Een aantal sheets

Inhoud: twee fundamentele - online - voorbeelden, plus drie sjablonen voor de opdracht; etc.

Twee voorbeelden

1

. KOOPKRACHT. Hier zien jullie een interactief rekenvel ('spreadsheet'), waarbij je aan de schuifjes ('scrollbars') kunt experimenteren met de koopkracht van de totale nederlandse samenleving (experimenteel en onaf).

2

. CONTROL PANEL. Hier zien jullie een prototype om de kracht en de mogelijkheden van onze animatie-technieken voor het voetlicht te krijgen ('.....').
Jullie zien drie soorten animatie en dat vier maal. Er zijn dus 12 animaties werkzaam. Het geheel is op vier manieren interactief.

Productie

Hoe kun je educatieve software maken?

Er zijn feitelijk drie fundamenteel verschillende manieren om educatieve software of courseware te maken (wellicht zelfs vijf): Let op: In het curriculum horen zogenaamde top-down-vakken onlosmakelijk verbonden te zijn met zogenaamde bottum-up-vakken; verder horen jullie bottum-up-vakken onlosmakelijk verbonden te zien met de funderende theorie-vakken; en ten slotte hoort dit bottom-up-vak 'productie van onderwijssystemen' (uit de D1 fase) onlosmakelijk te worden gezien in samenhang met soortgelijke vakken uit de P-fase en met name met het onderdeel javascript.

Hoe maak je de verschillende soorten en typen educatieve software, courseware, multimedia, mono-multimediale elementen e.d.?

Vijf verschillende manieren van programmeren met hogere programmeertalen

NB. Zie de leestekst elders.

De 80/20-regel

Opmerkingen over het werkstuk

Practicum-opdrachten

Het practicum bestaat uit 10 onderdelen. Drie zullen we er nader onder de loup nemen.

1

. Opdracht 5. Hier zien jullie een dynamisch fenomeen ('.....') (dat soort dynamiek ontstaat d.m.v. een 'loopje').

Jullie zagen hier feitelijk de oplossing van het gevraagde bij opdracht 5. Let op hoe hier de class-file wordt gebruikt. Hoe hij een unieke naam heeft gekregen, etc.

2

. Opdracht 6. Hier zien jullie een groeiende grafiek ... ('.....').

Jullie zagen een sjabloon. Jullie mogen het bij jullie werkstuk gebruiken, maar wel door er een ander model of formule in aan te brengen. Let op hoe hier de class-file wordt gebruikt. Hoe hij een unieke naam heeft gekregen, etc.

3

. Opdracht 10. Hier zien jullie een 2e orde animatie ('.....') (interactief).

Jullie zagen een sjabloon. Jullie mogen het bij jullie werkstuk gebruiken, maar wel door er een ander model of formule in aan te brengen. Let op hoe hier de class-file wordt gebruikt. Hoe hij een unieke naam heeft gekregen, etc.


Einde

Enschede, 19 febr. 2001