Van: r.min@hetnet.nl [mailto:r.min@hetnet.nl]
Verzonden: Sunday, September 14, 2008 2:35 PM
Aan: xxxxx
Onderwerp: Verandert de openbare mening ten aanzien van Israël? (xxxx)
Ik
ben het eigenlijk al heel lang niet meer echt eens met Chomsky. Zijn vasthouden aan een soort nette joodse staat zie je in dit
interview met Pappe heel duidelijk. Dat staat
me tegen. Ik heb daar nooit in geloofd. Hij redeneert daarmee (onbewust) niet
meer zuiver. Pappe heeft een veel betere analyse en
dus een veel betere oplossing. Pappe zegt dat de
evaluatie van de feiten, en de gebleken kortzichtige opstelling van de
(Likoud) zionisten, juist bijna automatisch/onafwendbaar tot een een-staat-oplossing leidt...
Comsky denkt bewust of onbewust in termen ''elk volk
een eigen staat''. En dat "een volk" (elk volk) daar recht op
heeft. Hij zegt de joden dus ook. Dat is niet zo. Feit blijft dat
niemand zomaar moet gaan zeggen ''elk volk een eigen staat''. De laatste tijd
is dat bon ton binnen 'links'. Dat is vragen om de bloedige negentiende en de
nog moorddadigere twintigste eeuw (aangaande nationalisme en eigen volk eerst-ideeen), weer over willen doen. Dat absurde
misdadige gedoe van afscheidingsbewegingen, hoort anno 2008 voorbij te
zijn [1].
Laten
we het toch niet normaal vinden eenheidsstaten - met geweld - af te
breken. Zoals De Sovjet Unie (in 12 tot 20 stukken), Irak (in drie
stukken) en Joegoslavie (in 5 tot 6 stukken) met
misdadig leidersschap en geweld gesloopt zijn en binnenkort Indonesie
en wellicht Belgie (geweldloos?) aan de beurt is. Als
we niet oppassen. Dat is economisch volkomen zinloos, gezien de
concentratie (van het kapitaal, van het kapitalisme) daar tegenover...
Mensen
mogen niet zomaar misbruik maken van die stelling van Marx
en Engels. Die stelling sprake van "door het westen uitgebuite koloniën"
die "het recht hadden op hun eigen land" (zoals Indonesie,
Angola, Congo, Zuid Afrika, etc.) Die stelling
spreek niet van 'volkeren' in de zin van stammen binnen een land, en zeker
niet van 'joodse volk' met rechten op Palestina. En al helemaal niet op het
Heilige Land. Het Heilige Land was ook een eenheidsstaat; maar dan van
godsdiensten [2].
Mvrgr.
[1] Het zionisme is ook een afscheidingsbeweging; de PLO juist een
bevrijdingsbeweging. (Voor de bevrijding van HEEL Palestina)
[2] Laat staan dat iemand dat recht ook nog eens 'namens
alle joden' (als 'verstrooit volk') mag uitspreken; laat staan namens het
jodendom.
Ilan Pappé
is professor geschiedenis aan de Universiteit van Exeter.
Van 1984 tot 2007 was hij Senior Lecturer politieke
wetenschappen aan de Universiteit van Haifa. Noam Chomsky is linguïst, auteur
en maatschappelijk criticus.
Barat: Een Brits parlementslid zei onlangs dat hij een
verandering meende waar te nemen in de openbare mening ten aanzien van Israël.
Tegenwoordig ondertekenen meer Britse parlementsleden dan ooit daarvoor moties
die Israël veroordelen. Ook de UNO en de EU hebben Israëls buitensporig en gedisproportioneerd
gebruik van geweld in de Gazastrook veroordeeld. Zien
jullie dat als een verschuiving van de openbare mening ten aanzien van
Israël?
Pappé: Die voorbeelden duiden op een betekenisvolle
verschuiving van de openbare mening. Maar toch blijft het probleem sinds 60
jaar ongewijzigd. Dit zijn serieuze opstoten, maar ze lijken niet van die aard dat ze in de nabije toekomst tot politieke daden
zullen leiden. De enige manier om die verschuiving van steun van onderuit te
doen uitmonden in echte politieke daden is de idee van sancties en boycot te
propageren. Dat stippelt een klare gedragslijn uit voor de talrijke mensen die
individueel of in de schoot van NGO’s hun
solidariteit hebben betuigd met de Palestijnse zaak.
Chomsky: Er heeft zich een duidelijke verschuiving
voorgedaan op de Amerikaanse campussen en ook in de publieke opinie in het algemeen. Nog niet zo lang geleden was
politiebescherming een standaardvertoning bij colloquia waar kritiek op de politiek
van Israël werd geuit. Vandaag is dat merkbaar anders, hoewel er hier en daar
nog wel uitzonderingen zijn. Tegenwoordig hebben verdedigers van het geweld dat
door Israël wordt gebruikt de neiging om in het defensief te gaan en lijken ze
eerder ontmoedigd dan arrogant of overmoedig. De kritiek op de daden van Israël
reikt echter niet ver omdat de basisfeiten systematisch achtergehouden worden.
Dat is vooral waar voor de doorslaggevende rol van de VSA bij het verhinderen van diplomatieke oplossingen, het
ondermijnen van de democratie en het steunen van Israël in zijn programma om
systematisch elke mogelijkheid te saboteren tot een eventuele politieke
regeling. Het is kenschetsend dat men de VSA telkens weer voorstelt als een
“eerbare onderhandelaar” die er maar niet in slaagt zijn goede bedoelingen te
realiseren, en dit niet alleen op dit
vlak.
De NGO’s en de
hulporganisaties gebruiken het woord apartheid almaar vaker om de acties van
Israël tegen de Palestijnen te beschrijven. Is de
situatie in Palestina en Israël vergelijkbaar met de apartheid destijds in
Zuid-Afrika?
Pappé: Er zijn overeenkomsten
en verschillen. In de geschiedenis van de kolonisatie lijken heel wat
hoofdstukken op elkaar. Sommige kenmerken van het apartheidssysteem vind je
terug in de politiek van Israël ten aanzien van zijn eigen Palestijnse
minderheid en in de bezette gebieden. Sommige aspecten van de bezetting zijn
echter erger dan de Zuid-Afrikaanse apartheid, terwijl in sommige opzichten het
leven van de Palestijnse burgers in Israël niet zo ondraaglijk is als de
apartheid was in zijn hoogdagen. Het belangrijkste
vergelijkingspunt is volgens mij de politieke inspiratie. De
antiapartheidsbeweging, het ANC, de solidariteitsnetwerken die in al die jaren
tot ontwikkeling zijn gekomen in het Westen, zouden een inspiratiebron moeten
vormen voor een beter gerichte en doeltreffendere pro-Palestijnse
campagne. Daarom is het nodig de geschiedenis van de strijd tegen de apartheid
te kennen, veel meer dan stil te blijven staan bij de vergelijking van het
Zionisme met de apartheid.
Chomsky: Op zulke vragen bestaat geen definitief antwoord.
Er zijn overeenkomsten en verschillen. Binnen Israël zelf bestaat er serieuze
discriminatie, maar ze staat veraf van de apartheid in Zuid-Afrika. De Bezette
Gebieden (BG), dat is een andere kwestie. In 1997 gaf ik een lezing aan de Ben Goerion-universiteit ter gelegenheid van de verjaardag van
de oorlog van 1967. Bij wijze van kernthema las ik een paragraaf voor van een
standaardwerk over de geschiedenis van Zuid-Afrika. Verder commentaar bleek
niet nodig.
Van nabij bekeken
verschilt de toestand in de BG in vele opzichten van de apartheid. In bepaalde
gevallen was de apartheid smeriger dan wat Israel in
de BG deed, in sommige gevallen was dan weer het omgekeerde waar. Eén
voorbeeld. Zuid-Afrika hing af van zwarte arbeidskracht. Het was onmogelijk om
de meerderheid van de bevolking het land uit te zetten. Ooit steunde Israël op
goedkope en makkelijk te exploiteren Palestijnse
arbeidskrachten, maar die zijn al lang vervangen door de sukkelaars van vandaag
uit Azië, Oost-Europa en elders. De meeste Israëli’s
zouden een zucht van verlichting slaken als de Palestijnen
zouden verdwijnen. En het is geen geheim dat het beleid dat men daar heeft
uitgewerkt perfect spoort met de aanbevelingen van Moshe
Dayan na de oorlog van 1967: de Palestijnen
zullen “blijven als honden leven, en wie weg wil gaan mag dat gerust
doen.”
Er zijn nog meer
extreme aanbevelingen geformuleerd geworden, en wel
door zeer hoog aangeschreven linkse humanisten in de VSA.
Bijvoorbeeld door Michael Walzer
van het Institute for Advanced Studies in Princeton en
redacteur van het democratisch socialistische tijdschrift Dissen. Die
adviseerde 35 jaar geleden dat de Palestijnen, die
zich toch “in de marge van de natie bevonden” “geholpen
zouden worden” om het land te verlaten. Hij bedoelde daarmee de Palestijnse
burgers van Israël. Dat was een opvatting die
meer recent gepopulariseerd werd door de uiterst rechtse Avigdor
Lieberman, en die nu in Israël algemeen ingang vindt.
Ik heb het dan nog niet over de echte fanatici, zoals de rechtsprofessor in Harvard, Alan Dershowitz,
die verklaart dat Israël nooit burgers doodt, alleen terroristen. Zo krijg je
een nieuwe definitie van “terrorist”: “degene die gedood werd door Israël”.
Volgens hem moet Israël streven naar een dodenratio van 1000 Palestijnen tegen nul Israëli’s, wat
in zijn idee betekent dat “al het crapuul moet geëlimineerd worden”. Het is
niet onbelangrijk dat de voorstanders van die mening met respect bejegend
worden in verlichte kringen van de VSA, ook in het
Westen. Beeld u de reacties in als dergelijke uitspaken zouden worden gedaan
over Joden.
Israël heeft pas verklaard dat het de UNO-conferentie over de Mensenrechten in Durban zal boycotten omdat “ het niet mogelijk zal zijn te
verhinderen dat die conferentie een festival zou worden van aanvallen op
Israël”. Het heeft ook een ontmoeting afgezegd met Costaricaanse
officiële gezanten in verband met een beslissing van de Centraal-Amerikaanse
landen om de Palestijnse staat formeel te erkennen. Kan de weigering van Israël
om elke vorm van kritiek op zijn politiek ooit een weerslag
veroorzaken?
Pappé: Ik hoop dat het ooit een weerslag veroorzaakt.
Wel hangt dat af van de krachtsverhoudingen op regionaal en mondiaal vlak, en
niet alleen van de buitensporige politiek van Israël. Die krachtsverhoudingen
en de onverzettelijkheid van Israël kunnen in de
toekomst wel eens aan elkaar gekoppeld blijken. Als er een verandering komt in
de Amerikaanse politiek of in zijn hegemoniale rol in de politiek van die
regio, dan is het mogelijk dat de onverzettelijkheid van Israël de
internationale gemeenschap aanzet om zich kritischer op te stellen tegenover
dat land en dat die laatste druk gaat uitoefenen op de Joodse staat om een
einde te maken aan de bezetting en onteigening van Palestina.
Chomsky: Men kan akkoord gaan met die beslissingen of
niet, maar ze impliceren geen “weigering om elke vorm van kritiek op zijn
politiek te aanvaarden”. Ik betwijfel of die beslissingen ooit een weerslag
zullen met zich brengen of dat men er zelfs maar nota van zal nemen.
Hoe kan Israël een overeenkomst bereiken met een
organisatie die verklaart dat ze Israël nooit zal erkennen en waarvan het
charter oproept de Joodse staat te vernietigen? Als Hamas
echt een schikking wil waarom erkent het Israël dan niet?
Pappé: Het eindresultaat van een vredesproces zou een
erkenning kunnen zijn door de politieke Islam van de plaats van de Joden in het
Midden-Oosten in zijn geheel, hetzij als een afzonderlijke staat of als een
deelstaat van dat gebied. De PLO is met Israël beginnen te onderhandelen zonder
zijn handvest te wijzigen, en wat zijn houding ten aanzien van Israël betrof,
verschilde dat handvest niet veel met dat van Hamas.
De zoektocht zou moeten gaan in de richting van een tekst, een oplossing en een
politieke structuur die allesomvattend is, en die het de nationale, etnische,
religieuze en ideologische groepen mogelijk moet maken naast elkaar of samen te
leven.
Chomsky: Hamas kan Israël niet
erkennen, net zo min als Kadima (de partij van de
Israëlische eerste minister Olmert, n.v.d.v.) Palestina kan erkennen of dat de Amerikaanse
Democratische Partij Engeland kan erkennen. Men moet zich afvragen of een
regering geleid door Hamas Israël zou moeten
erkennen, en of een regering geleid door Kadima of
door de Democratische Partij Palestina zou moeten erkennen. Tot nog toe hebben
ze dat allemaal geweigerd, hoewel Hamas tenminste opgeroepen heeft tot een twee-statenregeling,
in overeenstemming met de al zo lang bestaande internationale consensus,
terwijl Kadima en de Democratische Partij ook dat
weigeren, en die in die houding al meer dan 30 jaar volharden, wat de VSA en
Israël internationaal geïsoleerd heeft. Als eerste minister Olmert
verklaart in een gemeenschappelijke zitting van het Amerikaans
Congres dat hij gelooft “in het eeuwige recht van ons volk op dit hele land”,
en daarbij applaus kreeg, dan doelt hij waarschijnlijk niet alleen Palestina
van de Jordaan tot aan de zee, maar ook de andere
oever van de Jordaan, wat de historische claim is van
de Likud, de partij waar zijn politieke wieg stond,
een claim die voor zover ik weet, nooit verzaakt werd. In verband met Hamas denk ik dat ze die bewuste stellingen uit hun charter
moeten laten vallen en dat ze zouden moeten evolueren in de richting van een twee-statenoplossing naar wederzijdse erkenning, hoewel we
toch voor ogen moeten houden dat hun stelling soepeler is dan deze van de VSA
en Israël.
De laatste maanden heeft Israël zijn aanvallen op Gaza opgedreven en spreekt het over een nakende invasie.
Het is ook goed mogelijk dat het betrokken was bij de moord op de Hesbollahleider Mughniyed terwijl
het aandringt op sterkere sancties – ook militaire – tegen Iran. Geloven jullie
dat Israëls oorlogszucht wel eens zou kunnen leiden
tot zijn eigen vernietiging?
Pappé: Ja, ik geloof dat de agressiviteit toeneemt en
dat Israël het verzet niet alleen bij de Palestijnen
op de spits drijft, maar ook bij de Arabische en Islamitische wereld. Op dit
ogenblik helt de militaire machtsbalans over in het voordeel van Israël, maar
die kan op elk ogenblik overslaan naar de andere kant, vooral als de VSA hun
steun opzeggen.
Chomsky: tientallen jaren geleden schreef ik dat degenen
die zich “supporters van Israël” noemden in werkelijkheid supporters zijn van
de morele verwording en wellicht van de uiteindelijke vernietiging van dat
land. Al jaren geloof ik ook dat Israëls duidelijke
keuze voor expansie in plaats van voor veiligheid, sinds het in 1971 Sadats aanbod van een volwaardig vredesverdrag van de hand
wees, inderdaad tot dat resultaat zou kunnen leiden.
Welke gevolgen zou
het hebben voor de VSA als het zijn onvoorwaardelijke steun voor Israël zou
opzeggen?
Pappé: Naar buiten toe, zou dat een ineenstorting van
zijn Midden-Oostenpolitiek betekenen, hoofdzakelijk als gevolg van de
ineenstorting van een van zijn bondgenoten. In de plaats daarvan, maar minder
voor de hand liggend, kan dat de opkomst van een Europese tegenpolitiek
in de hand werken. In Israël zelf verwacht ik een zware economische crisis, en
het zou de overwinning betekenen van de krachten die op dit ogenblik in de
civiele samenleving samenwerken voor een dergelijke omslag.
Chomsky: Om daar een antwoord op te geven moeten we
onderzoeken waar de huidige steun vandaan komt. De Amerikaanse
ondernemingswereld, die het beleid overheerst, blijkt behoorlijk tevreden met
de situatie zoals ze nu is. Dat kun je bijvoorbeeld opmaken uit de toevloed van
investeringen in Israël door Intel, Hewlett-Packard, Microsoft en andere leiders uit de high-techeconomie. Ook de militaire relaties en de
inlichtingenuitwisseling blijven sterk. Sinds 1967 onderhielden de Amerikaanse
intellectuelen een virtuele liefdesrelatie met Israël, om redenen die volgens
mij meer te maken hadden met de VSA dan met Israël. Dat oefent een sterke
invloed uit op de manier waarop in de media en de nieuwsuitzendingen de
geschiedenis en de gebeurtenissen worden weergegeven. De Palestijnen
staan zwak, ze zijn verdeeld en kunnen niets stellen tegenover de
machtsconcentratie in de VSA. Een brede meerderheid
van de Amerikanen onderschrijven de internationale consensus van een twee-statenoplossing. Ze wensen zelfs dat de hulp aan
Israël en de Palestijnen gelijk zou worden verdeeld.
Hierover en ook in verband met andere aspecten staan de twee grote politieke
partijen aan de kant van de bevolking. Vijfennegentig percent van de Amerikanen
vindt dat de regering aandacht zou moeten hebben voor die standpunten, iets dat
de elite helemaal niet vindt, soms heel expliciet, soms minder uitgesproken.
Daarom zou een stap naar een billijke, gelijkwaardige behandeling een
“democratische vooruitgang” binnen de VSA betekenen. Los van die eventualiteit,
blijft het nodig dat er dingen gebeuren die maken dat men in de elitaire
kringen zijn belangen opnieuw gaat inschatten.
In Counterpunch verscheen een artikel van Michael Neumann waarin hij
commentaar levert op zowel de één-staatoplossing als op
die met twee staten. “De één-staatoplossing was een
illusie” stelde hij. Daarop verschenen er een artikel van Assaf
Kfoury getiteld “Eén staat of Twee staten? Een
steriel debat over valse alternatieven” en een van Jonathan Cook
met als titel “Eén staat of twee, geen van beiden: de
oplossing heet Zionisme.” Wat denken jullie
daarover? Is de twee-statenoplossing nog
mogelijk?
Pappé: Al heel lang maakten de feiten ter plaatse een twee-statenoplossing onmogelijk. Uit die feiten bleek dat
Israël nooit met een Palestijnse staat heeft ingestemd en dat ook nooit zal
doen, behalve dan met de staatloze staat binnen de twee Bantoestans
op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook, wel te verstaan onder Israëlische controle. Nu
al is er maar één staat en de strijd heeft als inzet de aard ervan en zijn
regime te veranderen. Op dit ogenblik is het niet belangrijk of dat nieuwe
regime en zijn constitutionele basis nu binationaal of democratisch, of
misschien wel beide zullen zijn. Elke politieke structuur die de huidige
racistische stand van zaken zou vervangen is welkom. Wat die structuur ook zou
zijn, ze moet ook de vluchtelingen in staat stellen om terug te keren en tevens
de meest recente ingewekenen om te blijven.
Chomsky: We moeten een
onderscheid maken tussen wat men kan voorstellen en wat we verdedigen. We
kunnen voorstellen dat iedereen in vrede moeten kunnen leven. We zijn bezig met
een standpunt te verdedigen als we een realistisch stappenplan schetsen.
Volgens mij is een één-staatoplossing weinig zinvol.
Een twee-statenoplossing is dat wel. Van 1967 tot
halverwege de jaren zeventig kon je die oplossing verdedigen. Dat heb ik
trouwens ook gedaan in vele geschriften en uitspraken, ook in een boek. Over
het algemeen werd daar furieus op gereageerd. Nadat de nationale rechten van de
Palestijnen in het midden van de jaren zeventig op de
internationale agenda geraakten, bleef het mogelijk om te pleiten voor een
binationale staat. Ik blijf dat trouwens doen. Echter alleen via een proces met
tussenstadia, waarvan de eerste een twee-statenregeling
is, wat strookt met de internationale consensus. Die oplossing, waarschijnlijk
de beste die in de korte termijn kan overwogen worden, was bijna bereikt
tijdens het overleg in Taba in januari van 2001.
Volgens deelnemers had de oplossing er geweest als de
onderhandelingen niet voortijdig waren afgebroken door de Israëlische eerste
minister Barak. Dat was het enige korte moment in de voorbije 30 jaar waarop de
twee leidende “afwijzingsstaten” overwogen om de internationale consensus te
volgen, en de enige keer dat er vooruitzicht was op een diplomatieke regeling.
Er is sinds 2001 heel veel veranderd, maar ik zie geen enkele reden om te
geloven dat wat toen blijkbaar in het bereik lag, nu onmogelijk zou
zijn.
Het is in zekere
zin interessant en betekenisvol dat voorstellen voor een één-staatoplossing
door de algemene opinie getolereerd worden, in tegenstelling tot de tijd dat ervoor opkomen wel mogelijk was maar meteen ook het
voorwerp was van banbliksems. Vandaag staan ze te lezen in de New York Times, de New York Review of Books en elders. Je zou eruit
kunnen besluiten dat ze aanvaardbaar zijn omdat ze totaal onuitvoerbaar zijn -
het blijven immers voorstellen, geen pleidooien. In de praktijk betekenen
dergelijke voorstellen een steun voor de houding van afwijzing van de VSA en
Israël en saboteren ze de enige mogelijke pleidooi
voor een binationale oplossing in etappes.
Vandaag hebben de
Palestijnen twee opties. De eerste is dat de VSA en
Israël hun afwijzende houding opgeven en instemmen met een regeling die in
grote trekken overeenkomt met wat was overeengekomen in Taba.
De andere optie is dat de men de huidige politiek voortzet, die onvermijdelijk
leidt tot het inlijven van wat Israël wil: op z’n
minst Groot Jeruzalem, de gebieden binnen de Afscheidingsmuur – in feite een
Annexatiemuur - de Vallei van de Jordaan en de
uitspringende gebieden die door Ma’aleh Adumim en Ariel lopen. Voorts nog
de driedeling van wat overschiet en wat dus verbrokkeld zal worden in
districten die totaal ongeschikt zijn om er serieuze infrastructuurwerken uit
te voeren, bezaaid als ze zijn met honderden checkpoints
en andere installaties die ervoor moeten zorgen dat de Palestijnen
als honden zullen leven.
Er zijn er die
vinden dat de Palestijnen zouden moeten toelaten dat
Israël de Westelijke Jordaanoever helemaal overneemt,
waarna ze een strijd moeten voeren voor burgerrechten of tegen het
apartheidsregime. Dat is hoe dan ook een illusie. Er is geen reden dat het
tweespan VSA-Israël die eventualiteit zouden
accepteren. Ze zullen heel eenvoudig de lijnen die nu uitgezet zijn voort
implementeren en geen enkele verantwoordelijkheid willen toekennen aan de Palestijnen, die verspreid werden buiten de gebieden die
Israël zinnens was aan te hechten.
Tijdens mijn recente reis naar Israël/Palestina
werd het me duidelijk, uit gesprekken met mensen, lectuur van kranten en uit de
nieuwsbulletins, dat Israël als de dood was voor een boycot. Zijn jullie voor
een dergelijke actie en denken jullie dat ze iets zou opleveren?
Pappé: Ja, dat denk ik. Ik geloof ook dat zo’n actie de mogelijkheid biedt om daar een
veranderingsproces in gang te zetten.
Chomsky: Soms zijn boycots
zinvol. Bijvoorbeeld, de boycot tegen Zuid-Afrika had effect, ook al ontweek de
regering van Reagan de sancties die het Congres had
goedgekeurd, waarbij hij verkondigde dat Mandela’s
ANC een van de “meest beruchte terroristengroeperingen” was. Dat was in 1988.
De acties waren doeltreffend omdat na lange jaren van informatie van de
openbare mening en activisme er een basis gelegd was. Op het
moment dat ze werden toegepast, kregen ze van binnenuit steun van het
Amerikaanse politieke systeem, de media en zelfs van het bedrijfsleven. In
het geval van Palestina is er niets dat daar nog maar van ver op lijkt.
Oproepen voor een boycot zou bijna onvermijdelijk een weerslag hebben, en
aanleiding geven tot de wreedste en brutaalste politiek ten aanzien van de Palestijnen. Een selectieve zorgvuldig uitgestippelde
boycot zou misschien wel enig effect kunnen hebben. Bijvoorbeeld een boycot
door de wapenleveranciers of door Caterpillar, dat
het materiaal levert waarmee Palestina wordt vernietigd. Wat die
doen is absoluut onwettig, en een boycot daarvan kan een doorsnee publiek
misschien overtuigen, en dus effect sorteren.
Een selectieve boycot
kan ook doeltreffend zijn tegen staten die heel wat meer geweld en terreur
uitoefenen dan Israël, zoals de VSA. Natuurlijk zou
Israël, zonder hun doorslaggevende hulp en medewerking, zijn illegale expansie
en al die andere misdaden niet kunnen begaan. Maar er zijn geen oproepen om de
VSA te boycotten, niet om principiële redenen, maar heel eenvoudig omdat ze te
machtig zijn, en feit dat voor de hand liggende vragen doet rijzen over de
morele legitimiteit van de daden waarvan hun cliënten het voorwerp zijn.
Recentelijk, na zijn terugkeer uit
Israël/Palestina, zei de directeur van het Israeli Committee Against House Demolitions UK (de Britse afdeling van het Israëlisch comité tegen de vernietiging van huizen), dat
ondanks Annapolis, “er niet een zaak ter plaatse
verbeterd was…Getuige zijn van de verjoodsing van het
land gaf me een gevoel van kilheid en woede.” Als je dat ziet, zou het
Palestijnse verzet, dat tot nog toe overwegend geweldloos was, opnieuw de
gewapende strijd kunnen opnemen en een intifada
opstarten?
Pappé: Theoretisch kunnen ze dat en mogen ze het ook. De
vraag is of dat andere gevolgen zou hebben dan de twee voorgaande opstanden.
Naar mijn aanvoelen is dat niet zo.
Chomsky: Mijn mening is altijd geweest dat de Palestijnse
leiders Israël en zijn VSA bondgenoten een groot cadeau hebben gedaan door
geweld te gebruiken en de revolutie te prediken. Dat staat los van het feit, en
ongeacht tactische overwegingen, dat het rechtvaardigen van geweld, een zware
last is om te torsen. Vandaag bijvoorbeeld is niets zo welkom voor de
Israëlische en Amerikaanse haviken dan de Qassamraketten,
waardoor ze vrolijk kunnen uitschreeuwen hoezeer het dodenratio dient te worden
opgedreven tot in het oneindige – alle slachtoffers zijn immers
“terroristen”. Al heel lang ook ben ik het eens met vrienden die goede
contacten hadden met de Palestijnse leiding, vooral met Edward
Said en Eqbal Ahmad, dat een geweldloze strijd stevige vooruitzichten had
kunnen bieden op succes. Ik denk nog altijd dat het de enige kans op succes
is.
Waarop zouden NGO’s en
hulporganisaties die in Palestina voor
rechtvaardigheid werken op moeten focussen in de volgende maanden?
Pappé: Dat weten zij het best en ik aarzel dan ook om ze
raad te geven. Ik denk dat ze ons de richting wijzen met hun oproep tot boycot,
als ze voortgaan met dat soort initiatieven, dan lijkt me dat heel
doeltreffend. Maar het belangrijkste en geweldigste dat ze kunnen doen is
doorgaan met te werken voor verzoening en eenheid onder de Palestijnen.
Chomsky: De dagelijkse en dringende taak bestaat erin zich
in hoge mate te bekommeren om de verschrikkelijke schendingen van de
mensenrechten, die aan de gang zijn en om de illegale, door de VSA gesteunde
ontwikkelingsprojecten, die bedoeld zijn om een diplomatieke oplossing te
kelderen. Een meer algemene opdracht is te proberen om de basis te leggen voor
een succesvolle strijd met het oog op een regeling die rekening houdt met de
gerechtvaardigde eisen van de strijdende partijen. Ik denk aan het soort hard, toegewijd, volgehouden opvoedend en
organisatorisch werk, dat ook de basis heeft gelegd van eerdere vorderingen op
de weg naar vrede en gerechtigheid. Vroeger heb ik al gezegd dat dit – en niet
in de laatste plaats - betekent dat er echt vooruitgang wordt geboekt op het
gebied van democratie in hoofde van de heersende supermogendheid.
Frank Barat
is journalist, amateur filmmaker, vredesactivist en lid van de Palestine Solidarity Campaign (Londen) en van het Israeli
Committee against house demolitions.