COMPUTERIk wil hier - voor leken - het principe van de computer uitleggen en zal hierbij bijna alle moeilijke woorden vermijden.
Zoals - bijvoorbeeld - de moeilijke woorden: processor, chip, achtergrondgeheugen, harde schijf, moederbord, desktop, module, besturingssysteem, browser, compiler, RAM, CPU, windows, MS-Dos, uitbreidingskaarten, etc.
We gebruiken hier maar een stuk of vier moeilijke woorden. Te weten:
een 'een' of een 'nul';
Een 'een' is bijvoorbeeld 10 Volt; een 'nul' is bijvoorbeeld 1 Volt en dat noemen we een bit.
Een de code van acht nullen of enen noemen ascii-code. Elke letter, elk teken en elk cijfer heeft een uniieke ascii-code. Zoals 'A' is bijvoorbeeld 11001110, '8' is bijvoorbeeld 00011100 en '+' of '@' is bijvoorbeeld 10000100.
Een 'xxxxx' is bijvoorbeeld xxxx.
Een computer werkt als volgt:
CodeAls je op een eenvoudige computer een toets van een letter of van een getal drukt, gaan er 8 nulletjes en/of eentjes door een draadje naar de computer. Net als het principe bij morse-codes. De computer zet dan die 8 nulletjes en/of eentjes daarna via een patroon van puntjes neer op een beeldscherm als een letter of een getal.
BeeldschermWant het beeldscherm bestaat bij een eenvoudige computer nu eenmaal uit 800 x 600 beeldpuntjes. Zo weet je wat je getypt hebt. Het belangrijkste in de computer zelf zijn de registers. Die zijn bij eenvoudige computers 8 bit lang en bevatten meestal de digitale 8-bits getallen.
xxxxxEen eenvoudige computer heeft in principe 3 registers: twee die je kunt vullen met een digitaal getal en een register waar het resultaat van de bewerking in moet komen. Respectievelijk het A-register, het B-register (waar twee getallen inzitten) en het C-register met de uitkomst van de bewerking met die twee getallen in moet komen. Als je wilt rekenen met een computer dan wordt er een bewerking gedaan op de inhoud in de twee registers.
Een register in een eenvoudige computer heeft 8 'flipfloppen'. Er is dus plek voor 8 'nullen' of 'enen'. "Een flipflop kan dus 0 of 1 zijn". Een flipflop zelf bestaat uit een schakeling met in principe (minimaal) 2 kruislings gekoppelde transistors. In een 8-bits register - zoals hierboven - kunnen dus binaire getallen zoals 00000000 (0), 00000001 (1), 00000010 (2) t/m 11111111 (32000). Soms zit er in het A-register een binaire letter A (#65), B (#66) t/m Z (#122). Dan kan die letter eenvoudig vergeleken worden met een andere letter. (Zie daarvoor de ascii-tabel.)
BewerkingenDe uitvinder van een rekenkundige bewerking toepassen op twee binaire getallen (bijvoorbeeld 00001001 + 00000001 = 00001010) is feitelijk de uitvinder van de computer. Je kunt dus rekenen en vergelijken. Dus twee getallen of twee letters kunnen vergeleken worden [2]. Dat is belangrijk want dan kun je de bewerking a > b uitvoeren. Ook op letters. Want letters hebben ook een rangorde. A of K hebben een hogere rang dan P of Z. Immers in de ascii-code rangorde, de binaire codering van letters is A groter dan B, etc. Zo kun je dingen in een rij op volgorde zetten. Met dat eerste kunnen je in principe alle rekenkundige bewerkingen doen en met laatste is handig voor databanken met tekst.
Een computer kan eigenlijk maar drie dingenEen computer kan eigenlijk maar drie dingen. Hoe hij dat doet is eigenlijk volkomen belachelijk, iets met nullen en eenen, maar hij doet het, en nog snel en goed ook nog. Dat zijn op de eerste plaats rekenen.
Daarmee kunnen formules en wiskundige modellen doorgerekend worden. Hiermee kan een computerprogramma hele 'slimme' uitkomsten genereren. Dat is op de tweede plaats dingen vergelijken.
xxxx (hier wordt nog aan gewerkt...) |