Betreft: Indonesie, NRC 18 april 2013

Geachte heer Garschagen, beste Melle,

In uw artikel over Indonesië zegt u dat de ellende allemaal begon met de val van Soeharto in 1998. Ik moet u erop wijzen dat de ellende met Indonesië en met het moslim-extremisme begon met de imperialistische staatsgreep van 1965 tegen Soekarno. Soekarno had vanaf de bevrijding, een goede oplossing voor het moslim-extremisme: de 'panta sjila'. In die wetgevings-modules was sprake van vijf gelijke berechtigde groepen in de samenleving. Die wetgeving gaf stabiliteit aan het volkerenrijke en cultuurrijke Indonesië. Toen die evenwichtige samenhang der maatschappelijke krachten wreed verstoort werd door Soeharto - door een van de peilers er onder uit te halen (het socialisme) - donderde de (broze) samenhang van Indonesië in elkaar. Soeharto en het westen zijn dus de grote boosdoeners. Dus niet de revolutie van 1998, toen Soeharto uiteindelijk gelukkig werd afgezet. Toen hij werd afgezet heeft het westen wel - en nu zelfs voor de tweede of derde keer sinds 1945 - de verkeerde dingen gedaan: de goede volksleiders van die revolutie uitgerangeerd en de verkeerden op het paard getild.

Hoogachtend

Rik Min