Inleiding Mediakunde 1996/97
Let op: De informatie over het vak in het studiejaar 1997/98 staat elders.
met medewerking van Frans Houweling, Johan Jonker, Gerard Gervedink Nijhuis, Ben Reimerink, John Schmitz en Jacob Sikken.
Deze informatie beslaat ongeveer 10 beeldschermen. U kunt deze informatie het beste lezen lezen door te scrollen
INHOUD
Het vak
Het vak kent 5 colleges en 14 practica. Het aantal studiepunten is 3 SP. Het wordt dit studiejaar gegeven in augustus t/m november 1996.
Aard en doelstellingen
Als deze cursus in een zin mag worden getypeerd dan is het dat de beginselen van het ontwerpen van multimediale software voor instructie of communicatie - in de zin van 'mens-machine-mens'-communicatie (en userinterface) - duidelijk worden gemaakt en hoe dat type communicatie kan worden gerealiseerd"
Het is een "tour d' horizon" over het terrein der multimedia. De primaire doelstellingen van dit vak en de bijbehorende practica zijn:
- een inleiding te geven in wat interactieve multimedia zijn;
- inzicht te geven in achtergronden en ontwerpmethoden van interactieve multimedia programmatuur;
- het verwerven van een aantal elementaire vaardigheden met media;
- het leren omgaan met bepaalde gereedschappen (tools) om (deel-)aspecten van media problemen te leren oplossen;
- TCW-studenten - die het P-vak "Instrumentatietechnologie 1" van TO niet hebben gedaan - de gelegenheid te geven zich te bekwamen op bovenbeschreven gebied ("bij te spijkeren").
Daarbij wordt op inleidend niveau aandacht besteed aan ontwerpmethoden voor interactieve multimedia programmatuur.
Doel en perspectief
De student verwerft een overzicht
- van bepaalde soorten informatiepresentatie,
- van bepaalde soorten programmatuur,
- van bepaalde basisprincipes bij gebruik van computers,
- van bepaalde basisprincipes van gebruik van gereedschappen (tools),
- van bepaalde technieken (basistechnieken) om educatieve en communicatieve software te kunnen maken,
- van bepaalde systemen, applicaties, editors en soorten bestanden.
De student ziet het belang in
- van goede computers en goede tools,
- van vooraf ontwerpen van communicatief materiaal (audiovisueel en dialogen),
- van goede vormgeving (userinterface),
- van goed gereedschap en van gereedschapsbeheersing.
De student kan eenvoudige opdrachten maken (op een computer).
Het grondidee achter dit vak is ONTWERPEN, LEREN ONTWERPEN en OM-GAAN met GEREEDSCHAPPEN. Eerst met eenvoudige tools (blok 3), dan met een complexe tools (blok 4) en ten slotte in een programmeer-omgeving (blok 5). De colleges staan in dienst van de practica. Omgekeerd zijn de oefeningen en opdrachten bij de practica om de stof op de colleges (en in het boek) beter te begrijpen.
Op een algemeen niveau is het doel van met name de practica:
- het leren omgaan met programma's en computers;
- begrip te krijgen voor vormgeving (ontwerpen);
- het leren aanmaken, veranderen (editen);
- het leren koppelen (m.n. programmeren) van soorten losse componenten;
- het beheren van (grote aantallen, diverse soorten, losse) bestanden.
Studenten leren om te gaan met een tool door er zelf te mee te gaan oefenen. Zonder oefening is het bijna uitgesloten om goed met gereedschappen om te gaan en er begrip voor (en van) te krijgen. Daarvoor krijg je van ons bij de computerpractica dan ook volop de gelegenheid. Je kunt in je eigen tijd ook af een toe een half uurtje oefenen en je inschrijven op een werkplek bij de Macintosh. Daarbij kun je gebruik maken van je aantekeningen, de practicumhandleiding en andere hulpmiddelen. Er is dan geen assistentie, maar je mede-student-collega's kunnen en willen je meestal wel van dienst zijn.
Bij de computerpractica gaat het in het algemeen niet zo zeer om een aanwezig programma of tool voor 100 procent goed en snel te kunnen gebruiken. Tools zijn namelijk aan enorm snelle veranderingen en aan de mode onderhevig. Op een universiteit wordt iets anders van jou en onze cursussen verwacht dan elders in de maatschappij. Het gaat op een universiteit om het verkrijgen van (fundamentele) inzichten en een bepaalde vaardigheid in ontwerptechnieken en ontwerpprincipes in het algemeen, zodat je - als er nieuw (ander) gereedschap op de markt komt - dit nieuwe (andere) gereedschap ook gemakkelijk kunt hanteren, ongeacht het computer-platform waarop de tool draait.
De practica
De practica behorende bij dit vak beslaan 14 stuks van ŽŽn dagdeel, d.w.z. 4 uur, incl. een pauze. De practica zijn gebaseerd op het TO vak "Instrumentatietechnologie; inleiding" ("ISM1") (6 SP). Alle practica zijn aangepast aan de wensen van de studierichting "Communicatiekunde". De didactische werkvorm van het practicum is voor TCW-studenten echter anders dan voor TO-studenten.
Het boek
De literatuur die die bij de colleges gebruikt wordt is het boek van Jenny Preece et al, "Human-Computer interface", Addison-Wesley Publ. Comp. (1994). Daarin vind je alle begrippen en achtergronden die bij de practica van belang zijn.
De colleges
In de colleges zal worden ingegaan op alles wat relevant is voor een beter begrip van media en vooral op software aspecten. Richtsnoer is het boek van Preece. Er worden 14 hoofdstukken behandeld. De rest van het boek wordt in latere jaren behandeld. In de colleges zal veel aandacht worden geschonken aan praktische zaken (van algemene aard) die in de practica van belang zijn.
De toetsstof
De toetsstof omvat een (groot) aantal hoofdstukken uit het boek van Preece, enkele hoofdstukken (leesteksten) uit het practicum boek, enkele specifieke statements uit de colleges en het practicum. De toetsstof omvat vragen, begrippen en onderwerpen zoals:
Deze stof bevindt zich voornamelijk in de hoofdstukken 1, 2, 7, 8, 11, 12, 13, 14, 15, 27, 28, en 29 van het boek van Jenny Preece over 'Human-Computer Interaction', Addison - Wesley, 1994.
Maar verder ook enkele specieke zaken die op de colleges (expliciet) en in de practica (impliciet) en het practicumboek (expliciet) aan de orde komen (m.n. leesteksten zoals die in hoofdstuk 1, 2, 3 en 7), over zaken zoals
Wat is een editor?
Welke vijf fundamenteel verschillende soorten editors zijn er?
Wat is een browser (tov een editor)?
Wat zijn de twee fundamenteel verschillende soorten grafische editors?
Welke 9 soorten interfaces worden er bij dit vak onderscheiden?
Wat is editen (in de meest ruime zin van het woord)? Geef equivalenten.
Wat zijn de meest karakteristieke verschillen tussen (de talen) Pascal en Prolog?
Wat is een executeerbaar bestand?
Wat is een frame?
Wat is een statisch frame
Wat is een dynamisch frame
Hoe maak je statisch(e frames) bij multimedia productie dynamisch?
enz.
...