Wat je hier ziet is een demonstratie-programma van een simulatie van de rekbaarheid van de aorta. De technische vorm is een animatie met bewegende objecten. Hierbij zijn - zoals ik dat gedefinieerd heb - 'mee-begewegende' histogrammen en is een 'meelopende grafiek' gebruikt om de bloeddruk in het hart, de linker ventrikel, te visualiseren. De ene bloedruk is rood; de ander is blauw.
Een eerste jaars medische student - bijvoorbeeld - kan hier zien dat 'aderverkalking' in de grote rekbare vaten, de aorta (via Cao) compleet ander effect heeft op de bloeddruk', dan 'aderverkalking' in de perifere vaten (via Rp).
Om dit effect van aderverkalking te zien kun je i.p.v. CAO = 110 eens 55 intypen. De aorta is - hiermee - stijver geworden, de 'rekbaarheid' is afgenomen. Medici zeggen dat de 'compliantie' (compliance) is toegenomen. Wat is het verschil tussen die twee begrippen en wat zie je dat - als de bloeddruk in de linker ventrikel, het hart, gelijk blijft - er met de bloeddruk in de aorta, blauw, gebeurd is?
Een tweede effect is te zien als je i.p.v. RP = 125 eens 180 intypt (een toename van de weerstand die het bloed ondervindt met 30%). De totale perifere weerstand van het bloed is nu, hiermee, hoger geworden. Medici zeggen dat dit een situatie is van 'hoge bloeddruk'. Waarom?
Als je deze twee experimenten van 'aderverkalking in de rekbare vaten' versus 'aderverkalking in de perifere vaten', vergelijkt, zie je een duidelijk verschil. Zie je dat zelf ook?
Tip: kijk goed naar de bloeddruk in de aorta, de bloeddruk die uitwendig uitstekend is te meten: de blauwe grafiek. De minimale druk, de druk in de lagedruk-fase, is in het eerste experiment lager geworden (50 mmHg) en in het tweede experiment juist hoger (100 mmHg). Kijk maar eens goed; doe het een paar keer opnieuw, restart de pagina en vergelijk die twee vormen in de druk-golf en voornamelijk de vorm van de drukgolf in de zogenaamde diastole onderdruk-fase.
Rik Min, Enschede, 20 dec. 2005.