Hoge bloeddruk
en de nieren: een ingewikkeld samenspel
Nieren en bloeddruk hebben veel met elkaar te maken. De nieren regelen
voor een belangrijk deel het vochtgehalte, het zoutgehalte en de hoeveelheid
bloed in de bloedsomloop. De hoogte van de bloeddruk hangt hier mee samen.
Nieraandoeningen kunnen de bloeddruk verhogen. Omgekeerd kan hoge bloeddruk
weer afwijkingen aan de nieren veroorzaken waardoor een neerwaartse spiraal
ontstaat.
Wat verstaat
men onder de bloeddruk?
De bloeddruk geeft de druk in de slagaders weer. Men onderscheidt een
bovendruk (systolische druk) en een onderdruk (diastolische druk). De
bovendruk is de hoogste druk die bereikt wordt als het hart zich samentrekt
en het bloed voortstuwt. De onderdruk is de druk tussen twee hartslagen
in. De druk wordt gemeten in mm kwik en genoteerd in twee getallen, bijvoorbeeld
als 120/80, waarbij 120 de bovendruk is en 80 de onderdruk.
 |
Bloeddruk
meten
Het meten van de bloeddruk kan onbloedig en bloedig worden gedaan,
ook wel non-invasief en invasief genoemd. Bij de non-invasieve methode
wordt gebruik gemaakt van de manchet (band) om de arm. Deze methode
heeft als nadeel dat er geen continue bewaking mogelijk is, het kost
tijd om de meting uit te voeren en de gemeten waarde geeft een beeld
van één bepaald moment in de tijd. Daarbij is gebleken
dat deze meting ten opzichte van invasieve meting minder betrouwbare
waardes geeft. In werkelijkheid is de bloeddruk iets hoger dan de
met een manchet gemeten waarde. Daarnaast is deze methode niet bruikbaar
bij hele lage bloeddrukken. Op de IC zal dus altijd de voorkeur uitgaan
naar invasieve bloeddrukmeting. Hierbij is een continue controle mogelijk,
ook bij hele lage bloeddruk. Tevens is het mogelijk om de reactie
op behandeling gelijk zichtbaar te hebben. |
Factoren
die de bloeddruk bepalen
De bloedsomloop is enigszins te vergelijken met een pomp die vloeistof
perst door een slang. Het hart is te vergelijken met de pomp, het bloed
met de vloeistof en de slagader met de slang.
De druk in de slang is afhankelijk van drie factoren: de kracht en snelheid
waarmee de pomp de vloeistof de slang inpompt, de doorsnede van de slang
en de hoeveelheid vloeistof die er doorheen gepompt wordt. Toegepast op
de bloedsomloop wordt de hoogte van de bloeddruk bepaald door:
1. De kracht en snelheid waarmee het hart samentrekt.
De bloeddruk wordt hoger bij inspanning en emotie. Dit is vooral het gevolg
van het krachtiger en sneller samentrekken van het hart. Bij een rustige
hartactie daalt de bloeddruk weer.
2. De doorsnede van de kleine slagaderen.
De wijdte of doorsnede van de kleine slagaderen is de belangrijkste bepalende
factor voor de hoogte van de bloeddruk in rust. In het lichaam circuleren
talrijke stoffen die de bloedvaten verwijden of vernauwen. Deze stoffen
worden ondermeer geproduceerd door de nieren.
3. De hoeveelheid circulerend bloed.
De hoeveelheid circulerend bloed wordt binnen nauwe grenzen gehouden.
De nier speelt hierbij een belangrijke rol, onder meer door de hoeveelheid
uitgescheide zouten en water te regelen.
Wanneer spreekt men van hoge bloeddruk (hypertensie)?
In feite is niet precies te zeggen wanneer sprake is van hoge bloeddruk.
Dit verschilt per persoon. In het algemeen spreekt men van hoge bloeddruk
als bij herhaalde metingen, in rust, de onderdruk hoger is dan 100 mm/hg
en/of de bovendruk hoger dan 160 mm/hg. Bij jonge mensen zullen in het
algemeen lagere waarden gehanteerd worden, bij ouderen soms hogere. Bij
nierpatiënten met hoge bloeddruk hanteert men meestal ook lagere
waarden, omdat ook geringe verhogingen al schadelijk kunnen zijn voor
de nieren.
De oorzaken
van hoge bloeddruk
In circa 90% van de gevallen vindt men geen oorzaak voor de hoge bloeddruk.
Men spreekt dan van essentiële hypertensie. In de overige 10% is
sprake van een onderliggende ziekte. Meestal is dit een nierziekte. De
kans dat een nierziekte de oorzaak is van de hoge bloeddruk, is het grootst
bij jonge mensen.
De gevolgen
van hoge bloeddruk
Langdurig verhoogde bloeddruk veroorzaakt geleidelijk beschadigingen en
vernauwingen van de bloedvaten. Hierdoor vermindert de bloedtoevoer naar
de verschillende organen. De verminderde bloedtoevoer kan uiteindelijk
leiden tot hartziekten (infarct), hersenziekten (beroerte) en nierschade.
Beperken we ons tot het laatste, dan leidt de verminderde bloedtoevoer
tot een achteruitgang van de filterfunctie van de nieren. Wanneer de filterfunctie
erg achteruit gaat, dan scheidt de nier ter compensatie stoffen af die
de bloeddruk nog verder verhogen. Weliswaar kan door een verhoging van
de druk meer bloed door de vernauwde vaten stromen, maar tegelijkertijd
wordt nog meer schade aan de vaten aangericht. Zo kan een vicieuze cirkel
ontstaan, die in het ergste geval leidt tot onvoldoende nierfunctie (chronische
nierinsufficiëntie).
De behandeling
van hoge bloeddruk
De behandeling van hoge bloeddruk bestaat meestal uit een zoutbeperkt
dieet, medicijnen of een combinatie daarvan. De keuze voor een bepaalde
behandeling is vooral afhankelijk van de ernst van de hoge bloeddruk.
Indien nierschade is vastgesteld als oorzaak of gevolg van de verhoogde
bloeddruk, dan past men de behandeling hierop aan.
Bij jonge mensen met hoge bloeddruk is soms een aangeboren vernauwing
van de slagaders naar de nier de oorzaak van de hoge bloeddruk. Bij ouderen
is zo'n vernauwing vaak het gevolg van atherosclerose (aderverkalking).
De vernauwing kan vaak opgeheven worden met een dotteroperatie waarna
geen verdere behandeling meer nodig is.
Zoutbeperking
Beperking van het zoutgebruik kan erg belangrijk zijn bij de behandeling
van hoge bloeddruk. Dit geldt met name voor nierpatiënten met hoge
bloeddruk, die vaak moeite hebben zout uit het lichaam te verwijderen.
Als de bloeddruk slechts licht is verhoogd, lukt het nogal eens met een
zoutbeperkt dieet de bloeddruk te verlagen. Vermindering van stress, meer
lichaamsbeweging, afvallen en stoppen met roken zijn andere natuurlijke
maatregelen die helpen de bloeddruk te verlagen.
|