Met ismakogie houd je je lichaam en geest de hele dag actief door minuscule spierbewegingen. Deze bewegingen worden geînitieerd door de hersenen en met aandacht begeleid naar de betreffende spieren en spiergroepen. Span je spier(en) langzaam aan en laat de spierspanning minstens even langzaam terugvloeien. De basishouding, rechte hoeken, bevordert de doorstroming van de spierspanning en de samenwerking van de spiergroepen waardoor er een spierketting gevormd wordt. Door deze wisselende spierspanning ontstaat er een pomp- of wiegende beweging in je lichaam die aansluit bij je ademen.
Aanleren
Het aanleren gebeurt vanuit de voeten, het zogenaamde bodemcontact. Als we zitten komen de zitbotjes hier als bodemcontact bij.
Basishouding
Elke voet heeft 3 steunpunten: de rode punten waar je voetspieren aan vastzitten.
- Je hebt 2 zitbotjes. Deze zitten onder aan de zitbeenderen die weer aan het onderste deel van het bekken zitten (rode punten).
- Zit voorop de zitting.
- Ondersteun met je voeten en je zitbotjes je lichaam.
- Zet je hielen altijd iets dichter bij elkaar dan de voorvoeten. Bij oefeningen kun je de spierstroom intensiveren door bv de hielen tegen elkaar te zetten, een hiel in een voetboog te zeten enz.
- In ruststand zetten we de hielen een liggende vuistbreedte uit elkaar.
- Houd het kniegewricht boven het enkelgewricht, de knieën zijn iets van elkaar.
- Denk aan de rechte hoeken. Zittend op een stoel/kruk 4, zittend op de grond 3, staand en liggend 2.
- Zit niet stijf, beweeg steeds heel subtiel.
- Wissel de stand van de voeten af.
Basisoefening
- Houd de handen voor je met de handpalmen naar beneden, de vingers van je af en de ellebogen in een bijna rechte hoek, ongeveeer 95 graden).
- Veer de handsteunpunten naar beneden door je handen te strekken. (steunpunten gaan denkbeeldig naar de grond).
Laat de spanning langzaam terugvloeien door vermindering van de spanning op je handen en voeten.
- Veer je voetsteunpunt(en)naar de grond.
- Veer je zitbotjes naar de rond.
Voel dat je lichaam iets langer, smaller en iets korter, breder wordt, gaat wiegen.
- Wissel het inveren van de steunpunten af en maak combinaties. Speel ermee.
Handen hebben dezelfde steunpunten als de voeten. Handen intensiveren bewegingen.
Samenvatting effect
Je voeten gaan naar beneden en je kruintje naar boven en omgekeerd. Je lichaam wordt steeds iets langer en iets korter, iets smaller en iets breder.