Veel gestelde vragen (FAQ's)

Hier vinden jullie informatie over veel - door jullie - gestelde vragen (in het engels Frequent Asked Questions, FAQ's, genoemd).

Waarom werkt mijn applet niet?

Soms werkt je applet niet (ook als je je html-file in de browser keurig ge-'reload' hebt). Dan kun je het zekere voor het onzekere nemen en de browser helemaal uitzetten en opnieuw runnen. Dan zijn namelijk echt alle defaultwaarden - ook die van applets - geheel verdwenen (c.q. 'vergeten'). Reloaden werkt namelijk wel op gewone html-files maar niet op class-files.

Waarom werkt mijn JdK-compiler niet?

Heb je wel het goede pad, waar JdK staat, te pakken? Heb je het goede pad ingesteld waar je source-file staat? JdK staat bij mij op het c-gebied. Bij het practicum elders. (Zie de uitgedeelde procedure-sheet.)

  • 1. Wij adviseren jullie - in ieder geval dit jaar - om op het dos-gebied de java-code met 'javac.exe' te vertalen.
  • 2. Voor de zekerheid zet ik al mijn files - om helemaal zeker te zijn - allemaal op floppy (incl. 'SimLib' en mijn html-files), dan kan ik in mijn dos-gebied (a) keurig het volgende dos-commando intypen:
    a:\>c:\java\bin\javac Cascade.java
    en vertaalt het programma 'javac.exe' keurig de file 'Cascade.java' naar 'Cascade.class'.
  • 3. Om de applet te runnen moet de bijbehorende html-file en 'SimLib' (natuurlijk) ook op het floppy staan.
  • 4. Als dit eenmaal werkt kun je alle bestanddelen (weer) op je eigen werkgebied zetten.

    Waarom gebruiken jullie JdK?

    Wij gebruiken JdK omdat jullie hem gratis en gemakkelijk van internet kunnen halen. (Maar je mag verder alle andere java-systemen gebruiken - als je dat beter vindt en het je lukt het 'aan de praat' te krijgen.)

    Waarom moet ik alles in- en overtypen?

    Nee, dat hoef je niet, en zeker niet als je slim bent. Als - bijvoorbeeld - je een lijst met alle variabelen moet hebben - bovenin je programma-source - dan pak je de startwaarden-lijst (van het web of van elders) en delete je net zolang deze ascii-tekens, en zo slim mogelijk, totdat je een mooie lijst met identifiers gescheiden - met een komma - hebt... (Bijvoorbeeld: k1,k2,N1,N2,N3, etc. stel je samen uit k1=.01; k2=0.2, N1=1.0; etc.) Die ascii-string gebruik je dan om in je programma-source te pasten. Immers zelf typen en typfouten maken, is (vaak) 'levensgevaarlijk' in dit wereldje van de modelvorming en simulatie...

    Hoe begin ik de opdracht?

    Als je met de practicum-opdracht gaat beginnen maak je van te voren een 'plan van aanpak'. Dat is nog geen ontwerp maar een puntsgewijze opsomming van wat je gaat doen nadat je een keuze hebt gemaakt aangaande een model. Op het eerste practicum lever je dat op papier in. Daarna krijg je commentaar. (Voorbeeld 1)

    Waar staat het javaTHESIS-systeem?

    'JavaTHESIS' en 'SimLib' staan ergens in een map met de naam 'Algemeen' bij het vak 'computersimulatie als leermiddel' op de gewone servers van TO. De compiler 'JdK' - die je nodig hebt - staat daar ook.

    Hoe begin ik in javaTHESIS? (I)

    Als je met javaTHESIS gaat beginnen moet je eerst even oefenen met de compiler 'JdK'. Maak een copie van de map 'CASCADE'. (Haal die uit de folder 'Algemeen'; ergens van de TO servers). Verander niks, zelfs niet de naam 'CASCADE', maar breng een hele kleine mutatie aan in de twee sjablonen (templates). Bijvoorbeeld een ascii-string van een 'roepnaam'. Compileer de java-file met JdK. Je krijgt dan een nieuwe class-file. Als je die nieuwe class-file runt - via de HTML-pagina in jouw browser - zie je metteen het eerste effect: jouw mutatie. Indien het opzoeken, muteren en comileren niet werkt of gaat zoals je wilt: vraag dan uw assistent om hulp.

    Hoe ga ik verder in javaTHESIS? (II)

    Als je met javaTHESIS verder gaat kies je om te beginnen een model uit en verzin je een unieke naam (bijv. 'OPDRACHT', CARDIOVASC, FLUIDS, TRANSISTORSCHAKELING of BOILER). Rondom dit model zal alles wat 'CASCADE' is en heet, moeten wijken voor files die dus bijvoorbeeld 'OPDRACHT' heten. Je zult de hele map die nu nog steeds CASCADE heet - en allelei cascade-files bevat - moeten 'renamen en de inhoud 'kanibaliseren', dwz. omvormen tot dingen die met het gekozen model (hier dus 'OPDRACHT') te maken hebben.

    Hoe ga ik door met javaTHESIS? (III)

    1. Dus: eerst oefenen met de compiler JdK in de gedownloadde map op je eigen gebied. Dit noemen we 'materiaalbeheersing'. Je moet als a.s. ontwerper weten wat je gereedschap kan en niet kan. Verzin een naam en pas alle files in de map aan ('renamen'). (Vrijheidgraad 15)
    2. Inventariseer het gekozen model. We noemen dit de 'inventarisatie-fase'. Zoek (voorlopig) uit welke variabelen in aanmerking komen om gevisualiseerd te worden. Zoek uit welke interventies de gebruikers (voorlopig) zeker willen hebben.
    3. Vervolgens het ontwerpen: maak een ontwerp - op papier - van de applet zoals die er uit moet komen te zien en die je nodig denkt te hebben als leermiddel in een bepaalde les op een bepaalde web-pagina voor een bepaalde doelgroep. Bepaal in ieder geval ook de aantallen input- of output-elementen (2, 3 en/of 4) in het window van de applet (Ni, No en Nt). (Vrijheidgraad 17, 18 en 26b)
    4. Dan de realisatie: de java-statements van het model copieren en pasten in de java source. (Zoek of vraag de betreffende file.) Werk en denk vanuit het model. We noemen deze werkwijze: "van onder naar boven werken". (Vrijheidgraad 24)
    5. Etc.... (Zoals op colleges deels is uitgelegd.) Neem hier ruim de tijd voor. Het is een hele klus. (Vrijheidgraden 1 t/m 26)
    6. Nadat de applet klaar is maak je verder de instructie op de HTML-pagina af. Dat is de 'instructie-fase'. Bespreek met de gebruikers (normaal meestal een bepaalde vooruitstrevende leraar) (maar het kan bijvoorbeeld ook de Stichting Leerplanontwikkeling, de SLO, zijn) wat voor opdrachten, casussen, instructie, etc. er moeten komen.

    Waarom is de toets individueel?

    De toets is individueel omdat wij bij dit vak - en vanwege onze doelstellingen - iedere student individueel willen toetsen op zijn/haar opgedane kennis en vaardigheid. Bij het practicumwerkstuk - dus als je met meer dan een persoon werkt - kan niemand (en wil niemand) differentieren. Daarom een individuele toets, dat is een prima instrument om aditioneel en correct iemands kennis en vaardigheid te meten.

    Om allerlei redenen tellen we het cijfer voor het werkstuk tweemaal en het cijfer voor de toets eenmaal mee in het definitieve eindcijfer.

    Waarom kunnen we bij het practicum niet in groepjes van drie werken?

    Dit vak toets kennis met betrekking tot dit vak 'simulatie als leermiddel' van studenten individeel. Dit gebeurt door middel van een werkstuk (het software product) en door middel van een toets. Liefst hadden we alle studenten helemaal alleen werkstukken laten maken. Dan weten we zeker dat alles van en uit dit vak is overgekomen.

    Waarom begint het practicum pas na 4 of 5 colleges?

    Als je met het practicum wil gaan beginnen heb je vrij veel voorkennis nodig. O.a. hoe javaTHESIS werkt. Wat parallellisme is. Wat simulaties kunnen bewerkstelligen? Hoe zien simulaties van dit type eruit? Die voorkennis kun je niet uit een boekje leren. Daar zijn de eerste colleges voor.

    Enschede, 6 okt. 1999