Inleiding
Applet
ONLY IN INTERNET EXPLORER....

Hier zie je nu een applet verschijnen. Dat is een soort plaatje waarmee je interactief kunt werken. Hiermee kun je dan zelf ontdekken hoe het versterken van spanningen en stroom met een transistor werkt en wat de invloed van bepaalde dingen is.

Wacht enkele seconden en druk dan op de knop 'continue'.

Je ziet dan in beeld twee rode wisselspanningen. De ene rode wisselspanning is de ingangsspanning op de transistor (ui) die versterkt moet worden; en de andere is de uitgangsspanning (uo) zoals die versterkt (en een beetje vervormd) uit deze transistorschakeling komt.

De versterking en de vervorming van (hier: blokvormige) wisselspanning hangt grotendeels af van de vier weerstanden die de transistor 'op spanning' houden: namelijk RC, RE, R1 en R2.
De vervorming van de blokgolfvorm hangt af van twee condensatoren die ook in de schakeling voorkomen.

De gelijkspanning van de batterij die deze schakeling van stroom voorziet, is 12 Volt. Zonder een batterij, van 12 volt, die deze schakeling nodig heeft om uberhaupt iets te doen, en de vier weerstanden die de gelijkstroom bepalen, kan wisselstroom niet ontstaan. Dat principe is belangrijk om te weten. Dat kun je vergelijken met een badkuip waarin je golven wilt maken. Zonder een laagje water geen golven. De golven kunnen op een of andere manier nooit hoger zijn dan de gewone waterhoogte. Bij een transistor kan de wisselspanning (dus) nooit hoger zijn dan de batterijspanning; hier 12 Volt. De waterhoogte is te vergelijken met de gelijkspanning van de batterij; de hoogte van de wisselspanning met die van de hoogte van de te maken golven.

Als een transistorschakeling geluid moet versterken kan de uitgangsspanning die op de luidspreker staat, nooit hoger worden dan 12 volt ('top-top'). Als de microfoon 1 volt afgeeft en de luidspreker maar 12 volt dan is de geluidsversterking 12 gedeeld door 1: dus 12 maal. Als de microfoon 0.01 volt ('top-top') afgeeft heb je precies ruimte om de schakeling 12 gedeeld door 0.01 maal (is 1200 maal) ongestoord te versterken.

De transitor heeft een collector, een emitor en een basis. De spanning op de collector (UC) is 7.5 Volt; de spanning op de emitor (URE) is 2.22 Volt en de spanning op de basis (UB) is 2.92 Volt. Kijk maar naar de simulatie. Dat noemen we de gelijkspanningsinstelling van een transistor. (De gelijkspanning op de basis moet altijd 0.7 Volt hoger zijn dan die op de emitor.)

Kortom: "zonder goede gelijkspanningen - op de transistor - geen optimale of zelfs geen wisselstroomversterking".

[Inleiding] [Electriciteit thuis] [Wet van Ohm] [Schakelingen] [Transistor]