''Ik schrok zo dat mijn hart ervan oversloeg'. Iedereen voelt zijn hart weleens overslaan, maar niemand zal er onmiddelijk mee naar de dokter
gaan. Dat gebeurt meestal pas als het zo vaak voorkomt dat men er veel last van krijgt. Bijvoorbeeld omdat mern er niet van kan slapen, of er niet door kan werken. Naast overslaan van het hart kan het hart ook zomaar op
hol slaan. Dat wordt een tachycardie genoemd. Even plotseling als zo'n aanval begint, kan het ritme ook weer normaal worden. Een zéér veel voorkomende tachycardie van de hartboezems is het fibrilleren, of fladderen. Boezemfibrilleren kan plotesling ontstaan na een borrel of
een sterke kop koffie, maar ook zomaar, bijvoorbeeld tijdens de slaap. Men kan zich erg gejaagd voelen en soms ook angstig. Toch zijn deze klachten eerder lastig dan gevaarlijk. Vaak gaat zo'n
aanval na een paar uur vanzelf over. Soms moeten een op hool geslagen boezem met medicijnen of een elektroshock worden gestopt in het ziekenhuis. Boezemfibrilleren en boezemfladderen komt niet allen in aanvallen voor,
maar kunnen ook blijven bestaan en chronisch worden. Dit komt vooral bij ouderen voor. De verschijnselen zijn dan minder uitgesproken als bij een acute aanval en zijn vaak heel draaglijk.
Een gevaarlijke complicatie van chronisch boezemfibrilleren is dat zich bloedstolseltjes in de hartboezems kunnen vormen. Uit voorzorg krijgen mensen met
chronisch boezemfibrilleren dan ook meestal bloedverdunners. Dit om te voorkómen dat stolseltjes vanuit het hart in de hersenen terechtkomen en zo een herseninfarct of beroerte verooraken.
Naast ritmestoornissen van de hartboezems zijn er ook ritmestoornissen van de hartkamer. Deze moeten altijd in de gaten gehouden worden, al zijn ze bijna altijd
goedaardig en gaat het meestal om overslagen. Echt gevaarlijk kunnen de tachycardieën van de hartkamers zijn die korte of langers tijd na een infarct optreden
door het lidteken dat dan ontstaat. Soms gaat het hart zo snel dat fibrilleren ontstaat. Het hart staat dan als het ware stil. In de volksmond spreekt men ook wel van
hartverlamming. Reanimatie is dan nodig. Met een elektroshock van een defirillator kan hartritme worden hersteld.
Tenslotte zijn er nog hartritmestoornissen die rondlopen van de boezems naar de
hartkamers en weer terug. Deze tachycardieën zijn vrij zeldzaam en worden tegenwooordig steeds vaker chirurgisch behandeld.
Medicijnen die bij boezemfibrilleren gebruikt worden vertragen het te snellle hartritme
en voorkomen de vorming van bloedstolsels