Privatiseren binnen het onderwijs.

Zin en onzin.

(discussiestuk)

Door Rik Min. Eerste versie 1996. Kleine aanpassingen 2021.

Privatisering is op dit moment (1995 - 1996) in ons land een belangrijk onderwerp van gesprek. Vrijwel dagelijks doen zich nieuwe en verdergaande ontwikkelingen op dit terrein voor. Zo op het eerste gezicht lijkt het terrein waarop privatisering plaats vindt zeer divers. De argumentatie van de regering trouwens ook. Soms is er sprake van gelegenheidsargumenten. Maar meestal is er sprake van voldrongen feiten politiek en een "salami tactiek" van schijnbaar kleine pijnloze stapjes.

De privatisering dient allereerst in verband te worden gebracht met de gehele ontwikkeling in een hoog-ontwikkelde kapitalistische maatschappij. Het vormt een onderdeel van de herstructurering van die maatschappij naast de vermindering van de voorzieningen. Het is een reactie op een te ver doorgeschoten kapitalisme, op een te ver doorgeschoten vermaatschappeling. Het hoog-ontwikkelde kapitalisme is objectief te veel in de richting van het socialisme gegaan. Hoe hoger de kapitalistische maatschappij tot ontwikkeling is gekomen, hoe meer elementen daarin komen die ook bruikbaar zijn voor een socialistische maatschappij. Men is dus in feite bezig om daar een antwoord op te geven: Het terugdringen van de collectiviteit, het verheerlijken van het individualisme, het terugdringen van overheidsmonopolies en collectieve voorzieningen en daarbij tegelijk het terugdringen van de democratische controle. Omdat zij anders aan de orde zouden moeten stellen dat de maatschappij in een andere richting veranderd zou moeten worden.

Conservatief

Daarom is privatisering en alles wat er mee samenhangt in wezen conservatief. Het leidt tot een verandering van de maatschappij in de richting van een oud-kapitalistische maatschappij. Voor het "private kapitaal" (de "bezittende klasse") wordt het steeds moeilijker om de productie te verhogen en afzetmarkten te vinden. Dat betekent dat het private kapitaal zich werpt op andere zaken in de maatschappij. Om twee redenen. Ook de geldschieter ('het kapitaal') ziet de productiekosten. De kosten van de collectieve voorzieningen (bijvoorbeeld universiteiten) vormen steeds meer een belangrijk deel van hun productiekosten. Als een steeds groter deel van de mensen voor hen overbodig wordt, maken ze een steeds groter deel uit van hun productiekosten. Het tweede argument is, dat in de dienstverlenende sector voor hen een grote markt zit. Dat is de enige sector waar nog enige groei in zit, het is voor hen zeer lucratief om daar in te springen.

Hoe komt het waarom wat nu geprivatiseerd wordt ooit een collectieve of staatsaangelegenheid is geworden? In feite is dat ook een uitdrukking van de tegenstrijdigheid van het kapitalistisch stelsel. Een belangrijke reden was, dat sommige zaken gewoon niet overgelaten konden worden aan concurrentie en winstbejag. Het onderwijs en de gezondheidszorg, maar ook volkshuisvesting, zijn daar voorbeelden van. Dat is een belangrijke achtergrond van de collectieve voorzieningen, waarbij de strijd van de arbeidersbeweging een belangrijke rol heeft gespeeld in het tot stand brengen. Daarmee zijn staatsbedrijven nog niet socialistisch. Maar wij zitten nu in een fase dat de machthebbers van het kapitaal vinden dat dat te ver gegaan is. Dat de speelruimte voor privé beleggingen te klein geworden is.

Stichtingen

Een belangrijke reden om te privatiseren is dan ook dat daar nieuwe beleggingsgebieden gecreëerd worden. Ideologisch gaat de privatisering gepaard met het propageren van het profijtbeginsel. De mensen moeten in zichzelf investeren en kleine ondernemertjers worden. Dit zien wij op de UT ook. Stafmedewerkers worden in de richting van een stichting of bedrijfje geduwd. Op dit moment wordt bijvoorbeeld vanuit het CvB bij personeelsleden bevordert om een in de UT ontwikkeld product in een privé stichting onder te brengen i.p.v. in de UT te houden. Zonder dat de U-Raad en de KPS daar een weldoordacht beleid over heeft ontwikkeld. Aan dit soort ontwikkelingen zitten in deze crisis tijden mogelijk goede kanten, maar ook enkele onderschatte negatieve neveneffecten. Werkzaamheden van personeelsleden komen terrecht in een schemergebied van privé belangen en algemeen belang.

Privatiseren is al veel langer aan de gang. Het betrof meestal de nevenactiviteiten, maar wat je nu ziet is dat ook kernbedrijven of kerndiensten geprivatiseerd worden. Er worden zelfs proefballonnetjes opgelaten om alle universiteiten te privatiseren, zoals onlangs door de rector van de Universiteit Limburg (prof. V. Bonke) werd bepleit.

Indicaties

Het begint meestal met het moeten gaan werken met een eigen budget. De directeur of beheerder moet zich aan dat budget houden. Met het gevolg dat dat vooral teruggevoerd wordt op het personeel of de personele bezetting.

Budgettering leidt dan vroeg of laat tot een vorm van uitbesteding. En dat is een eerste fase van privatisering. Een ander ervaring met de privatisering is dat de vernieuwing van het materiaal, verbouwing van gebouwen, allemaal vóór de eigenlijke privatisering plaats vindt. Het kunnen ook indicatoren zijn voor mogelijke plannen in die richting. Dergelijke grote investeringen worden nu dan al gedaan, zodat het straks als er daadwerkelijk geprivatiseerd is, niet meer op de winst drukt. Dat is gebeurt bij de privatisering van de PTT en de NOS: de huidige KPN resp. NPO.

Aanvankelijk onderschatten mensen de privatisering. Men gaat er dan vanuit dat men er wel op vooruit zou gaan. Bij CAO onderhandelingen blijkt dat dan echter heel anders uit te pakken. Men ziet de privatisering dan pas van de andere kant. Bijvoorbeeld bij de posterijen bleek er -in tegenstelling tot bij de geprivatiseerde postbank- plotseling geen 13e maand meer te zijn en bleek het vakantiegeld achteruit te zijn gegaan.

Wat je ook ziet als een instelling is geprivatiseerd, dat het bedrijfsleven de commissaris-plaatsen gaat opeisen. Dat is een twijfelachtige zaak. Maar het toont wel aan waar het uiteindelijk om gaat. De uiteindelijke doelstelling zal zijn dat men een instelling wil loskoppelen van de invloed van de politiek of van democratische organen, zoals bijv. de Faculteits- en Universiteitsraden.

Mechanismen

Pivatisering is geen Nederlandse uitvinding. Het is een bewuste poging van de bezittende klasse (c.q. de uitvinders van het neoliberalisme) in de westerse samenleving om zich de meerwaarde die opgebracht is door de gehele werkende bevolking toe te eigenen. Het recept is overal het zelfde: ontslag of afvloeiing van ambtenaren, privatisering, grote geldbedragen trachten uit te lenen, opening van grenzen. De overheid wordt daarbij nog slechts gezien als een instelling die de bewapening voor haar rekening dient te nemen en politietaken uitoefent.

De Nederlander is op de lange duur uiteindelijk bij privatisering de dupe. Zoals al eerder de Engelsen bij de verkoop van de PTT (nu KPN), de waterleidingsbedrijven, de energiebedrijven, maar ook de Britse universiteiten, de dupe van Thatcher's uitverkoop zijn. Want in Nederland is na de verkoop van de PTT (KPN) nu aan de beurt: delen van de gezondheidszorg (m.n. de eerste lijn), gevangenissen, psychiatrische ziekenhuizen, havens, staatsbossen, het ijkwezen, de publieke omrope (?), vaarwegen, tunnels, viaducten, openbare scholen, en ook het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek.

Het eindresultaat van een "verzelfstandiging" kan zijn een verlies van arbeidsplaatsen. Er moet immers rationeler en dus gewoon harder gewerkt worden. Door schijnbare, tijdelijke productiviteitsstijging worden er dus mensen overbodig. Men legt zich er over het algemeen schoorvoetend bij neer. Men durft niet te openeren, omdat er immers een onuitputtelijk reservoir aan werklozen is.

Na het privatiseren, komt onvermijdelijk het moment dat de prijzen aan de consument weer hoger en hoger worden. Want er moet en er zal meer winst gemaakt moeten worden. De werknemers zullen meer uitgebuit worden. De salarissen zullen zakken. De productiviteit zal stijgen en de rendementen ook. Er zijn helaas mensen die daarover nog illusies hebben. Er zijn mensen die zeggen: er wordt jarenlang bezuiningd op de ambtenarensalarissen. Wanneer wij een vrij bedrijf zijn zitten wij beter, want dan zijn wij van de kortingen af. Dit is naar mij mening dus een regelrechte illusie. Onder de consument wil ik hier nadrukkelijk en met name de student noemen. Die krijgt uiteindelijk steeds slechter onderwijs en heeft door privatiseringen ook nog slechtere vooruitzichten op een baan.

Strategie

Pasklare strategieën voor de strijd tegen privatisering, voor het aangaan van bondgenootschappen in de strijd ontbreken nog. Het is echter noodzaak enkele hele leugens en halve waarheden over privatisering door te prikken. De media zijn nu veel te vaak nog in staat om de mensen tegen elkaar uit te spelen. Het ontbreekt aan goede informatie en medewerking van de meeste politieke partijen. Het antwoord op deze ontwikkelingen moet zijn dat de werkende mensen zelf, consequent en langdurig moet vechten voor de meest voor de handliggende dingen: voor goede arbeidsomstandigheden, het handhaven en verkorten van de 38 uurige werkweek, haar loon, haar ontplooiingskansen en haar vrije tijd. Universitaire medewerkers en studenten zullen hier het voortouw moeten nemen, zij zijn traditioneel de mensen die fabeltjes de wereld uit moeten helpen. Te beginnen bij de UT?

Rik Min, 24 mei 1989. Update: 2021.

(Dit stuk is ontstaan uit beschouwingen, openbare en besloten discussies, interne beraadslagingen en besluitvorming in de Universiteitsraad in de periode 1995 - 2000.)

Stellingen met betrekking tot privatisering

1. Bij privatisering van onderwijstaken wordt aan beginnende studenten onderwijs gegeven door steeds minder ervaren medewerkers. (Piet Vroom; NRC, 9 sept. 88).

2. Privatisering leidt vroeg of laat tot prijsopdrijving en onveiligheid.

(Voorbeeld van het een: collegegelden bij EUR en in bij de private universiteiten van de USA, maar ook waterleidingbedrijven in England en PTT in Nederland; voorbeeld van het ander (uit de milieusector): Zegwaard Delft. Een voorbeeld van kostenopdrijving van de ABVA/KABO, uit een rapport uit 1982, is rijkswaterstaat waar in aangetoond werd dat diensten van rijkswaterstaat goedkoper bleken te zijn dan die bij particuliere bureaus.)

3. Privatisering leidt vroeg of laat tot kartelvorming of onderlinge prijs-afspraken. (in een recentie door Paul Kapteyn in NRC, n.a.v. boek van prof. Bomhoff)

4. Bedrijfjes of burootjes van universiteitsmedewerkers is

  • 1. concurrentievervalsing voor andere bedrijven,
  • 2. parasiteren op geld van de overheid en
  • 3. verziekt de intermenselijke verhoudingen binnen een vakgroep.

(Voor het eerste punt zie jonge starters in BTC, die klagen dat UD's "onder de prijs" adviezen geven; voor het tweede punt: zie "toko's" van medische specialisten aan academische ziekenhuizen; voor dat laatste punt: zie o.a. de discussiebijdrage K. de Jonge vorig jaar in U-Raad (ter inzage bij KPS)).

5. Privatisering lijkt in eerste instantie beter voor het personeel, vanwege de aversie die men heeft voor de logheid, "creativiteitsloosheid" of de burocratie van het aparaat , maar na een tijdje geprivatiseerd te zijn blijkt er niets veranderd...

(Zie en hoor bijvoorbeeld over de burocratie bij Philips of Shell e.d. grote bedrijven)

6. Nationalisatie heeft ons geen stap dichterbij een socialistische samenleving gebracht; privatisering brengt ons geen stap terug.

7. Privatiseren botst in Nederland met sociale ontwikkelingen van dit moment.

8. Privatiseren van een overheidstaak is een soort sterfhuisconstructie.

(De kosten zijn uit de rijksbegroting geschrapt c.q. wegbezuinigd; als men het redt prima, indien niet levensvatbaar ook goed.)

9. Privatiseren is in wezen de klok terugdraaien, dus conservatief.

Diverse nagekomen extra argumenten:

Privatisering is op dit moment in ons land - en ook op de universiteiten zoals de Universiteit Twente - een belangrijk onderwerp van gesprek. De KPS (de progressieve fractie in de U-Raad) krijgt er in de Universiteitsraad veel mee te maken. Vrijwel dagelijks doen zich nieuwe en verdergaande ontwikkelingen op dit terrein voor. Enkele recente ontwikkelingen in Nederland op het terrein van de privatisering zijn:

  • de PTT;
  • de gezondheidszorg projecten (van bijv. Vendex);
  • de cellen op het politiebureau te Alkmaar die bewaakt worden door een particuliere beveiligingsdienst.

Bij de Universiteit Twente zijn op dit terrein dingen gebeurd met betrekking tot

  • de privatisering van delen van de laboratoria;
  • de schoonmaakdienst;
  • de kwestie Technopolis;
  • de post doc opleidingen (bijv. bij Bedrijfskunde).

Dreigende privatisering lijkt plaats te gaan vinden bij:

  • de diensten, zoals Repro,
  • bepaalde onderwijskundige diensten, (denk aan het OC);
  • bepaalde bibliotheek faciliteiten;
  • het rekencentrum met haar diverse aktiviteiten;

Zo op het eerste gezicht een heel divers terrein waarop privatisering plaats vindt. Het lijkt erop of ze niets met elkaar te maken hebben. Het tegendeel is het geval. De bedoeling van dit stuk is te proberen de samenhang aan te tonen tussen de verschillende soorten en de diverse terreinen waarop privatisering plaats vindt en de motieven en argumenten daarachter te ontcijferen en mogelijk uiteen te rafelen, zodat wij binnen de KPS bij beleidsvoorbereiding er ons voordeel mee kunnen doen.

Want na de verkoop van de PTT (KPN), zullen de VVDers, CDAers, de commissies-Dekkers etc. wel verkopen: de gevangenissen, de gekkenhuizen, de haven van IJmuiden, de staatsbossen, de eerste-lijns gezondheidszorg, en de andere lijnen der gezondheidszorg, de vaarwegen (??), de tunnels, de viaducten (??), de openbare scholen, het wetenschappelijk onderwijs (?) en onderzoek (!!), het ijkwezen, de publieke omroep (?), enz., enz.

Weg met de politiek van uitverkoop van Nederland. Weg met het waanidee van het particuliere initiatief. Weg met deze VVD en CDA politiek, Weg met het waanidee van "vrije, ondernemings gewijze productie", etc. etc. Na het privatiseren, komt onvermijdelijk het moment dat de prijzen aan de consument weer hoger en hoger worden. Want er moet en er zal meer winst gemaakt moeten worden. De werknemers zullen meer uitgebuit worden. De salarissen zullen zakken. De productiviteit zal stijgen en de rendamenten ook. De toppen van de bedrijven zullen elkaar weer vinden, zoals gebruikelijk in het kapitalistische systeem. Zij maken afspraken onderling. Het volgende kartel is weer geboren. De prijzen kunnen stijgen; de lonen kunnen zakken. In heel het zogenaamde 'vrije westen' zijn linkse ideeen een beetje over-ruled op het moment. Dus pak je kans. Na mij de zondvloed. In de Kamer zijn helaas ook de sociaal-democraten ook op de meer-winst- is-meer-werk-toer. Het idee is er alom in geramd, via kranten, radio en TV, dat meer winst is meer werk toch klopt. Dus er moet meer winst gemaakt worden om meer werk te creeren. Het is waanzin en het is onwaar gebleken. Men zegt feitelijk "Als onze kapitalisten het maar beter hebben dan de kapitalisten in het buitenland dan krijgt de bevolking van Nederland het vanzelf ook beter". Echter er komen steeds meer werklozen en minder koopkracht. Inmiddels zijn er 1.1 miljoen uitgeslotenen. Alles meegerekend.

Enschede (circa 1996). Update 2021.