Oefening 1Een
neonlampje is in serie met een weerstand van 10k op een regelbare spanningsbron aangesloten. Bovendien zijn in de schakeling een spanningsmeter en een stroommeter opgenomen. De bedoeling hiervan is, de stroomsterkte in
het lampje te kunnen meten als functie van de spanning over het lampje. Teken het schakelschema. Oefening 2 Bereken V, I, R1en R2.
Oefening 3 De meters 1 en 2 zijn goed geschakeld.
- Wat wijst de ampèremeter aan?
- Wat wijst de voltmeter aan?
Oefening 4
Vier weerstanden, elk van 60, kun je op heel wat manieren schakelen. Een paar voorbeelden staan hieronder. Bereken van elke schakeling de vervangingsweerstand (RV).
Oefening 5 Vier weerstanden zijn geschakeld zoals hieronder is weergegeven. De
spanningsbron levert een spanning van 12,0V; de stroommeter wijst 0,18A aan. Bereken R
. |