Het xy-vlak
voor het 'tekenen van lijnen' of het 'plotten van grafische output'
(in vier kwadranten)
Hier zie je drie instanties van een en dezelfde applet; twee groenen gelijke kaders en een breed wit kader. Met deze applet ('grafiekXYP.class') kun je data in vier kwadranten grafisch weergeven; en precies zoals jij dat wilt. Je kunt bijvoorbeeld een lijn 'tekenen' tussen twee punten of - iets soorts gelijks maar toch heel anders - een grafiek laten plotten. Dat eerste doe je door domweg twee van te voren bepaalde punten in het xy-vlak op te geven; dat laatste doe je door in een loop - juist steeds opnieuw - twee variabelen x(t) en y(t) te berekenen waardoor je een - zoals wij dat noemen - in de tijd groeiende grafische output krijgt.
Die laatste techniek is bij model-driven simulaties belangrijk; die eerste techniek is alleen in de algebra en bij meetkunde (de coordinatenleer) belangrijk.
Je ziet hier twee kaders. Het middelpunt in elk kader is het coordinatenpaar: 0,0. Je ziet hier in elk van de kaders, slechts twee punten getekend worden, maar wel met daar tussen automatisch een (lange) verbindingslijn. Dit noemen we 'tekenen' van een lijn tussen twee punten.
Je ziet hier één kader. Het middelpunt in dit kader is het coordinatenpaar: 0,0. Je ziet links- zowel als rechts-boven 100 punten getekend worden (d.m.v. een loop) met tussen die 100 punten steeds een (kort) verbindingslijntje.
Dit noemen we 'groeien', d.w.z. een 'groeiende' grafische weergave (van een bepaald, dynamisch fenomeen; iets wat een computer systematisch berekenen moet en meestal onvoorspelbaar is).
De drie xy-vlakken zijn bewust niet vierkant getekend. In de x-richting, zowel als in de y-richting is er vanaf het midden overal sprake van 100 pixels. Dat is gedaan om de vrijheid die je als ontwerper op dit punt hebt, te laten zien.
De namen van de afzonderlijke instances zijn 'grafiekXY1', 'grafiekXY2' en 'grafiekXY3'.