De stof van het vak
De docenten behouden zich het recht voor van de hieronder staande onderwerpen en de genoemde volgorde af te wijken.
Het boek
In het studiejaar 2000/2001 gebruiken we losbladerige teksten uit de reader 'Computersimulatie als leermiddel' (1999) en een tekst uit het boek 'Simulation Technology and Parallelism in Learning Environments' uitgegeven bij Academic Book Centre (1996). Deze teksten zijn gebaseerd op de web-site van het onderhavige vak 'Computersimulatie als leermiddel'.
De colleges
Er zijn 7 tot 8 theoretische colleges (van 2 x 45 minuten). Deze colleges zijn ingedeeld in een groot aantal ook weer bij elkaar behorende blokken. Op de colleges worden - in nog nader te bepalen volgorde - de volgende onderwerpen behandeld:
Leeromgevingen en simulatie (algemeen) (1 of 2 colleges)
- wat zijn leermiddelen?
- wat is simulatie?
- wat is computersimulatie?
- wat is computersimulatie als leermiddel?
- wat is gecoached ontdekkend leren?
- hoe te zorgen voor een zo gedifferentieerd mogelijk leermiddelen aanbod?
- wat zijn leeromgevingen voor (computer-)simulatie?
- gebruiken, ontwerpen, ontwikkelen en onderzoeken van multimediale leermiddelen
- ontwerpen van prototypen versus gewone producten
- leeromgevingen
- leermiddelen
- multimediale omgevingen
- wat zijn simulatietechnieken?
- wat zijn simulatieontwerptechnieken?
- wat zijn simulatieontwerpsystemen?
- wat zijn simulatiesystemen?
Soorten onderzoek (1 college)
- wetenschap versus techniek
- wat is techniek wat is technologie?
- soorten van onderzoek op gebied van leermiddelen
- soorten van onderzoek op gebied van simulatie als leermiddel
- performance onderzoek als wetenschappelijk onderzoek
- ontwerpgericht onderzoek, empirische onderzoek
- methoden en technieken-onderzoek
- ISM-onderzoek versus zuiver onderwijskundig onderzoek
- toegepast onderwijskundig onderzoek versus zuiver onderwijskundig onderzoek
- type A versus type B-onderzoek
- gedrachtsobservatie-onderzoek
- kennisaccumulatie, modellen voor/van leren
Computersimulatie (1 college)
- simulatie als leermiddel
- simulatie(s): voor- en nadelen
- leermodel verus een model voor leren
- leermodellen
- wat zijn simulatieprogramma's?
- simulatiemethoden
- simulatie als methode
- simulatie als techniek
- input van/voor leerproces; output in een leerproces
- feedback bij leerproces, messages
- leren door te doen, doe-omgevingen, werkomgevingen
- opdrachten maken, casussen uitvoeren
- (parallelle) instructies
Theorieen (2 colleges)
- gewone theorieen versus ontwerptheorieen
- ontwerpmethoden varsus ontwerptheorieen
- methodologie versus theorie
- concepten versus theorieen (bijv. parallellisme)
- theorieen
- ontwerptheorieen (bijv. de PI-theorie van Min)
- analogons & denk-modellen
Technieken (algemeen) (2 colleges)
- soorten technieken (algemeen)
- programmeeromgevingen versus ontwikkel tools
- A-talen A-systemen en P-talen
- editors, tools, systemen, etc.
- auteurstaal georienteerd ontwerpen.
- sjabloon voor animatie (met 'WebLib' class-files)
- sjabloon voor simulatie ('javaTHESIS')
- library 'WebLib'
Technieken (modelmatige technieken) (1 college)
- wiskundige modellen
- modelrepresentaties, representatievormen, representatiewijzen
- parameteroverdracht
- concepten, conceptmodellen
- analoge schema's, black boxen
- modellen, modelvorming, model dynamica
- variabelen, parameters & startwaarden
- differentiaal vergelijkingen(-vorm); integraalvergelijkingen(-vorm)
- intelligente simulaties, messages, intelligente video feedback (ICS)
Technieken (software matige technieken) (1 college)
- ontwerp-omgevingen, verander-omgevingen & leer-omgevingen
- java, javaTHESIS
- applets
- de THESIS familie: het MacTHESIS systeem (1990); het javaTHESIS systeem (1998)
- gereedschappen, tools (bijv. het MacSimAuthor systeem: een WYSIWYG-editor)
- de PITS ontwerpmethode
De papers
Bij het doorlopen van de papers zal - tijdens de colleges - worden ingegaan op vragen zoals: wat is hier belangrijk? wat is hier moeilijk? wat komt hierna nog?
Paper 1, Simulatie en Leermiddelen
Lees deze tekst door. Belangrijk hierin zijn de begrippen en de tekst over:
- leermiddelen
- (gewone)simulatie versus computersimulatie
- modelling versus simulation (en gaming)
- systeem versus model
- voor- en nadelen van computersimulatie
- experimenteren
- leereffecten
- hypothese opstellen
- realiteitsgevoel opdoen
- activiteit (iets doen)
- toename van interesse
- inductief te werk gaan
- zelfontdekkend leren (Bruner, 1977) (constructivisme)
- model van leerproces ('leermodel')
In dit paper komen verder de begrippen voor: LOGO, meebewegend histogram en prooi-roofdier-model. Dat model staat in de reader op blz. 13. (Dit soort begrippen ken je al.)
Paper 2, Revolutionaire software
In dit paper wordt ingegaan op:
- leereffecten
- motivatie verhoging
- ruimtelijke beperkingen van het beeldscherm
- technisch hoogwaardigheid van computers essentieel
- gedifferentieerd leermiddelen aanbod mogelijk maken
- parallellisme (voorbeeld de krant)
- parallelle instructietheorie (voor simulaties) (geen dwingende volgorde zoals bij tutoriele courseware) (verklaart waarom ontwerpers veel informatie op beeldscherm proppen)
- het MacTHESIS systeem
- programma's zoals: een viskweekvijver, populatie dynamica (lemmingen versus vossen), het stremmen van melk, een pekelzuiveringsinstalatie, zonneboiler (van de AKZO Hengelo), de nederlandse economie (volgens het centraal planbureau), etc.
In dit paper komen verder de begrippen voor: CD-rom, CD-i, Intel, ms-dos, Motorola, Macintosh, etc. (Die zaken ken je al.)
== Wordt aan gewerkt. ==
Zie vooral ook de sheets
Enschede, sept 2000