|
Koopkracht
is afhankelijk van een aantal factoren. Iedere werknemer die loon ontvangt, krijgt een bruto loon. Dit heet het belastbaar inkomen
. Hierop worden belasting en premies ingehouden. Dat wat iedere maand op de rekening wordt gestort heet het netto loon. Dat is wat je per maand werkelijk te besteden hebt en
wordt het besteedbaar inkomen genoemd.
Het besteedbaar inkomen bepaalt eigenlijk je koopkracht. Hoeveel geld kan ik uitgeven
om goederen en diensten te kopen: eten, kleding, huis (hypotheek, huur, gas, water, stroom), auto, maar ook reizen, bioscoop, etc.
Koopkracht betekent dus eigenlijk: hoeveel goederen kan ik kopen voor mijn geld. Dat is natuurlijk weer afhankelijk van de prijs van die goederen.
Als de prijzen stijgen (inflatie) kan ik minder kopen en daalt mijn koopkracht. Als ik een loonsverhoging krijg stijgt mijn koopkracht. Als de loonsverhoging 4% is en de prijzen
stijgen met 4% dan blijft mijn koopkracht gelijk. De hoogte van de loonsverhoging wordt bepaald door de conjunctuur. Wanneer het economisch goed gaat zullen de bedrijven veel winst maken. De grote winsten geven ruimte voor meer loon. De bonden onderhandelen over de loonsverhoging met de
werkgevers. De onderhandelingsovereenkomst die afgesloten wordt heet de CAO.
De CAO wordt per bedrijfstak afgesloten. De hoogte van de salarisstijging geldt voor alle werknemers van die bedrijfstak. De directeur en de manager krijgen bijvoorbeeld 4% en de vrouw of man op de werkvloer ook.
Een loonsverhoging in procenten
lijkt heel rechtvaardig, maar is het dat ook? De directeur die misschien wel ¥ 10.000,- verdiend krijgt dus ¥ 400,- loonsverhoging en de mensen op de werkvloer die ¥ 1.000,- verdienen krijgen er ¥ 40,- bij.
De bonden vinden deze onevenredige verhoging niet eerlijk. Zij zeggen dat de kloof tussen de hoogste en de laagste inkomens steeds groter wordt. Zij pleiten voor een
loonsverhoging in centen. Een vast bedrag dat iedereen krijgt. De
lonen van de laagstbetaalden stijgen dan procentueel meer dan die van de hoogstbetaalden. Ook zou een hybride loonsverhoging
een oplossing kunnen zijn om de inkomensverschillen te verkleinen. Iedereen krijgt een vast bedrag met daarbij nog een klein percentage. |