<%@LANGUAGE="JAVASCRIPT" CODEPAGE="1252"%> Economie

 

Universiteit Twente

zoek in tekst:

      Educational Disign  Media & Management
ROC Leeuwenborg

Economie & Politiek


Wat zou jij doen als je minister van financiën zou zijn?

minister Zalm, 2004Stel dat op een morgen je GSM gaat en je wordt uitgenodigd om de minister van financiën advies te geven over het te voeren beleid van de komende regeringsperiode van vier jaar. Wat zou jij dan adviseren?
Dit is natuurlijk een beetje surealistisch maar denk er eens over na, wat zou jij willen bereiken in de periode van vier jaar als minister van financiën?

Dat is misschien wel een hele moeilijke vraag maar misschien ook niet. Misschien heb je al een hele tijd een idee van wat jij zou doen...
En stel dat je dat idee echt zou kunnen uitvoeren, zou het dan beter gaan met de economie in Nederland over vier jaar? Minder werklozen, gestegen koopkracht, groei van het nationaal inkomen?

Je kunt het eens proberen door het spel Economie & Politiek te spelen samen met, of tegen je klasgenoten.

Klik op de foto van Minister Zalm hierboven voor de videoboodschap van de minister met betrekking tot het 4-jarenplan van het kabinet 'Balkenende II' voor de periode 2003-2007.

Het spel 'Economie & Politiek'

Niemand wil inflatie en iedereen is tegen werkloosheid. Maar wat hebben we er voor over om deze verschijnselen te bestrijden?
In het verleden zijn door de Sociaal Economische Raad (SER) doeleinden van economische politiek vastgesteld die algemeen gedeeld worden.

Beknopt geformuleerd zijn deze doelen:

De doelstellingen moeten als een samenhangend pakket worden bezien. Meer van het een betekent minder van het ander. Iedere Euro kan maar een maal worden uitgegeven!

Met dit spel wordt de macro-economische ontwikkeling gesimuleerd van een klein land met een open markteconomie (bijvoorbeeld een land zoals Nederland).

Het spel is ontwikkeld door prof. dr. ir. Hans van Miltenburg van de Erasmus Universiteit Rotterdam, i.s.m. dr. ir. Rick Min van de Universiteit Twente en is bedoeld om door middel van het werken met het model te zien of het aanpassen van één of meerdere variabelen (zoals bijvoorbeeld de reductie van het financieringstekort) een positief of negatief effect heeft op bijvoorbeeld de inflatie en wat dan neveneffecten zijn op andere kenmerken van de economie. Het model meet het effect van je ingreep op een groot aantal variabelen over een periode van 4 jaar. Het is de bedoeling een zo hoog mogelijke score te halen aan het einde van die vier jaar!

Om zinvol met het model te kunnen spelen moet je wel eerst enkele begrippen uit de macro-economie kennen. Kijk maar eens bij 'spelvariabelen', daar vindt je uitleg van een aantal variabelen die je kunnen helpen bij het goed gebruik van het model.

Het spelen van het spel 'Economie'

Voordat je het spel kunt gaan gaat spelen moet je het spelformulier invullen en printen (voor jezelf) en versturen naar je docent.

let echter goed op!

Door middel van dit spel is de macro-economische ontwikkeling te zien van een klein land met een open markteconomie. Het model waarop het spel is gebaseerd wordt bijvoorbeeld door de minister van financiën gebruikt bij het opstellen van het regeringsbeleid.

weergave van spelDenk voor dat je het spel gaat spelen goed na welke variabelen jij zou willen aanpassen en wat het effect daarvan zou zijn na 1, 2, 3 en 4 jaar. Vul de waarden die je gaat aanpassen in op het spelformulier dat je vindt onder de link 'speel het spel' en vul daarop ook in wat je denkt dat het effect zal zijn. Speel het spel en kijk of je verwachtingen ook uitkomen. Vul de totaalscore in op het scoreformulier en vergelijk die met de scoren van de andere spelers of maak een print van scsherm.
Misschien schuilt in jou wel een nieuwe minister van financiën?

Loonmatiging


| Financieringstekort | Loonmatiging | Lastenverlichting | Koopkrachtinjectie | Devaluatie |

De gevolgen van een loonmatiging c.q. een incidentele loongolf.

Een matiging van de lonen betekent dat de consumptieve bestedingen van de gezinnen teruglopen. De vraag naar goederen en diensten daalt, waardoor ook de prijzen (en de lonen) onder neerwaartse druk komen te staan. Bij de beweging van de betalingsbalans spelen twee effecten een rol. De afgenomen vraag naar eindproducten in het binnenland doet ook de vraag naar buitenlandse grondstoffen afnemen, terwijl na enige tijd de export weer kan gaan aantrekken door kostenvoordelen ten opzichte van het buitenland die zijn ontstaan.
Klik op de playknop van de player hieronder om meer informatie te krijgen over een loonmatiging.

Wat gebeurd er: Effecten:
Een matiging van de lonen wordt, in termen van het model dat de basis is van het simulatiespel, vertaald als een eenmalige verlaging van de constante factor in de loonvoetvergelijking.
De procentuele stijging van de lonen hangt af van de stijging van het prijspeil van de gezinsconsumptie ("prijscompensatie") en de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit. Daarnaast is er een zekere doorwerking van de omstandigheden op de arbeidsmarkt.
Het loon-prijsmechanisme is voor de werking van het model van fundamentele betekenis.
Enerzijds oefent de conjuncturele situatie en de bezettingsgraag een merkbare invloed uit op de loon- en prijsvorming, omgekeerd werken bewegingen van lonen en prijzen door in de omvang van de bestedingscategoriën (o.a. via beschikbare inkomens op de gezinsconsumptie; via de winsten op de investeringen; via internationale concurrentieverhoudingen op de exporten).
Belangrijk is voorts dat de productiecapaciteit afhankelijk is verondersteld van de reële loonvoet. Naarmate de reële lonen sneller stijgenvoltrekt zich een verkorting van de economische levensduur van de kapitaalgoederenvoorraad. Anders gezegd, als gevolg van een excessieve loonstijging vindt een versnelling van de introductie van arbeidsbesparende nieuwe technologie plaats, welke besloten ligt in de vervangings- en uitbreidingsinvesteringen.
  • Een matiging van de lonen heeft via een vermindering van de gezinsconsumptie in eerste instantie een deflatoir effect. De vraag naar goederen en diensten daalt, waardoor ook de prijzen en de lonen onder neerwaartse druk komen te staan;
  • In hoofdlijnen voltrekt zich in het tweede en het derde jaar een ontwikkeling analoog aan die welke hiervoor is geschetst;
  • Het ontwikkelingspatroon is de resultante van een directe vermindering van de importen van grond- en hulpstoffen vanwege de afgenomen bedrijvigheid, daarentegen werkt de daling van het prijspeil, uitgelokt door de overcapaciteit, pas met enige vertraging door in een verhoging van de exporten.
Gevolgen (in procenten) t.o.v. ongewijzigd beleid van een loonmatiging met 1%
  jaar 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4
Nationaal inkomen (vol.) -0.3 0.4 0.3 -0.2
Inflatie -0.2 -0.4 0.1 0.3
Reële loon -0.9 0.5 0.4 0.1
Werkloosheid 0.0 -0.1 -0.2 0.0
Betalingsbalans 0.1 0.0 -0.2 -0.1

Lastenverlichting


| Financieringstekort | Loonmatiging | Lastenverlichting | Koopkrachtinjectie | Devaluatie |

De gevolgen van een lastenverlichting c.q. een lastenverzwaring voor het bedrijfsleven.

Door aan het bedrijfsleven financiele ruimte te bieden nemen investeringen toe en daalt de werkloosheid. Op bepaalde deelmarkten van de arbeidsmarkt kan zelfs een zekere spanning ontstaan, waardoor de lonen stijgen. In deze variant blijkt een structurele verbetering van de positie van het bedrijfsleven tot een blijvende (bescheiden) daling van de werkloosheid te leiden.
Klik op de playknop van de player hieronder om meer informatie te krijgen met betrekking tot lastenverlichting.

Wat gebeurd er: Effecten:
Verondersteld is in het simulatiespel dat een lastenverlichting voor het bedeijfsleven ter grootte van 1% van het nationaal inkomen voor de helft gegoten zal worden in de vorm van een verlaging van de vennootschapbelasting en voor de andere helft gegeven zal worden als extra investeringspremies.
Een direct effect van deze maatregel is dus dat het beschikbaar niet-looninkomen stijgt en dat de investeringen door bedrijven autonoom toenemen.
De financiering van de maatregelen is niet neutraal in die zin dat de helft van de impuls gefinancierd wordt door de overheid via een vergroting van het beroep op de kapitaalmarkt. Door deze financieringswijze wordt een opwaartse druk op de rentestand uitgeoefend. Bij benadering leidt een stijging van de rente met 1% tot een daling van het investeringsvolume met 0.5%. De andere helft van de investering wordt monetair gefinancieerd. In het omgekeerde geval betekent dit dat een lastenverzwaring voor het bedrijfsleven de winsten onder druk zet en ook rechtstreeks door afbraak van investeringspremies een negatief effect heeft op het investeringsvolume.
  • Door lastenverlichting voor het bedrijfsleven in de gekozen vorm wordt een directe stimulans gegeven aan de investeringen. Veel kapitaalgoederen zijn van buitenlandse herkomst zodat de betalingsbalans als gevolg van de impuls een verslechtering ondergaat;
  • De verhoogde bedrijvigheid betekent een structurele verbetering van de werkgelegenheidssituatie, zij het dat de aanvankelijke stijging van de arbeidsproductiviteit ook leidt tot een aanpassing van het reële loon;
  • In het tweede jaar wordt de loonstijging ook zichtbaar in een stijging van de prijzen. In deze variant werkt in het loon- prijsmechanisme ook de bezettingsgraad door, als een indicator van de spanning op de goederen markten.
    Je zult zien dat de inflatie het nominale loon "uitholt" en zich ook invreet in het nationale inkomen (dat in volume daalt).
Gevolgen (in procenten) t.o.v. ongewijzigd beleid van een loonmatiging met 1%
  jaar 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4
Nationaal inkomen (vol.) 0.6 -0.3 0.1 -0.8
Inflatie 0.0 0.5 0.3 0.2
Reële loon 0.3 -0.1 -0.1 -0.2
Werkloosheid -0.1 -0.1 -0.1 0.1
Betalingsbalans -0.4 -0.3 -0.2 0.3

Koopkrachtinjectie


| Financieringstekort | Loonmatiging | Lastenverlichting | Koopkrachtinjectie | Devaluatie |

De gevolgen van een koopkrachtinjectie c.q. een verhoging van de inkomstenbelasting.

Door vergroting van de koopkracht nemen de consumptieve bestedingen van de gezinnen toe. Hierdoor stijgt de productie van het bedrijfsleven. Voor het uitvoeren van de productieplannen zijn mensen nodig; de werkloosheid daalt. Een deel van de koopkrachtimpuls zal wegzakken naar het buitenland, waardoor de betalingsbalans verslechtert. Op wat langere termijn kan door het aanzwengelen van de economie een stijging van de prijzen uitgelokt worden, waardoor het nationale inkomen in constante prijzen daalt.

Wat gebeurd er: Effecten:
De koopkrachtinjectie is in het spel gegoten in de vorm van een verlaging van de inkomstenbelasting.
Voor wat de financiering betreft is verondersteld dat de helft van de koopkrachtinjectie gefinancierd wordt via een vergroting van het beroep van de overheid op de kapitaalmarkt en voor de helft langs monetaire weg. Deze finacieringswijze zet bij een koopkrachtinjectie de rentevoet enigszinds onder opwaartse druk, hetgeen een negatief effect heeft op de investeringen.
  • Een koopkrachtinjectie heeft een direct positief effect op de omvang van de consumptieve besteding van de gezinnen. Hierdoor stijgt ook de productie van het bedrijfsleven. Dit betekent dat de overcapaciteit daalt en na enige tijd door fricties op goederenmarkten de prijzen zelfs enigszins gaan stijgen. In een open economie zal de koopkracht zich ook richten op internationale producten; het volume van de invoer zal toenemen, waardoor liquiditeiten naar het buitenland afvloeien. Samengevat komt de werking van het instrument op het volgende neer:
    • de vergroting van de koopkracht leidt tot een vergroting van de effectieve vraag naar goederen en diensten,
    • hierdoor daalt de werkloosheid op de korte termijn,
    • tevens zal door het weglekken van een deel van de impuls naar het buitenland de betalingsbalans verslechteren.
  • Op wat langere termijn zal de verhoging van de bedreivigheid ook een zekere stijging van de prijzen en lonen tot gevolg hebben. Deze ongunstige nominale ontwikkeling leidt tot een daling van het nationale inkomen in volume. In reële termen daalt ook de loonvoet.
Gevolgen (in procenten) t.o.v. ongewijzigd beleid van een koopkrachtinjectie van 1% van het nationale inkomen.
  jaar 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4
Nationaal inkomen (vol.) 1.2 -1.4 0.1 0.0
Inflatie 0.0 1.0 -0.1 -0.3
Reële loon 0.5 -0.7 -0.3 0.3
Werkloosheid -0.2 0.1 0.0 0.0
Betalingsbalans -0.7 0.0 0.2 0.1

Devaluatie


| Financieringstekort | Loonmatiging | Lastenverlichting | Koopkrachtinjectie | Devaluatie |

Gevolgen van een devaluatie c.q. een revaluatie van de munteenheid.

Door een devaluatie zal de afzet in het buitenland toenemen en de betalingsbalans verbeteren. De werkloosheid neemt in eerste instantie af. Maar door de devaluatie zijn ook alle geïmporteerde goederen duurder geworden en stijgen lonen en prijzen. Merk op dat een revaluatie, in tegenstelling tot een verlaging van de waarde van de munteenheid, een gunstig effect heeft op de inflatiebestrijding, maar een negatief effect heeft op het volume van de productie en de vraag naar arbeid.

Wat gebeurd er: Effecten:
  • Voor het berekenen van de effecten van een devaluatie of een revaluatie bieden de veranderingen van het invoerprijspeil en het concurrerend uitvoerprijspeil de aanknopingspunten.
    Afhankelijk van de mate waarin de invoer- rn uitvoercontracten in vreemde valuta luiden, leidt een devaluatie tot een stijging van het invoerprijspeil en een stijging van het concurrerend uitvoerprijspeil (de prijzen van de internationale concurrenten) die bij benadering gelijk zijn aan het devaluatiepercentage.
  • Als gevolg van een devaluatie zal in het algemeen op de korte termijn de afzet op de internationale markten toenemen. In de ogen van de buitenlandse afnemers lijkt het of de concurrenten hun prijzen verhoogd hebben.
    Uitgegaan is van een prijselasticiteit van de export van 1, d.w.z. dat een relatieve prijsdaling van 1%, in de ogen van de buitenlandse afnemers, zal leiden tot een stijging van het exportvolume van eveneens 1%. Tegelikertijd zal door een devaluatie het volume van de invoer wat teruglopen; verondersteld is een prijseleasticiteit van de invoer van -0.4%.
  • Een devaluatie zal vanwege de directe vergroting van de internationale afzet leiden tot een gelijktijdige vergroting van het volume van het nationale inkomen en een verbetering van de betalingsbalans;
  • Door de bedrijvigheid in de exportsector stijgt de vraag naar arbeid en daalt de werkloosheid. De toegenomen vraag naar arbeid zet ook de loonvorming enigszins onder opwaartse druk. Tevens is een opblazing van het prijspeil te merken;
  • Alle geïmporteerde goederen zijn merkbaar duurder geworden. De prijsstijgingen ebben in de drie volgende jaren weg; in deze jaren worden achter het nominale inkomen en de nominale lonen uitgehold.
Gevolgen (in procenten) t.o.v. ongewijzigd beleid van een devaluatie van de munteenheid met 2.5%
  jaar 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4
Nationaal inkomen (vol.) 1.5 -1.9 -0.4 0.6
Inflatie 1.0 0.8 -0.2 -0.8
Reële loon 0.2 -0.7 -0.4 0.7
Werkloosheid -0.3 0.1 0.1 0.1
Betalingsbalans 0.4 -0.1 0.7 0.3

Merk op dat een revaluatie in aanzet gunstig is om de nominale ontwikkeling te beteugelen, maar dat daarentegen een dergelijke ingreep ongunstig uitwerkt op het volume van de productie en de werkgelegenheid.

Een devaluatie wakkert de stijging van lonen en prijzen aan, maar heeft eveneens een stimulerende werking op bedrijvigheid en de vraag naar arbeid.

Relatie tussen de diverse spelvariabelen.


| Financieringstekort | Loonmatiging | Lastenverlichting | Koopkrachtinjectie | Devaluatie |

Kijk en luister naar wat de effecten van de verschillende instrumentvariabelen zijn met betrekking tot de doelvariabelen in het spel.

Schematische voorstelling van de relatie tussen de variabelen.

variabelenHet model waarop het spel is gebaseerd bestaat uit honderden variabelen en een tiental interventiemogelijkheden. Vijf belangrijke variabelen worden grafisch weergegeven in de tijd.

Voordat je het spel gaat spelen moet je het spelformulier in 'speel het spel' invullen en printen (voor jezelf) en versturen naar je docent.

let echter goed op!

Het schema hiernaast geeft de onderlinge relatie tussen de verschillende spelvariabelen weer (klik op de afbeelding voor een grotere weergave in een nieuw venster).

In de menubalk hierboven kun je een keuze maken uit de vijf variabelen waarmee je het spel kunt manipuleren, waarna je over de betreffende variabele meer informatie krijgt aangeboden.

Ook geeft Drs. van Helsland (econoom) via korte videofragmenten extra informatie over de relatie of effecten van de variabele op de economische ontwikkeling van het land. In de videoclips behandelt hij ook de input van instrumentvariabelen. Om zijn instellingen te zien klik hier dan wordt een nieuw venster met een screenshot van de behandelde instellingen geopend.
Je ziet dat dit geen winnende instellingen zijn, het is aan jou om een hogere score te halen...

variabelen

Reductie van het financieringstekort


| Financieringstekort | Loonmatiging | Lastenverlichting | Koopkrachtinjectie | Devaluatie |

Reductie van het financieringstekort.

Door het wegvallen van een deel van de effectieve vraag daalt op de korte termijn het nationale inkomen en loopt de werkloosheid op. De bestedingsbeperking is ook af te lezen in een lichte daling van de prijzen. De betalingsbalans verbetert door de teruggelopen behoefte aan grond- en hulpstoffen. De reële lonen dalen door de afgenomen vraag naar arbeid.
Start voor meer informatie de video hieronder over de effecten van het terugdringen van het financieringstekort.

Wat gebeurd er: Effecten:
Aan een reductie van het finacieringstekort kan op verschillende wijzen vorm worden gegeven. In het simulatiespel is verondersteld dat de impuls:
  • voor 50% bestaat uit een vermindering van de loonsom van de overheid;
  • voor 10% betrekking heeft op de investeringen van de centrale overheid;
  • voor 40% de vorm heeft van een beperking van de overheidsconsumptie.
Relaties:
  • Er wordt verondersteld dat in de loononderhandelingen, werknemersorganisaties zullen streven naar een (netto) verbeteringen van de beloningsverhoudingen. Dit betekent dat 30% van een eventuele vergroting van de collectieve lastendruk wordt afgewenteld in de loonvoet.
  • Er wordt aangenomen dat de rente-ontwikkeling, mede, afhankelijk is van de ontwikkelingen van de omvang van het financieringstekort. Globaal genomen gaat men er van uitgegaan dat een additioneel beroep van de overheid op de binnenlandse kapitaalmarkt ter grootte van 1% van het nationaal inkomen leidt tot een rentestijging van ongeveer 0.5%
  • Bij een reductie van het financieringstekort overheerst op de korte termijn het negatieve effect op de bestedingen;
  • Door het wegvallen van een deel van de effactieve vraag daalt het nationale inkomen en loopt de werkloosheid op;
  • Deze deflatoire tendens is ook af te lezen in een lichte daling van de prijzen;
  • De behoefte aan grond- en hulpstoffen loopt enigszins terug waardoor de betalingsbalans verbetert;
  • De reële lonen dalen door het gecombineerde effect van de prijsdaling van de gezinsconsumptie;
  • Ondernemers trachten op buitenlandse markten hun afzetverlies te compenseren waarin zij, met een zekere vertraging, mede dankzij gunstige nominale ontwikkelingen slagen;
  • In het tweede en derde jaar stijgen gelijktijdig het nationale inkomen en de reële lonen terwijl de werkloosheid en de export door de extra binnenlandse vraag beiden wat teruglopen.
  • Door de gematigde onwikkelingen van de lonen kunnen bij de overheid -bij een gelijkblijvend budget- in het tweede en het derde jaar meer mensen in dienst genomen worden.
Gevolgen (in procenten) t.o.v. ongewijzigd beleid van een reductie van het financieringstekort met 1%
  jaar 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4
Nationaal inkomen (vol.) -1.7 2.2 0.7 -0.8
Inflatie -0.1 -1.3 0.3 1.0
Reële loon -1.0 0.6 1.2 -0.5
Werkloosheid 0.5 -0.3 -0.3 0.0
Betalingsbalans 0.6 -0.1 -0.7 -0.3

Speel het spel!


Alvorens je het spel gaat spelen moet je het spelformulier invullen en uitprinten.
Dit hoef je pas te doen nadat je een goed beeld hebt wat je gaat doen.
Wil je, voordat je het spel echt gaat spelen, eerst wat interventies uitproberen vul dan het formulier nog niet in.

let goed op!

Het model bestaat uit honderden variabelen en een tiental interventiemogelijkheden. Vijf belangrijke variabelen worden grafisch weergegeven in de tijd. Je ziet vijf interventie-mogelijkheden; ieder voor jaar 1, jaar 2, jaar 3 en jaar 4 van een regerings-periode. Als je die interventies allemaal op nul laat staan noemen we dat het 'ongewijzigd beleid'. Dan "grijp" je dus niet in in de economie van je land. Dat mag, maar probeer eens wat andere waarden in te voeren. Je ziet steeds andere uitkomsten en merkt zelf het verschil.

Klik hier om het spel te starten
Als je op bovenstaande link klikt wordt het spel een nieuw venster geopend.

Er worden dan vijf variabelen drie jaar in de tijd 'ge-monitor-d'. Je ziet de 'procentuele groei van het nationaal inkomen', de 'procentuele inflatie', de 'ontwikkeling van de reele loonvoet', de 'werkloosheid' en het 'saldo op de betalingsbalans'. Zie voor meer uitleg over de variabelen het onderdeel 'spelvariabelen' uit het menu.
Je kunt door het spel te spelen zelf experimenteren met de Nederlandse economie.

Je krijgt strafpunten voor:

Wat is de bedoeling. Een paar ideeen:

Experiment 1:
Als je in jaar 2 de parameter 'financieringstekort' op -1.2 zet dan zie je voor de groei van het bruto nationaal product de reeks: 4.22; 4.73; -1.21 en 0.48 [in procenten]. De groei neemt dan af. Omgekeerd (bij +1.2) ziet u: 4.22; 0.72; 3.65 en 1.72.
Experiment 2:
Als je in alle jaren de parameters van 'financieringstekort' op 1.5 zet dan zie je voor de groei van het bruto nationaal product de reeks: 1.51; 3.46; 2.77 en 1.22 [in procenten]. De groei neemt dan in begin toe (3.46) en daarna (dus?) langzaam af.
Noteer of maak een print van je eindscore!

Bronnen


Om het spel goed te kunnen spelen komt elementaire macroeconomische kennis goed van pas.

Binnen Leeuwenborg Opleidingen wordt het boek 'Grondslagen voor de macroeconomie' onder redactie van E.C van Ierland gebruikt (ISBN: 90-207-2370-7).

Specifieke informatie m.b.t. het spel 'Economische Politiek' kun je vinden in de handleiding die bij het spel geleverd wordt. Uitgever van het spel is:
Economica Software B.V., Postbus 910, 2665 BZ te Bleiswijk. ISBN: 90-71554-01-5.

Het internet is eveneens een bron van informatie m.b.t. macroeconomische onderwerpen. Kijk hiervoor eens bij het onderdeel -> Links of voer het onderwerp eens in in een goede zoekmachine zoals Google (http://www.google.nl). Je zult verstelt staan van het aantal 'treffers' dat dit oplevert.

Credits


Deze website is tot stand gekomen in het kader van het vak Multi Media Ontwerp en Productie (MMOP) van de faculteit EDMM, Universiteit Twente met medewerking/ondersteuning van:

Onderdeel: Gerealiseerd door/met:
Opdrachtgever, leverancier van ruwe data en applet:
dr. ir. F.B.M. Min.
EDMM, Universiteit Twente.
http://users.edte.utwente.nl/min
Economische aspecten, uitleg model en videopresentaties:
Drs. E.H.A. van Helsland, econoom.
Leeuwenborgh Opleidingen.
Ontwerp en realisatie van de website & Flash, teksten, didactisch concept en videoopnamen:
Jos Maas.
student EDMM, Universiteit Twente.
Jos Maas
Videobewerking "streaming video": De heer J. Oosterhuis,
EDMM, Universiteit Twente.
Advies en ondersteuning gebruik CSS: De heer F. van Roosmalen, Bunde.
Oorspronkelijk design website Leeuwenborgh Opleidingen: http://www.cobweb.nl

Disclaimer


Deze website is met grote zorg samengesteld.

De samenstellers zijn echter niet verantwoordelijk voor eventuele onjuistheden in de videofragmenten, in de tekst, nog van de uitkomsten van het model 'Economie'.

De website bevat hyperlinks naar sites die buiten het domein van Leeuwenborg Opleidingen liggen. Voor deze sites kunnen andere voorwaarden gelden. Leeuwenborg Opleidingen is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze sites en de software die u daarvan zou kunnen downloaden. Het is dus voor uw eigen risico, als u deze hyperlinks gebruikt.

Indien U melding wilt maken van, vermeende, onjuistheden of ander ongerief dan kunt U dit doen door het versturen van een e-mail aan: dr.ir. R. Min, Universiteit Twente.

De samenstellers accepteren geen enkele aansprakelijkheid voor welke schade dan ook voortvloeiend uit het gebruik van deze website.

Frequent Asked Questions

Regelmatig getstelde vragen (FAQ's).


Vraag: Antwoord:
Wat wordt bedoeld met de term "ongewijzigd beleid"? Ongewijzigd beleid is het beleid zoals dat is vastgelegd in de meerjarenramingen van inkomsten en uitgaven van de rijksoverheid.
Dit beleid wordt verder zelf niet nader omschreven, wel wordt aangegeven wat de economische ontwikkeling zal zijn bij ongewijzigde voortzetting van deze politiek. Door voor alle 5 instrumentvariabelen nullen in te voeren kun je op het uitvoerscherm aflezen dat er sprake is van een deflatoire tendens in de economie; de groei stagneert bij teruglopende inflatiepercentages en oplopende werklossheid. Tot overmaat van ramp tekent zich een structureel en toenemend tekort af op de betalingsbalans.
Hoe een plan te maken? Door te kijken naar de ontwikkeling die zich voordoet als er niet wordt bijgestuurd (ongewijzigd beleid) moet een speler zich een idee vormen van de verbeteringen die hij of zij graag zou willen doorvoeren.
Vervolgens moet nagegaan worden met welke middelen het beoogde effect gerealiseerd zou kunnen worden. Het gaat erom door herhaalde bijstelling van de plannen een zo hoog mogelijke score te bereiken.
Kun je een puinhoop maken die een ander (na vier jaar) moet opruimen? Dit is (helaas) zowel in de echte politiek als in het spel mogelijk doordat de negatieve doorwerkingen van beleidsmaatregels over de tijdshorizon van vier jaar heengeschoven kunnen worden. Het is in principe dus mogelijk om in het derde of vierde jaar van de regeringsperiode "leuke dingen te doen" waarvan de rekening pas in een volgende regeringsperiode wordt gepresenteerd.
Wat voor model ligt aan het spel ten grondslag? Het spel is gebaseerd op een zo genaamde conjuctuur-structuurmodel. Vanwege de zeer complexe doorwerkingen is het niet mogelijk om aan de hand van de afzonderlkijke vergelijkingen de werking van het model te doorgronden. Dis is slechts mogelijk aan de hand van de structuur (zie het schema in het startvenster: spelvariabelen) en de uiteindelijke effecten van interventies.

Spelformulier


Voordat je het spel gaat spelen moet je het dit formulier invullen en printen (voor jezelf) en versturen naar je docent.

let goed op!
Het is van belang het teken (+ of -)van de in te vullen waarden goed te interpreteren!

Naam:  
*

E-mail:  
*

Klas, opleiding, en eventueel spelronde:

  • * = verplicht veld

Instrumentvariabelen:Jaar 1Jaar 2Jaar 3Jaar 4
Reductie financieringstekort (% nationaal inkomen)  
Loonmatiging (+) / Loonsverhoging (-) in %  
Lastenverlichting voor het bedrijfsleven (% nationaal inkomen)  
Koopkrachtinjectie voor consumenten (% nationaal inkomen)  
Devaluatie (+) / revaluatie (-) (% nationaal inkomen)  
Verwachtte eindscore (+ of -):  

 

Om dit formulier te printen, druk op de print button van je browser.

Om dit formulier te verzenden, druk op Verstuur:      
of klik op Reset om invoer te wissen.
Kom na het versturen van het formulier met de -Terug- of -Back- button van je browser terug naar deze website...

 

 

Top 10 scores


Onderstaande leerlingen behaalden, tot nu toe, de hoogste scores met het spel 'Economie'!

plaats: score: naam, klas, opleiding:
1.19.32 Helen van Eijndt, Velden
2.11.93 Marc van Eijndt, Velden
3.6.4 Jos Maas, klas H4.4, VWO-volwassenen
4.5.4 Jos Maas, klas H4.4, VWO-volwassenen
5.4.4 Jos Maas, klas H4.4, VWO-volwassenen
6.3.4 Jos Maas, klas H4.4, VWO-volwassenen
7.2.4 Jos Maas, klas H4.4, VWO-volwassenen
8.1.4 Jos Maas, klas H4.4, VWO-volwassenen
9.0.4 Jos Maas, klas H4.4, VWO-volwassenen
10.-0.4 Jos Maas, klas H4.4, VWO-volwassenen

Proficiat!

Hoort jou score ook in deze lijst thuis?
Laat je score door je docent controleren waarna deze een e-mail aan de webmaster zal sturen. De lijst wordt dan z.s.m. aangepast.

Leerdoelen


Het spel 'Economie en Politiek" is bedoeld voor de bovenbouwleerlingen van HAVO en VWO opleidingen van de volwassene educatie van Leeuwenborgh Opleidingen met economie in hun pakket. Ook 3e en 4e-jaars leerlingen van de opleiding MEAO behoren tot de doelgroep.

Door het spelen van het spel neem je actief deel aan het leerproces.
In de spelsituatie ontstaat sneller dan in de 'gewone lessituatie' een terugkoppeling na aanleiding van de doorgevoerde interventies.
Daarnaast is het een voordeel dat het spel de mogelijkheid biedt om in een min of meer realistische situatie de theorie daadwerkelijk toe te passen.

In de macro-economie gaat het in het algemeen om de volgende (open geformuleerde)leerdoelen:

  1. Inzicht hebben in de werking der instrumenten van economische politiek en hun effect op doelvariabelen;
  2. Het ontwikkelen van een gevoel voor de samenhang van doelen en complexiteit in een 'open economie';
  3. Inzicht hebben in interactie van instrumentvariabelen;
  4. Inzicht hebben in de beperkte marges voor beleidsvorming;

De leerling is vrij om zelf aanvullende leerdoelstellingen te formuleren.