Bij een positieve rentemarge (RTV > RVV) zal de aandeelhouder/eigenaar hiervan profiteren. Er wordt dan verdiend op het vreemd vermogen. De mate waarin de eigenaar profiteert wordt bepaald door de hefboomfactor (VV/EV). De hefboomfactor drukt uit in welke mate de onderneming gebruik maakt van dit goedkope vreemd vermogen. Het financieel hefboomeffect wordt weer gedempt door het feit dat de onderneming over de winst vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting verschuldigd is.
In onderstaande plaatje wordt de werking van het financieel hefboomeffect voor de gegeven waarden van RTV, RVV EV en VV geïllustreerd m.b.v. het waterbakmodel.
Het bovenstaande plaatje stelt een waterbak voor die is gescheiden door een tussenwand. De bak wordt geleidelijk verdeeld in twee delen op basis van de verhouding EV/VV. In het voorbeeld is de uitgangssituatie het EV 500 en het VV 1500. (TV is dus 2000.)
Met het gehele vermogen wordt 250 verdiend (RTV = 12.5%). De verschaffers van het VV vragen een vergoeding van 10%. Gevolg is dat er per euro VV 2.5% overblijft voor de verschaffers van het EV. Het EV is 1/3 van het VV. De hefboomfactor VV/EV = 3.
De REV voor belasting stijgt met 7.5% tot 20%.
Het financieel hefboomeffect wordt ook wel uitgedrukt met behulp van de hefboomformule:
REV voor belasting = RTV + (RTV - IVV)*(VV/EV) |
De REV na belasting wordt dan:
REV na belasting = REV voor belasting * (1 - f) |
Hierbij is f de belastingquote. Bij 30% belasting is de belastingquote 0.3. Ter illustratie de volgende opdracht:
Opdracht: Bereken hier de REV na belasting voor de volgende voorbeeldsituatie:
Ga verder met Case Financieel hefboomeffect