Geachte heer Kraaijeveld,
U opmerkingen in uw stukje over microkrediet kloppen niet. De verhalen
over microkrediet die u schetst zijn te rooskleurig. En een Nobelprijs
zegt niks. Vele deelnemers van microkrediet weten niet waar ze aan
beginnen. Een lening - hoe bescheiden ook - is niet zo maar wat. De kans
dat een bedrijfje iemands gezin ook vooruitgang geeft, is in de rouwe
praktijk - al met al - niet erg groot. In India is het bewezen dat het
voor velen juist de ondergang van hun bedrijfje betekend. Vooral op het
platteland. Vooral bij boeren. Het geeft jarenlange afhankelijkheid.
Afhankelijkheid die lijkt op woeker. Soms tot na iemand zijn dood.
Elders in de wereld zie je dat ook. Een lening, hoe klein ook, zuigt de
mensen sowieso in de armen van het kapitalisme ('geld met geld
verdienen'). Sterker nog dat is de opzet. Het neoliberalisme leert dat
je mensen kunt binden aan het systeem door ze een eigen huis voor te
spiegelen of een eigen bedrijfje. Zo heeft Thacher de macht van de
vakbonden gebroken. En Reagan de macht van de socialistische landen en
de val van de muur heeft bewerkstelligd. [Zoals een econoom deze week
nota bene in de Volkskrant schreef.] Tot slot: de Nobelprijs voor de
economie krijg je als je aan bepaalde voorwaarden voldoet. Dus dat zegt
niks. Dat zijn niet mijn voorwaarden waar onder iemand van mij een
Nobelprijs zou krijgen. Ik neem aan dat u beseft dat een Nobelprijs,
zowel die voor de vrede als die van de economie, zeer subjectief altijd
zijn uitgedeeld. Daar zijn legio - voor de derde en tweede wereld zeer
ellendige - voorbeelden van.
Hoogachtend,
Rik Min