschreven informatie is consistent ingedeeld naar doelgroep, doelstelling, media en resultaat. Tussen deze kopjes is altijd een regel opengelaten zodat ook bij grotere lappen tekst de informatie overzichtelijk is.

Het gebruikte lettertype is goed leesbaar. In het geheel genomen zijn alle schermen zeer overzichtelijk.

De scherm indeling is gedurende de hele CD-i overzichtelijk en consistent. Het gebruikte lettertype is goed leesbaar. De beoordeling voor de scherm indeling is een 2.

10. Functionaliteit

De doelstelling `het informeren van belangstellenden over de ingezonden campagnes, de bureaus achter deze campagnes etc.' is naar onze mening zeker bereikt. De gebruiker kan over het algemeen snel naar die informatie toe waar hij belangstelling voor heeft.

Ook het subdoel `het aanmoedigen van creatieve en doordachte campagnes' is waarschijnlijk geslaagd. De gebruiker krijgt door het zien van de winnende campagnes en het horen van het commentaar van de juryleden een indruk van waaraan een creatieve en doordachte campagne moet voldoen.

Of de CD-i er ook voor gezorgd heeft dat het subdoel `het vergroten van de naambekendheid van DMIN en Case Interactive' is bereikt, is nog maar de vraag. De vormgeving is niet zo aantrekkelijk dat gebruikers gemotiveerd worden om de CD-i vaker te bekijken. En daarbij komt nog eens dat DMIN en Case Interactive vooral in het introductiefilmpje genoemd worden. Wanneer de gebruiker de CD-i al voor de tweede keer zou bekijken, dan heeft hij al gauw de neiging het introductie-filmpje af te kappen.

De meeste problemen op deze CD-i zijn niet van zodanige fundamentele aard dat ze problemen zullen op leveren bij het overbrengen van de hoofddoelstelling. Alleen bij het subdoel vergroten van de naambekendheid zijn enige vraagtekens bij te plaatsen. Een 1 op de schaal van functionaliteit.

9. Revisie-aanbevelingen

Voor de CD-i van de ANWB kunnen de volgende aanbevelingen worden gegeven:

Voor de CD-i `de Gouden Brief 1993' luiden de aanbevelingen als volgt:

10. Kritische reflectie van de gehanteerde evaluatiemethode

Een checklist is een zuivere probleemopsporingsmethode. Alleen op indirecte wijze (via het aantal geconstateerde problemen en de ernst van de problemen) kan wellicht een heel voorzichtige indicatie worden gekregen van de CD-i-kwaliteit en/of de effecten van de CD-i. Bij probleemopsporende formatieve evaluaties gaat het erom dat de belangrijkste CD-i-problemen worden opgespoord.

Een probleemopsporende pretest is ook al bij één of enkele proefpersonen waardevol (Van Woerkum, 1982). Bij een lage betrouwbaarheid geldt `alleen' dat niet alle problemen aan het licht zijn gekomen.

In de literatuur (bijvoorbeeld Wright, 1985) wordt gesteld dat een checklist geen adequate vervanging kan zijn voor een doelgroepgerichte formatieve evaluatie. Er had misschien beter (achteraf gezien) bij de formatieve evaluatie van de CD-i's een kleine steekproef genomen kunnen worden (ongeveer 5 personen). Hierdoor zouden mogelijk andere problemen ontdekt kunnen worden en ook de beoordelingen zouden dan betrouwbaarder zijn geweest.

Om de betrouwbaarheid van de checklists te vergroten, zijn de punten op de checklist precies en concreet geformuleerd. Kritiek hierop is dat door een verfijning het waarschijnlijker wordt dat er problemen buiten beeld blijven.

De aandachtspunten in een checklist kunnen net zo goed als richtlijnen voor het ontwerpen/maken van CD-i's gebruikt worden.

.

11. Literatuurlijst

Broeke, B. ten, Richtlijnen voor het standaardiseren van gebruikersinterface, syllabus voor onderwijskundige ergonomie, Enschede, 1992.

Drie letters die uw wereld veranderen, Philips Media Distributie, Eindhoven, 1994.

Jong, M.D.T. de & P. J. Schellens, Het pretesten van brochures, Enschede, 1993.

Jong, M.D.T. de & P.J. Schellens, Met het oog op de lezer. Pretestmethoden voor schriftelijk voorlichtingsmateriaal, Amsterdam, Thesis Publishers, 1995.

Koop, te Riele & Rosink, Cd-i-producten via Broekhuis, Enschede, Communicatieve Ontwerpopdracht I, Toegepaste Communicatiewetenschap, Universiteit Twente, 1996.

McKnight, Dillon & Richardson, Hypertext in context.

Tholen, P, Interactieve media in opleiding en training, achtergronden & ontwikkelmethode, Kampen, La Rivière & Voorhoeve, 1989.

Informatie van internet, adres: http://irma.fee.uva.nl:80/edures/csmm95/groep4/anwb/anwb_e.htm

EINDE

Bijlage 1: Checklist met punten waaraan een goede gebruikersinterface moet voldoen.

1. Gebruikersgemak

-2 -1 0 1 2

moeilijk makkelijk

soort opdrachtmaximaal toelaatbare responsetijden
vraag om volgende pagina0,5 tot 1 sec.
negatieve terugkoppeling2 tot 4 sec
eenvoudige grafische bewerkingen2 sec.
aanklikken met de bediening100 msec.
complexe grafische bewerkingen5 sec

tabel 1. richtlijnen voor systeemresponsetijden

2. Navigatie

-2 -1 0 1 2

moeilijk makkelijk

3. Hoeveelheid/snelheid gegevensverwerking

-2 -1 0 1 2

slecht goed

4. kleurgebruik

-2 -1 0 1 2

slecht goed

tekstachtergrond
witmagenta, rood, groen, blauw
geelblauw
cyaanblauw
groengeel, wit
magentablauw,wit
roodwit, geel, cyaan, groen
blauwwit

tabel 2: aanbevolen kleurencombinaties van tekst en achtergrond

5. Presentatie van informatie

-2 -1 0 1 2

onduidelijk duidelijk

- zijn er geen bijzinnen gebruikt

- zijn er geen ontkenningen in vragen gebruikt

- is er niet meer dan 1 voorwaarde per zin gebruikt

- is er niet meer dan 1 vraag per zin gesteld

- zijn er geen lange woorden gebruikt

- zijn er geen afkortingen te gebruikt?( met uitzondering van die afkortingen die voor de

gebruiker gemeengoed zijn.)

6.Menu's

-2 -1 0 1 2

slecht goed

7. Iconen

-2 -1 0 1 2

onduidelijk duidelijk

8. uiterlijk/mediaintegratie

-2 -1 0 1 2

slecht goed

9. Schermindeling

-2 -1 0 1 2

onoverzichtelijk overzichtelijk

10. Functionaliteit

-2 -1 0 1 2

niet functioneel functioneel

EINDE BIJLAGE