|
Neerslag
In een wolk verzamelen minuscule druppeltjes zich om samen een druppel te vormen. Er zijn bijna een miljoen druppeltjes nodig
voor één regendruppel. Zodra de druppels zwaar genoeg zijn, vallen ze. De temperatuur van de luchtlagen, waar ze tijdens hun val doorheen komen, varieert. Als de lucht warm is, gaat het regenen. Is de lucht koud, dan
gaat het sneeuwen. |