Het vak: Inleiding Mediakunde 1997/98 OUD

Let op: Er wordt tov. vorig studiejaar een nieuw boek gebruikt.


Practicum met medewerking van Johan Jonker, Gerard Gervedink Nijhuis, Ben Reimerink en John Schmitz.

De informatie over dit vak beslaat ongeveer 10 beeldschermen. U kunt deze informatie het beste lezen door te scrollen

INHOUD
  • het vak
  • de deelnemers (en hun resultaten) (een voorbeeld)
  • het doel en perspectief
  • de practicumopdrachten
  • de stof vorige studiejaar
  • de sheets van vorig jaar
  • wanneer practica en wanneer colleges?
  • de practica
  • probleem-georienteerd werken
  • het boek
  • de toetsstof (Jack B. Rochester, 1996)
  • Het vak

    Het vak kent 5 colleges en 14 practica. (De laatste drie practica zijn zonder begeleiding.) Het aantal studiepunten is 3 SP. Het wordt dit studiejaar gegeven vanaf eind augustus t/m 4 november 1997.

    De deelnemers

    Het aantal werkplekken op het practicum is 19 stuks. Dit jaar zijn er 24 of 25 deelnemers. Enkele personen (vrijwilligers) zullen dus in groepjes van twee moeten werken. Er zijn drie studenten van buiten (Leiden en Wageningen). De studenten zijn:
    Stu-
    dent:
  • 1 Bos, v.d.
  • 2 Gieling
  • 3 Gierveld
  • 4 Haan, de
  • 5 Hordijk
  • 6 Hovenkamp
  • 7 Huisman
  • 8 Jobse
  • 9 Konig
  • 10 Leenders
  • 11 Lock
  • 12 Lutjeboer
  • 13 Marks
  • 14 Meurs, van
  • 15 Rieu
  • 16 Roosing
  • 17 Schermer
  • 18 Stehouwer
  • 19 Toering
  • 20 Tol
  • 21 Veer, v.d.
  • 22 v. Alphen
  • 23 Kamutzki
  • 24 Kwekkeboom
  • 25 Kleisman
  • pr.
    1.
  • +
  • +
  • ??
  • +
  • ??
  • +
  • +
  • ??
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • ???
  • +
  • pr.
    2.
  • +
  • +
  • ??
  • +
  • v
  • +
  • +
  • v
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • ??
  • +
  • +
  • +
  • pr.3.
    mail
  • +
  • +
  • ??
  • v
  • v
  • v
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • v
  • +
  • +
  • +
  • +
  • ??
  • +
  • ??
  • +
  • pr.4.
    (W)
  • +
  • +
  • ??
  • +
  • ??
  • +
  • +
  • ??
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • ??
  • +
  • ??
  • +
  • pr.5.
    grph
  • +
  • +
  • ??
  • +
  • ??
  • +
  • +
  • ??
  • +
  • +
  • +
  • +
  • ??
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • ??
  • +
  • ??
  • +
  • pr.6
    + 8
  • +
  • +
  • ??
  • +
  • ??
  • +
  • +
  • ??
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • ??
  • +
  • ??
  • +
  • pr.9
    ():
  • +
  • +
  • ??
  • +
  • ??
  • +
  • +
  • ??
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • ??
  • +
  • ??
  • +
  • ST
    iP
  • 8
  • 7
  • ??
  • 8
  • ??
  • ??
  • 8.5
  • ??
  • 7.5
  • 7
  • 8.5
  • 7
  • 7
  • 7.5
  • 7.5
  • 7
  • 8
  • 7
  • 8.5
  • 8
  • 7
  • ??
  • 7
  • ??
  • 7
  • Toe
    ts
  • ??
  • +
  • ??
  • +
  • ??
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • ??
  • +
  • ??
  • ??
  • Ver-
    slag:
  • +
  • +
  • ??
  • ??
  • ??
  • +
  • +
  • ??
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • ??
  • +
  • ??
  • +
  • Vol-
    doende:
  • nee
  • +
  • nee
  • nee
  • nee
  • +
  • +
  • nee
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • +
  • nee
  • +
  • nee
  • nee
  • Aard en doelstellingen

    Het is een "tour d' horizon" over het terrein der multimedia. De primaire doelstellingen van dit vak en de bijbehorende practica zijn:
    - een inleiding te geven in wat interactieve multimedia zijn;
    - inzicht te geven in achtergronden en ontwerpmethoden van interactieve multimedia programmatuur;
    - het verwerven van een aantal elementaire vaardigheden met media;
    - het leren omgaan met bepaalde gereedschappen (tools) om (deel-)aspecten van media problemen te leren oplossen;
    - TCW-studenten - die het P-vak "Instrumentatietechnologie 1" van TO niet hebben gedaan - de gelegenheid te geven zich te bekwamen op bovenbeschreven gebied ("bij te spijkeren").

    Daarbij wordt op inleidend niveau aandacht besteed aan ontwerpmethoden voor interactieve multimedia programmatuur.

    Doel en perspectief

    De student verwerft een overzicht
    - van bepaalde soorten informatiepresentatie,
    - van bepaalde soorten programmatuur,
    - van bepaalde basisprincipes bij gebruik van computers,
    - van bepaalde basisprincipes van gebruik van gereedschappen (tools),
    - van bepaalde technieken (basistechnieken) om educatieve en communicatieve software te kunnen maken,
    - van bepaalde systemen, applicaties, editors en soorten bestanden.

    De student ziet het belang in
    - van goede computers en goede tools,
    - van vooraf ontwerpen van communicatief materiaal (audiovisueel en dialogen),
    - van goede vormgeving (userinterface),
    - van goed gereedschap en van gereedschapsbeheersing.

    De student kan eenvoudige opdrachten maken (op een computer).

    Het grondidee achter dit vak is ONTWERPEN, LEREN ONTWERPEN en OMGAAN met GEREEDSCHAPPEN. Eerst met eenvoudige tools, dan met complexe tools en ten slotte ook in een programmeer-omgeving. De colleges staan in dienst van de practica. Omgekeerd zijn de oefeningen en opdrachten bij de practica om de stof op de colleges (en in het boek) beter te begrijpen.

    Op een algemeen niveau is het doel van met name de practica:

    - het leren omgaan met programma's en computers;
    - begrip te krijgen voor vormgeving (ontwerpen);
    - het leren aanmaken, veranderen (editen);
    - het leren koppelen (m.n. programmeren) van soorten losse componenten;
    - het beheren van (grote aantallen, diverse soorten, losse) bestanden.

    Studenten leren om gaan met een tool door er zelf te mee gaan oefenen. Zonder oefening is het bijna uitgesloten om goed met gereedschappen om te gaan en er begrip voor (en van) te krijgen. Daarom krijg je van ons bij de computerpractica ook volop de gelegenheid. Je kunt in je eigen tijd ook af een toe een half uurtje oefenen en je inschrijven op een werkplek bij de Macintosh. Daarbij kun je gebruik maken van je aantekeningen, de practicumhandleiding en andere hulpmiddelen. Er is dan geen assistentie, maar je mede-student-collega's kunnen en willen je meestal wel van dienst zijn.

    Bij de computerpractica gaat het in het algemeen niet zo zeer om een aanwezig programma of tool voor 100 procent goed en snel te kunnen gebruiken. Tools zijn namelijk aan enorm snelle veranderingen en aan de mode onderhevig. Op een universiteit wordt iets anders van jou en onze cursussen verwacht dan elders in de maatschappij. Het gaat op een universiteit om het verkrijgen van (fundamentele) inzichten en een bepaalde vaardigheid in ontwerptechnieken en ontwerpprincipes in het algemeen, zodat je - als er nieuw (ander) gereedschap op de markt komt - dit nieuwe (andere) gereedschap ook gemakkelijk kunt hanteren, ongeacht het computer-platform waarop de tool draait.

    De practica

    De practica behorende bij dit vak beslaan 14 dagdelen, d.w.z. 4 uur, incl. een pauze (11 x 2 x 100 minuten begeleid en 3 uitloop-dagdelen zonder begeleidng). De practica zijn gebaseerd op het TO vak "Instrumentatietechnologie; inleiding" ("ISM1") (6 SP). Alle practica zijn aangepast aan de wensen van de studierichting "Communicatiekunde". Op een punt na: het practicum gaat over de methoden, technieken en achtergronden van het maken van multimedia producten in het algemeen en niet zeer specifiek over communicatieve software. Het is wel zo dat er bij dit practicum nadrukkelijk rekening wordt gehouden met de boodschap die een ontwerper (A), via een software product (het medium), wil over kunnen brengen naar een gebruiker (B). We noemen dat bij dit vak 'mens-machine-mens-communicatie'. De didactische werkvorm bij het practicum is voor TCW-studenten ook iets gewijzigd tov. de vormen die we bij TO-studenten gebruiken. Dit alles is na uitgebreid overleg tussen TCW, vakgroep en docenten-team besloten.

    Het boek

    De literatuur die die bij de colleges gebruikt wordt is het boek van Rochester, (1996). In dit boek vind je alle begrippen en achtergronden die bij dit vak en de practica van belang zijn.

    De colleges

    In de colleges zal worden ingegaan op alles wat relevant is voor een beter begrip van media en vooral op software aspecten. Richtsnoer is het boek van Rochester. Alle hoofdstukken worden behandeld. In de colleges zal ook veel aandacht worden geschonken aan praktische zaken (van algemene aard) die in de practica van belang zijn.

    De toetsstof

    De toetsstof omvat het boek van Rochester, enkele hoofdstukken (leesteksten) uit het practicumboek, enkele specifieke statements uit de colleges en het practicum. De toetsstof omvat derhalve vragen, begrippen en onderwerpen zoals in het algemeen:


    Deze stof bevindt zich in het boek van Jack Rochester (1996) getiteld: 'Using computers and information', Uitgeverij: QUE Education & Training, 1996. 17 hoofdstukken. Te verkrijgen via de studievereniging en op de campusboekhandel.

    Maar verder ook enkele specifieke zaken die op de colleges (expliciet) en in de practica (impliciet) en het practicumboek (expliciet) aan de orde komen (m.n. leesteksten zoals die in hoofdstuk 1, 2, 3 en 7), over zaken zoals

    Samengevat: de leerstof

    Dit is de lijst met de stof voor de toets (zie boek van Rochester). Over deze onderwerpen zal u schriftelijk getentamineerd worden. Zoek in het boek van Rochester de termen, de begrippen en de antwoorden op. Gebruik ook de index achterin.