ONDERZOEKSOPDRACHT 2000-2001

1. Naam Opdracht:

Onderzoek naar effect van verschillende soorten 'parallelle instructie'

(bij web-based leer-omgevingen).

 

2. Verantwoordelijke afdeling:

Afdeling ISM; projectgroep 'Parallellisme in doe-, werk- en leeromgevingen'

(Proefopstelling is bij de afdeling voorhanden)

3. Verantwoordelijke begeleiders:

Dr. ir. Rik Min

 

4. Organisatie waar de opdracht uitgevoerd wordt:

(Alleen indien de opdracht extern uitgevoerd wordt)

 

 

5. Aantal deelnemende studenten: 2

(in uitzonderlijke gevallen kan hier, in onderling overleg met de werkgroep onderzoeksopdracht, van worden afgeweken)

 

 

 

6. Uitvoer garantie gewenst: ja / nee

(Indien ‘ja’, korte toelichting geven)

Nee

7. Korte omschrijving van de vraagstelling (NB: Bij voorkeur vraagstellingen waarin uitdrukkelijk aangegeven wordt welke relatie(s) tussen variabelen onderzocht wordt/worden)

De projectgroep 'Parallellisme in doe-, werk- en leeromgevingen' wil weten hoe men specifieke electronische leer-omgevingen voor simulaties kan inrichten, zodanig dat men de juiste vorm en inhoud van instructie-materiaal kan voorspellen (en aanbieden), en zodanig dat de een leerling uit het MBO, VWO of HBO met alle in die omgeving voorkomende gereedschappen goed kan werken.

Onze projectgroep heeft een theorie ontwikkeld over het aanbieden van problemen en instructie op een beeldscherm. Aangaande een enkele ontwerpvariabele hebben wij in de afgelopen maanden twee proefopstellingen (pre-prototypen) op het web gebouwd.

Die onderzoeksvariabele heeft betrekking op:

  1. vorm en plaats van programma-onderdelen op een beeldscherm
  2. papier en/of electronisch/digitale lesmaterialen

NB. De constanten bij dit experiment en de proefopstelling zijn:

  1. het zelfde simulatieprogramma (hier: ZONNEBOILER)
  2. dezelfde instructiematerialen (een opdracht en/of een casus)
  3. dezelfde leermethode: problem solving (gecoached ontdekkend leren)

 

 

8. steekwoorden voor literatuuronderzoek

Er moet literatuur beschikbaar zijn die hoort bij de scriptie waarmee de opdracht begint en waarbij de literatuur duidelijk in verband staat met het uit te voeren onderzoek. De begeleider stelt zich hiervoor garant.

De projectgroep heeft een uitgebreid archief met allerlei soorten artikelen over het betreffende onderwerp.

(De assistent in opleiding van de projectgroep, mw. Drs. M. Claessens en dr. ir. R. Min beheren dit archief.)

 

9. Onderzoeksopzet:

Er zijn twee aparte web-sites over een en het zelfde (gesimuleerde) fenomeen. De proef-opstelling is een leer-omgeving. In deze leer-omgeving moeten technisch onervaren leerlingen eenvoudige opdrachten (kunnen) uitvoeren en casussen ('problemen') zien oplossen. Elk van deze omgevingen verschilt op een wezenlijk punt: in vorm en plaats van het instructie-materiaal op het beeldscherm. We hebben uiteindelijk twee specifieke condities (van een en dezelfde onderzoeks-variabele).

De doelgroep is: VWO-studenten in hun laatste jaar; voordat ze naar de universiteit gaan. Derhalve zijn TO-studenten goede proefpersonen.

Wij hebben twee hypotheses opgesteld; gebaseerd op een ontwerp-theorie voor dit type leer-omgeving. Het is de bedoeling dat je de prototypes (uit onze proefopstelling) aan een grondige onderzoek met een redelijk aantal native proefpersonen onderwerpt en een passende analyse probeert te maken (gebaseerd op waarnemingen en het ruwe statistisch materiaal); en - tot slot - een uitspraak doet over onze hypotheses. Doel is te onderzoeken of deze leer- annex instructie-omgeving adequaat is vormgegeven en of het doel (leren van oorzaak en gevolg bij een degelijke zonneboiler) gehaald kan worden.

Jullie zullen een begrips-test moeten afnemen (een pre- en post-test) over het onderwerp waarover de simulatie gaat: zonne-energie. Jullie zullen tijden moeten meten en goed moeten kunnen observeren (incl. een logboek moeten bijhouden) Je zult zelf met een (beter) script (dan een bestaand script) moeten komen. (We hebben voorbeelden.) We verwachten een significant verschil tussen de twee condities.

10. De Data-analyse:

Studenten zullen met minstens 10 proefpersonen twee verschillende gestructureerde gedragsobservatie moeten doen en de gegevens die eruit voortvloeien statistisch vergelijken en verwerken.

De begeleider dient ervoor te zorgen dat alle noodzakelijke randvoorwaarden en hulpmiddelen beschikbaar zijn of door studenten in de beschikbare tijd gemaakt kunnen worden. Hieronder staat een aantal van deze randvoorwaarden en hulpmiddelen genoemd.

11. Respondenten

- Rik Min, kamer H212, tsl. 3585, b.g.g. 3611

- Mona Claessens, kamer H206, tsl. 3874, b.g.g. 3611

Referentie:

Groenewoud, U.A., J. ter Burg, W. Akkermans en R. Min. Effect van mate van parallellisme op taakuitvoering en gepercipieerd gebruiksgemak.

In: proceedings onderzoeksopdrachten (W. v.d. Linden, S. Oosterloo en H. Vos; 1996).

 

12. Instrumenten

PC in practicumlokaal met Netscape of Internet Explorer

13. Geschatte kosten

Kosten worden niet vergoed door de werkgroep maar zijn voor rekening van de betreffende verantwoordelijke vakgroep of de organisatie waarvoor de opdracht wordt uitgevoerd. Beide dienen hierover zelf afspraken te maken.

geen

14. Opmerkingen

Studenten moeten affiniteit hebben met digitale doe-, werk- en leeromgevingen en kennis van moderne instructiemethoden; dus ISM- en IST-achtige zaken beheersen.

De proefopstelling staat op:

http://projects.edte.utwente.nl/pi/Java/examples.html