From: r.min@hetnet.nl
Sent: vrijdag 20 februari 2009 12:27
To: groene@groene.nl
Subject: De Groene - kwalijk artikel over antisemitisme in Nederland
Geachte
redactie,
Dit
warrig artikel uit de Groene van deze week mag niet
zonder commentaar blijven. Het is gewoon niet te geloven in een beschaafd land
en in een beschaafd blad. We leven zo langzamerhand in een Orwelliaanse
samenleving waar wit dagelijks zwart gemaakt wordt en zwart wit...
De redactie
van De Groene wordt blijkbaar nog erger gechanteerd dan vroeger om
artikelen van volkomen onbekende figuren te plaatsen. Wie is nou Frank Ferudi? Een Nederlander? Laten we ons informeren en
chanteren door een buitenlandse mogendheid? Ik zou hem wel eens
willen doorzagen. Wie hij is en door wie hij betaald wordt. Een schuilnaam? En
dat in de beschaafd blad. Schande.
Blijkbaar
heeft het Palestina komitee wel een punt te pakken
met boycot-akties en voelen de Israëlische
moordenaars, de zionisten / de racisten (VN resolutie, 1975), zich onzeker door zulke leugens, onzin, en
geraaskal op te schrijven.
Antisemitisme
bestaat sinds 1945 niet meer. Wat er nu gaande is, is iets heel
anders. Dat begrijpt u toch ook wel.
Hoogachtend
Dr. ir. Rik
Min
Schopmanlanden
22,
7542 CN Enschede
BIJLAGE 1 (citaat uit betreffende artikel)
‘Ik heb een hekel aan joden’ of andere openlijk antisemitische gevoelens uitdrukken. Desondanks heeft de manipulatie door de overheid van de herinnering aan de holocaust om morele autoriteit te verkrijgen het voorspelbare gevolg gehad dat er cynisme werd gekweekt over die gruwelijke episode. Er zijn Europeanen die vinden dat er in deze tijd ‘te veel’ wordt gemaakt van de holocaust, maar zulke dingen zeggen ze zelden in het openbaar.
ONZIN, MEN WIL HET GEWOON NIET ZIEN DAT DAT EEN ANDER FENOMEEN IS
BIJLAGE 2 (citaat uit betreffende artikel)
Er is overtuigend bewijs dat in het recente verleden het antisemitisme in Europa zichtbaarder en sterker is geworden. In het afgelopen decennium, en met name sinds het uitbreken van de Gaza-oorlog, zijn anti-Israël-sentimenten vaak gemuteerd in anti-joodse gevoelens. ONZIN, MEN WIL HET GEWOON NIET ZIEN DAT DAT EEN ANDER FENOMEEN IS.
BIJLAGE 3 (citaat uit betreffende artikel)
Recente gebeurtenissen laten zien dat in Europa het traditionele onderscheid tussen antizionistische en anti-joodse sentimenten vaag is geworden.
ONZIN, MEN WIL HET GEWOON NIET ZIEN DAT DAT EEN ANDER FENOMEEN IS.
BIJLAGE 4 (citaat uit betreffende artikel)
Dus riep onlangs, tijdens een demonstratie tegen de Israëlische acties in Gaza, het SP-Tweede-Kamerlid
Harry van Bommel op tot een nieuwe intifada tegen
Israël. Hij heeft natuurlijk het recht dit politieke standpunt uit te dragen.
Maar hij werd een handlanger van antisemieten toen hij besloot niets te doen
bij het horen van de spreekkoren ‘Hamas, Hamas, joden aan het gas’ en vergelijkbare anti-joodse
kreten.
ONZIN, MEN WIL HET GEWOON NIET ZIEN DAT DAT EEN ANDER FENOMEEN IS
BIJLAGE 5 (citaat uit betreffende artikel)
noch leken ze in verlegenheid gebracht door een man die zich had verkleed als een racistische joodse karikatuur, met een ‘Jodenmasker’ op met een gebogen neus terwijl hij deed alsof hij bloederige baby’s opat.
ONZIN, MEN WIL HET GEWOON NIET ZIEN DAT DAT EEN ANDER FENOMEEN IS
BIJLAGE 6 (citaat uit betreffende artikel)
Steeds vaker nemen demonstranten joden onder vuur omdat het joden zijn.
ONZIN, MEN WIL HET GEWOON NIET ZIEN DAT DAT EEN ANDER FENOMEEN IS.
BIJLAGE 7 (citaat uit betreffende artikel)
Ze hebben gepleit voor het boycotten en zelfs aanvallen van ‘Israëlische winkels’, maar in de praktijk betekent dit het boycotten en aanvallen van winkels van joodse eigenaren….
ONZIN, MEN WIL HET GEWOON NIET ZIEN DAT DAT EEN ANDER FENOMEEN IS
BIJLAGE 8 (citaat uit betreffende artikel)
‘Israëlische winkels’. Giancarlo Desiderati, woordvoerder van de vakbond Flaica-Cub, heeft opgeroepen tot een boycot van joodse zaken in Rome. Een flyer van zijn bond vertelde de Romeinen dat alles wat ze kopen in winkels van joodse eigenaren ‘bevlekt met bloed’ zal zijn.
ONZIN een leugen: ZIONISTISCH.
MEN WIL GEWOON NIET ZIEN DAT DAT EEN ANDER FENOMEEN IS
BIJLAGE 9 (citaat uit betreffende artikel)
Hij zei dat zijn bond een lijst samenstelde van joodse winkels, ‘hoewel het misschien beter zou zijn om een lijst te publiceren met straten waar de meerderheid van de winkels joods is en mensen te vragen die straten te vermijden als ze gaan winkelen’.
ONZIN, MEN WIL HET GEWOON NIET ZIEN DAT DAT EEN ANDER FENOMEEN IS
BIJLAGE 10 (citaat uit betreffende artikel)
Antisemitisme in Europa is niet simpelweg een retorisch tijdverdrijf van islamisten of pro-Palestina-demonstranten.
ONZIN, MEN WIL HET GEWOON NIET ZIEN DAT DAT EEN ANDER FENOMEEN IS
BIJLAGE 4 (citaat uit betreffende artikel)
In Engeland zijn joodse schoolkinderen in elkaar geslagen omdat ze behoren tot een volk (ONZIN.....) met ‘bloed aan hun handen’.
ONZIN DUS
BIJLAGE 11 (citaat uit betreffende artikel)
Hun weigering onderscheid te maken tussen joodse mensen en
Israël is een schop tegen het zere been geweest voor sommige liberaal denkende
moslims. Een recente brief ondertekend door prominente Britse moslims
veroordeelde de aan Gaza gerelateerde golf aanslagen
op joden en synagogen, omdat ‘Britse joden niet verantwoordelijk moeten worden
gehouden voor de daden van de Israëlische overheid’. Zulke statements, die
publiekelijk het probleem erkennen dat joden worden vereenzelvigd met de daden
van de Israëlische regering, zijn in deze tijd echter zeldzaam.
Een gevolg van de opkomst van openlijk antisemitisme onder moslimjongeren is dat andere mensen zich gerechtigd voelden om meer
traditionele vormen van Europees antisemitisme te uiten.
ONZIN, MEN WIL HET GEWOON NIET ZIEN DAT DAT EEN ANDER FENOMEEN IS
Klassieke antisemitische verhalen over joden die te veel macht en invloed hebben zijn in de afgelopen jaren wijdverbreid geraakt. Maar de meest opvallende ontwikkeling is geweest de absorptie van antisemitische sentimenten door Europeanen die zichzelf in politieke zin links noemen.
ONZIN, MEN WIL HET GEWOON NIET ZIEN DAT DAT EEN ANDER FENOMEEN IS
Het onderscheid tussen links en rechts is in de afgelopen jaren steeds
onduidelijker geworden. Maar we moeten niet vergeten dat antisemitisme in
Europa in het verleden overwegend was verbonden aan rechtse, nationalistische
bewegingen. En een groot deel van Europees links speelde een sleutelrol in het bestrijden
van vooroordelen over joden.
Hoewel antisemitisme nog steeds bestaat binnen delen van rechts en extreem-rechts heeft het in het laatste decennium ook steun
gekregen van de linkervleugel. Een onderzoek met de titel Ongunstige visies op
joden en moslims in opkomst in Europa, gepubliceerd in september 2007, wees uit
dat 37 procent van de respondenten die zichzelf zagen als politiek rechts en 28
procent van degenen die zichzelf links noemden een ongunstige indruk had van
joden. Degenen van wie het minst te verwachten was dat ze zulke vooroordelen
zouden koesteren – 26 procent – positioneerden zichzelf in het ‘politieke
midden’. Het onderzoek, dat werd uitgevoerd in het voorjaar van 2007, enige
tijd voor de recente uitbraak van de Gaza-oorlog,
suggereert dat negatieve ideeën over joden al bestonden vóór de recentste
oorlog die Israël voerde.
De mensen die actief zijn in de linkse politiek koesteren meestal geen
coherente anti-joodse vooroordelen. Desondanks is een verontrustende
ontwikkeling in de afgelopen jaren geweest de weigering van linkse anti-Israël-demonstranten om expliciete manifestaties van
antisemitisme te bestrijden. Die aanpassing aan vooroordelen wordt vaak
ingegeven door morele lafheid. Anderen proberen te rechtvaardigen dat ze niet
optreden tegen antisemitisme met de stelling dat kritiek op de vooroordelen van
moslimjongeren alleen maar Israël zou vrijpleiten. Er zijn mensen die zeggen
dat het gedrag van Israël Europa ontslaat van de morele plicht te sympathiseren
met joden of joodse gevoelens. Die houding werd onomwonden verwoord door de
Italiaanse vakbondsleider Desiderati, die zei:
‘Vijftig jaar lang hebben we ons druk gemaakt over de joden om wat ze hebben
ondergaan tijdens de holocaust, maar nu is het tijd om
ons druk te maken over de Palestijnen, die de joden van vandaag zijn.’
Het meest onrustbarend in het Europa van vandaag is niet het expliciete
vitriool gericht tegen joden door radicale moslimgroeperingen of extreem-rechtse partijen, maar de nieuwe cultuur van
aanpassing aan het antisemitisme. We zien de opkomst van een ietwat besmuikte
‘horen, zien en zwijgen’-houding die veel te veel ‘begrip’ toont voor uitingen
van antisemitisme. De karakteristieke reactie op anti-joodse vooroordelen is de
bewering dat het niet antisemitisch is, maar slechts anti-Israël.
Soms kijken zelfs politiek correcte pleitbezorgers van diversiteit en
antiracisme de andere kant op als het gaat om het bestrijden van anti-joodse
commentaren.
ONZIN, MEN WIL HET GEWOON NIET ZIEN DAT DAT EEN ANDER FENOMEEN IS
ONZIN, MEN WIL HET GEWOON NIET ZIEN DAT DAT EEN ANDER FENOMEEN IS
BIJLAGE 12 (citaat uit betreffende artikel)
Negatieve Spaanse ideeën over joden hebben weinig te maken
met de joden zelf, of met enige wijdverbreide steun voor het Palestijnse volk.
Onderzoeken wijzen dan wel uit dat negatieve ideeën over joden zich zelden
vertalen in positieve ideeën over moslims: 52 procent van de Spaanse
respondenten gaf aan dat ze eveneens een ongunstig beeld heeft van moslims. Dus
ook al lopen Zapatero en enkele van zijn
socialistische collega’s soms rond in Palestijnse sjaals, het publiek deelt hun
enthousiasme voor dit politieke doel niet. In plaats daarvan is het een gevoel
van vage frustratie, een besef dat we in een onzekere en onvoorspelbare wereld leven
dat de incoherente vijandigheid voedt jegens die
schijnbare profiteurs van de mondiale economie: karikaturale Amerikanen en
joden.
Net als in Spanje is er ook elders in Europa
overtuigend bewijs dat anti-joodse gevoelens al enige tijd aan het toenemen zijn,
en dat ze worden gevoed door culturele factoren die weinig te maken hebben met
de gebeurtenissen in Gaza. In de laatste twee
decennia, en met name sinds 2001, zijn antiwesterse
gevoelens onder Europese moslims vaak uitgedrukt in de taal van het antisemitisme.
Veroordelingen van Amerika gaan vaak hand in hand met aanvallen op de vermeende
invloed van de joodse lobby.
ONZIN, MEN WIL HET GEWOON NIET ZIEN DAT DAT EEN ANDER FENOMEEN IS
BIJLAGE 13 (citaat uit betreffende artikel)
Dergelijke standpunten winnen aan kracht in deze nieuwe eeuw. Zo wees een onderzoek uit 2002 uit dat 25 procent van de Duitse respondenten het standpunt deelde dat ‘joodse invloed’ op het Amerikaanse beleid een belangrijke reden was waarom de regering-Bush Irak binnenviel.
ONZIN, MEN WIL HET GEWOON NIET ZIEN DAT DAT EEN ANDER FENOMEEN IS
BIJLAGE 14 (citaat uit betreffende artikel)
Het associëren van joden met handel, financiën en de media
heeft hedendaagse anti-consumenten- en anti-moderne bewegingen ertoe aangezet de invloed van ‘deze
mensen’ met ernstige bezorgdheid te bezien. Dan wekt het toch nauwelijks
verbazing dat er vorig jaar een explosie van samenzweringstheorieën op het internet te zien was die de schuld van de huidige financiële
crisis gaven aan joodse bankiers?
ONZIN, MEN WIL HET GEWOON NIET ZIEN DAT DAT EEN ANDER FENOMEEN IS
STRIJDEN OM DE AUTORITEIT VAN DE HOLOCAUST
De metamorfose van anti-Israël-gevoelens tot
anti-joodse gevoelens is gelijk op gegaan met de groeiende neiging de holocaust
los te maken van zijn historische context. Steeds vaker wordt er over de
holocaust gesproken niet als een specifieke historische gebeurtenis waarbij de
joden de slachtoffers waren, maar als een terugkerend verschijnsel – we hebben
nu vele ‘holocausten’ – dat zich telkens opnieuw voordoet in de geschiedenis
van de mensheid, van Auschwitz tot Bosnië tot Darfur. Dit maakt niet alleen de holocaust los van de
joodse slachtoffers ervan, het houdt ook in dat de holocaust kan worden
gerecycled als een morele veroordeling van Israël zelf, en van de mensen die
bij Israël horen.
Al sinds enige tijd hebben vele critici van Israël beweerd dat de manier waarop
het land Palestijnen behandelt vergelijkbaar is met het gedrag van de nazi’s
ten opzichte van de joden. Zo wees een onderzoek onder Duitsers in 2004 uit dat
68 procent van de respondenten geloofde dat Israël een vernietigingsoorlog
voert tegen de Palestijnen, en 51 procent zei dat wat Israël de Palestijnen
heeft aangedaan in principe niet verschilt van wat de nazi’s de joden aandeden.
De afgelopen vijf jaar heeft de retorische strategie om Israël te vergelijken
met de Endlösung van Hitler meer en meer terrein
gewonnen. Critici van het zionisme duiden het Gaza-conflict
steeds vaker aan de hand van vergelijkingen met de holocaust en afbeeldingen
ervan. Als gevolg daarvan schilderen demonstranten tegen de huidige invasie van
Gaza Israël vaak af als een 21ste-eeuwse nazi-oorlogsmachine. Vanuit dit perspectief staat het volk
van Gaza een lot te wachten dat vergelijkbaar is met
dat van de inwoners van de joodse getto’s in het Europa van de jaren dertig en
veertig. Dat standpunt werd met kracht uitgedragen door de voormalige
burgemeester van Londen, Ken Livingstone, die zei dat
de Israëliërs ‘zullen voortgaan een Warschau-getto te
creëren in het Midden-Oosten’.
Critici van Israël, sommigen onbewust, anderen bewust, proberen de symbolische
autoriteit van de holocaust tegen Israël in te zetten. Zij beschuldigen
regelmatig de Israëlische regering ervan dat ze handelt als nazi’s.
Gerespecteerde media-instituten in het Westen beweren meer dan eens dat Israël
bezig is met ‘etnische schoonmaak’, ‘genocide’, ‘misdaden tegen de
menselijkheid’; er zijn critici die Theodor Herzl, de founding
father van het zionisme, vergelijken met Adolf Hitler. De Israëlische of
joodse medeplichtigheid aan de oorlogsmisdaden van de Israëlische regering
wordt zelfs nog ingrijpender genoemd dan de medeplichtigheid van het Duitse
volk aan de misdaden van de nazi’s. Sommigen spreken van de ‘nazificering’ van de Israëlische maatschappij, waarmee een
omkering van de rollen wordt gesuggereerd, waardoor de joden het 21ste-eeuwse
equivalent worden van hun voormalige onderdrukkers.
ONZIN, MEN WIL HET GEWOON NIET ZIEN DAT DAT EEN ANDER FENOMEEN IS
BIJLAGE 16 (citaat uit betreffende artikel)
Als de holocaust wordt losgemaakt van de joodse ervaring,
dan heeft dat als gevolg dat een cynische en sceptische houding tegenover het
joodse slachtofferschap wordt gestimuleerd; het zet aan tot vraagtekens bij de
status van de joden als de slachtoffers van de nazi’s. Er zijn bewijzen dat de
associatie van joods-zijn met oorlogsmisdaden in deze
tijd wordt gebruikt om de geschiedenis achterstevoren te interpreteren, zodat
dit volk verantwoordelijkheid gaat dragen voor wat er is gebeurd tijdens de
holocaust. Volgens een belangwekkend onderzoek naar antisemitisme in Europa
worden vooroordelen ‘achterwaarts geprojecteerd om gedrag tegenover joden in vroegere
conflicten te rechtvaardigen’. Het onderzoek stelt dat ‘in deze context
antisemitische uitlatingen tegenwoordig vaak tot doel hebben schuld en
verantwoordelijkheid voor de vervolging van de joden [in het verleden] af te
wijzen’. Dat standpunt is het meest zichtbaar in samenlevingen die intensief
betrokken waren bij de vervolging van joden tijdens de Tweede Wereldoorlog;
volgens diverse onderzoeken werd het idee dat de joden verantwoordelijk waren
voor hun eigen vervolging gedeeld door dertig procent
van de respondenten in Rusland, 27 procent in Oekraïne, 35 procent in
Wit-Rusland, 31 procent in Litouwen en 17 procent in Duitsland in 2004.
Hedendaagse ideeën over joden worden beïnvloed door een voortdurende interactie tussen het heden en het verleden. De pogingen van
de vijanden van Israël om de symboliek van de holocaust te gebruiken worden
ondersteund door het idee dat die tragedie kan worden gebruikt om serieuze
morele autoriteit te verkrijgen. Tegelijkertijd vraagt het heruitvinden van
Israël als een nieuwe nazi-oorlogsmachine impliciet
om het herschrijven van het verleden. Joden beschuldigen van misdaden in deze
tijd kweekt scepsis over hun vroegere morele status als slachtoffers van de
nazi’s. Het is dus heel paradoxaal: hoewel antisemitische ideeën in deze tijd
weinig te maken hebben met de omgang van mensen met echte joden hebben ze hun
weerslag op joden en zijn ze een voedingsbodem voor een cultuur van scepsis
over hun rol als de historische slachtoffers van de meest duistere periode in
de Europese geschiedenis.
ONZIN, MEN WIL HET GEWOON NIET ZIEN DAT DAT EEN ANDER FENOMEEN IS
BIJLAGE 17 (citaat uit betreffende artikel)
Ook in Nederland neemt het antisemitisme toe, zo blijkt uit
rapportage van onder meer de Anne Frank Stichting en
de Landelijke Vereniging van Antidiscriminatie Bureaus en Meldpunten (LVADB).
Het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) spreekt zelfs van een
‘nieuwe fase van jodenhaat’. Volgens voorlopige cijfers zijn er in de afgelopen
maand net zo veel antisemitische incidenten geweest als in heel 2007.
De toename hangt samen met de oorlog in Gaza. Er
bestaat al langer een direct verband tussen het Palestijns-Israëlisch
conflict en antisemitische uitingen en daden op Nederlandse bodem. Met name Marokkaanse jongeren koppelen hun kritiek op
Israël, uit solidariteit met ‘de Palestijnse moslimbroeders’, aan antizionisme
en antisemitisme. Zij worden daarin gesteund door onder anderen de
Internationale Socialisten, sommige SP’ers en Gretta Duisenberg van het
Palestina Komitee.
ONZIN, MEN WIL HET GEWOON NIET ZIEN DAT DAT EEN ANDER FENOMEEN IS
BIJLAGE 18 (citaat uit betreffende artikel)
Vorige maand werd het Sinaï
Centrum, een joodse instelling voor geestelijke gezondheid in Amstelveen,
beschoten. Bij pro-Palestijnse demonstraties begin
dit jaar zijn tientallen arrestaties verricht vanwege anti-joodse leuzen en
parallellen met de Tweede Wereldoorlog, zoals borden met daarop het portret van
Anne Frank met een Palestijnse sjaal om en leuzen
als: ‘Anne Frank zou zich in haar graf omdraaien’. Er
zijn gevallen gemeld van joden die op straat door islamitische jongeren zijn
bedreigd.
Synagogen en joodse begraafplaatsen zijn al langer het doelwit van vernielingen en worden beklad met hakenkruizen. Aanzetten tot haat en belediging van groepen mensen is wettelijk strafbaar, maar doorgaans leiden antisemitische uitspraken niet tot een gang naar de rechter. Plegers van vernielingen en geweld, die ook moeten worden gezocht binnen rechts-extremistische groeperingen, worden zelden betrapt en gepakt. De registratie van incidenten is slechts gedeeltelijk een weergave van de werkelijke omvang van het antisemitisme. Veel meldingen worden niet gedaan, uit angst. Daarbij komt dat joodse instellingen al jaren preventief handelen. Alle joodse scholen, waarvan de meeste in Amsterdam staan, worden beveiligd. Joden die als zodanig herkenbaar zijn, bijvoorbeeld omdat ze een keppeltje dragen, mijden wijken waarvan bekend is dat er veel moslims wonen.
Het Meldpunt Discriminatie Internet (MDI) meldt een toename van antisemitisme
op Marokkaanse en islamitische sites. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer de
helft is terug te voeren op internationale conflicten, maar antisemitisme wordt
ook gevoed door andere bronnen, zoals virulente anti-joodse propaganda vanuit het
Midden-Oosten en preken van radicale imams in Nederlandse moskeeën.
In het onderwijs wordt door leerkrachten al langer gemeld dat tijdens
geschiedenislessen over de holocaust bij moslimleerlingen onversneden jodenhaat
naar buiten komt. Kinderen zeggen zelf dat zij hun denkbeelden ontlenen aan de
Koran en dat zij die te horen krijgen van hun ouders en tijdens lessen op de
koranschool op zaterdag. Dat maakt het nieuwe antisemitisme even complex als
ongrijpbaar.
Het jaar 2002 geldt volgens de zesde rapportage van de Monitor Racisme als een
kentering: er was toen een sterk toenemend aantal incidenten van antisemitisch
geweld. In dat jaar manifesteerde Gretta Duisenberg zich ook meer en meer als iemand die de grenzen
opzoekt. Socioloog Abram de Swaan
omschrijft dit als twijfelachtig ‘anti-Israël-enthousiasme’.
Duisenberg hing provocerend een grote Palestijnse
vlag aan het balkon van haar huis in Amsterdam-Zuid,
een buurt waar veel joden wonen. Ook haar uitspraken leidden tot commotie. Toen
er zesduizend handtekeningen waren verzameld in haar actie tegen de Israëlische
bezetting van de Palestijnse gebieden reageerde ze voor de radio met de
mededeling dat ze hoopte dat het er ‘zes miljoen’ zouden worden. In 2005
klaagde ze op tv over de joden in Nederland, die ‘niet moeten denken dat ze
Amsterdam kunnen annexeren, net als de Westoever’.
In 2003 zongen Marokkaanse jongeren tijdens de twee minuten stilte bij een
dodenherdenkingsplechtigheid in de Amsterdamse wijk De Baarsjes: ‘Joden, die
moeten we doden’. Op andere plekken in Amsterdam werd er op die dag gevoetbald
met rouwkransen. De verontwaardiging was groot, en om dit soort incidenten te
voorkomen werd er een lesprogramma ontwikkeld om tot beter begrip over de
betekenis van de oorlog te komen.
ONZIN, MEN WIL HET GEWOON NIET ZIEN DAT DAT EEN ANDER FENOMEEN IS