|
Simulaties zijn pas compleet als er goede, aan een les aangepaste instructies en opdrachten bij zijn. De juiste balans tussen een open
leeromgeving en een zekere mate van coaching is altijd een probleem geweest; zowel inhoudelijk als technisch. De opdrachten worden vaak gemaakt of geschikt gemaakt door een docent. De interactieve simulator
zelf niet, die wordt ontwikkeld door een leermiddelenontwerper of een uitgever. Lesmateriaal dat niet door een docent aangepast kan worden, loopt de kans verder ongebruikt te blijven. Het WEB maakt het
mogelijk deze twee ongelijke grootheden te combineren. De komst van de programmeertaal Java
en de voor iedereen toegankelijke WEB-technieken geven de leermiddelenontwikkelaars, maar ook de individuele docent, ongekende mogelijkheden. Java maakt het mogelijk om computersimulatieprogramma's in WEB-pages op te nemen. Deze kale doch vrij complete computersimulatieprogramma's worden applets genoemd. Deze applets zijn over het algemeen interactief en/of event-driven. Dat geeft onderwijskundig de meeste mogelijkheden. Ze zijn vrij krachtig, ondanks dat de applets door een browser genterpreteerd moet worden. Netscape 3.0 is zo'n browser. De 'performance' van een dergelijke simulator is dus vrij groot. Er komen nu browsers in de handel waarbij java code eerst wordt vertaald en daarna uitgevoerd.
|