In dit boek ging ik uit van enkele stellingen. Dat ondernemers geen kapitalisten zijn en kapitalisten geen ondernemers. Socialisme en marktmechanismen kunnen best samengaan. Hier verbind ik daar conclusies aan en bied ik een perspectief op een andere toekomst.
Communisten streven een socialistische maatschappij na. In principe geweldloos. Onder bepaalde omstandigheden kan dat, maar soms zal het anders moeten. Daarom wilde ik laten zien dat zoals China en Cuba dat nu doen socialisme is. Ik noem dat dus ‘socialisme 2.0’. Het kapitalisme als zodanig is een taai systeem en laat bepaalde groepen profiteren. In democratieën is een meerderheid redelijk tevreden over het kapitalisme. Daar zorgt het systeem wel voor. Het is moeilijk groepen die van het kapitalisme (denken te) profiteren te overtuigen van het socialisme. Toch is het mogelijk alle inwoners van een bepaald land ervan te overtuigen dat socialisme voor iedereen goed is. Communisten kunnen (theoretisch) aantonen dat socialisme goed is voor iedereen, en dat kapitalisme per definitie tot crisis, werkloosheid, misdaad en oorlog leidt [1]. Iedereen profiteert ervan dat het (nationaal) financieringskapitaal in handen is van de gemeenschap.
Communisten hebben, onder bepaalde voorwaarden, (dus) niks tegen ondernemers. Integendeel. Alle ondernemers dienen echter wel hun geld (kapitaal) te lenen van de genationaliseerde banken, banken die het spaargeld en de pensioengelden van de bevolking in een socialistisch land beheren. Dit laat China zien. De banken zelf maken geen winst.
De rijken worden rijker en de armen worden armer en aan hun lot overgelaten. Het kapitalisme is een magneet die alle rijkdom uit de zakken van de ander weet te zuigen en alle grondstoffen in de hele wereld voor een prijs ver onder de werkelijke (handels-) waarde weet te verzamelen. Het kapitalisme bepaalt sinds de val van de Sovjet-Unie helemaal alles, en van alles de prijs. Dat moet stoppen.
Boekhouders en bedrijfseconomen zijn in staat de winsten en de kosten op allerlei manieren door elkaar te halen. In het kapitalisme is dat tot kunst verheven. Feitelijk is het misdadig, zijn het maffiapraktijken. De grens tussen de logica van de maffia en die van het kapitalistische systeem is dan ook flinterdun. Sociaaldemocraten denken dat ze het kapitalisme wel onder controle hebben en dat de sociale voorzieningen voldoen. Communisten vinden van niet en ze vinden dat de geproduceerde rijkdom in het kapitalisme systematisch in de verkeerde zakken terechtkomt. Dáárom moet het anders. Daarom moet deze maatschappij een socialistische maatschappij worden. Daarom moeten we de sociaaldemocratische oplossingen als onvoldoende betitelen en de sociaaldemocratie op het spoor van het socialisme zetten. Dat is noodzakelijk.
Boekhouders en bedrijfseconomen weten de winsten altijd naar de aandeelhouders te sluizen. Ze zullen de kosten van de arbeid en zelfs de kosten van het kapitaal altijd als kosten boeken, en de meerwaarde doorsluizen naar de aandeelhouders. Daarvoor worden boekhouders, bedrijfseconomen en managers door de aandeelhouders dan ook vorstelijk betaald. Zelfs met miljoenenbonussen. Voor de aandeelhouders komt die hoeveelheid geld (een soort zwijggeld) er natuurlijk altijd dubbel en dwars weer uit. Anders zouden die salarissen en bonussen niet zo krankzinnig hoog zijn en blijven.
In een onderneming heeft een aantal groepen recht op de winst of een deel van de winst: de ondernemer, de kapitaalverstrekkers, de arbeiders en/of de aandeelhouders. Ik heb betoogd dat kapitalisten vinden dat álle winst te allen tijde naar de aandeelhouders hoort te gaan. Alle andere posten zijn in hun ogen ‘vaste lasten’ (‘vaste kosten’). Zelfs de ondernemer. (Tenzij de ondernemer ook aandeelhouder is.) In een socialistische maatschappij vloeit alle winst, dus alle geproduceerde meerwaarde, naar de maatschappij. De socialistische maatschappij is immers aandeelhouder van alle bedrijven en instellingen die winst maken. Sociaaldemocraten vinden het genoeg als een deel van de winst naar de belasting gaat. En dan houdt het op. Communisten gaan dus twee, drie stappen verder: alle geproduceerde meerwaarde (de totale winst) moet naar de overheid.
Feitelijk gebruikt China ‘kapitalisme’, de meerwaarde, de winst, voor het socialisme, dus voor de gehele bevolking.
De strekking van dit boek is danook dat in het socialisme de groeidwang en de winstmaximalisatie die in het kapitalisme zo dwingend zijn, uiteindelijk zullen verminderen en stoppen [2]. Dat gebeurt omdat de beloning die de ondernemer ‘zichzelf geeft’, een ‘gewoon’ salaris is, een gewone kostenpost, weliswaar hoog, maar overzichtelijk omdat dat salaris net als de andere salarissen in die onderneming omhoog of omlaag kan worden ‘bijgesteld’. Samen met de ondernemingsraad en/of de raad van commissarissen wordt tenslotte (ieder jaar) bepaald hoe groot de hoeveelheid geld is die overblijft (de uiteindelijke totale meerwaarde). Die hoeveelheid geld gaat - zoals hier beschreven is - naar de overheid en in een socialistisch land dus naar de bevolking. De neiging om veel te veel van de winst naar een parasitaire klasse te laten vloeien, is in het socialisme dus afwezig, compleet anders dan in het kapitalisme [3,4].
Het socialisme is dichterbij dan je denkt
Het socialisme is dichterbij en haalbaarder dan velen denken als je ervan uitgaat dat ons ‘spaargeld’ in handen van een democratische overheid komt. Die benaderingswijze vereist een forse toelichting – en die is in dit boek gegeven - maar door de bankencrisis is die manier om het begrip socialisme uit te leggen, gemakkelijker geworden. Moderne mensen weten dat je als je aandeelhouder bent, je (mede-) eigenaar (‘bezitter’) bent van een bedrijf (‘een productiemiddel’). Vandaag de dag is dat geen psychologische barričre meer. M.n. niet meer in China. Als nu een democratisch orgaan jouw spaargeld belegt en jou 3, 4 of 5% rente per jaar geeft, heb je als bezitter van spaargeld er geen moeite mee het daadwerkelijk beleggen en investeren uit handen te geven. Dan heb je dus socialisme: je bent nog veel meer (collectief) eigenaar van de productiemiddelen dan je al was. Je wordt ‘slapend’ rijk. Net als de bevolking van een socialistisch land nu. Je krijgt – boven op je salaris - alle meerwaarde, alle winsten, de hoeveelheid geld die vroeger alleen naar de kapitalistenklasse vloeide.
Die ‘rechtse knakkers van de Republikeinen’ uit hoofdstuk 1 hadden rond 2007/2008 goed begrepen wat ze niet wilden toen ze tegen dat 700-miljarddollarplan van Obama stemden en ze opmerkten dat ze geen ‘socialisme op Wall Street wilden’. Het nationaliseren van meer Nederlandse banken was in die periode een mooie kans geweest om een beschaafder land te worden. Dat is helaas in Nederland niet gebeurd. Het zou een heel goede eerste stap geweest zijn.
China en Cuba hebben de macht van het kapitalisme doorbroken. Nu links in Nederland, in Europa en de rest van de wereld nog, en dat is nodig…
… omdat er elk jaar over de hele wereld miljoenen mensen sterven vanwege de gevolgen van het kapitalistische en imperialistische systeem en hun oorlogen, waar de Verenigde Staten en West- Europa het centrum van vormen. Dat zijn veel meer doden (per jaar!) dan er aan socialistische landen, bevrijdingsbewegingen en emancipatiebewegingen altijd maar weer wordt toegedicht.
… omdat de wereld zeer onrechtvaardig in elkaar zit: de één heeft macht, de ander kan zijn leven lang nog zo hard werken en zijn best doen maar heeft niets te vertellen.
… omdat dit kapitalisme als oorzaak hiervan, het beste kan vervangen worden door het socialisme, omdat het kapitalisme niet in staat is een vreedzame wereld te creëren en iedereen te laten delen in de welvaart. Integendeel.
… omdat het kapitalisme slechts bepaalde groepen laat profiteren van de rijkdom. Naast de bezittende klasse zijn dat bepaalde lagen van de middenklasse. De rest van de bevolking, de meerderheid, krijgt net genoeg om niet te sterven.
… omdat de banken hebben gefaald, kunnen ze het beste genationaliseerd worden. Het financieringskapitaal (spaargeld) komt (dan) in handen van de gemeenschap. Ander spaargeld (financieringskapitaal) is er dan theoretisch niet meer.
Noten
1. Het lijkt wel of sommige linkse mensen niet willen weten hoe het komt dat er crisissen, recessies en stagnaties ontstaan. De domste opmerking die tijdens de grote crisis van 2007/2008 werd gemaakt was er een van Wouter Bos, die ons Nederlanders ‘onze hebzucht’ verweet in het tv-programma Pauw en Witteman. Hij zei daar dat dat ‘de oorzaak van de crisis’ is. Iemand ‘van links’, zoals Wouter Bos, hoort te weten dat crisis onlosmakelijk bij het kapitalistische systeem hoort. Het komt niet door hebzucht. Ook niet door marktmechanismen, zoals Agnes Kant van de SP dacht, en ook niet door ‘funshoppen’ of ‘consumentisme’, zoals Femke Halsema beweerde in haar boek Geluk! uit 2008. Crisis hoort bij het systeem van overproductie en koopkrachttekort (doordat de meerwaarde in de zakken van zakkenvullers verdwijnt). Men noemt dat met een mooi woord ‘vraaguitval’, maar dat is dan ook alles wat huidige ‘linkse’ Kamerleden ons, de slachtoffers van het systeem, te vertellen hebben. Communisten weten wel beter. Wij weten het al 60, 90 en zelfs al 150 jaar. Waar hebben we het aan verdiend dat de huidige linkse mensen zo dom zijn? Of zulke volksverlakkers. Het onderwijssysteem? Ja. De media? Ja. Omdat men alsmaar doorgaat met het vermijden van discussies met communisten? Ja. Rechts lacht zich kapot. Rechtse mensen kennen de theorie wél. Een crisis heeft niets met hebzucht te maken. Wel met de wil om vooruit te komen en de wil om voor onze kinderen een betere wereld achter te laten dan die wij aantroffen. Alle mensen willen dat. Onder het kapitalisme kan dat in principe niet, in een socialistische maatschappij kan dat in principe wel.
2. Beter gezegd: de wet van de winstmaximalisatie stopt dan.
3. Alle winsten zijn sowieso transparant. De beloningen van ondernemers zijn gewone kostenposten. Dus de meerwaarde van de geproduceerde arbeid is transparant. Die gaat dus naar de overheid.
4. Doordat de groeidwang, de winstmaximalisatie, en de hoge geldstroom richting de ondernemer, stoppen, komt er waarschijnlijk ook een eind aan inflatie, zoals wij die in het kapitalisme kennen.