Cuba nieuwsbrief december

Socialisme van Cuba, een alternatief

Door Rik Min,

Dit is een samenvatting van een lezing op een Cuba avond in Utrecht, 21 januari 2009

Dit artikel gaat over socialisme, het socialisme van Cuba, en wat het voor daar en voor hier betekent. Is socialisme een alternatief voor crisis? Wat is het wezenlijk verschil tussen kapitalisme en socialisme? Ik zal het hebben over het wetenschappelijk socialisme en het marxisme als wetenschap. Veel mensen weten vaag dat socialisme : 'de productiemiddelen in handen van de bevolking' is. En dan houdt het vaak op. Sommigen zeggen: "De arbeiders worden daar toch ook uitgebuit?" Sommigen beweren glashard: "De staat pikt alles in". Of: "Arbeiders zijn toch geen echte eigenaren van fabrieken en bedrijven?" Je kunt in deze kakofonie van geluiden, als communist ook een andere benaderingswijze kiezen. Een benaderingswijze die juist nu, tijdens de heftigste crisis ooit, aan ons een beter inzicht geeft in wat socialisme en in het bijzonder dat van Cuba, macro-economisch gezien, eigenlijk is. Een benaderingswijze vanuit de meerwaardetheorie is hier dan ook op zijn plaats.

Jullie weten dat kapitalisme eigenlijk de macht van het internationale financieringskapitaal is, tenminste, als het in handen is van de verkeerden, de kapitalisten. De totale hoeveelheid spaargeld dat op de bank staat, de som van alle spaargelden van de bevolking, is in een kapitalistisch land in handen van enkelen. Hier in het westen worden sommige lieden, enkelen dus, stinkend rijk van ons spaargeld. Ze geven jou en mij 1, 2 tot 3 % rente en dat is alles. Dat is een fooi ten opzichte wat zij met dat geld en 'hun' investeringen verdienen. Zij bepalen waar dat kapitaal verder wordt geïnvesteerd, voor welk doel het wordt aangewend en bepalen waar de meeropbrengst van dat kapitaal - dat geld - naar toe gaat. Naar de bezittende klasse. En die meeropbrengst van al dat spaargeld van de gewone man is gigantisch.
In een socialistisch land als Cuba, is het nationale financieringskapitaal in handen van de socialistische maatschappij. De socialistische maatschappij bepaalt waarin het wordt geïnvesteerd en waar de revenuen, de opbrengsten, naar toe gaan. De opbrengsten gaan niet naar private personen zoals in kapitalistische landen, maar worden teruggeploegd in de maatschappij en gaan - in allerlei vorm - voor 100% naar de bevolking retour. Dus in het socialisme is het niet zo zeer dat de productiemiddelen fysiek in handen van de bevolking zijn, maar dat de bevolking ook eigenaar is van het totale financieringskapitaal. Dat kapitaal is in handen van de bevolking. In het westen is dat niet het geval. Daarmee is de Cubaanse bevolking aandeelhouder van alle fabrieken en bedrijven. De bevolking in socialistische landen is dus echt, werkelijk de bezittende klasse geworden en heeft - naast loon uit arbeid - inkomen uit bezit. In een socialistisch land heeft iedereen een dubbel inkomen; een inkomen uit gewone arbeid en een inkomen uit bezit. De grootte van het tweede is ongeveer vergelijkbaar met de grootte van het eerste.
De consequentie? Allereerst is het schokkend te merken dat velen het zich niet realiseren dat er iets heel belangrijks gaande is op Cuba en in socialistische landen in het algemeen in de inkomenssfeer van mensen, maar vooral dat bewoners van socialistische landen naast een baangarantie c.q. werkgarantie, ook een inkomensgarantie hebben en andere soorten van garanties, die wij, in kapitalistische landen niet hebben of zelf moeten betalen. Natuurlijk is het zo dat het in werkelijkheid niet altijd in geld wordt uitgekeerd, maar in de vorm van gratis onderwijs, vaktrainingen, gratis medische zorg, werkongeschiktheid garantie, bijna gratis geneesmiddelen, geen belastingen zoals bij ons, allerlei veiligheidsgaranties, algemene bescherming, sociale zekerheid, goedkoop reizen, goedkoop op vakantie kunnen, etcetera. Studies van de PvdA/België tonen aan dat daarmee het inkomen van de Cubanen en het inkomen van de gemiddelde Nederlander met elkaar te vergelijken zijn en helemaal niet zo gek veel verschillen.

In Cuba en andere socialistische landen wordt de meerwaarde aangewend voor alles en iedereen. Soms ook - natuurlijk - om het directe loon van de betrokken persoon te verhogen; maar vaak - vanwege allerlei democratische gekozen redenen - ook niet. Dat een werkende met zijn arbeid dus als het ware twee soorten waarden produceert, moet in een economie goed zichtbaar worden gemaakt. In het socialisme is dat zo. In het kapitalisme blijft dat verborgen. Om dit te kunnen zien en te begrijpen moeten mensen willen studeren en moeten mensen dingen willen uitzoeken. En je moet het tenslotte kunnen plaatsen in een geheel der dingen en het (dus) leren begrijpen. Je ziet het immers pas, als je het begrijpt. Bankcrisis.

Tijdens de bankcrisis in augustus hebben we gezien hoe het kapitalisme werkt. Wij hebben toen met z'n allen eigenlijk voor het eerst ook echt geroken aan het socialisme. Velen waren zich daarvan niet bewust. Wouter Bos ook niet. Toch waren er 100 rechtse Republikeinen in de USA die zich dat wel bewust waren. En communisten natuurlijk. Die 100 rechtse Republikeinen wezen alle maatregelen van minister Paulson af. Ze hebben ook niet meegestemd met het tweede plan Paulson van 800 miljoen dollar aan banken om ze voor het omvallen te behoeden. Die 100 rechtse Republikeinen begrepen dat door die plannen de existentie van private personen (en het feit dat ze zelf met hun geld bij de bank mogen doen wat ze willen), in het geding was. Ze zeiden dat ze geen "socialistische maatregelen" met betrekking tot het geld van individuen duldden. Let wel: ze zeiden geen sociaal-democratische maatregelen maar echt socialistische maatregelen. Weinigen hadden op dat moment door wat die rechtse Republikeinen wel door hadden. Het geld mag niet in handen komen van de overheid. De overheid mag niet bepalen waarin het wordt geïnvesteerd en - het allerergste - de overheid mag onder geen beding de revenuen van hun (het) bank- of financieringskapitaal opstrijken zoals privé personen al honderden jaren gewend waren te doen. Communisten begrepen die 100 rechtse Republikeinen wel. Sociaal-democraten begrepen en begrijpen het gewoon tot op de dag van vandaag nog niet.
Geloof maar dat rechts bang is voor China, Cuba en in mindere mate voor Chavez. Immers, als de zeggenschap over het internationaal of het nationaal financieringskapitaal in handen komt van de staat, dan is het niet meer in handen van private personen en kan men niet meer ongestoord - via één of andere bankklerk - investeringskapitaal (van derde personen) toegeschoven krijgen.

Werkloosheid

In een socialistisch land is werkloos worden (hoewel het al zeldzaam is) op zichzelf geen probleem, zoals het bij ons in een kapitalistisch land wèl een enorm probleem is. Iemands hele existentie wordt er door aangetast. Zonder werk geen zeker inkomen en geen sociale zekerheid. Fabriekssluiting, hoewel het zeldzaam is, is ook geen probleem in een socialistisch land. In de DDR gebeurde het wel dat een bepaalde afdeling werd gesloten en mensen gewoon binnen de kortste keer een andere baan of ander werk vonden. Er is geen werkloosheid in socialistische landen. Alleen al omdat er geen werklozenleger nodig is om de lonen te drukken, zoals hier. ( . . . . . . )

Marxisme is een wetenschap, een wetenschap die voorspelt hoe iemand, (een privaat persoon of een socialistische staat) "rijk kan worden" of hoe je "rijkdom kan genereren" Wij communisten, marxisten, weten dat in principe beter dan de kapitalisten. Als de kapitalisten het al weten, zullen ze dat natuurlijk verhullen. Wij zullen in onze kapitalistische landen dus alles moeten doen om het systeem van kapitalisme en het roven van de meerwaarde, aan de orde te stellen en uit te leggen. Overal waar we komen en in elke club waar we in zitten. Het wetenschappelijk socialisme is opgebouwd rondom de 'politieke economie' (zoals marxisten dat wetenschapsterrein noemen). Het wetenschappelijk socialisme begint met een goede analyse, een 'materialistische' analyse, een analyse gebaseerd op concrete cijfers en feiten. Het dialectisch materialisme is daarbij onze analyse methode; altijd uitgaande van de feiten en altijd beseffende dat dingen permanent veranderen of veranderen kunnen. Met dit soort analyses, en met deze methode, kunnen we de economische processen stap voor stap bestuderen en proberen te begrijpen; proberen de logica achter dingen van het kapitalisme te zien. Zelfs kan deze analysemethode gebruikt worden om de logica van de economie van de socialistische landen en de maatregelen die zij keer op keer in de praktijk moeten nemen, te doorgronden. Cuba, Vietnam en China zijn uitstekende casussen om te bestuderen. Elk land heeft nu eenmaal zijn eigen specifieke omstandigheden en derhalve ook zijn eigen specifieke economische regels opgesteld. Het is nuttig dat te bestuderen, want al deze economieën hebben gemeen dat socialistische landen de welvaart kunnen laten groeien en de omringende kapitalistische landen achter zich kunnen laten. Maar dat eist van ons dat we door allerlei fabeltjes en onzin die over die landen wordt verteld, heen kunnen kijken.

Managers die opgeleid zijn op universiteiten in kapitalistisch landen zoals in Nederland komen kennis tekort om bedrijven goed te leiden; economisch goed te leiden. Jarenlang hebben Amerika en Nederland managers op een heel bepaalde manier opgeleid en letterlijk 'volgegooid' met eenzijdige neoliberale vaardigheden. Nederlandse managers waren op een gegeven moment zelfs een soort exportproduct. Men ging de Oost-Europese landen demonstratief helpen met hun 'kennis en kunde'. We hebben gezien hoe dat uit heeft gepakt. Van crisis en crisisbeheersing bleken ze geen kaas gegeten te hebben. Ze hebben uiteindelijk vele bedrijven in de gevarenzone gebracht en/of opgezadeld met giftige financiële producten. Hoe worden wij gehersenspoeld?
Jaar Jaar in jaar uit werd tegen communisten gezegd: "Er kan geen crisis meer komen, wat jullie en jullie 'marxistische leer' vertellen is uit de tijd". "Wij hebben nu inmiddels de knapste koppen en de beste economen in dienst en die zorgen ervoor dat er nooit meer een crisis kan ontstaan". "Jullie hebben geen bekende economen; wij hebben tenminste Tinbergen, Heertje en Mansholt". "Jullie altijd ook met dat gedoe over meerwaarde". Etcetera.

Nu, anno 2008/2009 staan diezelfde mensen, die ons 30, 40 tot 60 jaar lang niet hebben zien staan en niet hebben willen geloven, met hun mond vol tanden. Twintig jaar liet de crisis ook op zich wachten. De marxisten hadden een crisis rond 1990 voorspeld. Die kwam toen niet. Dat gaf hen de moed om ons uit te lachen. Waarom kwam die crisis toen niet? Heel simpel! De muur viel en daardoor kon de kapitalistische economie de onvermijdelijke economische crisis nog 20 jaar rekken. Nu is de economische crisis er dan toch. Socialistische landen kennen geen crisis. Daar gaan de mensen op de eerste plaats, vóór het kapitaal. Niet de winst maar de mens komt eerst. Wat de socialistische landen wèl kennen, en vooral de Sovjet Unie kende, waren boycots, fysieke intimidaties, anticommunistische schermutselingen, het rondstrooien van onzinverhalen over socialistische leiders en socialistische economie en - zeker in Oost-Europa - regelrechte sabotage door kleine groepen dissidenten en saboteurs. Dat maakte het dat de groei in welvaart vaak minder groot uitviel dan gepland; met alle negatieve gevolgen.

Hoe werkt de democratie op Cuba?

Een voorwaarde voor democratie is dat het beheer van de productiemiddelen en het financieringskapitaal voor de bevolking de goede kant uitwerkt. Natuurlijk wil men de individuele lonen zo goed en hoog mogelijk laten zijn. Maar omdat fabrieken, bedrijven, instellingen en het financieringskapitaal van de bevolking zijn, zullen er ook opbrengsten naar de bevolking vloeien (de meerwaarde) en indirect ook naar die afzonderlijke werknemer gaan. De democratie werkt via wijkcomités, gemeentes, provincies en het landelijke parlement. Afgevaardigden worden gekozen voor hogere organen. Mensen uit de wijkcomités, buurtcomités en/of wijkraden kunnen - getrapt verkozen - doorstromen naar plekken waar de bevolking hen wenst. Bijna iedereen doet daar aan mee. Is ergens lid van. De democratie staat aan het roer van de economie. De communisten werken daar parallel aan. Houden het goed gescheiden, maar leveren vaak de beste analytici, de beste economen en de beste bestuurders in deze organen. De rol van de communistische partij is er primair om er voor te zorgen dat het kapitalisme niet meer terugkomt. Immers dat economische systeem van uitbuiting en blijvende armoede, wenst niemand ooit meer op Cuba terug te krijgen.

Investeren in plaats van consumeren

In een socialistische samenleving moet je net zo goed investeren als een kapitalistische samenleving doet. Er moet bijvoorbeeld een plantage worden aangelegd. Er moeten bijvoorbeeld bussen worden gekocht of gemaakt om een vervoersnetwerk op poten te zetten. Etcetera. Hoe pak je dat aan? In kapitalistische landen doen private partijen de meeste investeringen in fabrieken en bedrijven. Maar met een heel ander oogmerk! Het belangrijkste economische principe in een socialistisch land is investeren en pas op de tweede, derde of vierde plaats consumeren. Investeringen pakken voor de bevolking in socialistische landen zoals Cuba, volledig anders uit dan voor de bevolking in kapitalistische landen. Overschotten aan producten en kapitaal komen hier de bevolking niet ten goede. Sterker nog, overschotten worden liever vernietigd dan dat ze aan de bevolking worden gegeven. Ik wil hier - in dit verband - ook kort even ingaan op het woord staatskapitalisme. Doordat er in een socialistisch land ook kapitaal is, er ook geïnvesteerd wordt en er ook fabrieken en bedrijven zijn, wordt een socialistisch land wel eens verweten dat het staatskapitalisme is. Het is in sommige kringen een scheldwoord. Maar wij communisten weten wel beter. En zien dat anders. Omdat de meerwaarde van kapitaal in overheidshanden 100% ten goede komt aan de bevolking kunnen we dat woord best af en toe gebruiken. Het verheldert net zo goed als dat het ook wel wat vertroebelt. Je kunt het begrip meerwaarde als een zuiver kapitalistisch fenomeen zien, maar als je er goed naar kijkt gaat het om wie zich eigenlijk de meerwaarde toeeigent.

Cuba bewandelt een iets ander pad dan China

China heeft in de loop van de 60 jaar een nogal kronkelig pad bewandeld. Cuba heeft een veel minder kronkelig pad begaan. Cuba is afhankelijk geweest van de socialistische landen en heeft nu gelukkig het tij weer een beetje mee. Immers de wind in Latijns Amerika waait inmiddels gelukkig overal uit een andere hoek. In Latijns Amerika heeft Cuba een groot gezag en een groot aanzien. In Europa zien we dat veel minder. Enerzijds omdat we dag en nacht gehersenspoeld worden en anderzijds omdat Cuba natuurlijk nog een beetje in een andere fase zit. Ons worden leugens verteld over socialisme, Cuba, China, 'staatskapitalisme', enzovoorts. Vooral door sociaal-democraten, types als professor Heertje, de VPRO en de VARA. Logisch, het is hun geloofwaardigheid tegenover onze geloofwaardigheid. Dat is per definitie een gevecht op het scherpst van de snede. Een gevecht over het zoeken naar de waarheid over het socialisme en de waarheid over het kapitalisme.

Utrecht/Enschede, 21 januari 2009; updated 27 januari 2009.

Dit artikel stond in de Nieuwsbrief van Solidariteitscomité CubaSol op 12 dec. 2011. [Het hele artikel zie op de website Klik hier]