Studiehandleiding 8: de casuistiek, de arrangementen en de groepen-indeling

aangaande
de modellen,
de formules
en de interactieve complexe applets

Hier vinden jullie informatie over de modellen en de applets zoals jullie die kunnen gebruiken voor de dynamische onderdelen voor jullie werkstuk (in de vorm van ascii-tekst). Er zijn twee soorten modellen: modellen die bestaan uit gewone formules die gewoon zijn uit te rekenen door een computer en wiskundige modellen die bestaan uit stelsels differentiaal vergelijkingen. Die zijn moeilijker uit te rekenen op een computer en ook voor de gebruiker veel onoverzichtelijker. De computer heeft een speciale reken-methode nodig, de methode van Euler, om de output-variabelen van dit soort modellen stap voor stap uit te kunnen rekenen. De ene soort noemen we een (wiskundig) model; die gebruiken we hier voor de model-driven simulaties. De andere soort noemen we gewoon een (algebraïsche) formule. De gewone, overzichtelijke formules gebruiken we hier voor de formula-driven animaties. De verschillen en overeenkomsten tussen (model-driven) animatie en simulatie kennen jullie. De applets zijn kant en klare, her te gebruiken programma's (in de vorm van class-files).

Groepsindeling en arrangementen (combinaties)
Arrangement: Formule: Model: Applet: Groep (nummer en namen)
1 F1 Waterbak formule M1 Cascade model A1 CARDIO Marije Florijn en Astrid Benders
2 F2 Planeetbaan M1 Cascade model A1 CARDIO Lieske Ragay en Saskia Siemelink
3 F3 Kogelbaan M2 Prooi-roofdier A1 CARDIO Elise Kruiper en Marlies Kloppenburg
4 F4 Balletje formule M2 Prooi-roofdier A1 CARDIO ...
5 F1 Waterbak formule M3 Aorta model A1 CARDIO Marcelina Evertsz en John Jeuken
6 F2 Planeetbaan M3 Aorta model A1 CARDIO Lisette Elders en Vanessa Brilstra
7 F3 Kogelbaan M4 Indeukbare bal A1 CARDIO Tessa Hanevelt en Jos Keunning
8 F4 Balletje formule M4 Indeukbare bal A1 CARDIO ...
reserve combi ... M5 Kogelbaan A1 CARDIO ...
reserve combi ... M5 Kogelbaan A1 CARDIO ...
... ... ... ... ...
reserve combi ... M1 Cascade model A2 BOILER ...
reserve combi ... M1 Cascade model A2 BOILER ...
9 F1 Waterbak M2 Prooi-roofdier A2 BOILER Judith Mombarg en Elise du Chatenier
10 F2 Planeetbaan M2 Prooi-roofdier A2 BOILER Theo v. Doorn en Anne de Jong
11 F3 Kogelbaan M3 Aorta model A2 BOILER Anke Logtenberg en Paulien Janssen
12 F4 Balletje formule M3 Aorta model A2 BOILER Jessica Joling en Kim Schroder
13 F1 Waterbak M4 Indeukbare bal A2 BOILER Luc Sluijsmans en Adam Handelzalts
14 F2 Planeetbaan M4 Indeukbare bal A2 BOILER Sander Nieuwenhuijse en Mallegom (DT)
15 F3 Kogelbaan M5 Kogelbaan A2 BOILER Jan Cromwijk en Marien Zonnenberg(DT)
16 F4 Balletje formule M5 Kogelbaan A2 BOILER Karin Derken en Bas v. Lanen (DT)
... ... ... ... ...
17 F4 Balletje formule M1 Cascade model A3 TRANSISTOR Esther Cohen en Elisath Verhoeff
18 F3 Kogelbaan M1 Cascade model A3 TRANSISTOR Jan Nico de Hoop
19 F2 Planeetbaan M2 Prooi-roofdier A3 TRANSISTOR Marieke Krakers en Maaike Nibbelink
20 F1 Waterbak M2 Prooi-roofdier A3 TRANSISTOR Marie-Claire v. Maanen (DT)
21 F4 Balletje formule M3 Aorta model A3 TRANSISTOR Maria van der Blij (DT)
22 F3 Kogelbaan M3 Aorta model A3 TRANSISTOR Marja op de Weegh (DT)
23 F2 Planeetbaan M4 Indeukbare bal A3 TRANSISTOR Frans van Eekelen (DT)
24 F1 Waterbak M4 Indeukbare bal A3 TRANSISTOR Miriam Fuchs en Charlotte Kruf
25. Speciale opdracht (voor 2SP) medisch CARDIO Flinkenvleugel en Slots (DT)
26. Speciale opdracht (voor 2SP ... ... Buwalda en Fokkema (DT)

Let op dat de wiskundige modellen en de formules niet in javascript zijn opgeschreven. Dat dienen jullie zelf te kunnen en zelf te doen. Dat is een onderdeel van de opdracht. Let er verder op dat hoofdletters en kleine lettters in javascript en/java een andere betekenis kunnen hebben, maar het hoeft niet. Voor het model maakt het ons niet uit welke letters, welke identifier je gebruikt voor wat. Verder nog een tip: met copy en paste kun je in de tekst van van deze web-page - zonder typefouten te maken - al heel veel overnemen. Neem in ieder geval het wiskundige model op deze manier in je html-file over. Het scheelt werk en ellende. Het model is speciaal in bold in onderstaande tekst gezet.

Formules voor de animaties

Formules zijn ook eigenlijk gewoon wiskundige modellen, maar onderscheiden zich hier, bij onze vakken, van de 'echte' wiskundige modellen, door het gegeven dat er geen differentialen en/of integralen in voorkomen. Een formule heeft hier altijd het karakter van een willekeurige en/of complexe functie 'in de tijd'; kortweg aangegeven door y=f(t). Een formule kan gewoon doorgerekend worden; zowel met de hand als door een computer. Door eenvoudige subsitutie van een bepaalde waarde van een parameter is het namelijk altijd mogelijk om de bijbehorende waarde van de functie y te bepalen, namelijk y1 = f(t1).

Op het practicum mag je gebruik maken van de volgende (algebraïsche) formules F1, F2, F3 of F4:

F1. Waterbak

Waarbij hoogte = y = f(t).

F2. Planeetbaan

Waarbij x = f(t); y = f(t).

F3. Kogelbaan

Waarbij a de hoek is waaronder de kogel wordt afgevuurd; x is de afstand die de kogel t.o.v. het startpunt heeft in zijn baan; y is de hoogte van de kogel t.o.v. de grond; v0 is de beginsnelheid.

F4. Stuiterend balletje

Waarbij hoogte = y = f(t).

Voor verdere informatie aangaande alle gegevens en betekenissen van de variabelen en/of de parameters: zie de gegevens die je kreeg bij het tekenen van het contract.

Wiskundige modellen voor simulaties

Wiskundige modellen zijn stelsels eerste orde differentiaal vergelijkingen. Er bevindt zich altijd minimaal een eerste orde differentiaal vergelijking in een dergelijk wiskundig model. Zo'n differentiaal vergelijking ziet er altijd als volgt uit:

Deze differentiaalvergelijkingen worden - middels de methode van Euler - in de vorm van integraal vergelijkingen geschreven, in Java of javascript; en zo'n stelsel vergelijkingen worden dan in een repeat-loop (tot een bepaalde waarde bijvoorbeeld een maximale 'rekentijd') (Tmax) doorgerekend. In de repeat-loop wordt de tijd (t) steeds een heel klein beetje opgehoogd (met een 'delta tijd') (dt). Modellen bevatten dan altijd minstens één statement dat er zo uitziet:

Waarbij dy/dt een gewone variabele is, namelijk de 'toename van y' per tijdstap. En die toename in de tijd is in principe een (willekeurige) functie van een aantal willekeurige variabelen, bijvoorbeeld x(t), y(t) en z(t) en derhalve aangeduidt door

We geven die variabele 'dy/dt' meestal gewoon één herkenbare naam, hier gewoon 'dydt'.

Kijk maar in de onderstaande voorbeelden. Daar worden de differentiaal vergelijkingen in takt gelaten. De differentiaal vergelijkingen worden als integralen gebruikt en als integraal ('cummulatief') (en altijd in een loop) berekend.

Bij de opdrachten in het practicum mag je gebruik maken van de volgende wiskundige modellen M1, M2, M3, M4 of M5:

M1. Cascade model (met vijf verschillende waterhoogtes):

Neem hierbij de volgende parameters en startwaarden van variabelen:
K1 = 1.0; de 'doorlating' van kraan 1
K2 = 0.5; de 'doorlating' van kraan 2
K3 = 1.0; de 'doorlating' van kraan 3
K4 = 1.0; de 'doorlating' van kraan 4
N1 = 1.0; (de startwaarde van) het waternivo in bak1
N2 = 0; (de startwaarde van) het waternivo in bak2
N3 = 0; (de startwaarde van) het waternivo in bak3
N4 = 0; (de startwaarde van) het waternivo in bak4
N5 = 0; (de startwaarde van) het waternivo in bak5
Error = 0; (de startwaarde van) de rekenfout (met de methode van Euler)
dt = 0.03; de stapgrootte (tijdseenheden)
Tmax = 10.0 (tijdseenheden)
Tmin = 0.0 (tijdseenheden)
Kleine of grote afwijkingen kunnen problemen veroorzaken. Dat is dan geheel en al voor eigen risico.

M2. Ecologie model (van aantallen prooi- en roof-dieren)

Neem hierbij de volgende startwaarden en parameters
NB =135; (de startwaarde van) het aantal prooidieren (buit) [aantal/km2]
NR =53; (de startwaarde van) het aantal roofdieren [aantal/km2]
SR = 7.0
SB = 0.3
GR = 0.06
GB = 15.0
K = 50.0
dt = 0.03; de stapgrootte (jaar)
Tmin = 4.0 (jaar)
Tmax = 0 (jaar)
Kleine of grote afwijkingen kunnen problemen veroorzaken. Dat is dan geheel en al voor eigen risico.

M3. Aorta model (aangaande de bloeddruk)

Neem hierbij de volgende parameters, programmagegevens en startwaarden:
VAO = 80.0 (ml)
PAO = 80.0 (mmHg)
F = 1.0
QAO = 80.0 (ml/sec)
QP = 70.0 (ml/sec)
PLV = 0.0 (mmHg)
RP = 1.25
CAO = 1.1
PLVmax = 120.0
dt = 0.02 (sec)
Tmin = 0 (sec)
Tmax = 4.0 (sec)
Kleine of grote afwijkingen kunnen problemen veroorzaken. Dat is dan geheel en al voor eigen risico.

M4. Elastische stuiterende indeukbare bal (hoogte en snelheid)

Neem hierbij de volgende programmagrootheden, startwaarden en parameters:
x = 0.9; de starthoogte
v = 0.0; de startsnelheid
t = 0.0; de tijd
g = 9.8; de versnelling van de zwaartekracht
K = 1000; de veerconstante
W = 10; de wrijving met de grond
M = 1.0; de massa
R = 0.1; de straal van de bal
dt = 0.004; de stapgrootte (tijdseenheden)
Tmin = 5.0 (tijdseenheden)
Tmax = 0 (tijdseenheden)
Kleine of grote afwijkingen kunnen problemen veroorzaken. Dat is dan geheel en al voor eigen risico.

M5. Kogelbaan (afstand en hoogte)

Neem hierbij de volgende parameters en startwaarden en programma gegevens
x = 0; de startwaarde v.d. afstand (t.o.v het vertrekpunt)
y = 0; de startwaarde v.d. hoogte
vx = 35; de (start-)snelheid (v) in x-richting
vy = 50; de (start-)snelheid (v) in y-richting
ay = 9.8; de versnelling van de zwaartekracht (g)
R = 0.3; de luchtweerstand
dt = 0.1; de stapgrootte (tijdseenheden)
Tmin = 0.0 (tijdseenheden)
Tmax = 3.0 (tijdseenheden)
Kleine of grote afwijkingen kunnen problemen veroorzaken. Dat is dan geheel en al voor eigen risico.

Interactieve complexe applets

Bij de opdrachten in het practicum mag en moet je gebruik maken van kant en klare (interactieve) complexe applets van derden A1, A2 of A3. Het zijn micro-werelden welke je kunt gebruiken als leermiddel op het web om inzicht in een werkelijk bestaand fenomeen te krijgen (en leren na te denken over oorzaken en gevolgen). De applets zijn ontworpen en gemaakt voor onderzoek naar ontwerp-theorieen en TO-studenten leren ze zelf maken bij het practicum van het keuzevak "Computersimulatie als leermiddel" (193510). Het is nadrukkelijk onze bedoeling dat jullie dingen van derden (zoals complexe en minder complexe applets, objecten, plaatjes, foto's, geluiden, video-fragmenten en/of elementen) (uit andere TO-vakken en/of van buiten TO) leren her te gebruiken. Hierbij dienen jullie wel de regels in acht te nemen en zeker te weten of je daar wel rechten toe hebt; en ook altijd minimaal de naam van de eigenaar of de ontwerper in je eigen product vermeldt. De objecten die in 'WebLib' en 'WebStuff' zitten mag je gebruiken. Besef wel dat de applets allemaal ontworpen zijn door medewerkers van TO en vaak door studenten zijn gerealiseerd. Neem dan ook ergens aan het begin of bij de aftiteling van je werkstuk de zin op: "Met dank aan ....". Zoek zelf uit wie de ontwerpers of de eigenaren zijn en vul op de stippeltjes de namen verder naar eigen inzicht en opvatting goed in.

A1. het interactieve cardiovasculaire systeem van de mens: CARDIO

Wat je van deze applet moet weten is dat de tijd (T) loopt over 1440 minuten (dwz. 1 dag) en dat:

Neem hierbij de volgende interventiemogelijkheden in acht:
Drinken = 1 ml/min (WIN)
Hartfunctie = 1.0 (=100%) (HSB)
Nierfunctie = 1.0 (=100%) (RM)
Diureticum = 0 (=0%) (DI)
Digitalis = 0 (=0%) (DIGI)

Zie web-site deel II, par. 18.

A2. de interactieve zonneboiler: BOILER

Wat je van deze applet moet weten is dat de tijd loopt over drie dagen (in minuten) en dat:

Neem hierbij de volgende interventiemogelijkheden in acht:
De buiten-temperatuur = 10 graden
De reflectie-coefficient van de collector = ...
De flow door de primaire pomp 1 (in liters per minuut?) = ... (staat normaal half open)
De flow door secundaire pomp 2 (in liters per minuut?) = 0.0 (is normaal dicht)

Zie web-site deel II, par. 18.

A3. de interactieve transistor schakeling: TRANSISTOR

Wat je van deze applet moet weten is dat de tijd loopt over acht perioden en dat:

Neem hierbij de volgende interventiemogelijkheden in acht:
R1 = de weerstand R1
R2 = de weerstand R2
RE = de weerstand RE (bij de emitor)
RC = de weerstand RC (bij de collector)

Zie web-site deel II, par. 18.



Enschede, 16 nov. 2000