Je ziet hier dus twee (dynamische) objecten. Beide objecten zijn in Java geschreven en zijn dus Java-applets. Het ene object is een input-object (input-techniek); het andere is een utput-object (output-techniek). (Definities volgens Min 1986; zie elders.)
Al de objecten zijn binnen een formulier (FORM) gesitueerd. Ook de knoppen.
Deze objecten kunt je uit de objecten library van TO halen en in je practicum-werkstukken gebruiken. Je dient echter wel te weten hoe je de objecten moet 'aansturen'. (Zie hiervoor de studieteksten en de hoorcolleges)
Let op dat de parameters van de objecten niet vast liggen en dus niet in de HTML source te vinden zijn of ingeprogrammeerd zijn, maar dynamisch worden overgedragen vanuit een JavaScript naar een betreffend object en vise versa. (Dit noemen we - hier - dynamische parameter overdacht; TO/OC-patent c.q. copyrights 1998)
In dit voorbeeld wordt het model (hier 'CARDIO') in JavaScript - elke integratiestap - uitgerekend; de waarden van twee variabelen worden in het output-object grafisch weergegeven. Met de twee input-objecten kun je - middels parameters - in het model intervenieren