Een analyse van wat er in China en Cuba gaande isRik Min (1946, Bergen NH) is ingenieur, theoreticus, modelvormer, systeemanalist, regeltechnicus en een door de wol geverfde simulatiedeskundige. Hij is op deze terreinen 30 jaar actief geweest. En nog.Hij publiceerde de meeste hoofdstukken van dit boek eerst als e-book op internet. Vaak met schema’s en soms met een interactief werkende model driven animatie of simulatie (zijn vak toen hij bij de Universiteit Twente werkte). De eerste versies van de meeste teksten en schema’s daarvan verschenen in de periode 1997-2017. Economen zijn helemaal de weg kwijtgeraakt. De mainstream media hebben ons aangepraat dat links en rechts niet meer bestaan. Rik Min toont het tegendeel aan.
Door zijn jarenlange ervaringen in de communistische beweging schrijft hij
helder en voor iedereen begrijpelijk. Niemand in Nederland heeft zo duidelijk aangetoond dat links en rechts nog steeds bestaan als deze communist. Voorwoord
Waarom blijft dit in stand? Waarom gebeurt dit allemaal maar? Elke maatschappij dient te investeren en op de meest efficiënte wijze te produceren; zowel een kapitalistische als een socialistische maatschappij moet dat. Communisten/socialisten zeggen dat een rechtvaardiger wereld pas ontstaat als de productiemiddelen c.q. het financieringskapitaal in handen zijn/is van de bevolking, van de werkende klasse. Elk productiemiddel dat door mensen wordt bediend, produceert meerwaarde (winst). Ook in een socialistische maatschappij. In een kapitalistische maatschappij dient men te investeren en in een socialistische maatschappij dient men te investeren. In een kapitalistische maatschappij stokt uiteindelijk alle productiviteit: de productie wordt vroeg of laat gesmoord in eigen succes, eigen crisissen, eigen werkloosheid, onrust, volksverhuizingen en vernietiging van bronnen op grote schaal. Er ontstaat overproductie en derhalve ontstaan crisissen en oorlogsdreigingen. In een socialistische maatschappij wordt tenminste elke cent winst teruggeploegd naar de maatschappij: ten behoeve van gezondheidszorg, onderwijs, research, volkshuisvesting, infrastructuur, etc. In het kapitalisme komt de meerwaarde, de winst, uiteindelijk zinloos en renteloos in een particuliere kluis te liggen. Men durft ten slotte niet meer te investeren in de angst zijn kapitaal kwijt te raken. En dan is het crisis. Dit gebeurt in het kapitalisme periodiek, pakweg elke 60 jaar. Erger nog: crisissen kunnen 30 tot 40 jaar aanhouden. Een maatschappij raakt dan in verval, de werkloosheid wordt steeds groter, oorlogsdreigingen nemen toe. Communisten zeggen dan ook dat de kapitalisten als klasse ‘geen nut’ hebben en ‘overbodig’ zijn. Er is immers in een socialistische maatschappij geen kapitalistenklasse meer. Iedereen werkt. Iedereen behoort tot ‘de werkende klasse’. De arbeiders, de werkers in de dienstensector, de werkers in de kennisindustrie, de directeuren van grote fabrieken en bedrijven; iedereen, ook de president of premier, maakt deel uit van de werkende klasse. Daarnaast heeft iedereen nog een ander soort inkomen. Daar gaat juist dit boek over. In een socialistische maatschappij is in principe iedereen in loondienst. Tegelijkertijd is - uit de aard van het socialisme - iedereen ook aandeelhouder van de productiemiddelen. Dit prachtige principe (en de positieve consequenties ervan) is maar heel weinigen duidelijk. Mensen in het Westen begrijpen het grondidee van het socialisme niet, bagatelliseren het, of maken het belachelijk. Het is te beperkt om te stellen dat de mensen in een socialistische maatschappij met zijn allen ‘eigenaar zijn van alle productiemiddelen’. Het is beter te zeggen dat men, omdat men (mede)aandeelhouder is, recht heeft op een zoveelste deel van de totale meeropbrengst, alle meerwaarde, de totale winst. De directie van een bedrijf in een socialistische maatschappij dient (ook) winst te maken, maar dan wel t.b.v. de gehele socialistische maatschappij. Hij gaat de meerwaarde of winst niet zelf opmaken. Het socialistische parlement bepaalt wat er met de meerwaarde c.q. de bedrijfswinst gebeurt, niet het bedrijf zelf. De winst of meerwaarde moet ten goede komen aan de totale bevolking van een socialistisch land; de totale bevolking is de (nieuwe) aandeelhouder in deze nieuwe, socialistische maatschappij. In een socialistische maatschappij is geen werkloosheid. Iedereen heeft rechten. Er zijn ook geen periodieke crisissen, er is geen oorlogsdreiging, etc. Als er onverhoopt een fabriek zou moeten sluiten of áls iemand onverhoopt werkloos wordt, heeft de persoon in kwestie nog een inkomen (of recht op een inkomen), omdat hij altijd nog aandeelhouder is van de resterende socialistische economie. In een kapitalistische economie kun je barsten als je werkloos wordt. Het mooiste wat een communist of socialist kan overkomen, is om in de burgerlijke pers te lezen dat economen in Amerika Marx weer zitten te lezen; en dan niet zozeer de linkse maar juist de gewone, burgerlijke economen. Het boek Karl Marx van Francis Wheen (1999) bijvoorbeeld. En recent Piketty (2016). De Nederlandse uitgave van het boek van Wheen, Marx, een biografie, van de Bezige Bij, is indrukwekkend qua toon. Dat zijn we als communisten niet meer zo gewend. Het schijnt dat Marx in economische wetenschappelijke kringen in de Verenigde Staten toch weer een rage is. Vooral na het boek van Piketty. Met name natuurlijk vanwege hun analyses van het kapitalisme en de onweerlegbare wetmatigheden, die altijd maar werden ontkend, en die hij ten koste van zijn eigen gezondheid en van zijn familie lang geleden al wetenschappelijk heeft aangetoond. Het ontkennen en belachelijk maken van de bevindingen/uitvindingen van Marx, houdt theoretisch vanzelf een keer op. Maar wanneer? Dat is altijd de vraag bij dit soort kwesties. Daar kunnen communisten, revolutionairen en vrijheidsstrijders van meepraten. Nu maar hopen dat het lezen van Marx, Wheen en Piketty in universitaire kringen tot meer begrip leidt van de vraagstukken waar we met de wereldgemeenschap voor staan. Het kapitaal is het probleem niet, maar het kapitalisme Maar er zijn veel misverstanden ontstaan in de loop van de tijd. En communisten zijn veel tegengewerkt. Vooral door de bezittende klasse, die zelf nooit heeft gewerkt en die haar inkomen - op wat voor manier dan ook - in de schoot geworpen heeft gekregen. Sommige ‘misverstanden’ zijn geen misverstanden; andere ‘misverstanden’ wel.
In de afgelopen 70 jaar zijn er alleen maar leugens over de communisten verteld. Het zal u ook wel duizelen. Geloof dit soort verhalen toch niet. Luister eens gewoon naar communisten; of kom met ons praten over hoe een rechtvaardige maatschappij in elkaar hoort te zitten. Overproductie door koopkrachttekort Een communist accepteert niet dat mensen bij reorganisaties zomaar afgedankt worden, zomaar op straat gezet worden. En hij accepteert niet dat dit beter zou zijn voor ‘de aandelen’, voor ‘de economie’ of voor ‘het algemeen belang’. En dat wordt wel dag in dag uit openlijk gezegd in de media, als de aandelenkoersen stijgen.
Eerst de mens, niet de winst In het kapitalisme worden mensen ontslagen zonder dat er gezorgd wordt voor vervangend werk of voor een vervangend inkomen. Het ‘kapitaal’ gooit als het ware het meest essentiële en productieve onderdeel weg: de arbeider. Door het andere sturingsmechanisme van het socialisme ontstaat er een andere dynamische situatie: de economie is ‘omgepoold’ terwijl de onderdelen gelijk zijn gebleven [1]. Regeltechnisch is het een totaal andere situatie: het kapitaal hoopt zich niet meer op (accumuleert niet meer) in de kluizen van een handjevol privépersonen (waar het steeds maar weer renteloos en niet-geïnvesteerd blijft liggen omdat er steeds crisissen door ontstaan), maar brengt echte maatschappelijke rijkdom voort, rijkdom waar wat mee gedaan wordt. ‘Socialisme 2.0’ kenmerkt zich door een andere benaderingswijze van ondernemen en marktmechanismen dan ‘socialisme 1.0’ [2]. Als communisten het voor het zeggen krijgen zal het zo worden als hiervoor beschreven. Het kapitaal komt op de tweede plaats. Het kapitaal wordt dan een middel en geen doel meer. De werkende bevolking bepaalt; en niet de banken en/of het ‘internationale financieringskapitaal’ (zoals dat heet). Overproductie kan niet (meer) ontstaan. Planeconomen en de democratische organen van de socialistische staat bepalen voortaan waarin geïnvesteerd wordt. Niet langer zal één of andere klerk op één of andere willekeurige bank bepalen wie of welk bedrijf geld kan krijgen om te investeren, en wie of welk bedrijf niet. Ook zal die persoon of bank zelf niet meer van jouw (spaar)geld profiteren [3] De economie van nu wordt gestuurd door winstcijfers [4] Het ‘product’ dat geproduceerd wordt en de winst bewerkstelligt, doet er in het geheel niet toe. Desnoods is het een volkomen onnuttig product, als het maar winst oplevert. Naar nuttige producten kijkt men niet in het kapitalistisch geregelde systeem. Dat verandert als het aan communisten ligt. Even kort door de bocht: alles wat de kapitalisten (nu) krijgen in het kapitalisme, krijgt de bevolking (dan) in het socialisme. Ik wil me met dit boek positioneren in het publieke debat over China, Cuba en socialisme. Dit boek is tot stand gekomen door jarenlange observaties. Ondernemers en marktmechanismen zijn niet het probleem. Het kapitalisme is het probleem [5,6] Enschede, 7 november 2017 Noten
1. In een kapitalistisch systeem heeft de werkende klasse elk jaar hooguit wat rente
over zijn spaargeld.
|