Een inleiding op wat transistors zijn
experimenteer zelf (met een simulatieprogramma)
Transistor

De functie van een transistor kan vergeleken worden met die van een kraan in een waterleiding. Door de kraan verder open of dicht te draaien, kun je de stroomsterkte regelen (dus de hoeveelheid water die per seconde een doorsnede van de leiding passeert). Met een transistor kun je de stroomsterkte in een elektrische schakeling regelen.
Er zijn twee types transistors: de bipolaire transistor, werkt met behulp van stuurstroom (dit wordt hier verder niet behandeld. En de veldeffectentransistor (FET), deze werkt met behulp van een stuurspanning.
FET staat voor field effect transistor.

Werking van de FET

Een transistor heeft 3 aansluitdraden. Bij een FET worden deze aansluitdraden source (S), drain (D) en gate (G) genoemd (zie figuur 10): het schemasymbool voor een FET.
Source en drain zijn de twee aansluitdraden waarmee je een FET in een stroomkring opneemt. Dit moet je dan zo doen, dat de stroom door de FET van drain naar source loopt (figuur 11).
De stroomsterkte in de stroomkring kun je regelen door tussen gate en source een variabele spanning aan te leggen. De gate moet daarbij negatief zijn ten opzichte van de source (figuur 12)

 

De Fet als schakelaar

Fet's worden onder andere gebruikt voor het automatisch in- en uit schakelen van apparaten. Denk hierbij aan een buitenlamp (die zomaar aangaat als het donker wordt en weer uitgaat als het licht wordt; en een verwarmingsapparaat (die 'zichzelf' inschakelt als de temperatuur te laag is en 'zichzelf' weer uitschakelt als de temperatuur te hoog is).

In het eerste voorbeeld gaat het om een verandering in lichtsterkte, daarom is het van belang dat in de schakeling, naast een FET ook een LDR is opgenomen. In het tweede voorbeeld gaat het om een verandering in temperatuur. Dan betreft het een schakeling, waarin naast een FET ook een NTC-weerstand aanwezig is.

De Fet als versterker

Je weet nu hoe de FET als schakelaar werkt. Maar een FET kan ook als versterker gebruikt worden. Het betreft dan het versterken van kleine spanningen. Dit hoort verder niet tot de leerstof, maar de werking ervan is toch leuk om te weten!

Geluidsversterkers produceren een wisselstroom van allerlei hoge en lage sinus-vormige tonen door elkaar heen. Dat komt door een CD die opstaat of iemand die in een microfoon praat. Meestal ligt die wisselstroom die uit zo'n luidspreker komt tussen de 0 en de 12 Volt. Om de werking hiervan te bekijken.

Als je op de button hieronder klikt zie je een oscilloscoop. Dit is een beeldschermpje waarin alle  wissel- en gelijkstroomen te zien zijn. De wisselstromen zijn meestal sinusvormig en de  gelijkstroom zie je als een rechte streep.

Door de waarde van de weerstand te veranderen kun je het bereik van de sinus kleiner of groter maken.

[Inleiding] [Electriciteit thuis] [Wet van Ohm] [Schakelingen] [Transistor]