Home
Hartfunctie
Risicofactoren
Ziekten
Behandeling
Preventie
Ziekten

             Hartinfarct   Hartfalen    Angina Pectoris    Hartritmestoornis   Hoge bloeddruk

Sterfte aan hart- en vaatziekten in Nederland

Hart- en vaatziekten zijn nog altijd doodsoorzaak nummer 1 in Nederland.In 1997 overleden er in totaal 135.783 mensen in Nederland; hiervan overleden er 50.545 personen (37%) aan de gevolgen van een hart- of vaatziekte. Sterfte aan alle vormen van kanker tezamen staat op de tweede plaats met 37.133 doden (zie ook figuur 1). Bij 2 van de 5 Nederlanders wordt het overlijden dus veroorzaakt door een hart- of vaatziekte. Anders gezegd: iedere dag overlijden er 138 mensen aan hart- en vaatziekten en 102 aan kanker.

Figuur 1
Doodsoorzaken in Nederland, 1997.           Bron: CBS

Binnen de hart- en vaatziekten zijn het hartinfarct en de beroerte de belangrijkste doodsoorzaken, met respectievelijk ruim 14.000 en 12.000 sterfgevallen. Samen veroorzaken zij meer dan de helft van alle sterfte aan hart- en vaatziekten (zie figuur 1).

Hoewel de sterfte aan hart- en vaatziekten sterk toeneemt met de leeftijd, spelen hart- en vaatziekten een belangrijke rol in de 'vroegtijdige' sterfte en invaliditeit. Van alle personen die overlijden jonger dan 65 jaar zijn hart- en vaatziekten de doodsoorzaak bij 1 op de 3 mannen en bij 1 op de 5 vrouwen

Leeftijd in jaren

Mannen

Vrouwen

'

'

'

'

'

< 50

1.189

5%

641

2%

50 - 64

3.616

15%

1.332

5%

65 - 79

11.113

45%

7.606

29%

80 +

8.746

35%

16.302

63%

'

'

'

'

'

Totaal

24.664

100%

25.881

100%*

Bron: CBS

 

Trends in ziekte en sterfte aan hart- en vaatziekten

Figuur 2
Leeftijdspecifieke trends in het aantal sterfgevallen (
links) en ziekenhuisopnamen (rechts) door hart- en vaatziekten in Nederland, mannen en vrouwen samengenomen.                                                                                                       Bron: CBS en SIG Zorginformatie

Sinds 1972 is de voor leeftijd gecorrigeerde sterfte aan hart- en vaatziekten flink gedaald, met ca. 44%. De sterfte daalde in alle leeftijdsklassen (zie linkerhelft figuur 2).

Daarentegen nam in dezelfde periode het aantal ziekenhuisopnamen voor hart- en vaatziekten toe met 53%. Deze stijging deed zich vooral voor bij personen van 65 jaar en ouder (zie rechterhelft figuur 2). In 1997 bedroeg het totaal aantal ziekenhuisopnamen voor hart- en vaatziekten 285.747, het aandeel van de hart- en vaatziekten in het totaal van ziekenhuisopnamen in Nederland is daarmee 18%. Het totaal aantal verpleegdagen in verband met hart- en vaatziekten bedraagt bijna 3 miljoen (2.925.403), een aandeel van 20% in het totaal.

De toegenomen behandelingsmogelijkheden, ook op hogere leeftijd, hebben geleid tot een langere overleving van patiënten met een hartziekte, maar ook tot een toename van het aantal ziekenhuisopnamen. Deze toename is vooral gelegen in opnamen voor de behandeling van chronische aandoeningen, zoals hartfalen en boezemfibrilleren.

De dalende sterfte is het gevolg van de medische en technologische vooruitgang in de behandeling en nazorg van patiënten met hart- en vaatziekten en van de groeiende belangstelling voor een gezonde leefstijl, o.a. resulterend in een daling van het aantal rokende mannen en een daling in de consumptie van vet.

De gedaalde sterfte aan hart- en vaatziekten is één van de belangrijkste redenen voor de langere levensverwachting in de afgelopen 20 jaar. De totale levensverwachting steeg van 71,5 jaar in 1975 naar 74,6 jaar in 1995 voor mannen en van 77,8 naar 80,3 jaar voor vrouwen. Hiervan werden in 1994 resp. 60,1 jaren en 60,3 jaren in goede gezondheid doorgebracht.