7 Mechanismen

Rik Min

In dit hoofdstuk beschrijf en analyseer ik een aantal mechanismen die zowel in het socialisme als in het kapitalisme voorkomen, maar er verschillend uitwerken. Zeker in China en Cuba. Het gaat mij in het bijzonder om die specifieke kenmerken die economisch of psychologisch hebben bijgedragen aan de val van het socialisme. De kern van wat ik wil betogen is dat de val van de Sovjet-Unie en andere socialistische landen in Oost-Europa is bewerkstelligd door onderschatting van de feitelijke kracht van het kapitalisme, de enorme psychologische oorlog, en de enorme impact van de voor veel goederen kunstmatige marktwerking op wereldschaal. Alleen al de manipulaties met de prijs van olie. Alle zaken die binnen de Sovjet- Unie (maar ook bijvoorbeeld recent in Venezuela) een rol speelden (zoals corruptie, interne verval, verstarring, armoede e.d.) zijn daar afgeleiden van. Onderstaande zaken komen zowel binnen het socialisme als binnen het kapitalisme voor, maar ze hebben er een volkomen andere uitwerking op de arbeidersklasse:

  • de mechanismen bij investeringen;
  • het nut van investeren en ‘groeien’;
  • de kapitaalaccumulatie;
  • de verdeling van de meerwaarde en de winst;
  • de rol van de staat;
  • het terugploegen van geld in de maatschappij;
  • ondermijning (door derden) en regelrechte sabotage.

    Zolang de mens dingen maakt of gewassen laat groeien bestaan er markmechanismen die vooral bij de verkoop ervan optreden. Marktmechanismen zijn op zich heel vervelend. Zij maken het mogelijk dat ‘handige’ mensen rijk kunnen worden en anderen zich ‘uitgebuit’ kunnen voelen. Dat heet afpersing. Dit proces heeft naar mijn mening echter niets met het kapitalisme te maken. Immers, het kapitalisme bestaat pas een paar honderd jaar.

    Ontdekkingen

    Marx heeft het in de 19e eeuw perfect geanalyseerd en enkele belangrijke ‘uitvindingen’ (ontdekkingen of hypothesen) gedaan. Die uitvindingen (ontdekkingen of hypothesen) maakten dat hij en zijn gezin zijn leven lang vervolgd werden, want zijn stellingen en theorieën waren op zijn minst gezagsondermijnend. Volgens Marx was immers de kern van de kapitalistische uitbuiting: het ‘bezit’ van de productiemiddelen. Hij toonde aan dat niet zozeer het hebben van veel geld of rijkdom de oorzaken zijn van uitbuiting en/of armoede, maar de eigendomsverhoudingen aangaande de productiemiddelen en grond. Hij legt in zijn spectaculaire boek Het kapitaal exact uit dat het hebben van fabrieken, bedrijven of grond de verklaring inhield van de uitbuiting en het ontstaan van economische crisissen. Dat werd zijn eerste ‘uitvinding’ (ontdekking). Daarbij analyseerde hij tegelijkertijd dat ‘geld’ niet zomaar ‘kapitaal’ is, en dat een rijkaard nog geen kapitalist, maar dat ‘geld’ pas ‘kapitaal’ is, of wordt, onder zeer specifieke omstandigheden. Dat werd zijn tweede ‘uitvinding’ (ontdekking).

    Marx liet zich niet zozeer uit over de eventuele slechtheid van markmechanismen, maar meer over zaken als accumulatie, de toeeigening van de meerwaarde, monopolies, concurrentie, kartels en vooral de ‘natuurwetten van de productie’ (Het kapitaal, 1867). Dat bracht hem ten slotte dan ook tot de essentie en de kern van het kapitalisme [1].

    In 1990, met de hoge graanprijs op de wereldmarkt, kwam het in de Sovjet-Unie voor dat boeren of coöperaties, illegaal of niet, hun brood voerden aan het vee. Verspilling. Ook toeristen die goedkope spullen kopen waar subsidie op zit: verspilling.

    Het komt in een socialistische maatschappij voor dat banen overbodig worden, bijvoorbeeld in het leger, of door rationalisatie in een bedrijf, en men een baan moet gaan zoeken in een andere bedrijf of een andere sector. Dat ging in de Sovjet-Unie relatief eenvoudig. Dat zijn weliswaar ‘marktmechanismen’, maar wel onder bepaalde omstandigheden, die elders in de wereld, met name in een kapitalistisch land, funest zouden zijn. De Sovjet-Unie heeft de werkloosheid van onder de tsaar overwonnen. Ook heeft de Sovjet-Unie het probleem met de boeren onder de tsaar en de hongersnoden overwonnen. De voornaamste productiemiddelen en de grond zijn niet in handen van particulieren gekomen. De Sovjet-Unie had gewoon werk en dus vacatures te over. En daarbij een grote koopkrachtige vraag. Denk alleen eens aan de ontwikkeling van het immense Siberië, en aan het op poten zetten van de dienstensector.

    De Sovjet-Unie heeft – met haar ‘socialisme 1.0’ – wel al die jaren van haar bestaan te maken gehad met marktmechanismen op de wereldmarkt, voor praktisch alle producten. Er bestaat geen handelsproduct waarvan de prijs niet wordt bepaald door marktmechanismen (afgezien van gesubsidieerde producten en manipulaties), of je het nu leuk vindt of niet. De kunst van het inrichten van een stabiele socialistische samenleving bestond in de Sovjet-Unie uitsluitend uit het afschermen met een ijzeren gordijn of door middel van pure ruilhandel. Dat laatste is uiteraard een prima zaak, maar het niet zo vrije verkeer van mensen (die hun arbeidskracht, geld en hun kostbare genoten opleiding meenemen) vanuit de Sovjet-Unie, werd in het Westen niet begrepen. China en Cuba zijn dat in het socialisme 2.0 anders gaan doen.

    In de kapitalistische samenlevingen vloeien de meerwaarde en de winsten per definitie een geheel ander kant op en zeker niet zomaar naar de schatkist. Daar vloeien de meerwaarde en de winst naar de zakken van de ondernemers en betalen de ondernemers en/of aandeelhouders in de verste verte niet die belastingen die zij zouden moeten betalen. Zij ondermijnen dagelijks de vennootschapsbelasting, de inkomstenbelasting en de vermogensbelasting. Berucht zijn naast de boterbergen en de wijnplassen, inmiddels de ‘geldbergen’. Waardoor alleen daardoor de rente op geld nul komma nul en een beetje is geworden. Helaas kunnen de arbeiders, de bevolking, de werkende klasse, de mensen die door hun arbeid nota bene het geld verdiend hebben in een kapitalistische samenleving, niet bij het opgepotte geld komen. In Nederland ook niet, hoe democratisch Nederland ook is. De schatkist in kapitalistische landen wordt grotendeels gevuld door de loonafhankelijken, bijvoorbeeld via de indirecte belastingen (accijnzen, btw e.d.) en via de loonbelastingen, die geen enkele loonafhankelijke kan ontlopen. De bezittende klasse in Nederland daarentegen kan zich door allerlei ‘gecompliceerde’ wetten, wetjes, weetjes en ‘constructies’ buiten schot houden.

    Daarom is ‘democratie’ in een kapitalistisch land ook zo volstrekt anders dan democratie in een socialistisch land. Daar zijn op zijn minst geen corrupte accountants die (onwetend voor wie dan ook en zelfs voor ondernemingsraden) geld ergens naar toe doorsluizen. We moeten onszelf vragen stellen:

  • Waarom heeft het kapitalisme toch zoveel veerkracht?
  • Waarom is het kapitalisme zoveel krachtiger dan we dachten?
  • Op welk punt waren de socialistische maatschappijen zwak?
  • Waarom dreigt het kapitalistische systeem steeds over te gaan naar een fascistische staatsvorm?
  • Hoe is het mogelijk dat communisten de kracht van het kapitalisme hebben onderschat?
  • Waarom houdt Cuba het wel vol en Noord-Korea wellicht niet? Of omgekeerd?
  • Heeft dat te maken met het ‘feit’ dat ‘de mens slechts creatief is’ en slechts hard gaat werken ‘door de gesel van de markt’?
  • Waarom heeft elke aardbewoner recht op dezelfde rechten als westerlingen?
  • Waarom zijn communisten voor groei van de wereldeconomie?

    Allemaal vragen over waarom socialisme 1.0 mislukt is, en socialisme 2.0 wél een enorme groeikracht heeft ontwikkeld. China en Cuba doen het nu heel anders dan de Sovjet-Unie. Vindt de communistische beweging en het socialisme 2.0 van China en Cuba geen antwoorden op deze vragen, dan zal ze bij de mensen geen vertrouwen meer weten op te wekken. Dan komt de communistische beweging niet uit het dal. Communisten moeten een nog beter verhaal hebben dan vroeger om de bevolking in Europa te overtuigen. Dat is ook mijn streven middels dit boek. Ik bespreek hier algemene zaken maar ook enkele specifieke details. Het is een analyse zonder veel statistisch achtergrondmateriaal. Ik heb geen andere pretentie dan te proberen een licht te werpen op de hoofdoorzaak van het falen van het ‘reëel bestaand hebbende socialisme’.

    Is de ineenstorting nu een zaak van binnenshuis falen of een zaak van krachten buitenshuis? Ik ga in deze analyse uit van het laatste: de krachten van buitenaf. Ik analyseer hier hoe het mogelijk is dat het moreel van de Sovjetburgers uiteindelijk door die buitenlandse krachten onderuit werd gehaald.

    De krachten van buitenaf - dus die krachten die door de kapitalistische klassenverhoudingen worden opgeroepen - zijn naar mijn stellige overtuiging door alle verantwoordelijken, binnen de Sovjet-Unie en daarbuiten, volkomen onderschat. Na de nederlaag van het imperialisme in Vietnam heeft links, met name het eurocommunisme, maar ook de kliek rond Gorbatsjov, de feitelijke economische, psychologische en communicatieve kracht van het Amerikaanse imperialisme en het internationale kapitalisme onderschat en daardoor onzinnige besluiten genomen. De arbeiders in het Oosten en in het Westen zijn hierdoor zonder macht en machtsmiddelen komen te staan. De gevolgen daarvan zijn over de hele wereld te zien. Zelfs Vietnam en het ANC - om er maar eens twee volkomen willekeurig te pakken – moesten, vanwege de oorlog tegen het socialisme 1.0 die door het kapitalisme gewonnen werd, noodgedwongen hun socialistische ambities (half) inslikken.

    Investeren

    Ik zeg in dit hoofdstuk ook nog iets over investeren (als methode) en de noodzakelijkheid daarvan voor de veerkracht van een systeem, ongeacht of de inrichting van de economie nu kapitalistisch of socialistisch is. Dat punt is noodzakelijk in de discussie met de fatalisten binnen links, zij die niks meer met techniek te maken willen hebben. De mensen die niet zien dat alle stagnatie en armoede te maken heeft met de wetmatigheden van het kapitalistische systeem. Communisten willen iedereen op deze aardkloot het recht geven op de ‘verworvenheden’ die de anderen - de rijken - hebben. Dus iedereen heeft recht op een modern vervoermiddel (bijvoorbeeld een auto) en een acceptabel huis, praat niemand dus een fiets, windmolen of kartonnen doos aan. Communisten geloven in techniek, in de technische vooruitgang en in gelijke rechten voor iedereen.

    Maar nu eerst iets over psychologische oorlogen, koude oorlogen en mediaoorlogen (methoden van rechts). Want we kunnen stellen dat de enorme psychologische, economische en politieke druk op de Sovjetbevolking het socialisme daar heeft ondermijnd en kapotgemaakt.

    Psychologische oorlogsvoering tegen het socialisme

    De Koude Oorlog is tien keer erger geweest dan de meeste burgers in West-Europa en de USA denken. Het was een methode om de mensen en het concept van socialisme af te breken. De vijftig jaar durende periode van de Koude Oorlog is achteraf gezien een enorme rem geweest op de logische ontwikkeling van socialistische maatschappijen. Veel communisten vermoedden dit altijd al. Sommige communisten vertelden en schreven het ook, keer op keer. Ze werden door de media uitgescholden voor ‘gestaalde kaders’, ‘horizontalen’ of gewoon als ‘stalinisten’ te kijk gezet. En dat is des te schrijnender nu het te laat is. De momenteel nog steeds voortdurende – en zelfs hevigere - Koude Oorlog van de CIA en het Amerikaanse imperialisme tegen het socialistische Cuba (en tegen China) is er primair op gericht het socialisme als nieuwe maatschappijvorm te laten mislukken. En de mensen die in het socialisme geloven in de hele wereld te ontmoedigen. Het kapitalisme en de allerrijkste elite hebben er alle belang bij dat het socialisme als oplossing voor de hedendaagse problemen (armoede, lokale oorlogen, economische crisissen, werkloosheid, oorlogsdreiging, etc.) volledig uit de hoofden van de mensen verdwijnt. Vergeet daarom alles wat je de laatste 70 jaar gehoord, gezien of gelezen hebt over de Sovjet-Unie (en over Stalin). Want niks blijkt zo te zijn als het op school, in de media of op de universiteit verteld werd en wordt. De literatuur over de Sovjet-Unie werd veelal steeds weer van elkaar overgeschreven. En de bronnen die gebruikt werden waren vaak gebaseerd op leugens [2].

    Vooral de middenklasse heeft zich in Nederland laten opnaaien en zand in de ogen laten strooien. Tegen haar eigen belang in nota bene.

    Het socialisme als zodanig is nog steeds een superieur systeem, dat erkennen velen. Het kwam zelfs superieur en glorieus uit de Tweede Wereldoorlog. Een systeem dat nog steeds alles in zich heeft om de problemen van deze tijd op te lossen. Zelfs de problemen van de grote groep oprechte ondernemers die de vrije markt vervloeken en een eerlijk en goed product leveren. De superioriteit van het socialisme is groot, dat weten kapitalisten als geen ander. Er wordt wel beweerd dat het socialisme niet werkt, maar dat is zo’n leugen. De mens zou egoïstisch zijn; de mens zou genot nastreven; de mens zou geneigd zijn tot corruptie en tot vriendjespolitiek, zoals in België en Italië; de mens zou individualisme uitsluiten; de mens zou dit, de mens zou dat. Het is allemaal leugenachtig, in ieder geval zijn het halve waarheden.

    Het socialisme moest in 1917, in de periode tot 1922 en later, in 1941, in 1956, in 1968, in 1989-1991 ‘kapotgemaakt’ worden, omdat het een geweldige groeipotentie had en theoretisch in staat was het Westen en het Amerikaanse imperialisme te verslaan. Maar tegen de enorme druk van het internationale financieringskapitaal en de daaraan verbonden krachten zijn de mensen en de partij in de Sovjet-Unie niet bestand gebleken. Mensen die oorzaak en gevolg omdraaien zien niet hoe subtiel de psychologische en economische oorlogsvoering in hun werk gaan. Hele volksstammen denken echt dat de socialistische productiewijze zwakker en slechter is dan de kapitalistische productiewijze. China toont met zijn ‘socialisme 2.0’ aan dat dit niet het geval is.

    Route naar Zwitserse bank afsnijden

    In een socialistische samenleving verdwijnt er geen geld naar Zwitserse spaarbanken. Ook niet naar belastingparadijzen. Vrij verkeer van geld naar banken in het buitenland was voor de voormalige Sovjetburgers in theorie niet mogelijk en logischerwijs onwettig. Geen van de Sovjetburgers was overigens kapitalist, d.w.z. bezitter van relevante (grote) productiemiddelen; en werd slapend rijk. De toch nog weglekkende hoeveelheid geld heeft tot in de jaren negentig -t.o.v. het totale socialistische financieringskapitaal -theoretisch geen zoden aan de dijk gezet. Er waren wel rijke Russen, die door handel, niks doen, hamsteren en zwendel rijk waren geworden. Die groep is tijdens en na de val van de Berlijnse Muur tot de Russische kapitalistenklasse uitgegroeid.
    Maar het extern ingebrachte westerse kapitaal was wel enorm in de Sovjet-Unie. Ook werden er veel schulden in buitenlandse valuta aangepraat. Stromannen hebben met dit kapitaal en dit geld de Sovjeteconomie behoorlijk ondermijnd. Men kocht met ‘geleende’ dollars van buitenlandse ‘vrienden’ graan of andere halfproducten op en verkocht die voor woekerprijzen op de zwarte markt weer terug aan de Sovjetburger. Deze methode van werken in de Koude Oorlog verziekte de socialistische economie behoorlijk.

    Spaargeld

    Veel belangrijker was de remmende rol van het spaargeld van de arbeiders in de Sovjet-Unie. De hoeveelheid spaargeld was er in de jaren tachtig en negentig enorm. Het grote probleem was om dat weer teruggeploegd te krijgen in de economie. Het geld zat vast, het ‘rolde’ niet. Primair kwam dat doordat de arbeiders wachtten op een prettig aanbod van goederen, meestal (helaas) van westerse goederen. Dat hiermee de socialistische landen in een concurrentiepositie kwamen met het Westen was een belangrijke, en tragische, bijkomstigheid. Sommigen zeggen dat deze enorme hoeveelheid spaargeld bewees dat de Sovjet-Unie niet voldoende kon produceren, maar dat is niet waar. De enorme hoeveelheid spaargeld van de individuele arbeider was op zich juist een bewijs dat het socialisme werkte. De ‘meerwaarde’ kwam bij de arbeiders, het kapitaal accumuleerde bij de massa. Als dat geen socialisme is, dan weet ik het niet meer. Elke arbeider had wel een equivalent van tussen de 5000 en de 10.000 euro op zijn spaarbankboekje staan. Dat was immers ook het doel van het socialisme: goed zijn voor de Sovjetburger. De Sovjetburgers waren staatsrechtelijk gezien met z’n allen de bezitters van de productiemiddelen, de grondstoffen en de grond. De enorme spaartegoeden van de arbeiders vormden het ultieme bewijs dat het systeem werkte.
    Het Westen bagatelliseerde dit door te zeggen dat de Sovjetburgers geen auto konden kopen, of whisky. Maar ze konden die auto of whisky in ieder geval wel betalen. De kapitaalaccumulatie vond in de Sovjet-Unie plaats bij de werknemers en niet bij anderen. Een bezittende klasse was er niet. Wel een klasse van managers. Deze managers verdienden wel meer dan de andere werknemers, maar ze waren géén bezitters. Het was geen bezittende klasse, wel een leidinggevende klasse, maar die werd geacht gewoon te werken voor haar geld.

    Er werd wel geprobeerd ons te doen geloven dat er ‘bezitters’ waren in de socialistische landen, maar zo was het niet. Slechts een enkeling bezat iets van een kleine nering, een lapje grond of een voorraad buitenlands gedistilleerd voor de zwarte markt. De staat was de enige echte grote bezitter. De geldstromen waren voor 99 procent inzichtelijk, behalve op het laatst. De staat onderhield een terugploegsysteem. De staat ploegde het geld terug de maatschappij in of investeerde in grote projecten waar miljoenen mensen hun brood weer mee konden verdienen of waar complete regio’s mee werden ontgonnen en/of ontwikkeld.

    Ondermijning zeer simpel

    Het systeem kende tot 1989-1991 nauwelijks lekken en geen economische crisissen. Het werkte, de mensen waren er ook tevreden mee. Het werd wel van alle kanten door de dollareconomie (en de kosten van de wapenwedloop) bedreigd. Het Westen heeft er alles aan gedaan om illegaal voorraden op te kopen en in het zwarte circuit rond te laten pompen. Dat bleek een effectieve methode. De Sovjet-Unie kende behoorlijke ellende als er weer een bevriend land of een bevriende bevrijdingsbeweging geholpen moest worden. Dan moest men even de rug strekken: Angola, Cuba, Afghanistan, noem maar op. Het Amerikaanse imperialisme wist dat de enige manier om de massa’s in de socialistische landen te pakken, was: die bevriende landen en bevriende bevrijdingsbeweging ondermijnen. Dat was ook een effectieve methode om de Sovjet-Unie te ondermijnen, want dan moest de Sovjet-Unie immers weer helpen en dat helpen ging de Sovjet-Unie onvermijdelijk bakken geld kosten. Vrienden in het buitenland kon je niet zomaar in de steek laten, dat zou je indirect nog veel meer kosten, vooral veel aanzien. Dat de Sovjet-Unie Afghanistan uiteindelijk in de steek liet, schaadde haar aanzien bij andere bevrijdingsbewegingen enorm.

    De economie van de Sovjet-Unie werd op die manier eeuwig gefrustreerd. Heden ten dage speelt Amerika die rol tegenover Cuba en Noord-Korea nog steeds op dezelfde manier. Socialistische landen zijn gedwongen om hun duur verdiende geld in bewapening en externe hulp te stoppen. Zij verdienen er niet aan, integendeel. Daarentegen verdient de westerse wapenindustrie gigantisch aan wapenwedlopen en contrarevoluties. Imperialistisch optreden en dreigen met oorlog levert immers geld op, dat weet elke kapitalist. De met het imperialisme verbonden regeringen laten de massa in het Westen, en indirect ook het socialisme, het gelag betalen. Dat uitputtingsmechanisme roomt binnen de socialistische landen de hoeveelheid terug te ploegen geld naar de massa af en ondermijnt zowel de bevrijdingsbewegingen in de derde wereld als de massa’s in de socialistische wereld. Het ondermijnde het imago van het socialisme.

    Vooral de duur opgeleide intelligentsia ontvlucht op een gegeven moment een socialistisch land, de arbeider niet. Hoogopgeleiden denken dat ze alles wel alleen kunnen. Ze beseffen niet dat hun opleiding is betaald door de arbeidersklasse. Ze willen niet langer uitstel in hun consumptiehonger. De intelligentsia wil waar voor haar werk, het beloofde land zien. Het gevolg is een braindrain. Dat verstoort de balans nog meer - de dure jongens en meisjes vertegenwoordigen immers een bepaald geïnvesteerd kapitaal - en een rem op emigratie schaadt direct het aanzien van het socialisme. De burgerij is namelijk extreem gevoelig voor zogenaamde vrijheid, burgers zijn te egoïstisch om een land te helpen opbouwen. En daarmee is de cirkel rond, het mechanisme draait volautomatisch en steeds sneller. De ineenstorting is hiermee haast onafwendbaar. En niets is blijkbaar gemakkelijker dan dat proces nog op te zwepen. Er moet wel bij gezegd worden dat de satelliet-tv, de computer en later internet precies op tijd kwamen voor de USA en de CIA. Of hoorde de lancering van internet ook bij het plan de Sovjet-Unie op te rollen?

    Dit uitputtingsmechanisme heeft het socialisme – voorlopig - haar overwinning op het kapitalisme gekost. China en Noord-Korea dreigen ook op deze manier te vallen. Bij China zal dat niet lukken. In de vroege geschiedenis moest je een stad met zware wapens militair veroveren. In de Tachtigjarige Oorlog kon je een stad veroveren door haar eenvoudig uit te hongeren, tegenwoordig kun je een heel land (en heel veel volkeren) omturnen naar het kapitalisme en het neoliberalisme met psychologische oorlogsvoering per satelliet. Waarom hebben de Sovjet-Unie en de internationale communistische beweging het zelf niet geprobeerd met psychologische en communicatiekundige middelen? Het antwoord ligt voor de hand: de hoeveelheid kapitaal en geld dat dat kost geeft in bijna alles de doorslag, ook in de public relations-sfeer.

    Het moreel van de massa

    De psychologie, mediakunde en de communicatiewetenschappen blijken heel effectieve en achteraf bezien ook heel goedkope manieren van oorlog voeren te zijn geweest en dé manieren om je vijand op zijn rug te krijgen.

    Het uitputten van de economie en die bewust door dollars frustreren, zijn wat mij betreft onomstotelijk bewezen. Het moreel van de massa – en met name de middenklasse – heeft de doorslag gegeven. De beste manier om een systeem te ondermijnen is voorkomen dat het systeem tot volwassenheid komt, en dat kan door het moreel van de middenklasse te knakken.

    De nieuwste snufjes op psychologisch gebied werden ingezet. Tegen zoveel methoden van psychologisch geweld kon de Sovjet-Unie niet op. Het kapitalisme is ook sterker en machtiger gebleken dan leden en zelfs kaderleden van communistische partijen ooit hadden gedacht. Je mag je vijand nooit onderschatten, maar dat hebben de communistische partijen in West-Europa, enkele personen en groepen daargelaten, in de periode 1975-1991 wel gedaan.

    Tegenwoordig zijn veel intellectuelen ‘omgekocht’ en velen hebben een vals klassenbewustzijn gekregen doordat ze in de val zijn gelopen van het kopen van hypotheken en kleine hoeveelheden aandelen. Een enkeling kijkt nog door deze falsificaties heen. Maar voor de massa is deze schijnwereld niet meer te ontraadselen. De massa wordt uiteindelijk radeloos, de intellectuelen redeloos en reddeloos (een variant op de beroemde kreet uit het Nederlandse ‘rampjaar’ 1672).

    Maffiamethoden: verslaving bewerkstelligen en prijzen opdrijven

    Het Westen richtte zich op morele ondermijning van de socialistische landen. Enerzijds via de tv en de Hollywoodcultuur, anderzijds via beproefde maffiamethoden: mensen verslaafd maken aan een bepaald product. Een van de beste manieren om inkomsten te garanderen is mensen in een chantagepositie brengen. Als mensen eenmaal verslaafd zijn - waaraan en op welke manier dan ook - kun je de prijs van het product opvoeren.

    Regeringen kunnen deze maffiamethode ook toepassen. En dat doen ze dan ook volop. In kapitalistische landen doen ze niet anders. De regering-Kok heeft jaren geleden iets dergelijks in gang gezet met haar benzine-, tabak- en parkeerbeleid. Mensen zijn hier heel snel min of meer ‘verslaafd’ aan. Er zijn veel verslavingen waar grote groepen mensen blijkbaar niet meer zomaar vanaf kunnen komen: tabak, drank, autorijden, seks, prostitutie, geld lenen, hypotheek nemen, drugs, snoep, gokken, computergames, tv, internet, merkkleding, etc. De prijzen van deze producten kun je wanneer je maar wilt met hoeveel je maar wilt verhogen. Op die manier kun je het zuurverdiende geld uit de zakken van de mensen roven - in welk land dan ook, met welk product dan ook, op welk tijdstip dan ook. De producenten van dergelijke producten kunnen vaak met een geweldig eenvoudig productiesysteem - of met diefstal - de aanvoer van producten op peil houden. En het geld blijft gegarandeerd binnenstromen.

    Hieruit is af te leiden dat de productie en/of de welvaart geen gelijke tred houdt met de koopkracht van de verslaafde. De verslaafde is niet of nauwelijks in staat zoveel geld te verdienen dat hij aan zijn behoefte tegemoet kan komen. In dit soort circuits komt de kapitaalaccumulatie uiteindelijk terecht in de handen van enkelen. Die enkelen worden schatrijk en de grote massa verpaupert. Dit geldcircuit is niet automatisch het circuit van het internationale financieringskapitaal, maar een overlap komt er meer en meer.

    Het uitgavepatroon van de moderne ‘struikrovers’ is hoog, ze zullen veel verbrassen maar uiteindelijk toch bulken van het geld. En dat geld kan hij niet zomaar investeren. De grote jongens van dit ‘nieuwe kapitaal’ sluiten zich echter naadloos aan bij het ‘oude kapitaal’. Uiteindelijk vloeien deze twee systemen van uitbuiting samen tot een systeem van uitbuiting en wereldoverheersing (imperialisme).

    Investeringscrisis

    De meeste ondernemers functioneren eerlijk, daar ga ik van uit. Maar veel van de moderne kapitalisten weten niet wat ze met hun verdiende kapitaal aan moeten en waar ze het in moeten investeren. Wereldwijd is er een investeringsangst, wereldwijd zijn er kapitaalbergen, en dat terwijl de massa wereldwijd verpaupert. GroenLinks schreeuwt dat dat door de welvaart komt en dat er te veel mensen zijn. Nee, er is te veel kapitalisme. Kapitalisme veroorzaakt werkloosheid, oorlog en vluchtelingen. Werkloosheid en vluchtelingen laat de koopkracht en de lonen dalen. Dalende koopkracht geeft ontevredenheid en de roep om ‘een sterke man’. De weg naar het fascisme ligt open. De weg naar socialistische oplossingen wordt psychologisch uit de hoofden van de massa ausradiert. En het kapitalisme staat dan iedere goede bedoeling en ontwikkeling in de weg. Gelukkig blijft de roep om socialisme levend.

    Potjes leegeten

    De sociaaldemocraten begrijpen maar niet dat binnen een kapitalistisch systeem alle potjes - de kassen van de sociale voorzieningen, de werkloosheidskassen, de ziektekassen, het socialehuizenbezit en de pensioenkassen - door de wetmatigheden van het systeem leeggegeten worden. Terwijl de inhoud het spaargeld was van de werkende bevolking. Omdat alle ellende op de werkende klasse wordt afgewenteld raken we in dit systeem de ‘verworvenheden’ van de verzorgingsstaat systematisch kwijt. De verzorgingsstaat en de sociaaldemocratische partijen die de verzorgingsstaat uitdroegen als oplossing, als ‘een derde weg’ tussen socialisme en kapitalisme, waren een façade. Een manier om de bevolking in West-Europa zand in de ogen te strooien en om te proberen de Sovjet-Unie (en het communisme/marxisme) de loef af te steken. De verzorgingsstaat – die met de premies van de werkenden opgebouwd is – diende ertoe het communisme en de communistische partijen in Europa de wind uit de zeilen te nemen. Nu de Berlijnse Muur gevallen is, is dat hele systeem, dat bedacht is door de sociaaldemocratie en de christendemocraten, niet meer nodig. En de verzorgingsstaat blijkt ook al niet meer stabiel te zijn. De verzorgingsstaat is (dus) een utopie, niet levensvatbaar in het geweld dat het kapitalisme veroorzaakt. Er zijn te veel werklozen en te veel zieken, en de lonen zijn te laag. Dus moeten de premies door de veel te weinig mensen die nog werk hebben, worden opgebracht. Op een gegeven moment is de verzorgingsstaat gewoon te duur. Echt socialisme is dan de enige (betaalbare) oplossing. Niet dat ‘surrogaatsocialisme’ van de sociaaldemocratie. Dat is geen socialisme.

    Socialisme is voor iedereen beter

    Waarom zou uiteindelijk iedereen socialisme willen in plaats van kapitalisme? Allereerst wil iedereen wel van economische crisissen af, van werkloosheid, van oorlogen en van de verwoesting van het milieu. Het kapitalisme brengt per definitie - vanwege het primaat van ‘kapitaal’ boven ‘arbeid’ - de bestaanszekerheid van mensen en de wereldvrede in gevaar. Een socialistische maatschappij kent theoretisch geen periodieke crisissen. Ook geen werkloosheid. Een socialistische maatschappij kent ook geen automatische behoefte aan oorlogen. In een socialistisch land hoeft men ook geen belasting te betalen, alle kosten van de overheid worden er betaald uit de winsten van ondernemingen. De werkende bevolking zelf betaalt geen belasting en in principe ook geen premies voor collectieve volksverzekeringen. Een socialistische maatschappij is een win-winsituatie voor iedereen. In theorie ook voor - eerlijke - ondernemers en ondernemingen.

    Socialistische samenlevingen moeten ook investeren

    Het probleem van het kapitalisme is communisten wel duidelijk. Hoe moeilijk het is om het kapitalisme weg te krijgen is ook duidelijk. Daarna het socialisme opbouwen en handhaven is nog veel moeilijker. Er zijn ook communisten die niet voldoende inzien dat je in een socialistische samenleving ook moet ondernemen en investeren. China en het ‘socialisme 2.0’ laten dat zien. Veel mensen weten wel iets van het socialisme af en begrijpen dat het kapitalisme slechte kanten heeft, maar zien niet de wetmatigheden ervan. In ieder geval zijn de wetten van het kapitalisme sinds 1845 (Marx en Engels) voor iedereen die ervan kennis wil nemen theoretisch heel duidelijk. De wetten van het imperialisme en de contrarevolutionaire activiteiten sinds 1917 (Lenin) zijn legendarisch, maar voor sommigen minder goed te begrijpen. De negatieve wetmatigheden die het internationale financieringskapitaal kenmerken, werden voor de Tweede Wereldoorlog al duidelijk, ná de Tweede Wereldoorlog werden ze nog duidelijker voor iedereen.

    Maar helaas, anno 2017 accepteren de sociaaldemocratische partijen en de milieupartijen het kapitalisme en de wetmatigheden van het nationale en internationale financieringskapitaal haast in hun geheel. Ze zijn er vaak zelf 100 procent bij betrokken, net als de vakbonden. Pensioenfondsen, woningbouwcorporaties en volksverzekeringen zijn onderdeel van het kapitalistische systeem geworden. Voor communisten is het er niet gemakkelijker op geworden, vooral niet om de massa te bereiken en te overtuigen.

    Dat het kapitalistische systeem nog steeds bestaat, komt doordat het steeds onzichtbaarder is geworden en doordat niemand er in de strijd om het bestaan omheen kan. De werknemers, de boeren, de middenstanders, allemaal worden ze gedwongen zo te handelen als ze handelen. Mensen moeten nu eenmaal eten om te overleven.

    Binnen het kapitalistische systeem worden steeds nieuwe dingen geboren en grote uitvindingen gedaan, die komen dan op het conto van het kapitalisme. Het kapitalisme krijgt de credits, dat is de grote kracht van het kapitalisme. Terwijl de werkende bevolking de uitvindingen doet! De mens is immers onnavolgbaar creatief als hij moet vechten voor zijn brood. De bezittende klasse lacht in haar vuistje en draait de kraan steeds verder dicht. Kortom, het kapitalisme haalt het creatieve met zijn dwang - op straffe van honger en de dood - op een ‘gewelddadige’ manier uit de mensen. Dat is tegelijkertijd de grote redding van het kapitalisme. Niet voor niks worden kunstenaars, voetballers, musici en filmsterren op een voetstuk gezet. Ze worden de massa ten voorbeeld gesteld: kijk eens hoe creatief men binnen dit systeem kan zijn en hoe vrij iedereen is. Dat deze vrijheid en deze creativiteit slechts schijn zijn en binnen het socialisme theoretisch veel hoger kunnen zijn, dringt slechts tot weinigen door.

    Deze uitvindingen van ‘gekooide uitvinders’ heeft de computer en de hightech van Star Wars doen ontstaan en heeft de Sovjet-Unie veel pijn gedaan. De boycot van de chiptechnologie door het Westen was achteraf gezien een ramp voor de Sovjet-Unie. Bepaalde dingen moesten ze zodoende zelf uitvinden, deels lukte dat en deels niet. Met enorme gevolgen. De slagkracht van het kapitalisme mag dus onder geen beding gebruikt worden om het kapitalisme goed te praten, en zeker niet om het socialisme niet-creatief te verklaren. Dat is zonder meer fout, en funest voor de geloofwaardigheid van het socialistische ideaal. Immers, creativiteit is ook op een andere manier te ontplooien, in de wetenschap is dat ook wel bewezen. Ook de creativiteit van ondernemers in de derde wereld is hoog. Allemaal bewijzen dat gewone wedijver net zo creatief kan zijn als de kapitalistische. Mensen die een gewoon goed salaris verdienen kunnen ook gewoon creatief zijn en dingen uitvinden. Mijn overtuiging is dat creativiteit wellicht beter tot ontplooiing komt binnen een redelijk welvarend socialisme dan binnen het kapitalisme, waar men op een houtje moet bijten en op straffe van werkloosheid creatief moet zitten wezen.

    Noten

    1. Ik gebruik altijd het woord kapitalisme en vervang dat nooit – zoals de SP wel steeds doet – door het verhullende en dus foute woord ‘markteconomie’. Het kapitalisme is een systeem dat gebruikmaakt van ‘de markt’ en ‘marktmechanismen’ om de arbeiders optimaal te kunnen uitbuiten en het duistere ‘kapitalisme’ duister te houden. Het kapitalisme is door mensen gemaakt. De markt is meer een ‘natuurwet’. Het zijn dus twee compleet verschillende fenomenen en grootheden.

    2. Zie o.a. Tom Zwitser, Permafrost, De Blauwe Tijger, Groningen 2017; Rik Min, 70 jaar leugens, bedrog en regime changes, Een analyse van de Koude Oorlog, www. BoekenGilde.nl 2017; Ludo Martens, Een andere kijk op Stalin, EPO Antwerpen 1994. Al deze boeken tonen aan dat wij continu gehersenspoeld worden – niet alleen in kapitalistische landen maar ook in socialistische landen en andere ongebonden landen - en dat er continu spelletjes met ons gespeeld worden, door halve waarheden en hele leugens te verspreiden in de mainstream media en niet te vergeten in het middelbaar, hoger en wetenschappelijk onderwijs. En wel juist over goede dingen (zoals het socialisme en de groei van China) en goede ontwikkelingen (zoals emancipatiebewegingen, verzetsbewegingen of bevrijdingsbewegingen).