|
De oude kerk in Delden – oorspronkelijk gewijd aan de H. Blasius – is in oorsprong samen met de Plechelmus in Oldenzaal en de
Simon en Judaskerk in Ootmarsum een voorbeeld van kerkbouw zoals men die aan de overzijde van de Duitse grens veelvuldig ziet. Vergeleken met de genoemde kerken heeft die van Delden echter een ingrijpende wijziging
ondergaan in de periode 1464-1538: het middenschip is toen verdriedubbeld als was hiervoor blijkbaar aan de ene kant, de Noordkant, niet voldoende ruimte. Zo ontstond een hallenkerk met twee even hoge beuken uit de
oorspronkelijke middenbeuk met twee lage zijbeuken, waarvan men de aanzet der bogen nog vast kan stellen aan de Noordkant van de tweede pilaar links (gezien vanuit de toren). De pilaren, die allen verschillend van vorm zijn, stammen - behalve waarschijnlijk de ronde – uit de vroegere kerk, die in
de 12de eeuw gebouwd moet zijn. Uit die oorspronkelijke kerk moet ook het Romaanse venster in de N.O. achterwand, dat bij de restauratie in de jaren 1965- 1968 teruggevonden werd, afkomstig zijn. Tussen de nu
aanwezige pilaren hebben vroeger halverwege nog andere, lagere pilaren gestaan zoals dat in Oldenzaal en Ootmarsum het geval is. De toren van de kerk is waarschijnlijk in 1538 voltooid. De oor-
spronkelijke hoofdingang is toen dichtgemetseld en er is een gewone doorgang naar de kerk ontstaan. De toren is het jongste deel van de kerk, dat blijkt uit de gedenksteen aan de buitenkant van de toren. Op 2/3 van
de hoogte is het bouwen gestaakt, waarschijnlijk wegens geldgebrek. In 1847 werd het orgel dat in de kerk staat door Naber uit Deventer gebouwd. In 1970 werd het,
na enige jaren van restauratie, weer in gebruik genomen en geldt als een der mooiste Naberorgels in ons land. |
|