Loonsverhogingen in procenten of centen?

Door Rik Min, AbvaKabo-kaderlid

Loonsverhoging in procenten?

Er zijn in Nederland een half miljoen mensen die meer dan 1 ton per jaar verdienen (Centraal planbureau via ANP, dd. 6 nov. 2001). Moeten we daar als vakbond hard voor gaan lopen? Waarom eisen we dit jaar 4.2 procent loonsverhoging en niet eens een keer 500 gulden ineens plus nog een percentage? De onderkant van de samenleving heeft de centen het hardste nodig; werkt ook het hardste of/en heeft vaak het lichamelijk, zwaarste beroep. De mensen boven de anderhalve ton staken en demonstreren zelden of nooit, terwijl ze wel en soms buitenproportioneel profiteren van elke procent loonsverhoging. Terwijl de trambestuurders, de machinisten en het verplegend personeel eigenlijk altijd hun nek moeten uitsteken en de kastanjes uit het vuur moeten halen?

Als vakbondsleden en vakbondsonderhandelaars kunnen we niet langer doorgaan om maandsalarissen van 15.000 per maand en die van 1500 per maand steeds met dezelfde procentages te verhogen. Dat is bij 3 procent 'loonsverhoging' in het ene geval al 450 gulden per maand erbij en in het andere geval slechts 45 gulden per maand; en dat maandelijks, jaar in jaar uit. Dat fenomeen van 'procenten' heeft de laatste dertig jaar tot een enorme scheefgroei geleid. De onderlaag van de samenleving voert de strijd en de bovenkant van de samenleving profiteert. Slapend! De schrijver van dit artikel wil hier wat aan doen; geen nivellering maar wel de trent stoppen, afbuigen en/of ombuigen.

In Intermediair van 11 februari 1999 stond in een artikel overbetaald en overwerkt' dat top-managers en directeuren in loondienst ten opzichte van de zestiger jaren 326 maal meer verdienen per jaar dan de gemiddelde arbeider. Het is niet duidelijk of dat inclusief een optieregeling is en/of die opties ook verzilverd worden. In de zestiger jaren was dat nog 'maar' 44 keer meer dan een arbeider in loondienst. Meer recent, dd. 29 april 2003, stond er in de Volkskrant, en andere kranten die dag, dat 'topmensen uit AEX-bedrijven' 36 keer het salaris van een doorsnede-werknemer verdienen. Wat men mee-rekent is niet geheel duidelijk. Het inkomen van een doorsnede-werknemer is onduidelijk en ook niet duidelijk t.o.v. het minimuminkomen waarvan wij hier pogen uit te gaan. Maar dat is ook weer niet al te relevant in het algemene betoog hier. Het is in ieder geval een publiek politiek hot-item.


Figuur 1. Nationaal en internationaal zijn de salarissen in verhouding van de top en de basis volkomen absurd en niet meer van deze tijd. Langs de y-as salarissen; langs de x-as aantallen mensen (in Nederland tot maximaal 5.5 miljoen werkenden). (Bron: Intermediair, 1999)

In het huidige politieke klimaat verdient 'men' tegenwoordig salarissen van vijftien miljoen gulden per jaar. Dan hebben we het nog niet eens over de 'kapitalisten-klasse', maar uitsluitend over mensen in loondienst (al of niet in het bezit van aandelen, obligaties en/of opties). De klasse der 'kapitalisten', die door 'nietsdoen' c.q. 'couponnetjes knippen', zoals Marcus Bakker dat noemde, rijk wordt, wordt bij deze analyse maar even voor het gemak weggelaten. Dat vereist namelijk een totaal andere analyse en is feitelijk een geheel andere discussie; een nog politiekere analyse.

Loonsverhoging in centen

Het systeem van een automatisch mee omhoog gaan van de 'salarissen' van hoge pieten moet afgelopen zijn. Laten zij zelf maar 'hun' loonstrijd voeren. Het systeem moet omgebogen worden. Het kan niet langer zo door gaan. Een geheel nieuw systeem is onhaalbaar, maar een gecombineerd systeem van centen en procenten moet op korte termijn zeker haalbaar zijn. Te beginnen in 1999.

Er moet iets gebeuren. Het moet anders. Er moet een gecombineerd systeem van centen en procenten komen. Dat noemen we een 'hybride systeem'. Dat systeem leidt niet tot wat sommige vrezen 'nivalering' en ook niet tot nog maffere toestanden dan nu - anno 1999 - zijn ontstaan in het nationale en internationale loongebouw.


Figuur 2. We kunnen voor de strekking van dit betoog het loongebouw het beste in drie klassen verdelen. De 'top', 'de middenklasse' en de 'basis': klasse I, II en III.

Bijvoorbeeld een loonsverhoging van 200 per maand voor iedereen gecombineerd met een gewone verhoging van 3 % voor allen. Zonder dit gecombineerde, dwz. hybride systeem zal na tien jaar, bij percentages van 3.5 tot 5 % per jaar, de een relatief stinkend rijk en de andere, relatief, enorm achter blijven. De vakbondsleden met een modaal salaris zijn, met welk percentage dan ook, relatief keer op keer de klos. Zij strijden, vechten of staken. De mensen die veel verdienen (meestal niet-leden) met 10.000 per maand lachen zich rot als de basis van het FNV weer eens een aktie voert (en wint) en automatisch bij elke loonsverhoging, slapend meer inkomen krijgt. Terwijl de leden met een salaris van 1000 of 2000 gulden per maand niet meer dan een kleine 35 gulden per maand in de pocket krijgen. Aangezien de vakbond zich juist sterk zou moeten maken voor die laagst betaalden, maken onze strijdbare leden zich juist alleen maar sterk voor de hoogstbetaalden. Terwijl de hoogstbetaalde zich meestal ook nog laagdunkend uitlaten over poen en poencontracten.

Op de laatste vakbondscongressen (ook die van de AbvaKabo) is gelukkig ook weer gesproken over dit krankzinnig fenomeen. (Echt onrecht zou ik zeggen). Sommige bonden hebben positief geoordeeld en vinden dat er maar weer eens teruggegrepen moet worden op centen i.p.v. procenten (bijv. de AbvaKabo).

De koopkracht MOET omhoog. Juist bij de nodale werknemer en niet zozeer bij de 10 tot 20.000-gulden-per-maand-figuren.

Ik pleit hier voor een hybride systeem van centen (bijvoorbeeld 200 per maand erbij) en procenten (bijvoorbeeld 3, 3.5 of 4 procent per jaar erbij). De juiste getallen en/of percentages kunnen de onderhandelaren van de diverse bonden zelf wel berekenen ('twee vergelijkingen met twee onbekenden' dacht ik), zodanig dat de totale loonsverhogingssom hetzelfde - OF MEER - is dan dat er als de totale loonsverhogingssom uitkomt.

Mijn hoofdargument is dat de kosten van levensonderhoud (in principe) voor iedereen ongeveer gelijk is, daarom is het (in principe) nergens voor nodig dat de hoger gesalarieerden relatief meer geld krijgen. De mensen aan de onderkant van het loongebouw zullen u dankbaar zijn. Zij geven het echte uit. De economie fleurt weer op. Die aan de bovenkant weten met hun loonsverhoging toch geen raad. Die kopen er alleen maar aandelen van. Niet waar?


Figuur 3. We stellen de drie klasse I, II en III in Nederland op 0.05 milj, 0.5 milj. resp. op 5 miljoen mensen. De aanname hierbij is dat de totale werkende klasse de drie klassen tesamen zijn. De werkende klasse telt in Nederland ongeveer tussen de 5 en 6 miljoen mensen. Deze groep onderhoudt de 'overigen' in Nederland ('huisvrouwen', 'kinderen', patienten in psychiatrische ziekenhuizen, gevangenen, bejaarden, e.d.).

Als we - voor het gemak van de rekenvoorbeelden - uitgaan van een populatie van 5.5 miljoen werkende mensen in Nederalnd en van een geschatte, stabiele populatie van 50.000 personen in klasse I met een gemidddel salaris van fl 20.000,= per maand; 500.000 personen in klasse II met fl 6.000,= per maand; en ten slotte 5.000.000 personen in klasse III met gemiddeld salaris van fl 2.000 per maand, dan is de totale loonsom bij ongewijzigd beleid gelijk aan 1 mld + 3 mld + 10 mld = 14 mld (miljard) per maand.
Ik zal hier nu vier verschillende rekenvoorbeelden opnemen van absolute en relatieve loonsverhogingen en deze allemaal doorrekenen: een 'gewone' (relatieve) loonsverhogingen van 3 procent; twee zogenaamde 'hybride' loonsverhogingen: van 2 procent met 100 gulden, resp. 2 procent en 50 gulden per maand erbij; en een absolute loonsverhoging van 200 gulden per maand voor iedereen.

Vier rekenvoorbeelden

Voorbeeld 1. Als we uitgaan van een gewone loonsverhoging van 3 procent per jaar een bedrag van 1.03 miljard, 3.09 miljard resp. 10.3 miljard per jaar aan loonsverhoging nodig. Dat is een totaal van 14.42 miljard gulden per jaar.

Voorbeeld 2. Als we uitgaan van 2 procent en 100 gulden (voornamelijk 'centen in plaats van procenten') per maand loonsverhoging dan kom je op een hogere totale loonsom uit. De bedragen zijn dan 1.09, 3.11, resp. 10.7 miljard per jaar loonsverhoging. Dat is totaal: 14.9 miljard.

Voorbeeld 3. Als we uitgaan van 2 procent en 50 gulden (iets minder 'centen in plaats van procenten') per maand dan is het duidelijk dat de loonsom minder is dan in voorbeeld 2. Immers de bedragen zijn dan 1.065, 3.085, resp. 10.450 miljard per maand. Dat is totaal: 14.6 miljard.

Voorbeeld 4. Als we uitgaan van alleen (relatief veel) centen, bijvoorbeeld 200 gulden per maand (echt 'centen in plaats van procenten'), dan is het duidelijk dat we met de loonsom hoger uikomen als het totale bedrag uit voorbeeld 1 uitkomen. De bedragen voor de drie verschillende klassen zijn dan 1.1, 3.1 resp. 11.00 miljard per maand. Dat is totaal: 15.11 miljard.

Voorbeeld 5. Als we tot slot nog uitgaan van alleen centen, bijvoorbeeld 100 gulden per maand (echt 'centen in plaats van procenten'), dan is het duidelijk dat we met de loonsom rond het totale bedrag uit voorbeeld 1 kunnen uitkomen; en dat is wat we eigenlijk willen aantonen. De bedragen voor de drie verschillende klassen zijn dan 1.01, 3.05 resp. 10.50 miljard per maand. Dat is totaal: 14.56 miljard.

Samengevat de bedragen op een rij:

Voor controle: zie online simulatie-model van R. Min: klik hier.

Conclusie

De rekenwijze spreekt voor zich. De voorbeelden ook. De koopkracht van de gewone Nederlandse werkende klasse met centen of met een hybride systeem van centen en procenten, weer op een aanvaardbaar peil gekomen. De bijdrage aan de macro-economie van de hogere klasse is nu eenmaal (absoluut gezien) niet zoveel als de bijdrage van de lagere werkende klasse. De lagere werkende klasse vooral, dient macro-economisch gezien een goede koopkracht te hebben. Vraag maar aan de middenstand; die is veel meer afhankelijk van de koopkracht van de gewone man (resp. vrouw) dan van de koopkracht van de elite.
De conclusie luidt dan ook: optreden voor een bedrag per maand of per jaar ineens voor iedereen en nog een (klein?) percentage loonsverhoging erbij. De betreffende bondsonderhandelaars kunnen die bedragen en percentages verder zelf wel uitrekenen. (Bijvoorbeeld 80 gulden per maand erbij en een gewone procentuele loonsverhoging.) De voorbeelden uit dit verhaal spreken - naar de mening van velen in Twente - voor zich.

Enschede, Rik Min, 29 maart 1999, updated: 15 dec. 2000; updated 7 nov. 2001
ABVAKABO kaderlid; OR-lid TO/UT; Faculteitsraadslid; voormalig U-raadslid (KPS)

Referenties

1. Economist, The, 'Overbetaald en overwerkt'; Intermediair 35e jrg, no. 6, 11 febr. 1999.
2. Web-site over salaris-verschillen: www.paywatch.org

Voetnoot

1. Recent las ik in de krant dat wereldwijd gezien de extremen nog veel verder uit elkaar liggen (en verder groeien): een voorbeeld van een niet nader omschreven topman (in de USA) die 9783 dollar per uur verdient; tegenover een arbeider die (in Haiti) 0.28 dollar per uur. Globalisering !


BIJLAGE: Brief aan AbvaKabo en FNV-bonden

From: min@edte.utwente.nl
To: fnvvoorl@wxs.nl, abop@fnv.nl, vervoersbond@fnv.nl, industriebond@fnv.nl, drukenpapier@fnv.nl, cafe@fnv.nl, abvakabo@utwente.nl
Subject: centen ipv. procenten
Date sent: Wed, 2 Dec 1998 11:08:11 GMT+100

Beste mensen,

Als vakbondsleden en vakbondsonderhandelaars kunnen we niet langer doorgaan om maandsalarissen van 10.000 per maand en die van 1000 per maand steeds allebei met evenveel procentages te verhogen. Dat moet anders; dat moet met een wat ik noem 'hybride systeem' van 'centen' en 'procenten'. Bijvoorbeeld een loonsverhoging van 200 gulden per maand voor iedereen gecombineerd met een gewone verhoging van 3 % voor allen.

Dus een gecombineerd, dwz. hybride systeem. Immers na tien jaar is momenteel, met percentages van 3.5 tot 5 %, de een, relatief stinkend rijk en de andere, relatief gigantisch gepakt. De leden met een nodaal salaris zijn, met welk percentage dan ook, relatief altijd de klos; de leden (meest niet-leden) met 10.000 per maand lachen zich rot als de FNV weer eens een aktie voert en wint voor een opzich rechtvaardige eis van 3.5 % loonsverhoging, want dat tikt bij die lui in de hogere kringen lekker aan. (Dat is 350 gulden erbij.) En voor leden met een salaris van 1000 of 2000 per maand is dat 35 gulden erbij; en voor die laagste doen we het immers.

Op de laatste congressen is weer gesproken over dit onrecht. Sommige bonden hebben positief geoordeeld dat er maar weer eens terggegrepen moet worden op centen ipv. procenten. Ik pleit voor een hybride systeem van centen (200 per maand erbij) en procenten (3, 3.5 of 4 procent per jaar erbij). De juiste getallen en/of percentages kunt uzelf berekenen ('twee vergelijkingen met twee onbekenden' dacht ik), zodanig dat de totale loonsverhogingssom hetzelfde - of meer - is dan dat er dit jaar de totale loonsverhogingssom uitkomt.

De mensen aan de onderkant van het loongebouw zullen u dankbaar zijn. De economie fleurt weer op. Die aan de bovenkant weten met hun loonsverhoging toch geen raad. Die kopen er alleen maar aandelen van....

Beste mensen de koppkracht MOET omhoog. Juist bij de nodale werknemer. Niet zozeer bij de 10.000 per-maand-figuren. Is dat duidelijk? Dank u.

M. vr. gr.

Rik Min, abvakabo-kaderlid.
Schopmanlanden 22, 7542 CN Enschede
053 - 4763881 (thuis) of 4893585 (werk)