De fresco's in de Oude Basius zijn uniek en bijzonder gaaf. In het middengewelf ziet met Het Laatste Oordeel uitgebeeld. Tegenover
"Het Laatste Oordeel" de aartengel Michaël met weegschaal.In de drie bogen zijn de martelwerktuigen van de kruisdood te zien: de spons op een speer, de geselpaal en het kruis. In het laatste vak: een engel met
sleutelbos en een grote ganzeveer als symbolen van de hemelpoort en het boek waarin de daden op aarde worden opgetekend. Deze schilderinge stammen uit de 15e eeuw. De wandschilderingen aan de Noordkant zijn door vocht
helaas grotendeels verloren gegaan.
In het koor zijn drie gebrandschilderde ramen aangebracht. Links en rechts: nacht en dag. Het middenraam toont van beneden naar boven: eerst de symbolen van de vier evangelisten,
hogerop Christus met een kind en een vrouw. Links bovenaan vormen twee gekruiste handen met kaarsen het Blasius-motief. Blasius is de beschermheilige tegen keelziekte en vele andere kwalen. Geheel rechts is het Christus monogram te zien en een aantal Griekse letters.
Onder de ramen bevond zich vroeger een zg. Hagioscoop, waarvan de betekenis niet duidelijk is, men denkt wel dat diegenen die niet tot de kerk werden toegelaten (zoals
melaatsen en anderen gestotenen) door dit venster toch op het altaar konden kijken en zo deel hebben aan het Heilige. Dit venster is dichtgemetseld, maar aan de buitenzijde nog geheel gaaf te zien.
In de consistoriekamer zijn nog een paar fragmenten van brandschilderingen te zien die via een oud-Deldenaar en het Rijksmuseum Twente weer een plaats in de gerestaureerde kerk hebben gevonden.
In het koor is nog een fragment van het altaar te zien, dat waarschijnlijk tijdens de beeldenstorm vernietigd is. De epitaaf van Frederick van Twickelo (+1545) tegen de Noordwand van de
Noorderkoorsluiting en de epitaaf van Johan van Raesvelt tot Twickelo (+1604) in de Zuiderkoorsluiting zijn een zichtbaar teken van de verbondenheid van het kasteel en zijn bewoners met Delden en zijn kerk.