Een analyse van koude oorlogen, warme oorlogen en 45 regime changesRik Min (1946, Bergen NH) is communist, aktivist, skepticus, wereldburger en vrijdenker. Hij publiceerde dit boek eerst als e-book op internet, er verschenen verschillende versies in de periode 1997-2017. Het boek geeft een analyse van de Koude Oorlog en de daaropvolgende, ‘tweede’, minstens net zo koude oorlog.Rik Min toont aan dat na de val van de Sovjet-Unie als socialistische maatschappij, de koude oorlog tegen ‘het socialisme’ en ‘het communisme’ gewoon is doorgegaan. Hij noemt al het stoken in ‘ongebonden’ en ‘onafhankelijke’ landen daarom de ‘Tweede Koude Oorlog’. Hij laat ook zien dat het moslim-extremisme is gecreëerd door de Verenigde Staten (lees: ‘het Pentagon’) en is ingezet ‘om het communisme op te rollen’, te beginnen in Afghanistan, daarna in Joegoslavië, Libië, Oekraïne en Syrië. Elke regime change die vanuit het Pentagon werd ingezet, verdeelde tegelijkertijd ook de linkse beweging verder. Rik Min overtuigt ons ervan dat verschillende afscheidingsbewegingen al die jaren door het imperialisme zijn gebruikt om bevrijdingsbewegingen - zoals het ANC en de PLO - kapot te maken. Israël werd intussen het grootste getto van de wereld, Srebrenica werd een roversnest. Ver voordat het begrip ‘nepnieuws’ in omloop kwam zag hij al haarscherp dat ‘medialeugens’ voor het kweken van haat om regeringen zwart te maken en omver te werpen, schering en inslag waren. Niemand in Nederland heeft zo duidelijk de misdaden van het imperialisme en van de Nederlandse mainstream media aangetoond als deze communist. VoorwoordIWaarom hebben de progressieve bewegingen en veel socialistische landen in 1990 die enorme nederlaag geleden? Sinds kort weten we pas hoe de Verenigde Staten van Amerika en het Pentagon al die jaren eraan voorafgaand, de Koude Oorlog gevoerd hebben. De kern van deze enorme nederlaag voor de progressieve beweging in de wereld, is gelegen in het uitgekiende beleid van het Pentagon om in de Koude Oorlog wereldwijd alle leiders van links systematisch, mede via leugens in de media, te demoniseren en hun goede bedoelingen bewust verkeerd voor het voetlicht te brengen. Zeventig jaar lang was dit de basis van het beleid waarmee links werd ingedamd en systematisch met leugens en bedrog kapotgemaakt. Medialeugens en nepnieuws werken – en dat zal dit boek aantonen – naar twee of drie kanten. Bij elke regime change werd en wordt de verdeeldheid bij links groter en groter. Dat begon met de leugens van en over Israël in 1948, en werd vervolgd in 1956, en vooral rond 1990, met de val van de Sovjet-Unie (‘socialisme1.0’). De verdeeldheid bij links ging daarna (gewoon) verder, vooral bij de kwestie Joegoslavië en de kwestie Syrië. ‘Ongevaarlijk links’ (de sociaaldemocraten) werd groter; ‘gevaarlijk links’ (de communisten) werd kleiner. Het demoniseren – en het kweken van haat bij de bevolking – begon voor het grote publiek met Soekarno en Lumumba, daarna volgden Martin Luther King, Cuba, Angola, Portugal, Italië, Nicaragua en recentelijk nog Congo, via leugens en uiteindelijk moord op Laurent- Désiré Kabila. Maar de belangrijkste en succesvolste demonisering de laatste zeventig jaar was toch die van Stalin, dat proces is nog steeds aan de gang. Stalin en zijn politiek worden tot op de dag van vandaag in een verkeerd daglicht gezet. Leugens over de Sovjet-Unie, Stalins bedoelingen met het pact dat hij sloot met Hitler in 1939, en de zuiveringen die net voor het begin van de oorlog, in de periode 1937- 1938, in het rode leger zijn doorgevoerd, worden tot op de dag van vandaag herhaald en nog eens herhaald zonder dat er betrouwbaar bronnenonderzoek wordt gedaan. Zijn daden worden als misdaden neergezet, terwijl de zuivering van 1937-1938 was ingezet om het Rode Leger en de wapenindustrie betrouwbaar te maken voor de onafwendbare strijd tegen de nazihordes, die onmiskenbaar op de jonge Sovjetstaat afstormden. De urgentie om het nazisme te overleven werd door velen in het Westen niet begrepen. De zuiveringen die toen essentieel waren, werden door de westerse media steeds maar weer en systematisch verkeerd uitgelegd, en daarom door de westerse burgers niet begrepen. Waarom werden deze zuiveringen niet begrepen? Was de spraakmakende gemeenschap bang voor de waarheid? De waarheid van het gelijk van het socialisme? De waarheid dat Hitler het primair had voorzien op de Sovjet-Unie en de communisten, meer nog dan op de joden? De waarheid dat juist de Sovjet-Unie uiteindelijk de vrijheid van Europa en de burgerlijke vrijheden in West- en Oost-Europa heeft gered? Is men bang dat de communisten rond 1935-1939 toch gelijk hadden? Dat hun strijd voor een betere wereld in Europa succesvol is geweest? Hun analyses tot de beste van de wereld behoren, en communisten – als het zo doorgaat met de wereldcrisis van het kapitaal, de werkloosheid, de oorlogsdreigingen – weer gelijk zullen krijgen met hun marxistische analyses? Net als in 1929, 1939 en 1945? Sinds kort kennen we de grote lijnen waarlangs onze tegenstanders de Koude Oorlog hebben gespeeld. Er komen steeds meer details boven water, pionnen uit het verleden publiceren met veel trots hun memoires. Doordat ze vaak dom of kortzichtig zijn, beseffen deze rechtse mensen niet dat hun linkse tegenstanders nog niet allemaal dood, vermoord of stom zijn, en dat hun idealen en hun aanhangers nog overal in de wereld leven. Wij kunnen deze snoeverijen goed gebruiken om een ander en een veel beter zicht op de ware geschiedenis van het imperialisme en zijn walgelijke zelfzuchtige streken te krijgen. II Communisten analyseren de wereld vanuit een dialectischmaterialistisch gezichtspunt. Je kunt de Koude Oorlog niet begrijpen zonder dat je weet hoe de wereld in elkaar zit. Alleen al de miljonairs en miljardairs in Nederland die samen altijd en eeuwig – via hun lobbykanalen – de NAVO of de Verenigde Staten zullen blijven dwingen hun bezittingen, hun fabrieken of hun afzetgebied veilig te stellen.1 In het ultieme geval zal de bezittende klasse in Nederland, Europa en de Verenigde Staten altijd leiders van bevrijdingsbewegingen, socialistische landen of communistische partijen uit de weg ruimen, hetzij via demonisering hetzij via liquidatie. De rijken in de wereld bezitten samen meer dan alle landen samen bezitten. De Koude Oorlog is dus niet zozeer een logisch gevolg van de machtsverhoudingen in de wereld maar van de bezitsverhoudingen in handen van private personen. Het aantal miljonairs werd in 2005 wereldwijd op 8,3 miljoen geschat. Zij bezaten toen met elkaar 30.800 miljard dollar (NRC Handelsblad, 9 juni 2005). Intussen, in 2017, is dit bezit door het neoliberalisme tot ongekende hoogten gestegen. De media berichtten in 2017 dat de 85 rijkste mensen ter wereld evenveel geld hebben als de helft van de wereldbevolking. Lees het boek van Piketty over het vermogen van ‘de 1%’, ‘de 0.1%’ en ‘de 0.01%’. Die hoeveelheid geld en/of bezittingen zullen ze niet zomaar afstaan aan een socialistische samenleving in wording. De gewone werkende bevolking die het van zijn loon moet hebben, heeft wel behoefte aan een socialistische samenleving. Zie daar het spanningsveld waarin de permanente (hete) oorlogen en de steeds maar voortdurende koude oorlog geplaatst moeten worden. III De inwoners van de 10 rijkste landen hebben het ten opzichte van de 250 andere landen in de wereld in principe redelijk, en zullen in meerderheid dus altijd kiezen voor het bestaande systeem, het kapitalisme. In het bestaande systeem van parlementaire democratie is het vaak voldoende om slechts 51% van de bevolking tevreden te houden, de overige 49% kunnen heel vaak gewoon barsten. En dat die groep mensen tevreden is, is te vergelijken met dorpelingen die in de middeleeuwen bij een kasteel van een roofridder in de buurt woonden. Die dachten onbewust of bewust: als onze roofridder maar meer rooft dan de andere roofridders, zullen wij niet klagen. De meerderheid van de mensen klaagt vaak niet omdat ze niet verder kijkt of zich machteloos voelt. Dit boek laat zien dat het kapitalisme altijd probeert zoveel mensen als noodzakelijk en nodig is met geld, gunsten of diensten te winnen voor zijn rooftochten en voor uitbuiting van andere volkeren en andere arbeiders. IV Revoluties zijn uit de tijd, zeggen sommigen (VVDers). Anderen zeggen: revoluties helpen niet (PvdA’ers). Als je telt hoeveel contrarevoluties en regime changes er (met steun van VVD en PvdA) sinds het vallen van de Muur zijn geweest (vanaf 1990 ongeveer 1 per jaar), kun je stellen dat revoluties juist niet uit de tijd zijn, en zeker kunnen slagen [3]. Een omwenteling in de richting van een socialistische maatschappij – d.w.z. een revolutie – is dus altijd mogelijk. Voor een maatschappij waar de mens voorop staat en niet de winst. V Dit boek is een aanklacht tegen mijn generatiegenoten, die het op beslissende momenten lieten afweten, en tegen de jongere generaties, die zich lieten afschepen met kraaltjes en spiegeltjes en niks van Marx wilden lezen. Dit boek bevat meningen; meningen van een Nederlandse communist. Mensen die daar niet tegen kunnen, kunnen dit boek beter niet kopen of lezen. VI Ik geef in dit boek zeer regelmatig af op links en op de middenklasse. Iemand die zich aangevallen voelt als individu moet weten dat mijn aanvallen niet op een persoon gericht zijn, en dat de ware schuldigen, de uitvoerders, veel meer uit de hogere klasse en de rechtse partijen komen. Maar het is wel zo dat ik in deze analyse, die nu eenmaal over schuld gaat, de vuile streken en de blindheid van mijn linkse broeders vaak zwaarder laat wegen dan de concrete misdaden van de ‘echte’ uitvoerders van alle ellende waarin de klasse van niet-bezitters zich bevindt.
Rik Min (Bergen NH, 1946)
Noten
|