Het WEB als werk-, doe- en leer-omgeving

De kracht van Java applets; hun nut en hun impact.

SHEETS

Lezing van Rik Min, dd. 11 December 1997 te Utrecht.


(De volledige tekst uit het congresboek 'De digitale leeromgeving'. Wolters-Noordhoff, 1997, pp. 149-159, Eds.: M. Mirande, J. Riemersma en W. Veen)



Onderwerpen









AORTA, een applet om on-line medische problemen op te leren lossen.



AXON, een applet om on-line fysiologische problemen op te leren lossen.



FARMA, een applet om on-line farmacologische problemen op te leren lossen



Er zijn 6 manieren om iets met een simulatieprogramma te kunnen leren. We noemen deze manieren 'leermodellen'. (Gezond Onderwijs Congres 1992; Zie: Min, 1992)



Leermodel OPDRACHT. Dit is een voorbeeld van een opdracht om met een simulatie-applet aan de slag te kunnen. Een leraar kan deze opdracht overnemen, veranderen of zelf schrijven.



Leermodel CASUS. Dit is een voorbeeld van een casus om een probleem op te leren lossen met een simulatie-applet. Een leraar kan deze casus-tekst overnemen, veranderen of zelf schrijven. (De applet dient t.o.v. de voorgaande situatie aangepast te worden.)



Leermodel WETENSCHAPPELIJK EXPERIMENTEREN. Dit is een voorbeeld van een opdracht om een wetenschappelijk experiment te gaan doen. Een leraar kan deze tekst overnemen, veranderen of zelf schrijven.



Na afloop van een simulatie-sessie (met een applet als simulator en een WEB-page met een instructie-tekst) kan de leerling on-line een toets maken. U ziet hier een voorbeeld van een multiple-choice toets.



Na afloop van een simulatie-sessie kan de leerling on-line een toets maken. U ziet hier een voorbeeld van een toets met open vragen. Open vragen hebben (hier) een didactisch en een technisch voordeel. (Zie elders.)



Na afloop van een toets kan de leerling de antwoorden per e-mail verzenden. U ziet hier een voorbeeld van een toets met op het eind een button. Bij het klikken op de button worden de antwoorden direct naar de docent verstuurd.