Karl Marx anno 2000

Door Rik Min

Een van de meest fascinerende tekortkomingen van het kapitalisme - naast die van oververhitting, overproductie en het bijbehorende uitbuiten en overbelasten van mensen - is de dramatische koopkrachtverlies als de verburgelijkte middenklasse massaal aandelen gaat zitten kopen.

Door geld 'in aandelen te stoppen', wordt die hoeveelheid geld niet voor andere doeleinden gebruikt.

Immers, zodra een burger zich voor 10.000 gulden of meer aandelen of opties gaat aanschaffen, daalt zijn koopkracht met hetzelfde bedrag. Met alle macro-economische gevolgen van dien. Velen zien het crisisversterkende er niet van, maar dat tikt aan als ruwweg een derde van de werkende bevolking dat gaat zitten doen. De koopkrachtdaling is spectaculair aan het worden. "De Duitse burger consumeert bijna niet meer", klaagt de NRC deze week.

Een koopkrachtige burger hoort in de visie van de kapitalisten te consumeren en alle producten - ook de meest waanzinnigen - die er worden aangeboden te kopen. Dat is feitelijk de bedoeling van 'de kapitalist' als hij hoge salarissen uitbetaald aan de middenklasse.

De gewone arbeidersklasse wordt ook verondersteld zijn geld weer bij bakken terug te 'geven' aan de kapitalisten. Dus de middenklasse op een of andere manier ook. Het is niet de bedoeling van de echte kapitaal bezittende klasse en de middenklassers gelijkwaardig worden en ook proberen een arbeidsloos inkomen te krijgen.

Als niemand meer werkt, stort de kaptitalistische economie in en de bijbehorende kapitaal-accumulatie stokt. Het is niet voor niks dat het kapitalistische systeem de burger af en toe relatief veel laat verdienen. Maar dat moet dan geld wel worden verbrast. Zo een koopkracht-injectie - uit nood - is eigenlijk bedoeld om de economie en de productie op gang te houden; belachelijke en minder belachelijke producten te consumeren; en eigenlijk niet om mede-aandeelhoudertje te spelen.

Zo kent het kapitalisme wel meer dilemma's en paradoxen.

De burgers, met naast hun inkomen uit aandelen ook nog een gewoon inkomen uit werk, hebben (of krijgen) een verknipt wereldbeeld en zullen toch vroeg of laat zien dat ze gewoon tot de werkende klasse behoren; zoals iedereen.

Er komt een moment dat kleine aandeelhouders zien dat aandelen vaak goed gaan lopen als er banen wordt geschrapt. Dat kan theoretisch altijd iemands eigen baan zijn of dat van een kennis of wellicht de baan van zijn eigen kind.

Dat de bezittende klasse tegengestelde belangen heeft aan de mensen die hun brood moeten verdienen door te werken, dringt vroeg of laat heus wel door en zal bij velen best wel wringen. Wat goed is voor hem als 'lid' van de bezittende klasse is immers helemaal niet zo goed voor hem als lid van de werkende klasse. Integendeel.

Dit - laten we maar noemen - 'part-time kapitalisme', binnen de werkenden middenklasse, is in West-Europa en de Verenigde Staten tot een cult verheven, maar is en blijft - in bovenbeschreven opzicht - slecht voor de economie. Het wordt echter politiek gedoogd en gestimuleerd om de kring van betrokkenen en belanghebbende bij het kapitalistische systeem zo groot mogelijk te houden. Dat stelt de val van het systeem uit. Hoe meer mensen afhankelijk zijn van het systeem hoe moeilijker het wordt voor kritiek en voor de oppositie; dat is de redenering. Dat het kapitalisme zijn eigen doodgravers creëert en zijn eigen crisissen veroorzaakt, zal weinigen voorlopig een zorg zijn. Ons is het wel een zorg. Hoe laten we zien dat het voor iedereen beter is om een 'behoefte-driven economie' te hebben in plaats van een 'winst-driven economie'. In gewoon Nederlands: "socialisme is beter voor iedereen dan kapitalisme".

(De werkende klasse kan immers zelf zijn door hen geproduceerde meerwaarde en winsten verdelen en/of investeren. De bezittende klasse (van kapitaal-, grond- en productiemiddelen-bezitters) is nergens voor nodig: ze veroorzaakt alleen maar ellende, permanente onderdrukking op wereldschaal en imperialistische oorlogen.)

Enschede, 24 aug. 2000