Dimensies bij multimedia

Bij multimedia spreek ik graag over haar dimensies. De introductie van het begrip dimensie bij multimedia maakt een groot aantal discussies makkelijker; zowel theoretisch als praktisch. Maar om te beginnen iets over 'content' en 'intelligentie'.

Content versus intelligentie

Multimediale software producten kenmerken zich door het feit dat er content is. De content is in principe gescheiden van de programmatuur. Alles wat content is, is kennis, door schrijvers, praters en denkers bedacht en daar zitten auteursrechten op; alles wat programmatuur is, is architectuur, door programmeurs, informatici of ingenieurs bedacht en de eigendomsrechten daarvan liggen anders. Programmatuur op het web is soms een slim script en soms een of andere applet; en maakt de content technisch gesproken dynamisch. Dat geprogrammeerde onderdeel noemen we - technisch gesproken - de intelligentie van een programma. De programmatuur of het script wordt in dit e-book dus aangeduidt met de intelligentie; ook wel: the smart parts. Dergelijke smart parts kunnen bijvoorbeeld ook wiskundige modellen, rule-bases of expert systemen zijn. Dit soort onderdelen maken statische onderdelen, zoals letters, woorden, beelden of onderdelen uit databases derhalve dynamisch; precies wat we vaak willen bij hogere orde educatieve websites (Min, 2002).

Dimensie / content / digitaal

Als we het hebben over dimensie dan hebben we het dus over content. De content is altijd digitaal. De hoeveelheid content, de hoeveelheid letters of de hoeveelheid muziek is zelfs te meten; in kBytes of Mbytes. Het probleem van ons, ontwerpers, is altijd: hoe presenteer ik digitale content aan de gebruiker; aan de leerling of aan een willekeurige of niet willekeurige surfer; ons publiek?

Content moet je - leren - structureren. Dat is een ontwerp-kwestie. Content moet je - leren - in de dimensie te stoppen waar het logischerwijs het beste tot zijn recht komt. Dat is een instrumenatietechnologie-kwestie. Emoties komen bijvoorbeeld het beste over in een stukje digitale video. Iets ingewikkelds uit bijvoorbeeld de microbiologie uitleggen, doe je het beste met een digitaal animatie-filmpje met een parallelle uitleg middels digitale audio. (Zie elders bij R. Mayer, dual code theory, 1996 - 2001.) Het meeste wordt meestal gedaan middels digitale tekst, maar er staan ons in een web-medium vele mogelijkheden ter beschikking. (Zie elders bij R. Min, parallelle instructie theorie, 1992 - 2002.) De ultieme doelstelling van een goede website is de koppeling die alle afzonderlijke onderdelen met alle dimensies die zij bezitten, in een multimediaal product samenkomen. (Zie bijvoorbeeld figuur 2 en 4 en zie de teksten elders in dit boek.)

Tekst versus beeld en/of geluid

Technisch gesproken kunnen we content in vijf soorten onderverdelen: tekst, beeld, animatie, geluid en video. Meestal linair in de tijd en soms lineair in het platte vlak. (Als je begrijpt wat ik bedoel.) We kunnen de contents uitzetten op een as in een assenstelsel met vijf assen, en noemen de vijf assen, de vijf dimensies waarbinnen of waarmee ons multimediaal product kan worden gedetermineerd (vastgelegd of bepaald). Multimediale producten bevatten meestal wel content in elke dimensie, varieerend tussen geen en oneindig veel content (per dimensie). Als we - kwantitatief - kijken naar hoeveelheid en de schaalverdelingen op de betreffende assen van het assenstelsel dan kunnen we dat met een getal duiden; bijvoorbeeld 20 kbyte tekst, 30 kbyte geluid of 400 Mbyte video per multimediaal product. Kwantitatief is dat wat moeilijker. We hebben op deze manier een kwalitatieve en kwantitatieve maat om een educatief software product te kunnen duiden (Min, 2002). In onderstaande figuur is een en ander duidelijk in beeld gebracht. Als je wilt kun je (nog) meer dimensies onderscheiden. Ook intelligentie kun je (bijvoorbeeld) als een (aparte) dimensie opvatten. Zie de bijbehorende figuur-tekst bij de figuur.

a.
b.
Figuur 1. De dimensies van een multimediaal product. De vijf dimensies van een multimediaal product zijn: zijn: tekst, beeld, (lineair) geluid, (lineaire) animatie en (lineaire) video. Maar je kunt er in in de praktijk best meer hebben, zoals beweging en reuk.

Bovenstaande figuren xxx. De vijf dimensies van een multimediaal product zijn: zijn: tekst, beeld, (lineair) geluid, (lineaire) animatie en (lineaire) video. Maar je kunt er in in de praktijk best meer hebben, zoals beweging en reuk. Deze dimensies zijn handig als methode van benoeming of bepaling, met name om een product te kwalificeren, te kwantificeren en dus om te classificeren.


Figuur 2. Multimedia heeft, volgens Min, vier, vijf of - zo je wilt - zelfs 8 dimensies: tekst, beeld, geluid, animnatie, video, geur, beweging, intelligentie, etc. Het is maar hoe en wat je meerekent. Intelligentie is - volgens Min - een aparte dimensie die vaak als zodanig vergeten wordt. Deze dimensie heeft met programmeren te maken en maakt dat een mm-product 'intelligent' c.q. 'smart' wordt.

Deze dimensies zijn handig als methode van benoeming of bepaling, met name om een product te kwalificeren, te kwantificeren en dus om te classificeren. Een voorbeeld van een bepaald soort multimediaal web-based product met: tekst, beeld, geluid en video. Een tegenwoordig zeer belangrijke (zesde) dimensie is intelligentie, zoals ingebouwde slimme applets, aangekoppelde scripts en/of ingebouwde expert systemen.


Figuur 3. Een voorbeeld van een sterdiagram. Tegelijkertijd is dit een voorbeeld van educatieve software rondom de casussen van R. Min: iets met 'intelligente' objecten. Objecten die geprogrammeerd zijn in vierde jaars-vakken door mensen die het leuk vinden dat soort technieken in hun algemene ontwikkeling mee te nemen. Een voorbeeld van een bepaald soort multimediaal web-based product met: tekst, beeld, geluid en video xxxx (met géén animaties; d.w.z.: 0 langs de animatie-as). (In de vorm van een 'sterdiagram'.) (Zie bijvoorbeeld onze simulatiepatient 'Maurice'.)


Figuur 4. Een tegenwoordig zeer belangrijke (zesde) dimensie is intelligentie, zoals ingebouwde slimme applets, aangekoppelde scripts en/of ingebouwde expert systemen. Hiermee kun je een sterdiagram maken waarmee je als het ware de kwaliteit en de kwantiteit van een product vastlegd: het aantal dimensies en hoeveel 'kBytes' langs de assen. (Let op schaalverdeling.) Let op dat we dan - op deze manier kijkend - het feitelijk al hebben over 'content'. Elke dimensie heeft zijn eigen content.

Elke dimensie kent zijn eigen soort schrijvers, bedenkers versus ontwikkelaars, vormgevers en opmakers. Elke dimensie kent zijn eigen set van specialisten. Elke specialist heeft zijn eigen vakgebied. Net als in de boekdrukkunst, de kranten-wereld, het wereldje van de radio en de televisie, kent de multimedia-industrie, de ICT-industrie, zijn eigen set van specialismen. Al deze specialisten staan in principe los van de software ontwerper of de software ontwikkelaar. Denk eens over de volgende indeling na:

Dimensie zes: intelligentie; zeven: bewegingen; en acht: reuk?

Hoewel in deze jonge wetenschap van de methoden en technieken van de instrumentatietechnologie er nog heel wat functies en specialismen door elkaar lopen zal de toekomst in de professionele hoek te vergelijken zijn met de film-industrie; maar in de hoek van de thuismarkt meer met de wereld van de Ikea of die van de Lundia-kast waarbij het zelf doen en zelf in elkaar zetten - met redelijke kwaliteit - belangrijk blijft.

Rik Min. Enschede, 15 dec. 2002; updated august 2003.