Geachte heer Kalshoven,
Het is een aardige analyse van u over 'het betalen van belasting' [De
Volkskrant, 1 juni 2013]. Het is inderdaad een intrigerende zaak. U
beschrijft daar "drie denk-niveaus van belasting-betalen". Leuke
gedachten. Goede uitsplitsing. Ook uw opmerkingen over het verschil
tussen belasting op arbeid en kapitaal en hoe lastig 'dat te pakken is',
spreekt mij zeer aan. Maar wat mij het meest intrigeerde, is uw
opmerking over "verhogen van belastingheffing op aandeelhouders". Dat is
een goed begin. Maar ik stel voor eens een paar stappen verder te gaan.
En dan (pas) een keuze aan uw lezers voor te leggen...
Voor een (sociaaldemocratische) maatschappij als de onze, is
venootschapsbelasting eigenlijk niet nodig als aandeelhouders echt
belasting zouden betalen. Een bedrijf is immers maar een vehikel. Een
leeg vehikel om geld te verdienen en om rente of dividend aan het
geleende kapitaal en aandeelhouders terug te betalen. Theoretisch blijft
er - afgezien van 'reserves' - namelijk geen geld zitten in een bedrijf.
Op het eind van een boekjaar heeft het personeel, incl. het bestuur, hun
aandeel gehad ('hun loon') en hebben de aandeelhouders hun deel gehad
('de winst uit de bedrijfsvoering' c.q. 'de meerwaarde van hun
kapitaal'). Veel rechtse mensen zijn het met mijn (theoretische) kritiek
op vennootschapsbelasting uiteraard eens, maar linkse theoretici
(marxisten) deels ook. We moeten dus richting uw opmerking het "verhogen
van belastingheffing op aandeelhouders". Maar dan svp een stap verder
kijken!
In een socialistische maatschappij zijn er helemaal geen belastingen.
(Vraag maar aan de Russische bevolking toen Jeltsin dat van het IMF en
de Wereldbank moest invoeren.) De werkenden krijgen in een
socialistische maatschappij hun loon; en het nationale
financieringskapitaal, de staat, krijg alle winst c.q. alle meerwaarde
(die de bedrijven opleveren). Uit de opbrengst daarvan worden alle
dingen die een overheid tot overheid maakt, bekostigd, zorg, onderwijs,
leger, instituties, subsidies op voedsel, et cetera; waardoor alle
ingezetenen, naast hun loon naar arbeid, ook een inkomen uit collectief
bezit hebben. Immers men is 'eigenaar van de productiemiddelen'. De
inwoners van een socialistische maatschappij zijn primair aandeelhouder
en secundair werknemers; of omgekeerd, zo u wilt; en hebben dus een
dubbel inkomen.
In een sociaal-democratische verzorgingsstaat legt men belastingen op en
eigenlijk hele absurde belastingen. Daar belast men bedrijven.
Venootschapsbelastingen. Heb ik altijd iets heel vreemds gevonden. Men
laat feitelijk de aandeelhouders met al het geld er vandoor gaan [1]. En
relatief treft die belasting vooral het MKB, de ZZPer, het
boerenbedrijf, et cetera. Dat systeem van (verkeerde) belastingen
heffen, moet vroeg of laat tot ruzie leiden. En die ruzie zit er dan ook
aan te komen.
Waarom vertelt u dit bovenstaande verhaal niet eens. Vertelt u eens over
deze drie essentieel verschillende soorten maatschappijen?
Twee zijn notoir instabiel. Die twee systemen leiden allebei tot oorlog.
De derde niet. Die is theoretisch superieur [2].
Hoogachtend,
Rik Min
VOETNOTEN:
[1] Of is vennootschapsbelasting een soort belasting op kapitaalsvlucht;
op het kapitaal van buitenlandse aandeelhouders? Maar dan worden
binnenlandse aandeelhouders dus anders 'gepakt' dan buitenlandse?
[2] Alleen hebben socialistische maatschappijen in het algemeen weinig
begin-kapitaal en geen kolonies.