Socialisme, het socialisme van Cuba, en wat het voor daar en voor hier betekent.

Rik Min, Utrecht, 21 januari 2009

Dank voor jullie uitnodiging hier in Utrecht te komen spreken over socialisme, het socialisme van Cuba, en wat het voor daar en voor hier betekent. Is socialisme een alternatief voor crisis? Wat is het wezenlijk verschil tussen kapitalisme en socialisme? Ik zal het hebben over het wetenschappelijk socialisme en het marxisme als wetenschap. Tevens komt aan de orde het wat vreemde begrip staatskapitalisme en de rol van het financieringskapitaal daar in het socialistische systeem, zowel als hier, in het kapitalistische systeem.

Veel mensen weten vaag dat socialisme : ‘de productiemiddelen in handen van de bevolking’ is. En dan houdt het vaak een beetje op. Sommigen zeggen: ‘’De arbeiders worden daar toch ook uitgebuit?’’ Sommigen beweren glashard: “De staat pikt alles in”. Of: “Arbeiders zijn toch geen echte eigenaren van fabrieken en bedrijven?” Je kunt in deze kakofonie van geluiden, als communist ook een andere benaderingswijze kiezen. Een benaderingswijze die juist nu, tijdens de heftigste crisis ooit, aan leken in Nederland een (nog) beter inzicht geeft in wat socialisme en in het bijzonder dat van Cuba, macro-economisch gezien, eigenlijk is. Een benaderingswijze vanuit de meerwaardetheorie is hier dan ook op zijn plaats.

Jullie weten dat kapitalisme eigenlijk de macht van het internationale financieringskapitaal is, tenminste, als het in handen is van de verkeerden, de kapitalisten. De totale hoeveelheid spaargeld dat op de bank staat is in een kapitalistisch land in handen van enkelen. Hier in het westen worden sommige lieden, enkelen dus, stinkend rijk van ons spaargeld. Ze geven jou en mij 1, 2 tot 3 % rente en dat is alles. Dat is een fooi ten opzichte wat zij met dat geld en ‘hun’ (?) investeringen verdienen. Zij bepalen waar dat kapitaal verder wordt geïnvesteerd, voor welk doel het wordt aangewend en bepalen waar de meeropbrengst van dat kapitaal – dat geld - naar toe gaat. Naar de bezittende klasse. En die meeropbrengst van al dat spaargeld van de gewone man is gigantisch. De meerwaarde van de arbeid verdwijnt al zolang het kapitalisme bestaat in de zakken van de bezittende klasse.
   In een socialistische maatschappij komt de opbrengst van het (nationale) financieringskapitaal echter niet ten goede van enkelen, van een rijke kliek, maar juist ten goede van de gehele maatschappij. Dat is het verschil; het kenmerkende verschil tussen kapitalisme en socialisme. Velen in Nederland zijn zich niet bewust van dit afroommechanisme. Velen in Nederland zijn zich überhaupt niet bewust van deze vorm van uitbuiting, naast de gewone vorm van uitbuiting op het werk, en zijn tevreden met een inkomen uit arbeid en bekommeren zich niet over de andere (wrede) aspecten van het kapitalisme.

In een socialistisch land als Cuba, is het nationale financieringskapitaal, de som van alle spaargelden van de bevolking, in handen van de socialistische maatschappij. De socialistische maatschappij bepaalt waarin het wordt geïnvesteerd en waar de revenuen, de opbrengsten, naar toe gaan. De opbrengsten gaan niet naar private personen zoals in kapitalistische landen, maar worden teruggeploegd in de maatschappij en gaan – in allerlei vorm - voor 100% naar de bevolking retour. Zo was het ook in de voormalige DDR. Dit is socialisme. Niet alleen de aanwending van het kapitaal gaat democratisch, maar ook de verdeling van de opbrengsten wordt democratisch gedaan. Kom daar maar eens om in de kapitalistische maatschappij. Daar wordt de aanwending en de verdeling in achterkamertjes van banken gedaan. Alles wordt onttrokken aan het oog van de maatschappij en aan het oog van de mensen van wie het geld is. Volkomen ondemocratisch; en volkomen asociaal. In een volksdemocratie wordt er geïnvesteerd in dingen waar de bevolking behoefte aan heeft en komt de opbrengst geheel ten goede aan de gehele bevolking. Dus in het socialisme is het niet zo zeer dat de productiemiddelen fysiek in handen van de bevolking zijn, maar dat de bevolking ook eigenaar is van het totale financieringskapitaal. Dat kapitaal is in handen van de bevolking. In het westen is dat niet het geval. Daarmee is de Cubaanse bevolking en was de DDR-bevolking aandeelhouder van alle fabrieken en bedrijven. De bevolking in socialistische landen is dus echt, werkelijk de bezittende klasse geworden en heeft – naast loon uit arbeid – inkomen uit bezit.
   Zoals vroeger de kapitalisten alle opbrengsten, de meerwaarde, in de zak staken, heeft nu de bevolking van Cuba en voorheen de bevolking van de DDR, naast zijn gewone inkomen, zijn gewone loon, dus ook een inkomen uit bezit. In een socialistisch land heeft iedereen een dubbel inkomen; een inkomen uit gewone arbeid en een inkomen uit bezit [1]. De grootte van het tweede is ongeveer vergelijkbaar met de grootte van het eerste.
   De meeste Nederlanders, de meeste Volkskrant-lezers, de meeste VARA- en VPRO-kijkers beseffen dat niet. Die willen dit feit onder tafel schoffelen; er niet over praten. Die willen Cuba vernietigen. Want dan is het prachtige voorbeeld van het succes van socialisme ten opzichte van het kapitalisme weg. Dat was ze in de Cuba-crisis bijna gelukt. Gelukkig won Cuba toen de Cuba-crisis en moesten de Verenigde Staten een vernederende verklaring ondertekenen, een plechtige belofte doen, Cuba nooit meer militair aan te vallen. Toen pas trok de Sovjet Unie haar raketten terug. Het kostte Kennedy zijn kop. Hij werd hiervoor doodgeschoten. Dat Cuba gewonnen had, weten de Volkskrant-lezers, studenten en Vara-kijkers niet eens. Dat wordt hen verzwegen.

Wat is de consequentie van op deze manier tegen het vraagstuk van het socialisme op te kijken? Allereerst is het schokkend te merken dat velen het zich niet realiseren dat er iets heel belangrijks gaande is op Cuba en in socialistische landen in het algemeen in de inkomenssfeer van mensen, maar vooral dat bewoners van socialistische landen naast een baangarantie c.q. werkgarantie, ook een inkomensgarantie hebben en andere soorten van garanties, die wij, in kapitalistische landen niet hebben of zelf moeten betalen. Natuurlijk is het zo dat – hoewel het hier door mij in geld wordt uitgedrukt, het in werkelijkheid niet altijd in geld wordt uitgekeerd, maar in de vorm van gratis onderwijs, vaktrainingen, gratis gezondheidszorg, werkongeschiktheid-garanties, bijna gratis geneesmiddelen, geen belastingen zoals bij ons te hoeven betalen, allerlei veiligheidsgaranties, algemene bescherming, sociale zekerheid, goedkoop reizen, goedkoop op vakantie kunnen, etcetera.

Studies van de PvdA/België tonen aan dat daarmee het inkomen van de Cubanen en het inkomen van de gemiddelde Nederlander met elkaar te vergelijken zijn en helemaal niet zo gek veel verschillen.

Velen zien dit niet. Daarom moet dit verhaal en deze benadering van het socialisme steeds opnieuw verteld worden. Dat is de taak van de communisten. Immers wij hebben niet alleen een analyse, maar ook een oplossing voor hedendaagse problemen van armoede in de wereld en armoede en uitbuiting van de massa in kapitalistische landen.

Vanwege volkomen andere eigendomsverhoudingen dan onder het kapitalisme, is het socialistische systeem zo’n geweldig systeem voor iedereen. Wij in Nederland kunnen er van leren. De meeste Nederlanders beseffen niet de grootte van de meerwaarde die zij per uur, per dag en per week produceren. Die meerwaarde wordt 100% afgeroomd door de bezittende klasse. Een voorbeeld daarvan zijn de miljoenen vrijwilligers in de sociale sector, het onderwijs en de gezondheidszorg in Nederland wiens product van de arbeid door het kapitalistische systeem domweg wordt ingepikt. Dat kan alleen maar in landen waar geen greintje klassenbewustzijn is. En dat is triest genoeg met name in Nederland. Onze meerwaarde is vaak eens zo groot als ons salaris. Soms meer en soms minder. Soms produceert een werknemer wel meer dan 10 keer zoveel aan meerwaarde dan zijn salaris is. Die meerwaarde van zijn arbeid vloeit in de zakken van een handjevol kapitalisten c.q. aandeelhouders. In Cuba en andere socialistische landen wordt de meerwaarde aangewend voor alles en iedereen. Soms ook - natuurlijk - om het directe loon van de betrokken persoon te verhogen; maar vaak – vanwege allerlei democratische gekozen redenen - ook niet.
   Dat een werkende met zijn arbeid dus als het ware twee soorten waarden produceert, moet in een economie goed zichtbaar worden gemaakt. In het socialisme is dat zo. In het kapitalisme blijft dat verborgen. Om dit te kunnen zien en te begrijpen moeten mensen willen studeren en moeten mensen dingen willen uitzoeken. En je moet het tenslotte kunnen plaatsen in een geheel der dingen en het (dus) leren begrijpen. Je ziet het immers pas, als je het begrijpt.

Bankcrisis

Tijdens de bankcrisis in augustus hebben we gezien hoe het kapitalisme werkt. Wij hebben toen met z'n allen eigenlijk voor het eerst ook echt geroken aan het socialisme. Velen waren zich daarvan niet bewust. Wouter Bos ook niet. Toch waren er 100 rechtse Republikeinen in de USA die zich dat wel bewust waren. En communisten natuurlijk. Die 100 rechtse Republikeinen wezen alle maatregelen van minister Paulson af. Ze hebben ook niet meegestemd met het tweede plan Paulson van 800 miljoen dollar aan banken om ze voor het omvallen te behoeden. Die 100 rechtse Republikeinen begrepen dat door die plannen de existentie van private personen (en het feit dat ze zelf met hun geld bij de bank mogen doen wat ze willen), in het geding was. Ze zeiden dat ze geen "socialistische maatregelen" met betrekking tot het geld van individuen duldden. Let wel: ze zeiden geen sociaal-democratische maatregelen maar echt socialistische maatregelen. Weinigen hadden op dat moment door wat die rechtse Republikeinen wel door hadden. Het geld mag niet in handen komen van de overheid. De overheid mag niet bepalen waarin het wordt geïnvesteerd en - het allerergste - de overheid mag onder geen beding de revenuen van hun (het) bank- of financieringskapitaal opstrijken zoals privé personen al honderden jaren gewend waren te doen [2]. Communisten begrepen die 100 rechtse Republikeinen wel. Sociaal-democraten begrepen en begrijpen het gewoon tot op de dag van vandaag nog niet.
   Geloof maar dat rechts bang is voor China, Cuba en in mindere mate voor Chavez. Immers, als de zeggenschap over het internationaal of het nationaal financieringskapitaal in handen komt van de staat, dan is het niet meer in handen van private personen en kan men niet meer ongestoord - via één of andere bankklerk - investeringskapitaal (van derde personen) toegeschoven krijgen. De staat of de door de staat aangestelde bewindvoerder, in ons geval Zalm, zal dan zeggenschap krijgen over het aanwenden van kapitaal, maar vooral ook de winsten op het kapitaal opstrijken ten behoeve van de staat of de staatsschuld. Het lijkt onschuldig, maar is een nachtmerrie voor elke rechtgeaarde 'kapitalist'. Daarom mag Zalm daar van Wouter Bos niet te lang de baas blijven en moet hij t.z.t. de bank aan ‘de vrije markt' afstaan, aan private personen, aan 'het private kapitaal'. Mochten Zalm en Wouter Bos dat niet doen, dan hebben we een heel unieke situatie in ons vunzig hoog-kapitalistisch Nederlandje. Maak er maar eens een goede analyse van? Werk dat scenario als casus maar eens uit of doe desnoods eens met een paar mensen een rollenspel. Dan wordt het vanzelf duidelijk. We zaten/zitten met die miljarden om banken overeind te houden op het randje van wat kapitalisten (zullen) toestaan. We hadden en hebben alleen als burger nog net geen democratisch zeggenschap genoeg over Wouter Bos en Zalm. Wat dacht je?

Werkloosheid

In een socialistisch land is werkloos worden (hoewel het al zeldzaam is) op zichzelf geen probleem, zoals het bij ons in een kapitalistisch land wèl een enorm probleem is. Iemands hele existentie wordt er door aangetast. Zonder werk geen zeker inkomen en geen sociale zekerheid. Fabriekssluiting, hoewel het zeldzaam is, is ook geen probleem in een socialistisch land. In de DDR gebeurde het wel dat een bepaalde afdeling werd gesloten en mensen gewoon binnen de kortste keer een andere baan of ander werk vonden. Er is geen werkloosheid in socialistische landen. Alleen al omdat er geen werklozenleger nodig is om de lonen te drukken, zoals hier, en om angst (voor erger) aan te wakkeren.

De Cubaanse farma-industrie

De Cubaanse farmaceutische industrie staat aan de top van de wereldranglijst. De gewone farmaceutische industrie heeft de hele wereld in zijn macht. In Cuba is dat uit de aard van de socialistische zaak heel anders. In Cuba komt de meerwaarde, de winst, die deze industrietak levert geheel ten goede aan iedereen. Dat is bij de 'gewone', wereldwijde industrietak wel anders. En dank zij de uitvoer van biotechnologische producten naar 35 landen krijgt de Cubaanse bevolking harde valuta binnen [Cijfers van 2006]. Maar ook dank zij 18.500 gezondheidswerkers die buiten Cuba werken en daar een gewoon salaris hebben, krijgt Cuba olie [Cijfers van 2004]. Dan zie je dat een werkende - bijvoorbeeld in de gezondheidszorg - naast zijn loon voor hem en voor ander leden van de Cubaanse bevolking waarde inbrengt/opbrengt, dus geld inbrengt; meerwaarde produceert. Meerwaarde, die niet, zoals hier door kapitalisten of aandeelhouders wordt ingepikt, maar - zoals dat hoort - terugvloeit in de samenleving. Zijn meerwaarde komt dus niet zoals bij ons bij een enkeling ergens terecht op een Zwitserse bank; uiteraard – in dit geval - een niet-genationaliseerde bank. Dat is socialisme. Zo werkt dat dus. Dit is het gigantische voordeel van socialisme. Deze ideeën, van socialisme, van Cubaans socialisme, moeten we dus verspreiden in Nederland. Dat is onze taak, een taak van de Nederlandse communisten. We moeten onze vrienden, bekenden en collega's op ons werk de voordelen van een dergelijke maatschappij voorhouden en uitleggen.

Nederlands onderwijs

Het Nederlandse onderwijs op het gebied van economie is heel slecht. Op het gebied van geschiedenis ook, maar dat terzijde. Op universiteiten en hogescholen is in de loop der jaren overal het vak macro-economie afgeschaft.

Het kapitalisme loopt voortdurend tegen zijn eigen tijdelijke ondergang op. Loopt eens in de 7 jaar van crisis naar crisis en eens in de 90 jaar van depressie naar depressie. En vroeg of laat zal het systeem dan door iets anders vervangen dienen te worden. Niet het Rijnlandse model; dat is ook niet stabiel. De vooruitgang en de bevolking zullen dat uiteindelijk domweg eisen. Maar het kan natuurlijk nog wel een tijd duren. Hoewel je dat ook niet weet of zomaar kunt voorspellen. Economie is bij uitstek regeltechniek. Kapitalisme en socialisme zijn redelijk goed in modellen te vatten. Maar studenten en docenten verwaarlozen deze zaken enorm. Men creëert bewust of onbewust ruis en rubbish aangaande economische kennis.

Eigenlijk krijgen Nederlandse studenten alleen nog maar een soort boekhouden; ook op universiteiten. Daarmee leren ze dan wel 'geld met geld te verdienen', maar inzicht in de economie of de dynamica van de economie krijgen ze niet meer. Over socialisme, marxisme of crisis krijgen ze niks meer te leren. Nul komma nul. Dat verklaart ook hun onvermogen iets zinnigs te zeggen over het probleem van nu, van de crisis, en hoe daar uit te komen. Wouter Bos heeft de banken als zodanig nu dan wel gered en overeind gehouden, maar het motortje van het geld uitlenen is daarmee nog niet op gang gebracht. Men komt daar internationaal niet uit; en nationaal al helemaal niet.

Wetenschap / Marxisme / wetenschappelijk socialisme

Marxisme is een wetenschap, een wetenschap die voorspelt hoe iemand, een (privaat) persoon of een (socialistische) staat "rijk kan worden" of hoe je "rijkdom kan genereren" [Lees de klassieke literatuur er maar op na]. Wij communisten, marxisten, weten dat in principe beter dan de kapitalisten. Als de kapitalisten het al weten, zullen ze dat natuurlijk verhullen. Wij zullen in onze kapitalistische landen dus alles moeten doen om het systeem van kapitalisme en het roven van de meerwaarde, aan de orde te stellen en uit te leggen. Overal waar we komen en in elke club waar we in zitten. Het wetenschappelijk socialisme is opgebouwd rondom de 'politieke economie' (zoals marxisten dat wetenschapsterrein noemen). Het wetenschappelijk socialisme begint met een goede analyse, een ‘materialistische’ analyse, een analyse gebaseerd op concrete cijfers en feiten. Het dialectisch materialisme is daarbij onze analyse methode; altijd uitgaande van de feiten en altijd beseffende dat dingen permanent veranderen of veranderen kunnen. Met dit soort analyses, en met deze methode, kunnen we de economische processen stap voor stap bestuderen en proberen te begrijpen; proberen de logica achter dingen van het kapitalisme te zien. Zelfs kan deze analyse-methode gebruikt worden om de logica van de economie van de socialistische landen en de maatregelen die zij keer op keer in de praktijk moeten nemen, te doorgronden. Cuba, Vietnam en China zijn uitstekende casussen om te bestuderen. Elk land heeft nu eenmaal zijn eigen specifieke omstandigheden en derhalve ook zijn eigen specifieke economische regels opgesteld. Het is nuttig dat te bestuderen, want al deze economieën hebben gemeen dat socialistische landen de welvaart kunnen laten groeien en de omringende kapitalistische landen achter zich kunnen laten. Maar dat eist van ons dat we door allerlei fabeltjes en onzin die over die landen wordt verteld, heen kunnen kijken.

Managers die opgeleid zijn op universiteiten in kapitalistisch landen zoals in Nederland komen kennis tekort om bedrijven goed te leiden; economisch goed te leiden. Jarenlang hebben Amerika en Nederland managers op een heel bepaalde manier opgeleid en letterlijk ‘volgegooid’ met eenzijdige neo-liberale vaardigheden. Nederlandse managers waren op een gegeven moment zelfs een soort exportproduct. Men ging de Oost-Europese landen demonstratief helpen met hun ‘kennis en kunde’. We hebben gezien hoe dat uit heeft gepakt. Van crisis en crisisbeheersing bleken ze geen kaas gegeten te hebben. Ze hebben uiteindelijk vele bedrijven in de gevarenzone gebracht en/of opgezadeld met giftige financiële producten.

Hoe worden wij gehersenspoeld?

Jaar in jaar uit werd tegen communisten gezegd: “Er kan geen crisis meer komen, wat jullie en jullie ‘marxistische leer’ vertellen is uit de tijd”. “Wij hebben nu inmiddels de knapste koppen en de beste economen in dienst en die zorgen ervoor dat er nooit meer een crisis kan ontstaan”. “Jullie hebben geen bekende economen; wij hebben tenminste Tinbergen, Heertje en Mansholt”. "Jullie altijd ook met dat gedoe over meerwaarde". Etcetera.
   Nu, anno 2008/2009 staan diezelfde mensen, die ons 30, 40 tot 60 jaar lang niet hebben zien staan en niet hebben willen geloven, met hun mond vol tanden; meestal sociaal-democraten, want die geloofden dat ook werkelijk en het meest volhardend. Twintig jaar liet de crisis ook op zich wachten. De marxisten hadden een crisis rond 1990 voorspeld. Die kwam toen niet. Dat gaf hen de moed om ons uit te lachen. Waarom kwam die crisis toen niet? Heel simpel! De muur viel en daardoor kon de kapitalistische economie de onvermijdelijke economische crisis nog 20 jaar rekken. Nu is de economische crisis er dan toch. En hoe! Wereldwijd! [Lees hierover – bijvoorbeeld - mijn voordracht ‘Communisten over de crisis’, Enschede, 7 november 2008.]

Socialistische landen kennen geen crisis. Daar gaan de mensen op de eerste plaats, vóór het kapitaal. Niet de winst maar de mens komt eerst. Wat de socialistische landen wèl kennen, en vooral de Sovjet Unie kende, waren boycots, fysieke intimidaties, anticommunistische schermutselingen, het rondstrooien van onzin-verhalen over socialistische leiders en socialistische economie en – zeker in Oost-Europa - regelrechte sabotage door kleine groepen dissidenten en saboteurs. Dat maakte het dat de groei in welvaart vaak minder groot uitviel dan gepland; met alle negativiteit tot gevolg.
   Dat er geen financiële crises zijn heeft te maken met het feit dat het financieringskapitaal niet in handen is van personen; private personen, maar op een democratische wijze wordt aangewend. Er kan ook niet met het nationale financieringskapitaal gegokt worden op de beurs, bijvoorbeeld op buitenlandse beurzen. Er is een planeconomie. Die planeconomie is niet zo rigide als in de westerse media wordt voorgesteld. Men investeert uit de aard van de zaak naar de wensen van de bevolking. Zo werkt democratisch socialistisch Cuba zich naar de top in Latijns Amerika en zelfs naar de top in grote delen van de wereld. Er wordt tegenwoordig echt naar Cuba gekeken. Naar China ook trouwens. Cuba is voor velen een lichtend voorbeeld. Hoe flikken ze dat toch, ondanks dat het imperialisme die landen op alle mogelijk manieren boycot en tracht te saboteren?

Hoe werkt de democratie op Cuba?

Democratie is natuurlijk een voorwaarde dat het beheer van de productiemiddelen en het financieringskapitaal voor de bevolking de goede kant uitwerkt. Natuurlijk wil men de individuele lonen zo goed en hoog mogelijk laten zijn. Maar omdat fabrieken, bedrijven, instellingen en het financieringskapitaal van de bevolking zijn, zullen er ook opbrengsten naar de bevolking vloeien (de meerwaarde), en indirect (dus) ook naar die afzonderlijke werknemer gaan. De democratie werkt via wijkcomités, gemeentes, provincies en het landelijke parlement. Afgevaardigden worden gekozen voor hogere organen. Mensen uit de wijkcomités, buurtcomités en/of wijkraden kunnen - getrapt verkozen - doorstromen naar plekken waar de bevolking hen wenst. Bijna iedereen doet daar aan mee. Is ergens lid van. (Wijkraden zijn net zo iets als vroeger de sovjets in de Sovjet Unie die ook de macht en dus ook de staatsmacht hadden.) Dit is volksdemocratie. De democratie staat aan het roer van de economie. De communisten werken daar parallel aan. Houden het goed gescheiden, maar leveren vaak de beste analytici, de beste economen en de beste bestuurders in deze organen. De rol van de communistische partij is er primair om er voor te zorgen dat het kapitalisme niet meer terugkomt. Immers dat economische systeem van uitbuiting en permanente armoede, wenst niemand ooit meer op Cuba terug te krijgen.

Investeren in plaats van consumeren

In een socialistische samenleving moet je net zo goed investeren als een kapitalistische samenleving doet. Er moet – bijvoorbeeld - een plantage worden aangelegd. Er moeten – bijvoorbeeld - bussen worden gekocht of gemaakt om een vervoersnetwerk op poten te zetten. Etcetera. Etcetera. Hoe pak je dat aan? In kapitalistische landen doen private partijen de meeste investeringen in fabrieken en bedrijven. Maar met een heel ander oogmerk! Het belangrijkste economische principe in een socialistisch land is investeren en pas op de tweede, derde of vierde plaats consumeren. Investeringen pakken voor de bevolking in socialistische landen zoals Cuba, volledig anders uit dan voor de bevolking in kapitalistische landen. Overschotten aan producten en kapitaal komen hier de bevolking niet ten goede. Sterker nog, overschotten worden liever vernietigd dan dat ze aan de bevolking worden gegeven.

In investeringen in fabrieken, bedrijven en instellingen wijkt men dus niet af van andere samenlevingen, maar economisch gezien pakken investeringen in een socialistisch land dus heel veel beter uit voor de bevolking. In kapitalistische landen heeft men er alleen maar een loon door; in socialistische landen heeft men naast een loon ook inkomen uit die bezittingen en die investeringen!

Cuba bewandelt een iets ander pad dan China

China heeft in de loop van de 60 jaar een nogal kronkelig pad bewandeld. Cuba heeft een veel minder kronkelig pad begaan. Cuba is afhankelijk geweest van de socialistische landen en heeft nu gelukkig het tij weer een beetje mee. Immers de wind in Latijns Amerika waait inmiddels gelukkig overal uit een andere hoek. In Latijns Amerika heeft Cuba een groot gezag en een groot aanzien. In Europa zien we dat veel minder. Enerzijds omdat we dag en nacht gehersenspoeld worden en anderzijds omdat Cuba natuurlijk nog een beetje in een andere fase zit. Ons worden leugens verteld over socialisme, Cuba, China, ‘staatskapitalisme’, enzovoorts. Vooral door sociaal-democraten, types als professor Heertje, de VPRO en de VARA. Logisch, het is hun geloofwaardigheid tegenover onze geloofwaardigheid. Dat is per definitie een gevecht op het scherpst van de snede. Een gevecht over het zoeken naar de waarheid over het socialisme en de waarheid over het kapitalisme.

Utrecht/Enschede, 21 januari 2009; updated 27 januari 2009.

VOETNOTEN:

[1]. Bij ons in de kapitalistische landen en m.n. in Nederland heeft alleen de werkende middenklasse en de bezittende klasse - voor zo ver die werkt - een dubbel inkomen.

[2]. 'Zullen de bolsjewiki de staatsmacht behouden?' Lenin, 1917. Progress Moskou 1977, p.27: De grote banken zijn dat 'staatsapparaat', dat wij voor de verwezenlijking van het socialisme nodig hebben en dat wij kant en klaar van het kapitalisme overnemen, waarbij onze taak hier slechts bestaat in het afsnijden van datgene, dat dit uitstekende apparaat kaPitalistisch misvormt, in het nog groter, nog democratischer, nog alomvattender maken van dit apparaat. De kwantiteit slaat om in kwaliteit. Een enkele ontzaglijk grote staatsbank met filialen in elk kanton, bij elke fabriek - dat is al negen tiende van het socialistische apparaat.
   Dat is een staatsboekouding, een algemene staatsrekenschap van de productie en de verdeling van de producten; dat is om zo te zeggen zoiets als het skelet van de socialische maatschappij?
   Dit 'staatsapparaat' (dat onder het kapitalisme niet ten volle een staatsapparaat is, maar dat bij ons, onder het socialisme wel ten volle een staatsapparaat zal zijn) kunnen wij met een klap, door een decreet 'nemen' en 'op gang brengen', want het praktische werk van de boekhouding, de controle, de registratie, van de rekening en verantwoording, wordt hier verricht door ambtenaren, waarvan de meerderheid zelf in proletarische of halfproletarische omstandigheden verkeert. [Einde citaat.]

[3] Saoedie Arabie speelt welliswaar met staatskapitaal op de wereldmarkt, maar dat heeft niks met staatskapitalisme in een socialistisch land te maken; integendeel. In dat soort landen is nul komma nul democratie