Procenten of centen?

Artikel onder de koppen economie en inkomsverdeling
Elsevier, 17 Mei 2003
Rik Min heeft aan dit artikel meegewerkt;
mede i.v.m. zijn websites en applets over inkomensverdeling en koopkracht

Vakbonden geven weinig om werknemers met een minimumsalaris; liever geven ze af op een groepje zichzelf verrijkende topmanagers

Werknemers zijn niet anders gewend en het lijkt daarom vanzelfsprekend: iedereen die onder dezelfde cao valt, krijgt jaarlijks een loonsverhoging die in procenten voor iedereen gelijk is. Echter, rechtvaardig is anders. Want 2 procent van een minimumsalaris van 1.200 euro per maand is een stuk minder (24 euro) dan 2 procent van een bovenmodaal salaris van bijvoorbeeld 5.000 euro (100 euro).

De gewoonte om salaris verhogingen in procenten af te spreken, heeft gezorgd voor een groeiende ongelijkheid. Van 1985 tot 1999 zijn volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) de inkomensverschillen toegenomen met tussen de 9 en 44 procent. Dit terwijl de laagste inkomens een paar euro extra beter kunnen gebruiken dan de hogere inkomens. De laatste inkomens besteden namelijk een groter deel van hun budget aan primaire levensbehoeften, zoals huisvesting, gas, water, elektra, voedsel en kleding.

Solidariteit hoeft niet de enige reden te zijn om te kiezen voor een loonsverhoging in centen. Het verschil tussen lonen en uitkeringen wordt er namelijk door vergroot, met het gevolg dat uitkeringsontvangers gemotiveerder zijn om werk te zoeken.

Officieel maakt ‘geen procenten maar centen’ deel uit van het beleid van FNV Bondgenoten. ‘FNV-bonden willen proberen aan de onderkant van het loongebouw iets meer te doen,’ schrijft  de vakcentrale in Tegen de wind in, de arbeidsvoorwaardennota voor 2003. ‘Dit zou kunnen door loonsverhoging (gedeeltelijk) in centen overeen te komen of door vloeren te leggen voor de initiële loonsverhoging.’

Hiervan is nog weinig te merken. Vorig jaar augustus ontvingen medewerkers van TPG Post een eenmalige uitkering van 0.3 procent van hun jaarsalaris, met de garantie dat deze ten minste 64 euro zou bedragen. Het betreft dus geen volledige salarisverhoging in centen en ook geen structurele. Voor gemeenteambtenaren is wel een structurele ‘centenafspraak’ gemaakt, maar ook die is deels in procenten. Gemeenteambtenaren ontvingen in december 2002 een eindejaarsuitkering van 2,75 procent van hun jaarsalaris, met daarin een ‘bodem’ van 611 euro.

Een derde voorbeeld is de cao voor de metaal en techniek. Op 1 september 2003 krijgen de werknemers in die branche (onder meer metaalbewerkers, fietsenmakers en loodgieters) een eenmalige loonsverhoging van 1.75 procent, met een minimum van 375 euro. Veel meer voorbeelden zijn er niet te geven van cao’s waarin salarisverhogingen deels in centen zijn afgesproken. Het is een magere score op het totaalaantal van 1.399 cao’s.

Hoe komt het dat er zo weinig centenafspraken worden gemaakt? Deels ligt dit aan de werkgevers. Die zien liever grotere inkomensverschilllen, omdat deze werknemers zouden prikkelen om carrière te maken. Maar het ligt vooral aan de vakbonden. Hun achterban heeft geen belang bij centenafspraken. Het gemiddelde vakbondslid is 45 jaar oud en geniet een modaal inkomen. Centenafspraken zorgen ervoor dat meer geld terechtkomt bij ‘minimumloners’: laaggeschoolde jongeren die vaak geen lid zijn van de vakbond.

Liever dan naar beneden te wijzen, naar ‘de onderkant van het loongebouw’, wijzen de vakbonden omhoog, naar het hogere management dat niet onder een cao valt. Het is te begrijpen, maar niet te rechtvaardigen.

Eric van Beek, m.m.v. Rik Min, dhr. Kouwenberg woordvoerder van Abvakabo-hoofdkantoor op dit punt, en anderen.

BIJLAGEN

-----Oorspronkelijk bericht-----
Van: Min, F.B.M. (EDTE) [mailto:F.B.M.Min@edte.utwente.nl]
Verzonden: woensdag 7 mei 2003 10:54
Aan: 'Beek, Eric J. van de (RBI-NL)'
Onderwerp: RE: centen ipv. procenten

Beste Eric,

De vraag over 'hoeveel procent van de totale beloningen in Nederland terechtkomt aan de top' is enorm moeilijk. Met al die dingen is het zo dat je nauwkeurig afgebakende grenzen van categorieen, normen en verdere gegevens zou moeten hebben. Zelf het Centraal Planbureau heeft dat soort dingen niet eens allemaal. Wat heet top? Top van het loongebouw of top van de rijken, incl. hun bezittingen? En dan is dat nog bijna niet te zeggen of te doen.
Ik heb er ooit eens een intern artikel over geschreven. Staat op locatie: http://home.tiscali.nl/~sb008024/Rik/Klassenverdeling.html
Het gaat over klasseverdeling. Het is een zeer abstract/theoretisch verhaal. De kern van dat verhaal is dat de aandeelhoudersklasse (vroeger de 'bezittende' klasse genoemd) tegenover de loonafhankelijke klasse staat (d.w.z. iedereen die moet werken voor zijn brood; dus de arbeiders en de werkende klasse in zijn algemeenheid, incl. middenstanders, freelancers, voetballers, artiesten, etc.). Die twee klassen hebben per definitie tegengestelde belangen.... Dat is logisch en absoluut niet weg te poetsen. Het is bij uitstek de drijvende en alles overheersende kracht in de maatschappij.... Alle andere tegenstellingen zijn te overwinnen, maar deze tegenstelling niet.

De tweede kern van dat verhaal is dat tegenwoordig meer dan de helft van de (nederlandse) bevolking ook AANDELEN heeft (direct of indirect, bijvoorbeeld via zijn/haar pensioen), en dat maakt dat die mensen allemaal verknipt raken. Verknipt in de tegenstrijdige belangen die ze objectief hebben. Meer dan de helft in Nederland is op een dergelijke manierverknipt. Ik noem dat dat die klasse in meer of minder mate parttime 'kapitalist' is en tegelijkertijd parttime loonafhankelijk. Een hele wonderlijke situatie waarin Marx niet voorzien heeft... Velen in Nederland zijn objectief gezien dus zowel lid van de aandeelhoudersklasse alsmede ook lid van de werkende klasse; resp. de bezittende klasse en de niet-bezittende klasse in een persoon verenigd... Je kunt dat in percentages uitdrukken. (Voorals nog doet niemand dat; ook het CBS en CPB niet.) Dat maakt dat Nederland bij uitstek een land is van de middeklasse. Een middeklasse die niet (meer) weet waar haar belangen liggen... Nederland is - op deze wijze - bijna voor 50, 80 tot 95 procent verburgerlijkt. En dat verklaart bijna alles. Afin. Succes en vriendelijk groet. Rik Min, AbvaKabo-vakbondskaderlid

-----Original Message-----
From: Beek, Eric J. van de (RBI-NL) [mailto:xxxx]
Sent: woensdag 7 mei 2003 10:16
To: Min, F.B.M. (EDTE)
Subject: centen ipv. procenten

Geachte Heer Min,

... Weet u hoeveel procent van de totale beloningen in Nederland terechtkomt aan de top? s hier een cijfer van? Met vriendelijke groet, Eric van de Beek, Elsevier

-----Original Message-----
From: xxx [mailto:xxxx]
Sent: xxx
To: xxx
Subject: centen ipv. procenten

Beste mijnheer Kouwenberg,
Gisteren belde iemand van Elsevier... Hij wil een artikel maken over centen ipv. procenten. Hij vind het zo'n logische zaak dat het hem verbaasde dat nog nooit iemand van een bond of een bond op dat idee was gekomen..... Wellicht belt hij u ook. Ik heb hem vertelt dat over het algemeen PvdAers van centen ipv. procenten niks moeten weten ... ook willen dergelijke mensen niet meer herinnerd worden aan de tijd toen nivellering nog als woord en - volgens mij - als vals begrip rondspookte in Nederland.
Elke keer als de lagere loonschalen in aktie komen en loonsverhoging afdwingen krijgen de hogere loonschalen - zonder iets te doen - automatisch ook even veel als de lagere loonschalen. Dat is onrechtvaardig. Dan weet u daarvan. Centen i.p.v. procenten is DE oplossing voor vraagstukken van deze tijd (en de woede over de top-inkomens). Centen i.p.v. procenten-verhogingen de komende jaren, is nu eenmaal mijn mening ... Wellicht ziet u het ook zo als ik. Rik Min, Universiteit Twente

BIJLAGE 1. Hierbij een script waarmee je het probleem theoretisch en interactief kan bestuderen: http://to-www.to.utwente.nl/TO/ism/course/mmop/Script/KoopkrachtA.html (een soort spreadsheet… Je kunt hiermee zelf instellen wie wat en hoeveel krijgt om toch de totale loonsom ‘stabiel’ te houden… Probeer maar eens. Het is een kwalitatief conceptidee - geen volledig kwantitatief model)

BIJLAGE 2. Hierbij ook nog een werkstuk van mijn studenten (mediakunde / leermiddelentechnologie) - die dit probleem als casus hadden gekozen - met leuke bijpassende video’s: http://to-www.to.utwente.nl/TO/ism/course/mmop/Koopkracht/home.html (kale versie; werkt alleen in Internet Explorer)

BIJLAGE 3. Hier het totale werkstuk van mijn studenten:
http://to-www.to.utwente.nl/TO/ism/course/mmop/Koopkracht/Website%20koopkracht_bestanden/slide0001.htm (uitgebreide versie; werkt alleen in Internet Explorer)