Peking, 13 september (19..) Hier volgt de volledige tekst van een artikel van de redactie van het Chinese Volksdagblad en het blad Rode Vlag: Over de kwestie Stalin. Een commentaar op de Open Brief van het Centraal Comité van de C.P.S.U. van de redactie van het Chinese Volksdagblad en het blad Rode Vlag.
De kwestie Stalin is er een van wereldomvattende betekenis en een die weerslag heeft
gehad onder alle lagen der bevolking in elk land ter wereld en die tot op de huidige dag
nog steeds onderwerp van gesprek is, waarbij de klassen en hun politieke partijen en
groeperingen verschillende standpunten innemen. Het is zeer waarschijnlijk dat in onze
eeuw geen eindbeslissing inzake deze kwestie kan worden genomen, maar men is het er in
de kringen van de internationale arbeidersklasse en van de revolutionaire volkeren
praktisch eenstemmig over eens dat de poging tot ontluistering van Stalin moet worden
afgekeurd en dat zijn nagedachtenis in ere moet worden gehouden. Dit geldt ook voor de
Sowjet-Unie en ons meningsverschil is dus niet met het volk maar met de leiders. Wij
hopen hen te overtuigen tot meerdere glorie van de zaak van de revolutie. Het is met deze
bedoeling dat dit artikel is geschreven.
De Chinese Communistische Partij heeft altijd het standpunt gehuldigd dat toen
Kameraad Chroestsjow de persoon van Stalin poogde af te breken onder het voorwendsel
strijd te voeren tegen « de persoonsverheerlijking » hij ten enenmale ongelijk had en dit
deed met bijbedoelingen.
Het Centraal Comité van de C.P.C. wees er op in zijn brief van 14 juni dat « de strijd
tegen de persoonsverheerlijking » in strijd is met de leer van Lenin betreffende de
onderlinge verbondenheid van leiders, partij, klasse en massa en een ondermijning vormt
van het communistische beginsel van het democratisch centralisme.
De open brief van het Centraal Comité van de C.P.S.U. geeft geen antwoord op onze
principiële argumenten en noemt de Chinese communisten “verdedigers van de
persoonsverheerlijking en verspreiders van Stalin's onjuiste ideeën”.
Ten tijde dat Lenin strijd voerde tegen de Mensjewieken, zei hij : « Geen antwoord
geven op de principiële argumenten van de tegenstander en hem alleen maar « een
opgewonden standje » te noemen betekent het debat uit de weg gaan en de tegenstander
beledigen ». De houding waarvan het Centraal Comité van de C.P.S.U. in zijn Open Brief
blijk geeft is precies die van de Mensjewieken. Hoewel de Open Brief zich meer bezig
houdt met beledigen dan met debatteren, geven wij er wat ons betreft de voorkeur aan te
antwoorden door middel van principiële argumenten en een groot aantal feiten.
De grote Sowjet-Unie was de eerste staat waar de dictatuur van het proletariaat tot
stand kwam. In het begin was Lenin de grote leider van partij en regering van deze Staat.
Na Lenin's dood was dit Stalin. Na Lenin's dood werd Stalin niet alleen de Leider van de
partij en de regering van de Sovjet-Unie maar tevens de erkende leider van de
Communistische Internationale.
Het is pas 46 jaar geleden dat de eerste socialistische staat werd gesticht en wel na de
Oktober-revolutie. Gedurende bijna 30 jaar van deze periode was Stalin de grote leider
van deze staat. In de geschiedenis van de dictatuur van het proletariaat en in die van de
internationale communistische beweging nemen Stalin's werkzaamheden een zeer
belangrijke plaats is.
De Chinese Communistische Partij heeft altijd het standpunt gehuldigd, dat de kwestie
hoe Stalin moet worden gewaardeerd en welke de houding dient te zijn die men tegenover
hem aanneemt, er niet alleen maar een is van de beoordeling van Stalin zelf. Belangrijker
is het hoe men de historische ervaring van de dictatuur van het proletariaat en van de
internationale communistische beweging ziet na de dood van Lenin.
Kameraad Chroestsjow poogde Stalin geheel te ontluisteren tijdens het 20ste Congres
van de C.P.S.U. Hij bleef in gebreke de zusterpartijen van tevoren te raadplegen inzake
deze principiële kwestie die de gehele internationale communistische beweging aangaat en
probeerde deze daarna voor een voldongen feit te stellen. Een ieder die Stalin anders
beoordeelt dan de leidersgroep van de C.P.S.U. wordt er van beschuldigd de
«persoonsverheerlijking » te verdedigen en zich te « bemoeien » met de interne
aangelegenheden van de C.P.S.U. Doch niemand kan ontkennen dat de historische
ervaring van de eerste staat, waar de dictatuur van het proletariaat werd gevestigd, van
groot internationaal belang is en zo is het ook een historisch feit, dat Stalin de leider was
van de internationale communistische beweging. Hieruit volgt dat ook niemand kan
ontkennen dat de beoordeling van Stalin een belangrijke principiële kwestie is die de
gehele internationale communistische beweging aangaat. Op welke gronden matigen de
leiders van de C.P.S.U. zich dan het recht aan andere zusterpartijen te verbieden een op
reële feiten gebaseerde analyse en beoordeling van Stalin te willen maken ?
De Communistische Partij van China heeft er onveranderlijk op aangedrongen dat een
totale, objectieve en wetenschappelijke verantwoorde analyse zou worden gemaakt inzake
Stalin's verdiensten en fouten volgens de methode van het historische materialisme en op
grond van feiten die geschiedkundig vast staan. De Chinese communisten hebben zich
gekeerd tegen de subjectieve, grove en volkomen ontluistering van Stalin. die was
gebaseerd op historisch idealisme en gekenmerkt door de opzettelijke verdraaiing en
verwringing van historische feiten.
De Chinese Communistische Partij heeft altijd het standpunt gehuldigd dat Stalin
inderdaad vergissingen en fouten heeft gemaakt die van ideologische, maatschappelijke
en historische aard waren. Het is noodzakelijk kritiek uit te oefenen op fouten die Stalin
werkelijk heeft gemaakt (maar het is onjuist hem zonder enige grond bepaalde fouten toe
te schrijven) en dit te doen vanuit een juist standpunt en met gebruikmaking van de
juiste methoden. Maar wij hebben ons er steeds tegen verzet onjuiste kritiek op Stalin uit
te oefenen, hem te veroordelen vanuit een onjuist standpunt en met gebruikmaking van
onjuiste methoden.
Stalin was een strijder tegen het tsarisme en maakte propaganda voor het marxisme
tijdens het leven van Lenin. Later werd hij lid van het Centraal Comité van de
Bolsjewistische partij die werd geleid door Lenin en hij nam deel aan de strijd die
uitmondde in de revolutie van 1917. Na de Oktoberrevolutie streed hij voor de verdediging
van de resultaten van de proletarische revolutie.
Stalin leidde de C.P.S.U. en het volk van de Sowjet-Unie na Lenin's dood en hij streed
vastberaden tegen binnenlandse en buitenlandse vijanden. Hierdoor beschermde en
consolideerde hij het voortbestaan van de eerste socialistische staat van de gehele
wereld.
Stalin leidde de C.P.S.U. en het volk van de Sowjet-Unie bij het vasthouden aan de
politiek van industrialisatie op , socialistische grondslag en van de collectivisering van de
landbouw, waardoor grote successen werden behaald en grote vorderingen gemaakt op
de weg naar een socialistische maatschappij en socialistische opbouw.
Stalin leidde de C.P.S.U. en het volk van de Sowjet-Unie en het Sowjet-Leger in een
zware en bittere worsteling die eindigde in de grote overwinning in de oorlog tegen de
fascisten.
Stalin verdedigde en ontwikkelde het marxisme-leninisme in de strijd tegen
verschillende vormen van opportunisme, tegen de vijanden van Lenin, tegen de
Trotskisten, de volgelingen van Zinoviev, Bukharin en andere agenten van de
bourgeoisie.
Stalin heeft op onvergetelijke wijze bijgedragen in de successen van het internationale
communisme en een groot aantal theoretische werken geschreven, die evenzovele
onsterfelijke marxistisch-leninistische geschriften zijn.
Stalin leidde de C.P.S.U. en de regering van de Sowjet- Unie door het volgen van een
buitenlands beleid dat over : het geheel genomen in overeenstemming was met de
beginselen van het proletarisch internationalisme en hij heeft daarmee in hoge mate
steun verleend aan de revolutionaire strijd van alle volken, ook het Chinese volk.
Stalin stond vooraan in de loop der geschiedenis, hij gaf leiding aan historische
worstelingen en hij toonde zich te allen tijde een onverzoenlijke vijand van de
imperialisten en alle reactionairen.
Stalin's activiteiten waren ten nauwste verbonden met de strijd van de grote C.P.S.U.
en het grote Sowjet-volk en zijn voor altijd onafscheidelijk verbonden met de
revolutionaire strijd van de volken der gehele wereld.
Stalin's leven was dat van een groot marxist-leninist en een groot proletarisch en
revolutionair strijder.
Het is juist dat terwijl hij zeer verdienstelijke daden verrichtte voor het volk van de
Sowjet-Unie en de internationale communistische beweging, hij ook bepaalde fouten
maakte, sommige van principiële aard, sommige van practische aard. Sommige fouten
waren practisch onvermijdelijk, andere weer hadden kunnen worden vermeden en
sommige waren nauwelijks te vermijden in tijden toen de dictatuur van het proletariaat
geen enkel voorbeeld had om van te leren.
In sommige opzichten week Stalin af van de leer van het dialectisch materialisme en
verviel hij soms tot een metafysische en subjectivistische benadering van bepaalde
problemen ten gevolge waarvan hij soms geen contact met de werkelijkheid en met de
massa meer had. Bij moeilijkheden binnen en buiten de partij maakte hij zich bij bepaalde
gelegenheden en ten aanzien van bepaalde kwesties schuldig aan het niet nauwkeurig
onderscheiden van twee soorten tegenstellingen die essentieel verschillend zijn,
tegenstellingen tussen onszelf en de vijand en tegenstellingen onder het volk en daarbij
verwarde hij ook de verschillende methoden die nodig waren om tot een oplossing te
komen. Ten tijde van de door Stalin onderdrukte contrarevolutie werden vele
contrarevolutionairen, die straf verdienden, inderdaad ook gestraft. In 1937 en 1938 werd
de fout gemaakt de onderdrukking van contrarevolutionairen een te grote uitbreiding te
geven. Op het gebied van de organisatie van partij en regering paste hij niet volledig de
beginselen van het proletarisch democratisch centralisme toe en tot op zekere hoogte
handelde hij zelfs in strijd hiermee. Op het gebied van de betrekkingen met zusterpartijen
en bevriende landen maakte hij enkele fouten. Hij gaf ook wel eens slechte adviezen
binnen het kader van de internationale communistische beweging en deze fouten
benadeelden de Sowjet-Unie en de internationale communistische beweging.
Stalin's verdiensten en fouten dienen te worden gezien in het licht van de historischobjectieve
realiteit en een vergelijking tussen de twee toont aan, dat zijn verdiensten groter
waren dan zijn fouten.
Stalin handelde in hoofdzaak juist en zijn fouten kwamen pas op de tweede plaats. Als
wij Stalin's gedachten en opvattingen en zijn werk in hun totaliteit zien, zal zeer zeker
iedere eerlijke communist die de historie respecteert allereerst de dingen zien die wat
Stalin's beoordeling betreft primair zijn. Als dus Stalin's fouten op de juiste wijze worden
beoordeeld, aan kritiek onderworpen en overwonnen, is het noodzakelijk te behouden wat
altijd nummer één is geweest in Stalin's leven : het verdedigen van het marxismeleninisme
waarvoor hij heeft geleefd en dat hij verder ontwikkeld heeft.
Het zou heilzaam zijn als de fouten van Stalin, die overigens pas op de tweede plaats
komen, werden beschouwd als historische lessen, zodat de communisten in de Sowjet-
Unie en in andere landen deze als een waarschuwing zouden beschouwen en aldus
zouden vermijden in dezelfde fouten te hervallen of minder fouten zouden maken.
Positieve zowel als negatieve historische lessen zijn nuttig en heilzaam mits ze op de
juiste wijze worden voorgesteld en geïnterpreteerd en met de historische feiten
overeenkomen en deze dus niet verdraaien.
Lenin heeft er meer dan eens op gewezen, dat marxisten, in volkomen tegenstelling tot
de revisionisten van de Tweede Internationale, een geheel andere houding aannamen met
betrekking tot mensen als Bebel en Rosa Luxemburg die, niettegenstaande al hun fouten
en gebreken, grote proletarische revolutionairen waren. De marxisten verzwegen en
bedekten de fouten van deze mensen niet, maar leerden juist van deze voorbeelden « hoe
deze te vermijden en te handelen in overeenstemming met de harde eisen van het
revolutionaire marxisme.
De revisionisten daarentegen « kraaiden » en « kakelden » over de fouten van Bebel en
Rosa Luxemburg. Om de revisionisten belachelijk te maken citeerde Lenin een Russisch
sprookje, zeggend : « Arenden vliegen soms misschien lager dan kippen, maar kippen
kunnen nooit de hoogte van de arenden bereiken ». Bebel en Rosa Luxemburg waren «
grote communisten » en bleven, niettegenstaande al hun fouten, « arenden terwijl de
revisionisten « kippen » waren die in de achtertuin van de beweging van de
arbeidersklasse rondliepen tussen de mesthopen ».
De historische rol van Bebel en Rosa Luxemburg kan in geen geval worden vergeleken
met die van Stalin. Stalin was de grote leider van de dictatuur van het proletariaat en van
de internationale communistische beweging gedurende een geheel tijdvak van de
geschiedenis en men dient met grote omzichtigheid te werk te gaan wanneer men hem
beoordeelt.
De leiders van de C.P.S.U. hebben de Communistische Partij van China ervan
beschuldigd Stalin te « verdedigen ». En wij verdedigen Stalin inderdaad. Als Chroestsjow
de geschiedenis vervalst en verdraait en Stalin geheel poogt te ontluisteren, dan hebben
wij natuurlijk de onontkoombare plicht hem te verdedigen in het belang van de
internationale communistische beweging.
Door Stalin te verdedigen, verdedigt de Communistische Partij van China zijn goede
kanten, de roemrijke geschiedenis van de strijd van de eerste staat waar de dictatuur van
het proletariaat werd gevestigd, die het resultaat was van de Oktober-revolutie. Onze
partij verdedigt ook de roemrijke geschiedenis van de strijd van de C.P.S.U. en zij
verdedigt ook het prestige van de internationale communistische beweging voor het forum
van de werkende klassen van de gehele wereld. Om kort te gaan, onze partij verdedigt de
theorie en de praktijk van het marxisme-leninisme. En de Chinese communisten zijn niet
de enigen, die dit doen; alle communisten, die het marxisme-leninisme toegewijd zijn, alle
onwrikbare revolutionairen en alle mensen, die eerlijk en te goeder trouw zijn, hebben dit
gedaan.
Als wij Stalin verdedigen, verdedigen wij natuurlijk niet zijn fouten. Al lang geleden
hadden de Chinese communisten al uit de eerste hand ervaren, dat hij fouten maakte. De
dwalingen van de « linkse » en « rechtse » groepen opportunisten, die in de Chinese
communistische partij aan de dag traden, waren ten dele het gevolg van bepaalde door
Stalin begane fouten, d.w.z. voor zover het hun internationale bronnen betreft. Tegen het
eind van de jaren twintig, de jaren dertig, en in het begin en het midden van de jaren
veertig, boden de Chinese marxist-leninisten, vertegenwoordigd door de kameraden Mao
Tse-toeng en Lioe Tsjao-tsji*, weerstand tegen de invloed die uitging van Stalin's fouten.
Langzamerhand overwonnen zij de politieke lijn die werd voorgestaan door de linkse en
rechtse opportunisten en leidden tenslotte de Chinese revolutie naar de overwinning.
Maar daar sommige van de verkeerde ideeën van Stalin door bepaalde Chinese
kameraden werden aanvaard en toegepast, ligt de verantwoordelijkheid hiervoor bij ons,
Chinese communisten. In onze strijd tegen de opportunisten van « links » en « rechts »
critiseerde onze partij dus uitsluitend onze eigen, zich aan dwalingen schuldig makende
kameraden en gaf nooit Stalin de schuld. Het doel van onze kritiek was duidelijk
onderscheid te maken tussen goed en kwaad, lering te trekken uit een en ander en de
zaak van de revolutie te bevorderen.
Wij vroegen slechts onze dwalende kameraden hun fouten in te zien en goed te maken.
Indien zij in gebreke bleven dit te doen, wachtten wij totdat zij langzamerhand werden
wakker geschud door hun eigen practische ervaring, mits zij natuurlijk geen geheime
groepen organiseerden met het doel klandestiene en scheuring veroorzakende actie te
voeren. Onze methode was de juiste methode van kritiek leveren binnen het kader van de
partij, van zelfkritiek en wij waren vervuld met de wens de eenheid te bewaren en wij
slaagden er dan ook in een nieuwe eenheid te bewerkstelligen * Noot, zie blz 23.
op een nieuwe basis door middel van zelfkritiek en strijd en wij boekten goede resultaten
met deze methode. Wij huldigden het standpunt dat deze tegenstellingen bestonden in ons
volk en niet tussen de vijand en onszelf en dat wij daarom de hierboven beschreven
methode moesten gebruiken om deze geschillen op te lossen.
Wat is nu de houding geweest van kameraad Chroestsjow en andere leiders van de
C.P.S.U. ten opzichte van Stalin sedert het 20ste Congres van de C.P.S.U. ?
Zij hebben geen volledige en diepgaande historische en wetenschappelijke analyse
gemaakt van zijn levensloop en zijn werk, maar hebben hem volkomen verguisd zonder
enig onderscheid te maken tussen goed en kwaad.
Zij hebben Stalin niet behandeld als een kameraad maar als een vijand. Zij hebben
niet de methode van kritiek en zelfkritiek gebruikt om daar ervaring uit te putten, maar
gaven Stalin de schuld van alle fouten of schreven hem fouten toe die zij op willekeurige
wijze voor dit doel verzonnen. Zij hebben geen feiten naar voren gebracht en hierop
logisch doorgeredeneerd, maar hebben demagogische aanvallen op hem gedaan om de
opinie van het volk te vergiftigen.
Chroestsjow heeft beledigende taal gesproken over Stalin, hem een « moordenaar », een
« misdadiger », een « bandiet », een « gokker », een « despoot van het soort van Iwan de
Verschrikkelijke », de « grootste dictator van de Russische geschiedenis een « gek » en een
« idioot » genoemd. Indien wij alle vuile, gemene en kwaadaardige taal, tegen Stalin
gebruikt door Chroestsjow, moesten citeren, dan zouden wij onze pen en ons papier vuil
maken.
Chroestsjow heeft Stalin belasterd door hem « de grootste dictator in de Russische
geschiedenis » te noemen. Betekent dit niet dat het Russische volk dertig jaar lang heeft
geleefd onder de * tirannie » van « de grootste dictator van de Russische geschiedenis » en
niet onder het socialistische systeem ? Het grote Sowjet-volk en de revolutionaire volken
van de gehele wereld verwerpen deze laster volkomen !
Chroestsjow heeft Stalin « een despoot van het soort van Iwan de Verschrikkelijke »
genoemd. Betekent dit niet dat de ervaringen die de grote C.P.S.U. en het grote Sowjetvolk
gedurende dertig jaar hebben opgedaan ten behoeve van de volken van de gehele wereld
niet die waren van de dictatuur van het proletariaat maar die van een leven onder het juk
van een feodale « despoot » ? Het grote Russische volk, de Russische communisten en de
marxist-leninisten over de gehele wereld verwerpen deze laster volkomen.
Chroestsjow heeft Stalin ook een « bandiet » genoemd. Betekent dit niet dat een «
bandiet » lange tijd aan het hoofd heeft gestaan van het eerste socialistische land ter
wereld ? Het grote Russische volk en de revolutionaire volken overal ter wereld verwerpen
deze laster volkomen !
Chroestsjow heeft Stalin een « gek » genoemd. Betekent dit niet dat de C.P.S.U., die
gedurende tientallen jaren een heldhaftige revolutionaire strijd heeft gevoerd, een
stommeling en een « gek » tot leider had? De Russische communisten en alle marxistleninisten
verwerpen deze laster volkomen!
Chroestsjow heeft Stalin een « idioot » genoemd. Betekent dit niet dat het grote
Russische leger, dat zegevierde 'in de anti-fascistische oorlog, een « idioot ». tot
opperbevelhebber had ? De roemrijke Sovjet-bevelhebbers en soldaten en alle antifascistische
strijders over de gehele wereld verwerpen deze laster volkomen !
Chroestsjow heeft Stalin een « moordenaar » genoemd. Betekent dit niet dat de
internationale' communistische beweging gedurende tientallen jaren een « moordenaar »
tot leermeester heeft gehad ? De communisten van de gehele wereld, de Russische
communisten meegerekend, verwerpen deze laster volkomen!
Chroestsjow heeft Stalin een « gokker » genoemd. Betekent dit niet dat de
revolutionaire volken een « gokker » als banierdrager in de strijd tegen het imperialisme en
de reactie hadden? Alle revolutionaire volken ter wereld, de Russen inbegrepen,
verwerpen deze laster volkomen.
Déze scheldwoorden, geuit door Chroestsjow aan het adres van Stalin, zijn een grove
belediging van het grote Russische volk, het Russische leger, de C.P.S.U., de dictatuur
van het proletariaat, het socialistische systeem, de internationale communistische
beweging, de revolutionaire volken der gehele wereld en van het marxisme-leninisme.
In welke positie plaatst Chroestsjow zichzelf, hij die deel uitmaakte van de leiders van
partij en staat gedurende de Stalin-periode, als hij zich op de borst slaat, met zijn vuisten
op de tafel beukt en met luider stem Stalin beledigt ? In de positie van een medeplichtige
van een « moordenaar », een « bandiet », of soms in die van een « gek » of een «idioot» ?
Wat is het verschil tussen de beledigingen door Chroestsjow geuit aan het adres van
Stalin en de beledigingen en laster van de zijde van de imperialisten, de reactionairen van
diverse landen en de afvalligen van de communistische zaak ? Vanwaar die ingekankerde
haat tegen Stalin ? Waarom wordt Stalin op fellere wijze aangevallen dan de vijand ?
De beledigingen en laster geuit door Chroestsjow komen in feite neer op het aanklagen
van het Sowjet-systeem en de Sowjet-staat.
Zijn taal is in dit opzicht niet minder fel doch in werkelijkheid nog veel feller dan die
van zulke afvalligen en overlopers als Kautsky, Trotsky, Tito en Djilas.
De mensen zouden de volgende passage uit de Open Brief van het Centraal Comité van
de C.P.S.U. moeten citeren en Chroestsjow vragen : « Hoe kunnen zij zo iets zeggen van de
partij van de grote Lenin, van het vaderland van het socialisme, van het volk dat, als
eerste ter wereld, een socialistische revolutie teweegbracht en de grote verworvenheden
daarvan verdedigde in de bitterste strijd tegen het internationalisme en de binnenlandse
contrarevolutionairen, en wonderen van heldhaftigheid en toewijding verrichtte in de
strijd voor de opbouw van het communisme, daarbij op eerlijke wijze zijn internationale
taken vervullend tegenover de werkende klassen en volken van de wereld » !
In zijn artikel, getiteld : « De politieke betekenis van de belediging », schreef Lenin : « De
belediging in de politiek is vaak een dekmantel voor een totaal gebrek aan ideologische
inhoud, de hulpeloosheid en onmacht, de verschrikkelijke onmacht van degene die
beledigt ».
Is dit niet van toepassing op de leiders van de C.P.S.U., die, terwijl zij ononderbroken
worden achtervolgd door het spook van Stalin, pogen hun volkomen gebrek en gemis aan
beginsel, hun hulpeloosheid en hun verschrikkelijke onmacht te bedekken door Stalin te
beledigen en te belasteren ?
De grote meerderheid van het volk van de Sowjet-Unie keurt deze beledigingen tegen
Stalin ten sterkste af. Het Russische volk eert de nagedachtenis aan Stalin in steeds
toenemende mate. De leiders van de C.P.S.U. hebben zich op ernstige wijze van de massa
van het volk geïsoleerd.
Zij hebben te allen tijde het gevoel, dat zij worden bedreigd door het voortdurend
rondwarende spook van Stalin. In werkelijkheid is dit de grote ontevredenheid van de
grote massa der Russen over de poging tot volkomen ontluistering en verguizing van
Stalin. Tot dusverre heeft Chroestsjow het niet aangedurfd het volk van de Sowjet-Unie en
de andere volken van het socialistische blok het geheime rapport te laten lezen, waarin
Stalin wordt ontluisterd.
Dit rapport, dat inderdaad werd voorgelezen voor het 20ste Congres van de C.P.S.U., is
er een dat het daglicht niet kan verdragen en dat de massa van het volk in ernstige mate
van de partijleiders zou vervreemden.
Speciaal opvallend is het feit dat, terwijl zij Stalin op alle mogelijke wijzen beledigen en
belasteren, de leiders van de C.P.S.U. Eisenhower, Kennedy en dezulken « met eerbied en
vertrouwen » tegemoet treden. Zij noemen Stalin een « despoot van het type van Iwan de
Verschrikkelijke » en « de grootste dictator van de Russische geschiedenis », maar zij
feliciteren zowel Eisenhower als Kennedy met het feit dat zij « de steun van de absolute
meerderheid van het Amerikaanse volk hebben. Zij schelden Stalin voor « idioot» uit, maar
prijzen Eisenhower en Kennedy als « verstandig » ! Aan de ene kant varen zij op de
gemeenste wijze uit tegen een groot marxist-leninist, een groot proletarisch revolutionair
en een groot leider van de internationale communistische beweging, en anderzijds prijzen
zij de kopstukken van het imperialisme hemelhoog. Is het mogelijk dat het verband tussen
deze verschijnselen toeval is en dat dit niet met onverbiddelijke logica voortvloeit uit het
verraad aan het marxisme-leninisme ?
Als zijn geheugen niet al te slechts is, zou Chroestsjow zich moeten herinneren, dat hij
zelf tijdens een massabijeenkomst in Moskou in januari 1937 terecht diegenen
veroordeelde, die Stalin hadden aangevallen. Chroestsjow zei : « Door hun hand op te
heffen tegen kameraad Stalin, hieven zij hun hand op tegen ons allen, tegen de arbeidende
klasse en de arbeidende mensheid ! Door hun hand op te heffen tegen kameraad Stalin
hieven zij de hand op tegen de leer van Marx, Engels en. Lenin ». Chroestsjow zelf heeft
Stalin herhaaldelijk ten zeerste geprezen als « een intiem vriend en wapenbroeder van de
grote Lenin », als « het grootste genie, de grootste leermeester en leider der mensheid », en
« de grote, altijd zegevierende maarschalk », als « de oprechte vriend van het volk » en als
zijn « eigen vader.
Indien men de opmerkingen van Chroestsjow over Stalin tijdens zijn leven vergelijkt
met zijn aanvallen na Stalin's dood, kan het niet anders of men ziet duidelijk dat
Chroestsjow 180° gedraaid is wat betreft zijn oordeel over Stalin.
Als zijn geheugen hem niet in de steek laat, moet Chroestsjow zich natuurlijk
herinneren dat hij gedurende de periode van Stalin's leiderschap hij, Chroestsjow,
buitengewoon actief was in het steunen en uitvoeren van de toen gevolgde politiek van het
uit de weg ruimen van contrarevolutionairen.
Op 6 juni 1937 verklaarde Chroestsjow tijdens de vijfde partijconferentie van de
provincie Moskou :
« ...onze partij zal de verraders genadeloos verpletteren en alle Trotzkisten en rechts
uitschot van onze maatschappij uitroeien... Dit staat onherroepelijk vast dank zij het
onwankelbare leiderschap van ons Centraal Comité, het onwrikbare leiderschap van onze
leider, kameraad Stalin. Wij zullen de vijand totaal vernietigen — tot de laatste man — en
zijn as in alle windrichtingen strooien... »
Op 8 juni 1938 verklaarde Chroestsjow tijdens de vierde partij conferentie van de
provincie Kiew:
« ...de Yakyirs, de Balyitskys, de Lyubchenkys, de Zatonskys en al het andere ontuig
wilden Poolse landeigenaars naar de Oekraine brengen, wilden de Duitse fascisten hier
brengen, en de landeigenaars en kapitalisten... Wij hebben een aanzienlijk aantal van hen
vernietigd, maar nog niet alle. Het is daarom noodzakelijk onze ogen goed open te houden.
Wij moeten er steeds aan denken dat Stalin heeft gezegd dat zo lang het kapitalisme en de
kapitalistische omsingeling bestaan, spionnen en saboteurs ons land zullen worden
binnengesmokkeld ».
Hoe komt het dat Chroestsjow, die deel uitmaakte van de leiding van partij en staat
gedurende de Stalin-periode en die de politiek van uitroeiing van contrarevolutionairen
actief heeft gesteund en met vaste hand uitgevoerd, nu alles verloochent wat tijdens deze
periode heeft plaatsgevonden en de schuld van alle fouten op Stalin alleen afschuift,
terwijl hij zichzelf geheel van elke blaam zuivert ?
Als Stalin iets verkeerd deed, kon hij daarna kritiek op zichzelf uitoefenen. Zo had hij
bijvoorbeeld een slecht advies gegeven met betrekking tot de Chinese revolutie en na de
overwinning van deze revolutie gaf hij zijn fouten toe. Stalin gaf ook sommige van zijn
fouten toe wat betreft het zuiveren van de partij in zijn verslag aan het 18de Congres van
de C.P.S.U. (b) in 1939. En Chroestsjow? Hij weet niet eens wat zelfkritiek is en hij doet
niet anders dan alle schuld op anderen schuiven en alle eer voor zichzelf opeisen.
Het behoeft geen verbazing te wekken dat deze afschuwelijke daden van Chroestsjow
plaats vinden tijdens een tijdperk, waarin het revisionisme de kop opsteekt. Lenin zei in
1915, toen hij de revisionisten van de Tweede Internationale critiseerde wat betrof hun
verraad aan het marxisme : « In onze dagen, wanneer voeger gesproken woorden worden
vergeten, principes worden verzaakt, aan het totale wereldbeeld geen aandacht wordt
geschonken en besluiten en plechtige beloften niet worden gehouden, is het in het geheel
niet te verwonderen dat iets dergelijks kan gebeuren ».
Zoals de gang der gebeurtenissen sedert het 20ste Congres van de C.P.S.U. zo
duidelijk heeft aangetoond, heeft de volkomen verguizing van Stalin door de leiders van de
C.P.S.U. zeer ernstige gevolgen gehad.
De uitlatingen van Chroestjow hebben de imperialisten en de reactionairen van
alle landen van buitengewone welkome anti-Sowjet en anti-communistische
ammunitie voorzien. Kort na het 20ste Partijcongres maakten de imperialisten
gebruik van Chroestsjow's geheime anti-Stalin rapport om een de gehele wereld
omvattende vloedgolf van propaganda tegen de Sowjet-Unie, het internationale
communisme en de revolutionaire volken te ontketenen. De imperialisten, de
reactionairen van alle landen, de Tito-kliek en de opportunisten van allerlei soort
maakten dankbaar gebruik van de kans om de Sowjet-Unie, het socialistische
kamp en de verschillende communistische partijen aan te vallen. Hierdoor werden
vele zusterpartijen en landen in ernstige moeilijkheden gebracht.
De dolzinnige campagne tegen Stalin, die de leiders van de C.P.S.U. ontketenden,
maakten het voor de Trotzkisten, die sinds lange tijd politiek dood waren, mogelijk weer
tot leven te komen en « rehabilitatie » te eisen van Trotzky. In november 1961, toen het
22ste Partijcongres van de C.P.S.U. ten einde liep, publiceerde het internationale
secretariaat van de zogenaamde Vierde Internationale een brief aan het 22ste
Partijcongres van de C.P.S.U. en het nieuwe « Centraal Comité », waarin staat dat in 1937
Trotsky gezegd heeft dat eens een monument zou worden opgericht ter ere van de
slachtoffers van Stalin. « Vandaag », aldus deze brief, « is deze voorspelling bewaarheid
want voor Uw congres heeft de eerste secretaris beloofd dat dit monument zal worden
opgericht ».
In deze brief werd uitdrukkelijk geëist dat de naam Trotzky « in gouden letters
zou worden gegrift op het monument opgericht ter ere van de slachtoffers van Stalin ». De
Trotzkisten maakten geen geheim van hun vreugde over deze ontwikkeling en verklaarden
dat de anti-Stalin-campagne, waaraan de leiders van de C.P.S.U. de stoot hadden gegeven,
de deur voor het Trotzkisme had geopend », en « veel zou bijdragen tot het verspreiden
van het Trotzkisme en de organisatie van deze beweging, de Vierde Internationale ».
De verguising van Stalin wordt ingegeven door beweegredenen die het daglicht niet
kunnen verdragen. Stalin stierf in 1953; drie jaar later deden de leiders van de C.P.S.U.
een heftige aanval op hem op het 20ste Partijcongres en acht jaar na zijn dood deden zij
dit weer. Zij verwijderden zelfs zijn stoffelijk overschot en verbrandden het. Door het
steeds herhalen van hun heftige aanvallen op Stalin poogden de leiders van de C.P.S.U.
zijn onuitwisbare invloed als groot proletarisch revolutionair strijder uit te bannen en de
weg vrij te maken voor aanvallen op het marxisme- leninisme dat Stalin verdedigd en
verder ontwikkeld had en hiervoor een volkomen revisionistische politiek in de plaats te
stellen.
Hun revisionisme begon precies op het 20ste Partijcongres. De feiten hebben steeds
duidelijker bewezen dat hun revisie van de marxistisch-leninistische theorieën over het
imperialisme, oorlog en vrede, de proletarische revolutie, de dictatuur van het proletariaat,
de revolutie in de koloniale gebieden en in de halfkoloniale gebieden, het proletarische
karakter van de partij, enz., onafscheidelijk verbonden is met hun volkomen ontluistering
van de persoon van Stalin.
Onder het mom van « de persoonsverheerlijking te bestrijden » trachten de leiders van
de C.P.S.U. Stalin geheel te ontluisteren. Door een campagne te voeren tegen de «
persoonsverheerlijking » pogen de leiders van de C.P.S.U. niet wat zij noemen « de
leninistische normen inzake de partij en de beginselen van het leiderschap » in ere te
herstellen; integendeel, zij handelen in strijd met Lenin's leer betreffende de onderlinge
verhoudingen en betrekkingen van leiders, partij, klasse en massa en zij gaan lijnrecht in
tegen het beginsel van het democratisch centralisme in de partij.
De marxist-leninisten huldigen het principe, dat als de revolutionaire partij van het
proletariaat werkelijk het hoofdkwartier is van de strijd tegen imperialisme en kapitalisme,
de partij op juiste wijze de onderlinge verhoudingen tussen leiders, partij, klasse en massa
in goede banen dient te leiden en moet zijn gebaseerd op de beginselen van het
democratisch centralisme. Een dergelijke partij moet een vrij stabiele leiderskern hebben
die dient te bestaan uit een groep zeer ervaren leiders die op de juiste wijze de universele
waarheid van de marxistisch-leninistische beginselen kunnen coördineren en integreren
met de concrete praktijk van de revolutie.
De leiders van een proletarische partij, of zij nu lid zijn van centrale of plaatselijke
comités, komen uit de massa van het volk naar voren in de loop van de klassenstrijd en
massale revolutionaire volksbewegingen. Zij moeten volkomen trouw aan de massa zijn,
nauw met de massa verbonden zijn, de ideeën en gevoelens van de massa concretiseren
en tot uitvoering brengen. Zulks leiders zijn de werkelijke en echte vertegenwoordigers
van het proletariaat en worden als zodanig door de massa erkend. Het is een bewijs van
de politieke volwassenheid van een proletarische partij als zij zulke leiders heeft, want
hierin ligt de hoop besloten van de overwinning van de zaak van het proletariaat.
Lenin had absoluut gelijk toen hij zei dat « geen enkele klasse in de loop der
geschiedenis macht heeft kunnen verwerven zonder politieke leiders naar voren te
brengen; op de voorgrond tredende vertegenwoordigers, die een beweging kunnen
organiseren en leiden, zijn een absolute noodzakelijkheid ». Nog een uitspraak van Lenin
over dit onderwerp luidt als volgt : « Het opleiden van ervaren en invloedrijke partijleiders
neemt veel tijd in beslag en is een zware taak, maar zonder deze leiders blijft de dictatuur
van het proletariaat, zijn « eenheid van wil », slechts een lege phrase ».
De Communistische Partij van China heeft te allen tijde de leerstellingen van het
marxisme-leninisme inzake de rol van de massa en het individu in de geschiedenis
alsmede de onderlinge verhouding tussen leiders, partij, klasse en massa onderschreven
en is ook altijd overtuigd voorstander geweest van het democratisch centralisme in de
partij. Wij hebben verder altijd het collectieve leiderschap gehandhaafd maar wij zijn
tegelijkertijd tegen het kleineren van de rol die wordt, of werd, gespeeld door de leiders
terwijl wij grote betekenis hechten aan deze, zijn wij tegen het oneerlijk en overmatig loven
en prijzen van individuele personen en tegen het overdrijven van de rol die zij spelen.
Reeds in 1949 nam het Centrale Comité van de Chinese Communistische Partij, op
voorstel van kameraad Mao Tsetoeng het besluit waarbij het openbaar vieren, op welke
wijze dan ook, van de verjaardagen van partijleiders en het noemen van steden, straten of
ondernemingen naar hen, werd verboden.
Deze consequente en juiste benadering door ons is essentieel verschillend van de «
strijd tegen de persoonsverheerlijking » waarvan de leiders van de C.P.S.U. voorstanders
zijn.
Het is in toenemende mate duidelijk geworden dat de leiders van de C.P.S.U. die
voorgeven te strijden tegen de « persoonsverheerlijking » en voor « democratie, collectief
leiderschap » in werkelijkheid deze doeleinden niet nastreven doch bijbedoelingen hebben
als zij deze leuzen aanheffen.
Wat is precies de kern en de essentie van hun « strijd tegen de persoonsverheerlijking » ?
Ronduit gezegd, is het niet anders dan het volgende :
(1) Onder het voorwendsel de « persoonsverheerlijking » te bestrijden pogen zij Stalin, de
leider van de partij, te stellen tegenover de partij-organisatie, het proletariaat en de
massa van het volk;
(2)Onder het voorwendsel de « persoonsverheerlijking » te bestrijden, belasteren zij de
proletarische partij, de dictatuur van het proletariaat en het socialistische systeem;
(3) Onder het voorwendsel de « persoonsverheerlijking » te bestrijden, pogen zij zichzelf op
de voorgrond te plaatsen, de revolutionairen die trouw zijn aan het marxisme-leninisme
aan te vallen teneinde de weg vrij te maken voor revisionistische intriganten en de
leiding van partij en staat aan zich te trekken;
(4) Onder het voorwendsel de « persoonsverheerlijking » te bestrijden pogen zij zich te
mengen in de interne aangelegenheden van zusterpartijen en andere landen om hun
leiders te bewegen de Russische politiek te volgen;
(5) Onder het voorwendsel de « persoonsverheerlijking » te bestrijden pogen zij
zusterpartijen aan te vallen die het marxisme-leninisme trouw zijn gebleven en
verdeeldheid te zaaien in de internationale communistische beweging.
De « strijd tegen de persoonsverheerlijking » waarmee Chroestsjow is begonnen is een
verachtelijke politieke intrige. Of, zoals Marx eens iemand beschreef : « Hij is in zijn
element als hij maar kan intrigeren terwijl hij als theoreticus een onbetekenend iemand
is».
De Open Brief van het Centraal Comité van de C.P.S.U. zegt dat « terwijl zij de
persoonsverheerlijking van zijn voetstuk stoten en ten strijde trekken tegen de gevolgen er
van » de leiders van de C.P.S.U. « veel lof hebben voor leiders die... welverdiend prestige
genieten ».
Wat betekent dit nu precies ? Het betekent dat terwijl zij Stalin door het slijk halen, de
leiders van de Sowjet-Unie Chroestsjow hemelhoog prijzen.
Zij noemen Chroestsjow de « bouwer van het Rode Leger » terwijl hij nota bene ten tijde
van de Oktober-revolutie nog geen communist was en tijdens de burgeroorlog een politiek
werker van lage rang.
Zij schrijven de grote overwinning van de beslissende slag in de grote vaderlandse
oorlog van de Sowjet-Unie geheel aan Chroestsjow toe en zij beweren dat in de grote slag
om Stalingrad « Chroestsjow's stem zeer vaak werd gehoord » en dat hij de « ziel van de
strijd van de mensen van Stalingrad » was...
Zij schrijven de grote prestaties op gebied van kernwapens en rakettenbouw geheel aan
Chroestjow toe en noemen hem de « kosmische vader «... terwijl iedereen weet dat de
successen van de Sowjet-Unie op atoomgebied en op het gebied van de waterstofbommen
te danken zijn aan de grootse verrichtingen van de Russische wetenschapsmensen en
technici en het Russische volk onder de leiding van Stalin. De grondslagen voor de
successen op raketgebied waren reeds gelegd in Stalin's tijd. Hoe kunnen deze belangrijke
historische feiten ooit worden weggecijferd of uitgewist ? Hoe is het mogelijk dat
Chroestsjow hiervoor alle eer voor zich opeist ?
De Sovjetleiders prijzen en loven Chroestsjow die de grondbeginselen van het
marxisme-leninisme aan een revisie heeft onderworpen en die van mening is dat het
leninisme uit de tijd is als het « schitterende voorbeeld van een door een scheppende geest
ontwikkelde en verrijkte marxistisch-leninistische theorie «.
Wat de leiders van de C.P.S.U. thans doen onder het mom de « persoonsverheerlijking »
te bestrijden is precies wat Lenin zei, nl. : « In plaats van de oudere leiders met hun
normale menselijke inzichten over gewone aangelegenheden, komen nu nieuwe leiders
naar voren... die spreken over bovennatuurlijke dingen en verwarring stichten ».
De Open Brief van het Centraal Comité van de C.P.S.U. belastert ons omdat wij trouw
blijven aan het marxisme- leninisme en beweert dat wij « de praktijken, de ideologie en
moraal, de vormen en methoden van leiderschap die een bloeiperiode doormaakten ten
tijde van de persoonsverheerlijking aan andere partijen willen opdringen ». Deze
opmerking weerspiegelt weer eens de dwaasheid van de zogenaamde « strijd tegen de
persoonsverheerlijking » die de Russen zeggen te voeren.
Volgens de leiders van de C.P.S.U. volgde er, nadat de Oktober-revolutie een einde had
gemaakt aan het kapitalisme in Rusland, een « periode van persoonsverheerlijking ». Het
schijnt dat het « maatschappelijk stelsel » en de « ideologie en moraal » in dit tijdperk van
de Russische geschiedenis niet socialistisch waren... In dit tijdperk werden de werkers in
de Sowjet-Unie « zwaar verdrukt » en er heerste een « sfeer van angst, achterdocht en
onzekerheid waardoor het leven van de mensen werd vergiftigd » en de Sowjetmaatschappij
werd in zijn groei en ontwikkeling belemmerd.
In zijn redevoering ter gelegenheid van de Sowjet-Hongaarse vriendschapsbetoging op
19 juli 1963 wijdde Chroestsjow enkele woorden aan wat hij beliefde te noemen Stalin's
heerschappij van de « terreur ». Hij zei o.a. dat Stalin « zijn macht handhaafde door middel
van een bijl » en hij beschreef het maatschappelijk stelsel uit die dagen in de volgende
bewoordingen : « ... in die periode kwam het vaak voor dat een man, als hij naar zijn werk
ging, niet wist of hij wel thuis zou komen en of hij zijn vrouw en kinderen zou weerzien ».
« De periode van de persoonsverheerlijking » zoals deze door de leiders van de C.P.S.U.
wordt beschreven was er een waarin meer « haat » en « barbaarse toestanden » heersten
dan in de periode van het feodalisme of het kapitalisme. Volgens de leiders van de
C.P.S.U. hebben de dictatuur van het proletariaat en het socialistische maatschappelijke
stelsel die het resultaat waren van en volgden op de Oktober-revolutie gefaald en zijn zij
er niet in geslaagd een einde te maken aan de onderdrukking van de arbeidende klasse, of
de ontwikkeling van de Sowjet-maatschappij enige tientallen jaren te versnellen. Pas
nadat het 20ste partijcongres de « strijd voerde tegen de persoonsverheerlijking » werd er
een einde gemaakt aan de « zware onderdrukking » van de arbeidende klasse en werd de
ontwikkeling van de Sowjet-maatschappij » plotseling « versneld »...
Chroestsjow zei verder : « Ach, als Stalin maar tien jaar eerder gestorven was ! » Zoals
iedereen weet, stierf Stalin in 1953. Tien jaar eerder zou dus 1943 zijn geweest, het jaar
toen de Sowjet-Unie het tegenoffensief inzette in de grote vaderlandse oorlog. Wie wilde in
die dagen dat Stalin zou sterven ? Hitler !
Het is niets nieuws in de geschiedenis van de internationale communistische beweging
dat de vijanden van het marxisme-leninisme de leiders van het proletariaat belasteren en
beschimpen in een poging de proletarische zaak te ondermijnen door middel van de een of
andere leuze zoals bijvoorbeeld « de strijd tegen de persoonsverheerlijking ».
Tijdens het tijdperk van de Eerste Internationale gebruikte de intrigant Bakoenin
dezelfde taal om Marx te beschimpen. Eerst, om het vertrouwen van Marx te winnen,
schreef hij hem « Ik ben Uw volgeling en ik ben daar trots op ». Later, toen hij had gefaald
in zijn samenzwering die er op gericht was de leiding van de Eerste Internationale aan
zich te trekken, ontzag hij zich niet Marx te beledigen en te zeggen « daar hij een Duitser
en een Jood is, is hij van top tot teen een autoritair iemand» en een « dictator ».
Gedurende de periode van de Tweede Internationale gebruikte de renegaat Kautsky
soortgelijke taal om Lenin te beschimpen. Hij belasterde Lenin door hem te vergelijken
met « de god der monotheïsten » die het marxisme had « teruggebracht tot de status niet
alleen van een staatsgodsdienst, maar ook van een middeleeuws of oosters geloof ».
Tijdens de Derde Internationale bezigde de renegaat Trotzky ook dit soort taal tegen
Stalin. Hij zei dat Stalin een « despoot » was en dat » de bureaucraat Stalin het beginsel
van de leidersverering verspreidde, waarbij de leider als een heilige moest worden
beschouwd ».»
De revisionistenkliek van Tito gebruikt in onze tijd ook soortgelijke taal om Stalin te
besmeuren, waarbij Stalin wordt afgeschilderd als een » dictator » in een « systeem van
absolute persoonlijke macht ».
Het bovenstaande toont duidelijk aan dat de kwestie van het « bestrijden van de
leiderscultus » die door de leiders van de C.P.S.U. op de voorgrond is gebracht een erfenis
is van Bakoenin, Kautsky, Trozky en Tito, die één voor één dit voorwendsel hebben
gebruikt om de leiders van het proletariaat aan te vallen en de proletarische
revolutionaire beweging te ondermijnen.
De opportunisten zijn er in de geschiedenis van de internationale communistische
beweging niet in geslaagd het werk van Marx, Engels of Lenin ongedaan te maken door
laster en beledigingen, en zo zal Chroestsjow er ook niet in slagen door middel van laster,
Stalin's nagedachtenis te onteren.
Lenin heeft eens gezegd dat een bevoorrechte positie nooit een garantie is dat een
lastercampagne ingang vindt. Chroestsjow heeft zijn bevoorrechte positie gebruikt om het
stoffelijk overschot van Staling uit het mausoleum van Lenin te verwijderen maar hij zal
er nooit in slagen Stalin's grootse beeld uit de gedachten van het Russische volk en van alle
andere volken der wereld te bannen.
Chroestsjow mag dan zijn bevoorrechte positie gebruiken om op de een of andere wijze het
marxisme-leninisme te herzien, maar wat hij ook doet, hij zal er nooit in slagen het marxismeleninisme
omver te werpen dat door Stalin werd verdedigd en dat nog steeds wordt verdedigd door
de marxist-leninisten van de gehele wereld.
Wij zouden kameraad Chroestsjow oprecht willen adviseren zijn fouten in te zien en terug te
keren van het verkeerde pad naar het pad van het marxisme-leninisme.
Lang leve de grote revolutionaire leer van Marx, Engels, Lenin en Stalin
Noot: Deze tekst is van vóór de grote proletarische culturele revolutie.