Home
Hartfunctie
Risicofactoren
Ziekten
Behandeling
Preventie
Medicatie

                    Medicatie              

Er zijn vele soorten medicijnen in de handel, waarmee de klachten die voortvloeien uit hartziekten, kunnen worden verminderd. Sommige medicijnen voorkomen dat de hartslag te snel wordt en verminderen daarmee de zuurstofbehoefte van het hart. Andere medicijnen maken de bloedvaten in het lichaam wat wijder, zodat het hart het bloed wat gemakkelijker kan wegpompen en dus minder zuurstof nodig heeft. Weer andere medicijnen versterken de werking van de hartspier.   Ook een onregelmatige hartslag kan vaak en goed met medicijnen worden behandeld.

Er volgt nu een overzicht van de verschillende soorten medicijnen.

  • Digoxine

Het belangrijkste effect van digoxine is de versterkende invloed op de pompfunctie van het hart. Hert vergroot de kracht waarmee het hart zich samentrekt en het verlaagt tegelijkertijd het hartritme bij patiënten met een te snel ritme. Het gevolg daarvan uis dat het hart rustiger en krahctiger gaat werken. Het middel zorgt er ook voor dat het hart als het vergroot en verdikt is, weer kleiner wordt. Bij hartfalen is het een veel gebruikt middel. Ook bij boezemfibruileren en boezemfladderen (snelle slag van de boezem ) wordt digoxine gegeven. Met name om te voorkomen dat de hartkamer het snellere ritme van de boezem gaat overnemen. Oudere mensen hebben minder digoxine nodig dan jongere mensen. Daarom moet van tijd tot tijdworden gekeken of de dosis kan weorden verminderd of zelfs volledig kan worden gestopt met het gebruikt van digoxine.

  • Nitraten

Nitraten en nitrieten verslappen de spieren van de bloedvaten, waardoor deze zich verwijden en meer bloed doorlaten. Daardoor daalt de bloeddruk. Vooral bij hartkramp( angina pectoris) wordennitraten gebruikt om het zuurstofverbruik van het hart te verminderen. Door snelle verwijding van de bloedvaten wordt er tijdelijk minder bloed aan het hart aangeboden. Dit ontlast het hart en vermindert de druk op de borst. Ook mensen met hartfalen (decompensatio cordis) die niet voldoende reageren op een behandeling met digoxine en plasmiddelen krijgen soms nitraten voorgeschreven.

  • Raas-remmers

Deze zijn onder te verdelern in ACE-remmers en Angiotensine II antagonisten. Angiotyensine Convertterend Enzym (ACE)-remmers verlagern de bloedruk door een verwijding van de bloedvaten in de uiteinden van het lichaam zoals de bloedvaten in armen, benen, vingers en tenen. Het voordeel van ACE-remmers boven een aantal andere  bbloedrukverlagende middelen is dat het lichaam de verlaagde bloeddruk niet via een omweg weer omhoog brengt.Naast bloeddrukpatienten kunnen ook mensen met hartfalen ACE-remmers voorgeschreven krijgen.                                                                                                                              Sinds kort worden ACE-remmers ook voorgeschreven ter voorkoming van hartfalen na een harttinfarct.

Angiotensine II antagonisten werken iets anders dan ACE-remmers. Ze hebben een vaatverwijdend effect en worden voorgeschrefven bij hoge bloeddruk.

  • Calcium-antagonisten

Calcium speelt een rol bij de samentrekking van spiercellen in de bloedvaten. Stoffen die de werking van calcium remmen, de zogenaamde calcium-antagonisten, zorgen ervoor dat calcium moeilijk deze spiercellen binnen kan komen. Sommige calcium-antagonisten werken sterk op het hart en verlagen daar het hartritme en de kracht van de hartslag. Andere werken juist sterk op de spieren in de bloedvaten, wat tot verwijding van bloedvaten leidt. De calcium-antagonisten worden voorgeschreven bij hartkramp (angina pectoris)m, bij hoge bloeddruk en bij hartritmestoornissen.

  • Anti-arrhtymica

Bij hartritmestoornissen kan een groot aantal verschillende medicijnen worden gebruikt. Elk daarvan beïnvloedt de prikkelgeleiding in het hart, of de prikkelbaarheid van de hartspiercellen. Omdat er verschillende oorzaken van ritmestoornissen zijn, kan geen algemeen recept voor het gebruik van de diverse medicijnen worden gegeven. Een arts zal voor iedereenn afzonderlijk de aard en de dosering van het medicijn moeten bepalen. Sommifge van de voorgeschreven medicijnen doen meer dan alleen het hartritme reguleren. Ze werken bijvoorbeeld ook op dfe spiercellen in de bloedvaten en het maagdarmkanaal.

  • Bèta-blokkers

Bèta-blokkers blokkeren de werkingt van de zogeheten bèta-adrenerge receptoren. Deze bèta-receptoren zitten voornamelijk op de cellen van het hart en in de bloedvaatjes in spieren, longen en baarmoeder. Door het blokkeren van deze bèta-recptoren kunnen de stresshormonen waaronder adrenaline hun werk niet meer doen en wordt het hartritme verlaagd en worden de pompkracht en de hoeveelheid bloed die het hart verpompt verminderd. Bèta-blokkers worden daarnaast veel gebruikt na een hartinfarct, bij hartkram[, bij hoge bloeddruk en bij sommige hartritmestoornissen.

  • Plasmiddelen

Door gebruik van plasmiddelen verliest men extra vocht. Plasmiddelen zijn werkzaam in de nieren.Door het verlies van extra vocht met de urine wordt het bloedvatensysteem minder 'gevuld' De bloedruk gaat daardoor omlaag. Bovendien wordt het hart enigszins ontlast doordat het niet zoveel bloed hoeft rond te pompen.

Bloedverdunners

De ingeburgerde naam bloedverdunners(=anti-coagulantie) is feitelijk niet juist, want deze middelen verfdunnen  het bloed niet. Wel zorgen ze ervoor dat het bloed minder snel stolt. De ant-coagulantia (letterlij:anti-klonteringsmiddelen) onderdrukken de diverse stollingsmechanismen in het bloed, ook wel stollingsfactoren genaamd, zodat minder gemakkelijk bloedpropjes ontstaan.De bloedverdunners worden gebruikt na een hartinfarct om te voorkomen dat nieuwe afsluitingen ontstaan en bijm bepaalde vormen van hartkramp. ook bij boezemfibrilleren worden wel anti-coagulantia voorgeschreven om te voorkomen dat er bloedpropjes ontstaan die in de hersenen terecht kunnen komen. Na chirurgische  ingrepen aan de bloedvaten en bij bepaald vormen van vaatziekten kan de arts bloedverdunners voorschrijven.

  • Plaatjesremmers

De plaatjesremmers zortgen ervoor dat de bloedplaatjes (trombocyrten) die verantwoordelijk zijn voor het klonteren van bloed minder goed werken. Doordat ze niet goed meer samen klonteren , of doordat de bloedplaatjes zich niet meer goed aan de wand van de bloedvaten kunnen hechten, treedt minder snel ongewenste stolling in de vorm van trombose of embolie op. De platjes remmers worden voorgeschreven na een hartinfarct om de kans op een tweede hartinfarct te verkleinen. Bij bepaalde vormen van hartkramp (instabiele angina pectoris) en bij boezemfibrilleren worden soms plaatjes remmersgebruikt.

  • Bloedvetverlagende middelen

Om de te hoge hoeveelheid bloedvetten (cholesterol en triglycerigfden) te verlagen kunnen bloedvetverlagende middelen worden gebruikt. Deze middelen worden pas voorgeschreven als het volgen van een dieet onvoldoende efffect heeft.