Door Gerard Voshaar; gepubliceerd in AppleWorld, oktober 1998.
Dr. ir. Rik Min houdt zich bezig met de ontwikkeling van ontwerpsystemen waarmee computersimulatie-programma's gebouwd kunnen worden. Hij is afgestudeerd aan de TH Delft op het gebied van modelvorming en simulaties en daarna gepromoveerd op het gebied van de (medische) simulaties als leermiddel. Min is sinds december 1982 verbonden aan de Faculteit der Toegepaste Onderwijskunde van de Universiteit Twente en is werkzaam als wetenschappelijk medewerker/universitair docent op het vakgebied van de educatieve instrumentatietechnologie en digitale leermiddelen. In de jaren 80 begon Min met de opzet voor het MacTHESIS ontwerpsysteem (THESIS staat voor 'Technische Hogeschool Twente Educational Simulation System'), een ontwikkelomgeving om wiskundige modellen om te zetten in een leeromgeving met simulaties. MacTHESIS was gebaseerd op de desktop-filosofie van Steve Jobs en theorieën over parallellisme (zie kader). Twee jaar geleden raakte Min in de ban van het web en Java en startte een pilot-studie om de mogelijkheden van HTML en Java voor online leeromgevingen te onderzoeken. Deze studie betekende het startschot voor het JavaTHESIS systeem dat nu nog in ontwikkeling is. Er zijn inmiddels door studenten van de Universiteit Twente een aantal prototypen mee gebouwd en op het web neergezet.
De basis van je onderzoek ligt besloten in het MacTHESIS systeem. Kun je in het kort iets vertellen over de ontwikkeling van het JavaTHESIS systeem?
JavaTHESIS is het prototype zoals ik denk dat in de toekomst Java kan worden toegepast. Conceptueel gezien is MacTHESIS een blauwdruk voor JavaTHESIS. JavaTHESIS is op dit moment nog vrij eenvoudig.
In het ontwikkelstadiumInderdaad in het ontwikkelstadium. Dat waren we tien jaar geleden met ook met MacTHESIS, maar dit systeem is geëvolueerd tot een tool, een WYSIWYG-editor die source codes leest en automatisch source codes toevoegt en muteert. We hebben nu ons eerste prototype in Java gebouwd en dat heet JavaTHESIS. Het is eigenlijk een sjabloon in Java. Leken kunnen heel eenvoudig met cut en paste wiskundige modellen erin zetten, startwaarden invullen en andere dingen veranderen, bijvoorbeeld de maximale rekentijd. Dan hoeven ze alleen nog maar te compileren en dan draait het gewoon.
Er hoeft niet geprogrammeerd te worden?Nee, ze hoeven geen kennis van Java te hebben; knippen en plakken is voldoende. En zo is MacTHESIS ook begonnen. Het compileren houd ik heel bewust in stand. Ik geloof heilig in hogere programmeertalen. Java is een hogere programmeertaal.
Ik zag dat je bij MacTHESIS software veelvuldig ook gebruik maakt van HyperCardJa, ik ben altijd vreselijk gecharmeerd geweest van HyperCard. Maar de wereld wil blijkbaar geen HyperCard, want dat is zwart/wit. Heel onnozel, heel dom, maar voor commerciële toepassingen begrijp ik dat wel; voor commerciële toepassingen moet je SuperCard nemen. Ik heb vreselijk veel in HyperCard gedaan, het is een geniaal systeem. HyperCard is de moeder van alle hypersystemen. Ik ben altijd een beetje kwaad op de wereld geweest dat die dat niet begrepen heeft. Op zich vind ik dat nu niet meer zo erg, want nu is er Java, Javascript en HTML en daar ben ik al twee, drie jaar helemaal gek van.
Worden de bestaande MacTHESIS projecten daadwerkelijk gebruikt door de universiteiten?De simulaties wel. Tot op de dag van vandaag worden die gebruikt. Het probleem was dat de simulaties alleen draaiden op het Macintosh platform. We hebben het toen ook op MS-DOS gezet. Maar omdat het MS-DOS was heeft het niet zo'n impact gehad, het was niet mooi. Daarom hebben we nooit echt geweldige successen gehad. Maar het is wel zo dat ik nu met het web en Java wel geweldige successen ga verwachten en we zijn nu bezig om alle expertise van de afgelopen 15 tot 20 jaar platformonafhankelijk aan te bieden. Die expertise bestaat uit wiskundige formules en differentiaal vergelijkingen die in de loop van de jaren steeds scherper en scherper zijn gemaakt, steeds mooier en mooier.
De Windows wereld kan er nu ook gebruik van makenJa, nu kan ik opeens iedereen bedienen. Het levert veel meer respons op. Maar nu heb ik het probleem dat het web nog niet als leermiddel wordt gebruikt in het reguliere universitaire onderwijs en het HBO of het WO. Ik heb nu nog steeds het nadeel dat het alleen maar gebruikt wordt als grote database van teksten. Mensen zijn nog niet gewend om achter een applet te gaan zitten.
Geldt je theorie over het parallellisme ook voor het web?Ik heb in de jaren '80 het parallellisme ontdekt en dat ben ik nu op het web aan het toepassen. Maar op het web is dat toch weer een beetje moeilijker dan bij stand-alone applicaties. Op een Macintosh ben je gewend om met meerdere windows te werken. Op het web schrikt het soms toch wel eens af.
Ik wil eigenlijk twee, drie monitoren naast elkaar voor mijn werk. Dat is eigenlijk het beste. Maar voor het web neem ik genoegen met twee of drie windows. Maar windows hebben een klein nadeel, afgezien van grote voordelen. Het is soms een beetje knoeien.
Sluiten, dichtklappen, wegschuiven....Het is behelpen. Dat noem ik dan ook tweede orde parallellisme. De ideale situatie met twee of drie monitoren is eerste orde parallellisme.
De combinatie van HTML en Java als leeromgeving is onderzocht in een Java pilot project. Hoe is de stand van zaken op dit moment?
Nou, dat is fascinerend om te zien. Je kunt in HTML fantastische dingen maken, maar lang niet alles. En dan kun je Javascript erbij gebruiken. Dan kom je een heel eind, maar nog niet verder dan formulieren. Het fascinerende is dat je met behulp van Java applets je een geweldig gebouw kunt maken. Er is een trend om Java applets helemaal op te blazen.
Zoals Corel Office voor Java; het ultieme voorbeeldMaar dat is net een brug te ver voor mijn werk. Ik bouw simulaties in Java, dan implementeer ik ze in websites en ik voeg daar Javascripts aan toe.
Maak je gebruik van ontwikkeltools waarmee je bijvoorbeeld door middel van drag-and-drop Java code kan genereren?Nou dat is ideaal, maar zover is het nog niet. Er zijn wel drag-and-drop systemen, maar die heb ik voorlopig nog even gemeden. Ik durf op dit moment nog geen tools te gebruiken. Ik ben iemand die in principe tools mijdt: ik wil liever mijn eigen ideeën ontwikkelen. Hier maken we Java met behulp van gewone tekst georienteerde editors of tekstverwerkers. Studenten mogen het van mij allemaal anders doen, maar ze leren het basaal.
Om de belangstelling voor Java op gang te brengen organiseerde Sun Nederland begin 1996 de 'Java dag'. Het was heel veelbelovend, prachtige voorbeelden zag je en het werkte relatief nog snel ook. Maar toen ik thuiskwam en het op mijn Mac installeerde was het zo traag als stroop, applets werkten niet of liepen vast. De laatste versie van Mac OS Runtime for Java belooft heel wat sneller te worden, maar is dan nog steeds niet zo snel als Windows implementaties. Hoe sta jij hier tegenover?Het is een groot drama en ik denk dat Bill Gates de Macintosh volledig aan het saboteren is. Ik kan een klein voorbeeldje laten zien (toont een fractal applet op de PC en de Mac). Hoe langzaam deze applet op de Mac draait, dat is een drama, dat is volgens mij een heel bewuste sabotage. Kijk, dit Java appletje is gewoon geprogrammeerd met geen enkele truc, het is gewoon met een regeleditor op een vrij standaard achtige wijze gemaakt. Alleen er zit iets in waarvan ik denk dat het vergelijkbaar is met de VAX van vroeger. Als je in de matrix eerst de rijen doorliep, dan kon je heel snel rekenen. Maar als je eerst de kolommen deed in plaats van de rijen, dan werd het duizendmaal trager.
Dus er is volgens jou een soort werkvolgorde die op de Mac anders is dan op de PC
Dat is het. Ik denk dat Bill Gates die heel bewust op de meest negatieve manier op de Mac heeft gezet en op de meest positieve manier voor zichzelf.
Microsoft houdt zich niet aan de '100% pure Java' stelregelJa, dat is ook de kritiek die Sun heeft. Dat is ook mijn kritiek. Ze gaan buiten Java om. Waarom is deze fractal sneller op de PC? Omdat hij ook rechtstreeks gebruik maakt van PC API's. En Bill Gates zegt: "Ja zie je wel, mijn klanten zijn tevreden", en inderdaad, zijn klanten zijn tevreden en de Macintosh mensen worden steeds ontevredener.
Al met al staat Java behoorlijk onder druk. Wat is jouw visie daarop?Dat is een hele moeilijke vraag. Mijn visie is eigenlijk heel simpel. Ik ben ongelofelijk blij, en ik hoop dat dat altijd zo blijft, dat dit ASCII georiënteerde systemen zijn. Daarbij is een HTML-file gewoon een grote lange slingerende tekststring. Dat moet blijven, vind ik, maar Bill Gates, wil dat ASCII georiënteerde eruit gooien. Hij wil DHTML verkopen.
Maar dat slaat niet echt aanJe haalt me de woorden uit de mond, maar hij is ongelofelijk machtig natuurlijk. Met DHTML kun je een heleboel dingen doen. Wat wij met drie systemen doen, kan met DHTML in één keer. Ook met zijn ActiveX zaagt Bill Gates de poten onder Java uit. Maar de managers denken dat dat het is. Dat denken ze echt. Het zijn lemmingen; ze lopen achter elkaar aan.
Sun zegt: write once, run anywhere. Werken alle applets op elk platform hetzelfde?Dat kan enorm verschillen. In het begin zag je een paar dingetjes en maakte je er niet zo druk om. Maar inderdaad, het kan enorm uit elkaar lopen.
In welke mate gaat Sun's stelling dan nog op?Dat ligt niet aan Java, maar dat ligt puur aan de strategie van Microsoft. Bill Gates stelt er een eer in om het net allemaal even anders te doen. Hij moet overleven.
Dat wil dus zeggen dat je constant aan het testen bent.Ja, vreselijk. Ik sta voortdurend te switchen of het daar werkt en daar werkt. En dan heb ik het niet eens over de Sun systemen.
Zie je geen beperkingen of onvolkomenheden in Java?Nee, er zit geen onvolkomenheid in Java. Java is revolutionair omdat het geen pointers bevat. Het geeft geen bommen zoals bij C++ het geval is en het is object georienteerd. Dat zijn allemaal grote pluspunten; er is echt goed over nagedacht. Sun heeft haar beloftes allemaal waargemaakt, maar men wordt in de rug aangevallen.
Komt dat niet doordat Java zich relatief traag ontwikkeld?Ja een beetje wel. Kijk, Bill Gates heeft tienduizenden programmeurs in dienst, Sun heeft er veel minder. Gates ziet een bekertje en zegt 'morgen wil ik ook zo'n bekertje' en dan is het er. Hij bouwt het gewoon na.. Ze zijn bij Microsoft in staat om dat binnen een dag of een week of een maand of een jaar helemaal na te bouwen. Onvoorstelbaar. Als ik tijd heb, kan ik ook dingen nabouwen, dat is het punt helemaal niet. Ik heb er geen tijd voor. Dat is ook zonde van het geld. Want het geld is voor de wetenschap, voor de ontwikkeling van theorieën en methodologieën. Het ontwikkelen van tools binnen de universiteit mag en kan niet meer zomaar. Dat kunnen we niet meer betalen. De Java tool die ik nu aan te maken ben zou nog net kunnen, want het bouwt voort op de traditie. In de toekomst zal ik een commerciële partner moeten inhuren om projecten te bekostigen, denk ik. Dit project is waarschijnlijk één van de laatste waar geen commercie aan te pas komt.
Dus het is de vraag of je JavaTHESIS nog wel helemaal kunt ontwikkelen?Dat is nog wel de vraag, maar ik heb goede hoop. JavaTHESIS is niet veel op dit moment, het is een file die past op een stenciltje van twaalf pagina's, meer is het nog niet.
Een uitspraak van jouw hand (op een recent congres in de Beurs van Berlage te Amsterdam): 'De leeszalen zullen snel worden omgevormd tot zalen met webbrowsers'. Maar ik vroeg me af, hoe los je het probleem op van de indexering? Het punt is snel bereikt dat er meer wordt gezocht dan gevonden.Ja, dat is een heel groot nadeel, maar ik zie toch etalages ontstaan die keurig geordende informatie aanbieden.
Een soort portalen dusJa, ik zie voor uitgevers en voor winkeliers hele grote mogelijkheden, maar voor bibliothecarissen die alles in een index willen hebben voorzie ik enorme problemen. Het web is geschikt voor mensen die een boekwinkel binnen gaan en zichzelf een weg zoeken. Ze komen uiteindelijk bij het boek dat ze willen hebben. Maar het is niet geschikt voor mensen die in een catalogus willen kijken. Het web is voor de zappende generatie. Het komt fantastisch overeen met de zapcultuur.
Zou de nieuwe iMac een geschikte computer zijn voor de 'moderne' leeszaal?Ja, absoluut.Ik geloof echt dat de iMac een goede NC computer is. Niet voor mezelf, maar voor leerlingen, scholieren of de leeszaal, zeker. Het is betaalbaar, werkbaar. Ik geloof in het concept.
Zou de simulatie als leermiddel kunnen worden uitgebreid met een directe interactie met de docent, bijvoorbeeld via videoconferencing? Of gaat dat allemaal te ver?Voor mij gaat dat te ver. Ik houd me er wel mee bezig, maar dat gaat voor simulaties te ver. Maar je kunt beginnen met een begintoets te doen of je voorkennis goed genoeg is. Die toets gaat per email naar de docent en dan kun je gaan spelen met de simulatie. Vervolgens kun je een eindtoets doen en dat resultaat gaat ook naar de docent.
Ik hoorde van de overstap van Macintosh naar Windows op deze universiteit. Dat moet een hard gelag zijn geweest voor een Macintosh adeptHet is ongelofelijk geweest, het was complete oorlog en ik heb het verloren. En vraag me niet over die oorlog, want het is een trauma, ik heb er echt een trauma aan overgehouden. Vorig jaar is het begonnen. Ze hebben me echt in mijn ziel geraakt, maar ze hebben me volstrekt niet overtuigd of uitgeschakeld, hoor. Ik vecht terug. Ik geloof helemaal niet in de PC. Het is zo'n chaotisch apparaat. De Macintosh is een planmatig apparaat. Daar is onvoorstelbaar goed over nagedacht.
Maar nu ligt je toekomst bij Java. Ik zie zelfs een Java sigarendoosje op je boekenplankJa, die zit nog dicht en die laat ik ook dicht. Het is een soort symbool geworden. Als ik Java helemaal te pakken heb, dan ga ik het openmaken.
U kunt het werk van Rik Min bekijken op de volgende locatie:Interview opgenomen te Enschede, rond 11 September 1998. Gepubliceerd rond 19 oktober 1998 in AppleWorld.