Referaat Wolfgang Quere, DKP Kreis Borken voor 1 mei viering 2014 Twente

Vertaald uit het Duits: M.J. Smit

Beste kameraden,

Behalve de dominante en bijzonder eenzijdige berichtgeving over het conflict in de Oekraïne, wordt de media berichtgeving in Duitsland dit voorjaar overschaduwd door de zogenaamde "Val van Hoeness". Uli Hoeness is dan ook geen onbekende. Hij was de voorzitter van de voetbalclub Bayern München. In ieder geval weten we tegenwoordig beter om welke bedragen het gaat wanneer de bourgeoisie beginnen met gokken. Het gaat hier inmiddels om het ongelofelijke bedrag van 28 miljoen Euro. En als men dan hoort, dat een iemand aan de onderkant van de samenleving voor de vervalsing van voedselbonnen 21 maanden cel kan krijgen en men vergelijkt deze strafmaat met die van de multimiljonair Hoeness (Hoeness werd op 13 maart tot 3,5 jaar cel veroordeeld) dan is het niet gek dat men door woede bevangen wordt.

De wereldwijde economische crisis, welke een door overproductie veroorzaakte crisis is die vervolgens een financiële zeepbel opblies, heeft de drie klassieke centra van het imperialisme, de Verenigde Staten, Japan en Europa, hard getroffen. Japan, dat in het verleden met recht als tweede imperialistische centrum aangeduid werd, is vandaag een stuk afhankelijker gemaakt. Dit komt omdat in Japan de economische crisis al eerder is ingezet en daar komt de wereldwijde crisis nog bij. Versterkt door de natuurramp en aansluitend de nucleaire ramp bij Fukushima, maakt dat Japan bijzonder hard getroffen wordt.

Daarom gaan we er nu vanuit dat we niet meer met de drie klassieke imperialistische centra bestaande uit de Verenigde Staten, de EU en Japan van doen hebben, maar dat deze nu bestaat uit de Verenigde Staten, de EU en de Volksrepubliek China, terwijl Japan en de BRICS-landen en dan vooral Brazilië, India en Rusland volgend zijn.

Hier komen we natuurlijk bij het probleem, dat het relatief eenvoudig is om de Verenigde Staten en de EU als leidende imperialistische machten te beoordelen, maar dat het tekort door de bocht is om Brazilië, India en Rusland bij China in te delen als tweede wereldblok.

Wat de ontwikkelingen in de EU aangaat, is de situatie zo dat de Bondsrepubliek Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittanië de leidende economieën voorstellen. Maar ook hier hebben we te maken met toenemende verschillen. Zo onderscheidt Groot-Brittanië zich door een versteviging van haar afhankelijkheid van het Amerikaanse krachtenspel en daarnaast van haar handelscentrum Londen. Het Duitse en Franse imperialisme is hiervan een rechtstreekse concurrent. Ongetwijfeld is het Duitse imperialisme op dit moment economisch superieur aan het Franse.

Verder moeten we vaststellen dat er in de periferie van de EU geen sprake is van ontspanning. De bejubelde reddingsoperaties voor Ierland en Spanje zijn meer van economisch-tactische aard, dan dat ze verband houden met de werkelijke realiteit. Het belangrijkste is dat dit met de volksmassa's in deze landen volstrekt niets van doen heeft.

Hieraan voorafgaand kon het Duitse imperialisme tot nog toe een bijzondere koers varen die het reeds voor het uitbreken van de crisis had in de vorm van succesvolle aanvallen op de arbeidersklasse in Duitsland die van haar een lagelonenland gemaakt heeft. De regeringen in Berlijn hebben zich jarenlang massaal gemengd in de loonpolitiek en voor uiterst geringe loonsverhogingen en verlenging van de arbeidstijd gezorgd. Terwijl de vakbonden tot in de jaren 90 streden voor de 35-urige werkweek en deze gemiddeld op 38 uur lag, ligt de gemiddelde werkweek vandaag duidelijk boven de 40 uur. Samen met dit kwam de extreme toename van de lagelonensectoren en het uitzendwerk. Vele werknemers hebben tegenwoordig twee of soms zelfs drie banen nodig om rond te kunnen komen. Dit werd gevolgd door het verhogen van de pensioensgerechtigde leeftijd en massale sociale bezuinigingen, geïntroduceerd onder de Hartz-IV hervormingen.

Dat is de economische achtergrond voor dat, wat het Duitse exportstoomwals genoemd wordt. Binnen de Euro zone en binnen de EU kan men, ondersteund door de ontbrekende exportheffingen en het voordeel van de eenheidsmunt, ongehinderd toeslaan en loodst het het Duitse imperialisme ook nu nog met wezenlijk minder problemen door de huidige crisis in vergelijking met andere landen. Er is sprake van een continue ontwikkeling naar meer integratie, behalve voor een groot deel van de arbeidersklasse. Dit deel van de arbeidersklasse is verantwoordelijk voor een opnieuw opgekomen bewustzijn voor het werken binnen de vakbonden. Dat is de economische achtergrond voor de nog steeds goed functionerende en geïntegreerde arbeidersklasse in het kapitalistisch systeem in Duitsland.

Het is ongewis hoelang het Duitse kapitaal deze rol zal kunnen blijven spelen. De periferie in de EU is aardig leeggebloed. Andere markten met een overeenkomstig potentieel, zoals bijvoorbeeld China, India of Latijns-Amerika zien zich voor een grotere onzekerheid geplaatst, terwijl zij zich in de toestand bevinden waarin de herwaardering van de valuta wordt tegen gegaan. Wij gaan ervan uit dat het dominante gedeelte van het Duitse monopoliekapitaal deze koers angstvallig zo lang mogelijk wil blijven voeren. De succesvolle ontbinding van de arbeidersklasse brengt voor de bourgeoisie beslist voordelen met zich mee.

Wij gaan er eveneens vanuit dat het einde van deze bijzondere rol van het Duitse kapitaal zeer snel gevolgd zal worden door een nog agressievere politiek tegen de sociale verworvenheden. Wat relatief zeker is, is dat de verscherping van de economische situatie vermoedelijke ditmaal niet met een massieve toename van de arbeidstijdverkorting zal worden opgevangen. Ook lijken stimuleringspakketten onwaarschijnlijk. Er kan daardoor zeker een verscherping van de situatie ontstaan, dat mogelijk leidt tot het creëren van nieuwe speculatieve zeepbellen. Een teken daarvan kan de grote stijging van de aandelenkoersen op de Duitse aandelenbeurs DAX zijn wanneer je deze vergelijkt met de vrijwel stilstand van de groei van het Bruto Binnenlands Product (BBP) met 0,4% over het jaar 2013.

In de economische strijd met de Verenigde Staten geldt vooral de richtlijn van het snelle geld, terwijl de Duitse kanselier Merkel in de EU een taaie politiek voor soberheid doorzet, ondanks kritiek van haar partners. Van de transatlantische vrijhandelsakkoorden (TTIP) hoopt het Duitse monopolie sterk op de compensatie van de val van de koopkracht als gevolg van de soberheidspolitiek van Merkel. Het VS-monopolie hoopt op het wegvallen van de belemmeringen van de handel door heffingen.

Het monopoliekapitaal aan beide zijden van de Atlantische oceaan gaan ervan uit dat zij de vrijhandelsakkoorden naar hun eigen voordeel kunnen exploiteren. Er valt veel voor te zeggen, dat deze akkoorden, mochten deze daadwerkelijk van kracht worden, economisch gezien een slachting zullen aanrichten waarvan de gevolgen op de arbeidersklasse afgewend zullen worden. Dit maakt het monopoliekapitaal en het kapitalisme stoutmoediger. Zij weten namelijk, dat het risico bestaat, dat zij de concurrentieslag zullen verliezen. Zij weten immers ook, dat dit over het algemeen door de eigen nationale regering opgevangen wordt en vervolgens op de arbeidersklasse afgewend zal worden.

Naast dit risico voor het kapitaal op zich, dienen deze akkoorden voornamelijk het doel om de arbeidersklasse aan beide zijden van de oceaan bij de strot te grijpen. En dat moeten wij verhinderen door gezamenlijke acties in de EU en met onze collega's in de Verenigde Staten.

Uiteraard zijn deze geplande akkoorden ook gericht tegen de BRICS-landen, waarbij ze vooral China en Rusland op het oog hebben. Hier is er enerzijds sprake van gemeenschappelijke interesses, maar tegelijkertijd is er ook sprake van een contradictie. Dit komt duidelijk naar voren in de ontwikkelingen rondom de Oekraïne en respectievelijk een in een actueel conflict met Rusland.

De Oekraïne is door haar nabije ligging en gevaarlijke crisis een hot spot aan de grenzen van de EU. Desondanks mogen we andere landen dan niet vergeten. In Mali en de Centraal Afrikaanse Republiek is er sprake van een interventie door het Franse imperialisme. Het Duitse imperialisme zal zich hierin vanzelfsprekend ook willen mengen. Dan hebben we nog de oorlog in Syrië. We hebben de vluchtelingensituatie aan de grenzen van de EU en we hebben de interne vluchtelingensituatie, aangezet door rascisme, tot de verdeling van de uitgebuite arbeidersklasse leidt.

Deze situatie in ogenschouw nemen, is er de dringende noodzaak dat wij serieus in overweging nemen wie er zich in de mogelijkheid bevindt om aan de ontwikkeling van de antimilitaristische beweging bij te dragen en de antimonopolistische krachten kan samensmeden. Hiervoor is de nauwe samenwerking van voorhoedekrachten zeer belangrijk. En daarom hoop ik ook in de toekomst op een goede samenwerking tussen de NCPN en DKP in onze regio.